Maandag 30
Oct. 1893.
No. 4297.
38e Jaargang.
Binnenland.
De detective.
Uitgave
FIRMA A. H. VAN CLEEPF
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnarniddaq. Abonnement per 3 maanden f\.
1'ranco per post f 1.1b. Advertentiën1o regels ÖO Cents.; elke regel meer 10 Cents,
uroote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
1o Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Bij advortentiën buiten do stad worden de incnsseeringskosten in rokoning gebracht.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 60
Bij Kon. besluit is op pensioen gesteld
kolonel J. W. Mulder, commandant van bet
le regiment infanterie en is benoemd tot
kolonel-commandant van het ie regiment
de luitenant-kolonel C. L. Langguth; is een
pensioen toegekend aan kolonel H. H. F. Salo
mon, plaatselijk commandant van Utrecht, en
is benoemd tot plaatselijk commandant van
Utrecht dn luitenant-kolonel J. Meijers van
het ie regiment vesting-artillerie.
Donderdag word jhr. Ruys van Beerenbroek
door II. M. de Koningin-Regentes beëedigd
als Commissaris der Koningin in Limburg.
Do Tweede Kamer zal Dinsdag 14 No
vember weer bijeenkomen.
De door don Minister van Financiën toe
gezegde gedeeltelijke herziening van de wet
op de l'ersoneele belasting, is aan hot Depar
tement bijna voltooid.
Kon wijziging in de Successiebelasting en
in de Zegelbelasting zouden o. a. hetaequi-
valonl moeten leveren voor de vermindering
van ontvangsten, die daaruit voor de Schat
kist voortvloeit. Met moet in de bedoeling
liggen do geheide herziening zooveel mogelijk
gelijktijdig met de. Bedrijfsbelasting in te
voeren, zoodat de indiening der voorstellen
niet lang moer zal uitblijven.
Daar de bepaling, indertijd door Minister
Weit zei geprovoceerd, otn do bataljons-adju
danten bij bevordering tot kapitein in hun
adjudantsbetrekking te handhaven, storend
beeft gewerkt en nog steeds, zelfs in verhoogde
mate. blijft werken en tot tal van misstanden
aanleiding geeft ten nadeele van den dienst,
wensebt de Minister Soyffardt hoe eer zoo
beter de vervanging te zien van alle kapiteins-
bataljons-adjudanten door luitenants.
Aanvankelijk was het voornemen van den
Minister hierin zeer geleidelijk te werk te
gaan, om de promotie tot kapitein niet al
te zeer te schaden, doch de belangen van
den dienst vorderen een spoediger vervan
ging, weshalve bi liet. vervolg hiermede re
kening zal worden gehouden.
In Ilel Huisgezin wordt een denkbeeld ge
opperd. dat zeer ernstige overweging verdient
en wellicht bij een nieuwe regeling van het
krijgswezen zou kunnen worden toegepast.
nis liet wel noodig," vraagt het blad, »dat
Feuilleton.
Naar hot Engelseh door S
10).
Bob zal wel niet geweten hebben, hoe hij het
met mij had; want eensklaps sprong ik op en
stormde onder het uitroepen van „Goeden nacht,"
de deur uit.
Ik trof liet gelukkig, dat de veerboot juist
zou vertrekken, toen ik daar aankwam. Ik sprong
aan boord en liep ongeduldig op het dek heen
en weer, totdat de boot aan den anderen oever
aanlegde. Dit was een armelijk, stil stadskwar
tier. Nu was ik bij de vierde straat links en daar
zag ik ook den eenarmigen neger in den sigaren
winkel.
„Vijf trappen opriep de portier mii toe op
mijn vraag naar mevrouw Selkow on bij twee
treden te gelijk vloog ik naar boven en klopte
aan de deur, waarachter ik onrustige bewegingen
hoorde.
„Ik bon het, Arthur Stein!" riep ik in het
Dirtseh. ,.Ik kom voor oen dringende aangele
genheid. Er is geen minuut te verliezen."
Het kwam mij voor, alsof ik een gesmoorde
gil huurde en daarna een zucht gefluister. Ein
delijk werd de deur geopend. Ik stond voor
Emma. die mij verschrikt aanzag.
