Maandag 20 Nov. 1893. No. 4303. 38e Jaargang. Twee vragen. De detective. Binnenland. FIRMA A. H. Uitgave VAN CLEEPF te Amersfoort. Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1. Franco per post '1.1b. Advertentiën1—6 regels 60 Cents.elke regel meer 10 Cents. Groote lettere naar plaatsruimte. Legale-, oiïicieële- en onteigeningsadvert. per regel lo Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Bij advertentiën buiten dc stad worden de incasseeringskosten iu rekening gebracht. MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 De BURGEMEESTER van AMERSFOORT Gezien artikel 41 der Gemeentewet, Brengt, ter kennis van dc ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dinsdag, dcnii. November aanstaande, des namiddags te l'/i ure. Amersfoort, den 17. November 1893. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCUIMMKLI'ENNINCK- Waarschijnlijk in verband met de aan staande algemeene vergadering der Neder- landsche vereeniging tot bevordering van Zondagsrust, welke den 14 December te Deventer zal gehouden worden, tracht Patrimonium andermaal het denkbeeld ingang te doen vinden om den Zondag meer als algemeenen rustdag te doen be schouwen. Niemand zal ontkennen, dat nazes dagen arbeidens, dikwijls onafgebroken zwoegens, het lichaam rust, de geest ontspanning hoog noodig heeft. Reeds herhaalde malen zijn pogingen aangewend om die rust te verzekeren; dat er een Zondagswet bestaat, blijkt af en toe. Dat men als bij intuitie den Zondag als een anderen dag beschouwt dan de overige, blijkt voor ieder, die zich op dien dag buitenshuis begeeft. De winkels zijnmeestal gesloten, althans veelal zijn de toonkas- ten aan liet oog ontrokken; de menschen wandelen in hun Zondagspak; men neemt bet er eens van. Maar toch wordt nog immer door te velen vergeten, dat er een rustdag wezen moet. liet is waar, er ziju bedrijven die juist op den Zondag het weligst tieren, er zijn ambachten en beroepen die geen rekening kunnen houden met de leer Feuilleton. Naar het Engelseh door S (SLOT). Zonder mij óen oogenblik te bedenken, ging ik in de richting van het boseh om naar het landhuisje te komen. Mijn hart klopte zóo hevig, dat ik nu en dun moest blyvou staan. Eindelijk was ik voor het huis gekomen en trad binnep. Emma moet mij gezien hebben, want zij kwam mij in de vestibule reeds tegemoet, vatte mijn beide handen, en drukte die hartelijk. Maar oogeti zeiden mij duidelijker, dat. ik wel kom was, dan haar mond. Zij bracht mij in de huiskamer en schoof mij oen leunstoel toe. „Och, wat hen ik blij, dat gij weder hersteld zyt", sprak zij eindelijk. „Het is alsof wij steeds meer uw schuldenaars moeten worden." „Wat nu? Ik zou denken, dat ik u m de eerste plaats dankbaar moet zijn, voor uw op offerende verpleging." „Spreek daar niet over. Dat was immers het minste wat wij konden doen om die verschrik kelijke gebeurtenis, die u in dit huis is over komen, weer goed te maken?" „O, gij hebt iets veel ergers goed te maken, zeidc ik. „Gij benaamt mij dc mogelijkheid uw brief te beantwoorden, daar gij mij geer. adres opgaaft of iemand aan wien ik mijn brief zou kunnen adresseeren; want onder uw eigen naam zulk een schrijven af te zenden was my ondor de omstandigheden van toen te gevaarlijk. En gij zijt ook niet te Charleston blijven wonen. „Neen, wij zagen, dat wij daar met in or onderhoud zouden kunnen voorzien. v\ y gingen naar New-Orleans, waar het ons eindelijk gelukte in het Engelsche kwartier een meisjesschool op to richten. Wij begonnen kalmer te worden en ons te gewennen aan ons stil en eenzaam lot. Rust zou ons echter niet gegund worden, up een avond in 't begin van den zomer stormde ThiIda met een van schrik bleek gelaat, de deur in en riep mij