Donderdag 12
Oct. 1893.
to. 4292.
38e Jaargang.
Nationale Militie.
De detective.
Binnenland
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
Franco per post ƒ1.15. Advertentiën16 regels GO Cents.; elke regel meer 10 Cents.
Groote lettere naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Bureau
MUURHUIZEN
heek Kortegracht, Wijk B. 60
KENNISGEVINGEN.
Df, BURGEMEESTER kn WETHOUDERS van AMERSFOORT,
Gezien het besluit van den heer Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht van den 20 September 1893, No. 4 N. M. en S. (Provinciaalblad No 81);
°P het bij art. 1. letter i. der wet van 4 April 1892 (Staatsblad No 56)
tijdelijk gewijzigd art. 27, alsmede art. 28, le lid, der wet van den 19 Augustus
1861 (Staatsblad No 72), benevens artt. 20 en 21 van het koninklijk besluit d.d.
8 Mei 1862 (Staatsblad No. 46),
Doen te weten, dat de loting der voor de militie ingeschrevenen, behoorende
tot de lichting van 1S94, in het gebouw aan het Plantsoen,
tusschen de Utrechtse li e en Arnhemschepoorten alhier gelegenzal
geschieden, op Maandag; 33 Oef ober 1S9J§, aantevangen des namiddags
te TWEE UREN, voor de ingeschrevenen wier geslachtsnaam begint met de letter
A. tot en met D, en op Dinsdag; <lcil 24 October IS93, des voor
middags te tien iircn, voor de ingeschrevenen wier geslachtsnaam begint met
de letter E tot en met Z.
En voorts, dat op Donderdag;, den 16 en Zaterdag; den IN
Hoveillber aanstaande, telkens van's voormiddags 10 tot 2 uur des namiddags,
door of vanwege de lotelingen (gasteund door twee getuigen) bij den Burgemeester
ten raadhuize aanvraag kan geschieden voor de getuigschriften, vermeld in de 2.
en 3. zinsneden van art. 23 der wet, ter bekoming van vrijstelling wegens broeder-
dienst, of op grond van te zijn eenige wettige zoon (zonder een of meer halve bloeders
te hebben); luidende voormeld art. 53 in zijn geheel als volgt:
„Om vrijstelling wegens eigen militairen dienst of dien van broeders te ver
krijgen, moet men overleggen een paspoort of ander bewijs van ontslag, een uit-
treksel uit het stamboek, of een bewijs van werkelijken dienst"
„Ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst moet men bovendien
„overleggen een getuigschrift van den Burgemeester waaruit het getal zonen tot
„het gezin behoorende blijkt."
„Vrijstelling als eenige wettige zoon wordt verleend op overlegging van een
„getuigschrift van den Burgemeester, waaruit blijkt dat men eenige wettige zoon is."
En art. 21 van aangehaald koninklijk besluit;
„Het bewijsstuk, vermeld in de eerste zinsnede van art. 53 der wet, wordt
„ten minste tien dagen vóór den dag (den tweeden Maandag in December),
„waarop de eerste zitting van den Militieraad wordt geopend, ingelever 1 bij den
„Burgemeester der gemeente, in welke de loteling die vrijstelling verlangt wegens
„eigen militairen dienst of dien van eenen broeder of broeders, voor de militie
„is ingeschreven."
AMERSFOORT, den 11. October 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris, F. D. SCHIMMELFENNINCK.
W. L. SCHELTUS.
Feuilleton.
Naar bet Engelsch door S
5).
„Ik begrijp dat alles niet, Hogmann. Welk
spel 8peelt gij met ons?" vroeg Emma, eveneens
fluisterend.
„Dat weet gij immers wel."
„Neen. En ik heb een gevoel als werden wij
door onzichtbare netten omgeven."
„Kom, wees niet kinderachtig."
„O, dat ik u in die cene zaak uw zin heb ge
daan floe staat mij deze eomedie tegen
„Ter zake. Wilt gij, of wilt gij niet?"
ïhilda richtte zich tot hem en sprak zacht,
maar op beslisten toon:
„Neen! Welk gevaar zou u nu nog dreigen,
bijna in de haven?"
„Juist het grootste gevaar!"
„Bah!"
„Gelooft gij mij niet? Nu, dan zal ik u alles
vertellen, gij zult wel inschikkelijker worden."
Hij fluisterde Emma eenige woorden in het oor.
Zij stiet hem van zieh af.
„Gij liegt, gij liegt!" riep zij vol angst uit.
„Het is de waarheid."
„Verschrikkelijk
Emma wrong de banden en zuchtc diep. Toen
vloog zij plotseling naar de verschansing. ThiIda
had haar echter snel gegrepen en hield haar
zoolang vast, tot zij haar tegenstand opraf en
zich langs de trap naar haar hut liet leiden.