Wat was in dien korten tijd die schoonc vrouw
veranderd Op haar gelaat lag een uitdrukking
van kommer en verdriet, terwijl donkere kringen
de dienstplichtige jongelingen worden bij
eengeroepen, orn in persoon hun nummer
te trekken Kan de loting niet geschieden
zonder dat het. halve land in rep en roer
wordt gebracht door de lotolingcn, die van
heinde en verre, uit de omliggende dorpen
naar de stad moeten komen l Kan die loting
niet plaats hebben op de manier bijvoor
beeld van de Staatsloterij, waarbij iedere
betrokkene rustig thuis blijft en afwacht wat
het lot hem brengen zal Gevaar voor oneer
lijkheid, als sommige jongelui daar bang voor
mochten zijn, behoeft niette bestaan, want er
keilden alle mogelijke voorzorgen genomen
worden, om te beletten, dat wie ook de hand
kon steken in het rad der fortuin. Bij de
Staatsloterij denkt niemand, ook niet de
meest teleurgestelde, er een oogenblik aan,
een ander dan liet lot te beschuldigen van
zijn ongeluk. Waarom zou er bij de loting
voor de militie dan minder vertrouwen in
de volstrekte onpartijdigheid van dat lot be
staan.'"
Het blad oppert dit denkbeeld naar aan
leiding van de op verschillende plaatsen bij
de jongste loting wederom plaats gehad heb
bende ongeregeldheden, die hier en daar
met inourii en doodslag gepaard gingen.
Het voornemen bestaat in de uniformklee-
ding van «Ie brievenbestellers en de conduc
teurs der brievenmalen belangrijke verande
ring te brengen.
Gelijk bekend is, kunnen belastingschul
digen, die wonen in een Gemeente waar geen
ontvangkantoor is gevestigd, hun Vermogens
belasting zonder kosten voor hen per post
wissel aan den ontvanger overmaken. Het
verschuldigde postwisselrecht wordt dan van
het bedrag der belasting afgetrokken.
De belastingschuldigen of hun gemachtig
den kunnen dien postwissel thans aan alle
post- of hulpkantoren aanbieden, doch wan
neer in de woonplaats van den belasting
schuldige een ontvangkantoor is gevestigd,
I komt het postwisselrecht voor hun rekening.
Om de ambtenaren in staat te stellen dit
te weten, zullen aan de post- en hulpkan
toren lijsten worden vei-strekt van de ge
meenten, waar ontvangers zijn gevestigd.
Het hoofdbestuur der «Vereeniging van
Christelijke onderwijzers en onderwijzeres
sen" heeft aan den Minister van Binnenland-
sclie Zaken een adres gezonden, waarin het
Z.Ex. verzoekt, alsnog zoodanige voorziening
haar oogen omgaven. Ik had echter geen tijd
om daarover lang na te denken, maar sprak
^Vergeef mij mijn indringen hier, maar ik ben
gekomen, om u te waarschuwen voor het gevaar,
.'dat .u dreigt. Gij moet spoedig van hier. Pak
uw jioffers. Over een uur vertrekt er een trein
naai:.het Zuiden."
„Wil men ons gevangen nemen
.,',Groote Godl Wij zijn toch onschuldig"
•Dat weet ik wel, maar dat moet gij eerst aan
de Justitie bewijzen."
Mevrouw Selkow keek naar de deur van de
kamer daarnaast, alsof zij van daar hulp en raad
verwachtte.
„Ik raad u aan, niet te lang tc wachten, anders
kon het wel eens te laat zijn. Hebt u veel bagage
„Neen."
„Dan zal het wel op den wagen geborgen kun
nen worden, die buiten wacht. Gij moet hot u
laten welgeval ion, dat ik u help om de sporen
van uw vlucht uit tc wisschen.
Ik maakte een lichte buiging, spoorde nog
maals tot spoed aan, gaf den kootsier van mijn
rytuig de noodige instcuctiën en ging vooruit
naar het gelukkig dicht bijzynde spoorwegstation.
Ik ging zelf naar het loket, nam een kaartje
voor Philadelphia en zond een kruier, om een
tweede voor Baltimore te nomen, in de veron
derstelling, dat de consul natuurlijk zijn onder
zoekingen zou beginnen, als hij er achter kwam,
dat twee dames naar dezelfde stad waren ver
trokken. Tc Philadelphia konden zij gemakkelijk
bijbetalen, oin naar Baltimore to komen. Ik liep
daarna voor liet station op en neer en wachtte
de zusters af. Ik begon reeds bang te worden,
dat zij te laat of in 'tgeheel niet zouden komen,
te willen treffen, dat aan de büzondere scho
len, die zich in de onmogelijkheid bevinden
orn voor 1 Januari e.k. hun personeel, vol
lens de eischen der wet aan te vullen, do
rijksbijdrage over 4894 niet worde onthouden.