toe, dat zij Hogmann gezien bad. Nog voor wij een besluit genomen hadden, wat wij toen zouden doen, klopte hij reeds aan de deur. Nu was het uit met ons stil en vreedzaam leven. Wij boden aan al zyn smeeken en cirei- „zes dageu zult gij arbeiden." Velen, zeer velen echter nopen tot onnoodigen arbeid, van welken aard dan ook. Zou daar geen verandering in gebracht kunnen worden De hier gevestigde afdeeling van Pa trimonium doet een poging in dien zin en „verzoekt haar stadgenooten dringend om, tot bevordering der Zondagrust, alle mogelijke werkzaamheden en inkoopen vóór den rustdag te doen of te laten doen en meer algemeen op dien de,* de winkels gesloten te houden, opdat ook, mede daardoor, ondergeschikten, die som wijlen tegen hun overtuiging iu de moei lijkheid verkeeren van te moeten ar- beideD, meer naar hun vrije overtuiging den dag des Heeren kunnen vieren en een gepasten rustdag hebben." Een andere vraag is deze: is het ge biedend noodzakelijk, dat de magazijnen eu wiukels hier ter stede den geheelen avond toegankelijk blijven? We zeggen met opzet niet: „geopend zijn." Winkeliers zijn ook menschen en ook hun personeel heeft recht op wat men noemt „een menschwaardig bestaan." Waarom worden beiden gedwongen om van den vroegen ochtend tot 's avonds laat in hun zaak te wezen liefst te staan waarom wordt hun degelegeu- heid benomen een luchtje te scheppen, een concert, een tooneelvoorstelling, een lezing bij te wonen? In het middaguur wordt in de meeste magazijnen althans het meest verkocht; 's avonds gaat daar betrekkelijk weinig om, terwijl er 's avonds wel kijkers, doch geen koopers komen. We bedoelen na tuurlijk geen magazijnen waar zaken van dagelij ksche behoeften worden ver kocht; deze hebben den ganschen dag toeloop. Zou het niet inogefijk wezen, dat ga lanterie-winkels, modemagazijnen en der gelijke des avonds, bijvoorbeeld na acht uur het personeel heeft dan toch nog een arbeidsdag veel langer dan den hoog ge- roemden normalen - voor het publiek werden gesloten? Ons dunkt, dat door samenwerking der magazijnhouders dit best bereik baar isde winkels dichtde toonkasten flink verlichtde kijkers van hedenavond morgen koopershet winkelpersoneel vrij om een en ander, wat anders na tienen geschieden moet, iu orde te brengen of zelf eens een kijkje te nemen. Enkele winkeliers hier ter stede zoudeu gaarne in dien geest handelen, doch ze willen het voorbeeld niet geven. Door overleg en samenwerking echter kan men geraken tot het doel door hen beoogd. Het bij de Tweede Kamer ingekomen wets ontwerp ter beveiliging van arbeiders in fabrieken en werkplaatsen tegen ziekten en ongevallen strekt om voort te gaan op den bij de Arbeidswet van 1889 ingeslagen weg. Werden daarbij vrouwelijke en niet volwassen mannelijke arbeiders beveiligd tegen gevaren tegen het lichaamlijk welzijn, ten aanzien van alle overigen bleef de behoefte daartoe zich doen gevoelen. Wel zijn door patroons uit eigen beweging, of op advies van anderen, misstanden opgeheven of zooveel mogelijk verbeterd, maar toch heeft nog veel veron- gen standvastig weerstand en verklaarden niets van hem te willen weten, voordat hij zijn mis daad weder had goed gemaakt. Hij lachte ons in 't gezicht uit, noemde ons zenuwachtige, overprikkelde gekinnen, en vertrok om af en toe nog eens terug te komen en te vragen of wij niet tot andere gedachten gekomen waren. Wij besloten toen om, hoewel noode, weer van daar te verhuizen. Juist toen wij daartoe besloten hadden, kregen wij op eens een uitnoodiging van zekeren heer William, don vader van twee aan onze zorg toevertrouwde dochtertjes, om op zijn farm te komen wonen en de kinderen daar te onder wijzen. Dit kleine landhuisje liet hij voor ons