Ik was, door netgeen ik gezien en gehoord
had, als verlamd, zoodat ik mij niet van de
plaats kon bewegen en mij ia den donkeren hoek
van de trap terugtrok, toen de beide zusters mij
voorbijgingen. Zij waren te veel ontroerd om mijn
tegenwoordigheid op te merken.
Niet alzoo Hogmann, wiens scherpe oogen
eiken hoek doorzochten. Hij had mij direct op
gemerkt en trad, terwijl hij een sissend geluid
uitstiet, op mij toe:
„Ha, gij speelt den luistervink?"
Ik keek nem minachtend aan, zonder mij te
verwaardigen, hem te antwoorden.
Plotseling scheen er een gedachte bij hem op
te komen. Hij zag mij een minuut lang scherp
in de oogen en sprak:
„Ik hoop, dat gij gentleman genoeg zijt om
te doen alsof gij niets gehoord hebt het zou
u anders slecht kunnen bekomen."
Toen ging hij heen.
Ik bleef nog lang op dezelfde plaats staan,
niet in staat mij te bewegen of geregeld na te
denken. Ik had den zin van het gesprek wel niet
begrepen; maar dc toon waarop en de vertrouwe
lijkheid waarmee deze drie elkander toespraken
de wanhoop van de dame
Na eenigen tijd sleepte ik mij naar mijn hut.
De laatste dag van de reis was aangebroken.
Ik stond op. Al mijn ledematen deden mij zeer
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Lettende op de omstandigheid, dat het ntet
behoorlijk en niet tijdig vegen van de schoorstee-
nen groot gevaar voor brand kan doen ontstaan
Herinneren den ingezetenen het voorschrift van
art. 33 der verordening houdende bepalingen ter
voorkoming van brand, volgens hetwelk schoor-
steenen, ovens en stookplaatsen minstens 'een maal
'sjaars, en, zoo zij dagelijks gebrnikt worden ten
minste twee maal 'sjaars moeten worden geveegd
of gereinigd.
En dat de overtreder van voormeld voorschrift,
volgens art. 43 der genoemde verordening kan
worden gestraft met eene geldboete van ten hoog
ste vijfentwintig gulden.
Amersfoort, den 9. October 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIM MELPEN NINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
(Hernlwilsing wegens misstelling.)
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot het geven van gelden ter leen zal
eene Commissie uit het bestuur op MAAN
DAG, den 46 OCT. aanstaande, 's namid.
van halftwee tot halfdrie, zitting houden
in een der lokalen van het Raadhuis, alwaar
de belanghebbenden zieh kunnen aanmelden
ook voor het teruggeven van gelden.
HERM. P. VAN HASELEN,
Secretaris-Penningmeester.
Volgens Het Vaderland wordt het niet
onwaarschijnlijk geacht, dat het Kamerlid Van
Karnebeek wijlen graaf Van Bylandt zal op
volgen als gezant te Londen.
Het Centrum verneemt, dat Jhr. Van der
Wijck, die ontslag heeft genomen als Secre
taris-generaal van Koloniën, zal worden be
noemd tot Commissaris der Koningin in
Overijsel.
De Standaard zegt, dat de ziekte vanmr.
Keuehenius een hevige ontsteking van
het verhemelte hoewel niet van gevaar
lijken aard, toch van langen duur dreigt te
zullen worden. De spraakorganen zijn be
lemmerd en de pijn is schier ondraaglijk.
Van welingelichte zijde deelt men aan de
Amh. Ct. mede, dat de onlangs overleden
staatsman jhr. Elout van Soeterwoude op de
f;ebeurtenissen in Atjeh een grooten invloed
ïeett uitgeoefend. Zoo moeten de noodlottige
W. C. DIJKGR^^^Horloger.
Langestraat 16.
telegrammen aan den toenmaligen vice-pre
sident van den Raad van Nederl. Indië, die
met het eskader te Penang op de instruc-
tiën zijner regeering wachtte, door hem zijn
geïnspireerd geworden, waardoor de oorlog
onvermijdelijk werd. In hoeverre ook hij
door de algemeene paniek, die destijds in
onze regeeringskriimen heerschte, is bevangen
geworden, dan wel in hoeverre de grieven
van zijn vader, den oud-commissaris-generaal
van Ned. Indië, tegen Atjeh hierbij van in
vloed zijn geweest, kan thans moeilijk wor
den uitgemaakt en zal venmoedelijk wel altijd
in het duister blijven.
Omtrent den loop der Vermogensbelasting
schrijft men uit Den Haag:
Aan het grootste der twee kantoren alhier,
dat een 5000 biljetten rondzond, moet de
totale opbrengst slechts f700000 wezen. Van
bet andere kantoor, dat op zijn 3000 biljetten
aanmerkelijk minder verwacht, is het totaal
nog niet opgemaakt.