De toestand van den heer Keuchenius blijft
nog altoos even tragisch, zegt De Standaard.
Schijnbaar deert hein niets; evenals gewoon
lijk zit hij nog, geheel gekleed, in zijn stu
deerkamer, en het zelfbedwang is in zóo
liooge mate bij hem ontwikkeld, dat aan zijn
gelaat alleen dooi* den kenner bespeurd kan
worden, wat pijnen hij doorstaat. Toch weet
men, belaas! maar al tc goed, dat deze pijn
opkomt uit een steeds zich verbreedende
wonde in het verhemelte, die bezig is zijn
leven te sloopen, en dat de medische weten
schap nog altoos geen kruid kent, tegen deze
bedenkelijke krankheid gewassen.
Donderdag herdacht baron E. W. .1. Six
van Oterleek, te 's-Gravonhage, president
van de Algemeene Rekenkamer, den dag,
waarop hij vóór 25 jaren bij dat College van
Staat als lid werd geïnstalleerd. Zoowel van
de zijde van het college als van die der
ambtenaren van de Rekenkamer ontving de
heer Six vele blijken van belangstelling.
Aanstaanden Woensdag hoopt de heer P.
A. Haaxman den dag te herdenken waarop
hij vóór 25 jaren benoemd werd tot redac
teur van het Dagblad van Zuid-Holland en
's-Gravenhage.
Dat het den hoogst bekwamen en verdien
stelijken journalist niet aan blijken van
belangstelling zal ontbreken, behoeft wel
geen betoog.
De houding van den Burgemeester van
Veenendaal, jhr. L. H. J. M. van Asch van
Wijrk, bij de jongste ongeregeldheden, was
boven ieders lof verheven, maar kon bij De
Nederlander anti-revolutionnair dagblad, te
Rotterdam verschijnend, geen genade vinden.
In liet nummer van dat blad van 47 Oc
tober 11. kwam zelfs een artikeltje voor, waar
boven: »De minister moest dien burger
meester verzoeken zijn ontslag te vragen."
De verontwaardiging daarover is te Vee
nendaal algemeen. Reeds had ter dezer zake
een protest-vergadering plaats, die door in
gezetenen van verschillende richting en stand
werd bijgewoond.
Besloten werd aan het hoofd der gemeente
een adres te richten, waarbij hartelijke sym-
W. C. DIJKGRAAF, HoxTogor.
Langestraat 16.
toen eindelijk, slechts een paar minuten vóór hot
vertrek van den trein, het rijtuig aankwam.
Snel hielp ik Emma uitstappen, om daarna
Thilda eveneens daarbij behulpzaam te zijn,
Was het mijn hand of de hare, dio zoo beefde,
ofschoon de beide handen elkander slechts even
aanraakten? Ik kon Thilda'a gelaat niet zien,
daar zij een dichte voile droeg en er was geen
tijd genoeg, om ook zelfs maar 6en woord met
elkander te spreken. Het teoken om in te
stappen werd gehoord en ik moest mij haasten,
om do bagage aan te geven; daarna liet ik
Thilda vooruitgaan en volgde met Emma.
Toen zij in den waggon zaten, reikte Emma
mij de hand en fluisterde my met bevende
stem haar dank toe. Aarzelend reikte ik daarna
ook Thilda de hand. Snel, met hartstochtelijke
hnast, vatte zij do mijne.
„En zegt gy mij niets?" vroeg ik.
Zij schudde hot hoofd. „Ik zal u schriftelijk
danken."
De trein zette zich in beweging en langen tijd
zag ik hem na.
De nu volgende dagen bevond ik mij in ccn
eigennardigen gemoedstoestand. 1 let was een voort
durend leven tusschen vreugde, dat do zuuters
in veiligheid waren, en droefheid, dat zij nu
zoo ver van mij waren verwilderd, en ik zoo
weinig hoop hud hou weer te zullen zien. Daarbij
kon ik do gedachte niet van mij afzetten, dat
zij met opzet zoo laat aan 't station gekomen
waven, om mij geen opheldering te behoeven
gever,. Maar Thilda had mij iminors beloofd, mij
te zullen schrijven. Ik keek dim ook alle dagen
athie word betuigd en dank gezegd voor
etoond beleid en onversaagdheid en waarin
tevens de verontwaardiging over de houding
van De Nederlander wordt uitgesproken.