inrichten. Wij vermoedden toen niet, dat wij daardoor van den regen in den drop gekomen waren. De zaken, die Hogmann dreef, voerden hom dikwijls naar de farms, langs de oevers van de Alabama. Op die manier heeft hij ons weder ontdekt. Wij dreigden hem, ons onder de be scherming van den farmer William te stellen en hij bleef dan ook langen tijd weg tot op den dag, waarop het ongeval met u plaatshad. Wij vonden hem midden in de kamer staan, verschrikt op u neerziende. Hij hield u blijkbaar voor dood en nam de vlucht." „Als hij niet terugkeert, dan is uw rust voor een paar dagen bedlegerigheid van mij niet te duur gekocht. „Wat zijt gij edel!" Emma keek mij voor de eerste maal in 't gelaat en bemerkte wel, dat mijn oogen zoekend door het vertrek dwaalden, „Gij zoekt Thilda," sprak zij„zij is met de meisjes in het bosch. Ik zal haar halen." Hoe lang kunnen eenige minuten toch som tijds duren, als men op iemand wacht, die de teederste snaren in uw ziel doen trillen! Eindelijk hoorde ik voetstappen in de vestibule einde lijk ging de deur open en stond zij met doodsbloeke wangen, on de handen krampachtig in elkaar, op don drempel. Snel trad ik op haar toe, en nam haar handen in de mijne. Zij haalde moeilijk adem en plotseling wierp zij zich aan de borst van haar zuster en brak in hevig snikken uit. Wat had ik toch een egoïst hart! Ik wilde bijna wel juichen over het sniknen van het meisje, ofschoon mij de tranen in de oogen kwamen. Langzaam maakte ik haar armen van den hals van haar zuster los en dwong haar achtzaming plaats en schijnt tusschenkomst van den wetgever met gepaste middelen en de noodige behoedzaamheid wenschelijk. Met een beroep op de arbeidersenquéte wordtin de Memorie een en ander nader aangetoond. De bijzondere maatregelen, die naar ge lang van omstandigheden zijn toe te passen en de voorwaarden te dien aanzien den werk gevers te stellen, zijn weinig geschikt voor rechtstreeksclie en voldoende regeling bij de wet. Deze zal de inrichting moeten bepalen waarin de maatregelen zich hebben te be wegen, en de doeleinden moeten aangeven waarop die maatregelen zijn gericht. De grenzen, die de wet moeten stellen, betreffen a. De plaatsen, waar arbeid wordt ver- •icht. Het toezicht zal zich alleen uitstrekken over arbeid in fabrieken en werkplaatsten, niet dus over huisarbeid of over werkzaam heden buiten fabrieken en werkplaatsen voor volwassenen. Onder fabrieken en werk plaatsen verstaat de wet alles, zoowel open als besloten ruimten, waar door ten minste 20 personen, of bij gebruik van werktuigen, met eenig kraebtwerktuig, bewogen door ten minste 6 pereonen, pleegt gewerkt te worden. Werkzaamheden voor landbouw, tuinbouw, boschbouw, veehouderij, het visschen en het schippersbedrijt' zijn niet in de wet begrepen. Keukens, inrichtingen voor bereiding van spijzen en dranken voor onmiddellijk ver bruik, benevens apotheken vallen niet onder deze wet. Bij algemeenen maatregel van bestuur wordt in bet algemeen of ten opzichte van sommige bepaalde bedrijven verboden arbeid te doen verrichten, tenzij voldaan zij aan te stellen voorwaarden van luchtruimte, zuiver heid der lucht, zindelijkheid en voorzorg ingeval van brand. Is dus het toezicht beperkt tot plaatsen waar het bedrijf van eenigszins minder om- zacht, mij aan te zien. „Thilda," riep ik uit. „Hoe kon ik u anders dan door woorden overtuigen, dat ik u voor het reinste beste en edelste meisje houd, dat er bestaat? Hoe kondet gij toch zoo laag op mij neerzien, dat ik u minachten zou, om de schuld van een ander? Thilda zult gij mij nog langer ontwijken?" Langzaam hief zij haar op de borst gezonken hoofdje op, tot haar oogen de mijne ontmoetten een straal van geluk blonk plotseling in haar