Verder zou die opbrengst in geheel Lim
burg slechts ongeveer f40 000 die in Drenthe
niet meer dan f25 000 bedragen.
Alles duidt hoe langer zoo meer aan, dai
men een beel eind beneden de raming zal
blijven.
De vraag, of de zoogenaamde boksbeugel
is te beschouwen als een wapen, waarvan
het dragen door de wet is verboden, is door
den Hoogen raad, in overeenstemming met
de meening van de rechtbank te Groningen,
ontkennena beantwoord, op grond, dat de
boksbeugel niet in de wet. wordt genoemd
en ook niet geacht kan worden begrepen te
zijn in de uitdrukking «dergelijke" voorwer
pen als door de wet zijn genoemd, omdat die
«dergelijke" voorwerpen zoo niet geheel dan
toch gedeeltelijk met de genoemde moeten
overeenkomen, wat in casu het geval niet is.
De burgemeester van Naarden heeft bij de
hulpbrug even buiten de stad twee borden
doen plaatsen met de mededeeling, dat die
brug gevaar oplevert en bet dus in 't belang
der passagiers van de Gooisehe Stoomtram
is, dat ze vóór de brug uitstappen.
Ook te Zaandam is nu een staal waterbron
ontdekt, die volgens de heeren dr. Van Ha
mel Roos en Hermans alle staalwaterbronnen
behalve de Pouhoubron te Spa overtreft. Zij
zal onder voortdurende contróle van genoemde
heeren worden geëxploiteerd, onder de bena
ming van Czaar-Peterbron.
alsof ik een val had gedaan.
Bij het aanbreken van de ochtendschemering
was het mij eindelijk gelukt, mij bij éen ge
dachte te bepalen en wel daarbij, dat ikThilda
spreken moest; zij moest mij ten minste zoo
veel zeggen ais noodig was, om mij gerust te
stellen. Zij had mijn hand stilzwijgend aange
nomen; nu behoorde zij mij toe en waren haar
geheimen de mijne. Het moest tot een ophelde
ring tusschen ons komen.
Ik zocht lang op het schip rond, zonder haar,
haar zuster of Hogmann te vinden. Zij waren
ook niet aan tafel verschenen. Des avonds zag
ik ze echter te voorschijn komen. Th 1 Ida was
bleekzij liep gearmd met haar zuster deze zag
er uit als een zieke.
Een vreemde beklemdheid maakte zich van
mij meester, toen ik op hen toetrad en hen
groette. Doch hoe werd het mij te moede, toen
zij, zonder de oogen op te heffen, mijn groet op
zachten, zeifs angstigen toon beantwoordden,
terwijl zij mij snel voorbij liepen. Ik zag hen
na zij sloegen geen acht meer op my. Wat
was dat?
Ik zamelde al mijn wilskracht bijeen en ging
langzaam naar mijn hut. Daar begon ik mijn
goed in te pakken. Toen ik daarmee gereed was,
was het tijd om aan wal te gaan en ging ik
wedcir naar het dek.
Boven gekomen, stonden bijna alle passagiers
in stomme bewondering te zien naar het schoone
schouwspel, dat zich aan ons oog vertoonde. Aan
den horizont streden de laatste stralen van de
ondergaande zon met die van het electrisch licht
dat uit de kroon van het Vrijheidsbeeld neer
schoot om den den voorrang. Dat was de wel
komstgroet van New-York.
Ik sloeg nauwelijks eeu blik op hetgrootsche
beeld; mijn oogen letten slechts op Hogmann,
die op de brug bij den kapitein stond en met
de hand naar een op ons toekomende boot wijzend,
blijkbaar een vraag tot hem richtte. De kapitein
nam den kijker ter hand tn knikte Hogmann
met een knorrig gezicht bevestigend toe. Hog
mann liet daarop zijn blikken over het dek waren
en naar het mij voorkwam, rustten zij een oogen-
blik triomfeerend op mij. Nog eenmaal wendde
hij zich tot den kapitein, die zich plotseliug
naar hem toekeerde en na een korte woorden
wisseling den rug toedraaide,
Een kwartier later kwam een stuurman naar
mij toe en bracht mij de boodschap van den
kapitein, om hem vóór mijn landing in zijn hut
te komen opzoeken.
Ik wenkte hem toe, zonder mijn blik van de
landingsbrug af te wenden. Daar stonden Thilda
en haar zuster, op het punt om het schip te
verlaten; plotseling trad Hogmann hen in den
weg en sprak hen zacht aan. Ik zag, dat Emma
heftig het hoofd schudde, haastig uitweek en
Thilda hij de hand meetrok. Nu hadden de op
dringende reizigers hen van Hogmann geschei
den. Spoedig waren zij onder de menschenmassa
verdwenen. Zou nu alles voorbij zijn? Voor altijd
voorbij
Wordt vervolgd.)