De exploitatie der Gomeentegasl'abriek te
Hilversum heeft do verwachting, welke men
daarvan bij de oprichting dor fabriek koes
terde. aanzienlek overtroflen, zoodat er thans
jaarlijks een bedrag uit haar reservefonds in
de Gemeentekas zal kunnen weden gestort.
Rij de aanstaande behandeling der Begroo
ting voor 4894 zal de Raad omtrent een
voorstel daartoe van B. van VV,, alsmedcom
het bedrag voor dit jaar te bepalen op f5000.
een besluit nemen.
Te Leiden zal een »Studenten-Gcheelont-
houdersvereeniging" worden opgericht.
Voor de betrekking van hoofd der ge
meenteschool aan den Arnsteldük te Nieuwer-
Amstel, hebben zich niet minder dan twee
honderd sollicitanten aangemeld.
Zoo de Justitie er al niet in geslaagd is
om de vermiste vrouwen van Do Jong te
vinden en zoo de moordenaars der dienst
bode van de familie Viotta, en die dor vrou
wen te Haarlem, en de bedrijvers der moor
den te Gouda, te Hontenisse, enz. enz. door
haar nog niet zijn ondekt, daarom is het
nog niet gedaan met de gerechtigheid in Ne
derland. Men oordeele
Tweo kinderen werden voor don Utrecht-
schen rechter gebracht. Do akte van be
schuldiging luidde, dat zy »des nachts" zich
hadden schuldig gemaakt aan «diefstal in
vereeniging" door middel van»overklimming,"
van goederen, aan eene kerk toebehoorenue.
En wat bleek ten slotte Dat te recht
stonden een meisje en een knaapje, arme
kinderen, die op een Zondagochtend vroeg
een beetje gras waren gaan tuilen voor hun
konijntje, op een berm of akkertje achter
do kerk, welk gras daar gemaaid lag, maar
als «strooisel" liggen bloei. Het gestolone
was zóóveel, dat een der rechters vroeg:
«Zog eeus, veldwachter, denk je, dat de waarde
van uetgestolene wel tot 4 centen zou komen
To Rotterdam is een sportgebousv geopend,
waarvan de heer T. Kuipers directeur is.
Bij de feestelijke opening trok vooral do aan
dacht een koloime dogen dooreen
achttal jonge dames uitgevoerd; de dames
schermden zoor correct en zeer bevallig.
naar den brievenbesteller uit, met oen spanning,
die ik moeite had voor mijn collega's te verbergen.
Weken waren er reeds verloopon on de span
ning, waarin ik voortdurend verkeerde, begon
reeds in een pijnlijke teleurstelling over te gaan;
eindelyk op een goeden ochtend trad do kantoor-
loopor op mij too en reikte mij een brief over.
Hij droog den poststempel Charleston. Was dat
het schrijven, waarnaar ik zoo lang had uitge
zien? Ja, dat was de hand van onze voormalige
Italiaansehe correspondente. Kerst verslond ik
als het ware liet schrijven, daarna las ik het
voor do tweede maal, langzaam, woord voor
woord.
De brief luidde, na eenige hartelijke betui
gingen van dankbaarheid, aldus:
„Het valt ons moeilijk aan u tc sehryven,
daar wij woten, dat wij u de waarheid zeggen
moeten do geheolo naakte waarheid en
deze daad ons wellicht uw achting zal doen ver
liezen. Maar wy zijn verplicht u alles mede to
doelenwees een zacht rechter voor ons,
„Wy bekennen onze schuldniet aan do mis
daad, waarom men ons vervolgt. Wij zijn alleen
schuldig voor ons geweten. Wij hebben berouw,
dat wij ons er toe hebben laten overhalen om
met aogmann te vluchten, toon wy vernomen
haddon, dat zijn opdracht slechts een voorwendsel
was, om zijn scnuldeischcrs te ontwijken: wij
hebben er spyt van, dut wij daarin zwak ge
weest zijn en ook dat wij die ellendige komedie
aan boord van lut schip gespeeld hebben, waar
hij ons wist to doen gelooven, dat de aanwezig
heid van du vrouw en do schoonzuster van iemand,
die ambtshalve den overtocht naar Amerika deed,
hem bij den kapitein verdacht kon maken.
(Hordt vervolgd