oog, een gloeiende blos kwam op haar gelaat cn met een zachten kreet klemde zij zich aan mijn borst. „Thilda, mijn Thilda!" Wat voelde ik mij opeens weer gezondIndien mijn hoofd niet in linnen gewikkeld geweest ware, dan had ik kunnen gelooven, dat mijn ziekte een droom was geweest. Het was maar gelukkig, dat ik op mijn terugweg niemand ontmoette; de menschen hadden mij bepaald voor dol aangezien, want nu eens bleef ik staan, om als in verrukking voor mij uit te staren, dan weer liep ik als een bezetene met groote spron gen vooruit. Zulk een gelukzaligheid bezielde mij, dat ik Bob hartelijk in mijn armen sloot, toen hij inij bij de farm tegemoet kwam. „Bob!" riep ik uit. „Wij krijgen passagiers aan boord!" „Passagiers van daargindt?" Hij wees in de richting van het landhuis. Ik knikte bevestigend, waarop Bob met een voor hem buitengewone levendigheid in de kamer begon rond te dansen. „Hola, ouwe jongen!" riep ik hem toe. „Het spijt mij je te moeten zeggen, dat, als er hier iemand reden heeft, om te springen van vreugde ik het ben." De arme Bob stond een oogenblik als versuft te kijken, daarna trad hij op mij toe en schudde zwijgend mij zoo hartelijk de hand. dat mijn gewrichten kraakten. Sedert dit oogenblik was nij weder de weinig spraakzame Bob. De zon brandde zóo fel op het dek van de Virginia, dat men nauwelijks het koperbeslag van het schip kon aanraken zonder zich te branden. Trots de hitte liep ik over het dek op cn neer, want mijn ongeduld liet mij niet toe kal in te blijven, zooals Bob, die tegen den mast leu- leuud, dichte rookwolken uit zijn sigarette trok. Wij keken echter beiden in gespannen ver wachting naar den kant, waarvan de beide dames moesten komen en telkens, als ik mijn vriend voorbij kwam, riep ik hem toe: „Ze zullen wel komen. Ge zult het zien, zij komen bepaald." Daar hoorde ik het ratelen van een wagen. Ik richtte mij zoo hoog mogelijk op, om beter te kunnen zien daar daar zijn zij 1 Ik rende naar de landingsbrug eu bracht hen naar hun hut, waarvan ik de deur met bloemen had versierd. Hun oogen schitterden, toen zij de kajuit binnen gingen. Welk een prachtige vaartDe zee was spiegelglad, het weder schoonhoe lieflijk flikkerden des avonds de sterren aan het firma- inent. Elke ster afzonderlijk scheen als het ware in mijn gemoed en lang kon ik naar dc sterren pracht staren, zoodat ik, als ik weder naar den grond keek, mijn oogen eerst weer aan het donker moest gewennen. Dun echter rustten zij op een slanke, schoone gestalte, die zachtjes naast mij was komen staan. Dan zag ik haar in de oogen en wat mij daaruit tegenblonk. was voor mij meer dan de sterrenhemel dat was mijn geluk Een kreet van verbazing klonk van kantoor tot kantoor, totdat het geheele huis Erikson uit zijn gewonen doen geraakte, toen ik met Thilda daar aankwam, om haar aan den chef als mijn meisje voor te stellen. Deze glimlachte ons toe, alsof hij zeggen wilde: ik had er reeds een vaag vermoeden van. Ik kan niet zeggen hoe gelukkig wij zijn, ja, zoo gelukkig, dat daardoor Emma haar ongeluk leert vergeten. Van haar man hebben wij verder niets meer gehoord. Als ik er nog aan toevoeg, dat wij na strenge afrekening met Smitson van dezen een aanzien lijk bedrag uitbetaald kregen, dat ik deze som tot een bedrag van 50000 Mark aanzuiverde en uit naam van Hogmann naar den hoofdcom missaris van politic te Berlijn zond, waarvoor ik door Thilda met eenige owhelzingen beloond werd, dat Bob tot vertegenwoordiger van de firma te Now-Orleans werd aangesteld en ons lange, vroolijkc brieven schrijft, dat ik gegronde hoop heb, om eenmaal chef van het huis Erikson te worden, dan ik heb verder niets meer te vertellen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1