Donderdag 23
Nov. 1893.
No. 4304.
38e Jaargang.
Binnenland.
Uit het dagboek van een dokter.
firma
Uitgave: Dit blad verschijnt Maandag-en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
TTTrA-KTr.TTi -mm F1"*11100 pei' pest 4,1b. Advertentiën16 regels Cents.; elke regel meer lü Cents.
VAN CLEEFP Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvert. per regel
te Am rsf rt Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
By advertentiën buiten do stad worden de iucasseeringskosten in rekening gebracht.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Kortogracht, Wijk B.
Met beleefden aandrang verzoeken
wij H.H. advertenten, ons hunne
anuonces TIJDIG zoo mogelijk
vóór 2 uur des middags te doen
toekomen, opdat de uitgave van ons
blad niet te zeer vertraagd worde.
Wij herinneren er tevens aan, dat
ons blad omstreeks half zes van de
pers komt en in gewone gevallen te
ZEVEN UUR door de geheele stad
verspreid is.
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot het geven van uki.dkn' teïi i.ekn zal
eoiie Commissie uit het bestuur op MAAN
DAG, den 27 NOV. aanstaande, 'snamid.
van ii.m.itwkk tot ii.m.rnniK, zitting houden
iu een der lokalen van liet Raadhuis, alwaar
de belanghebbenden zich kunnen aanmelden
ook voor het teruggeven van geleien.
IIMUM. I'. VAN HASKLKN.
Secretaris-Penningmeester.
Heden, 23 November, is liet drie jaar ge
leden, dat du laatste mannelijke telg uit liet
lluis van Oranje, Koning Willem IU, ons
ontviel.
Rij de bespreking der Vermogensbelasting
klaagden vele leden in de afdeelingen der
Tweede Kamer, «lat hun welgestaafde voorbeel
den bekend waren van gebrek aan eerbied
voor liet beginsel van geheimhouding bij
sommige ambtenaren der registratie. Zoo
werd opgemerkt, dat op sommige ontvangers-
kantoren de belastingschuldigen bun aanslag
door tiisschenkomst van een kantoorbediende
hebben moeten storten. Ook is het herhaal
delijk voorgekomen, dat meerderen gelijk
tijdig tot betaling van hun aanslag werden
toegelaten en dan hun namen en bedragen
van hun aanslag overluid door de bedien
den werden afgeroepen. Met liet oog op
«leze laatste oinstaudigheid werd door
enkelen het denkbeeld in overweging
gegeven tot invoering van een couloirstelsel.
Voorst werd er op gewezen, dat op sommige
iuspertiekantoren de lokalen, waarin de be
lastingschuldigen door de inspecteurs werden
ontvangen, of tevens tot verblijf strekten van
bedienden of klerken, of slechts door een
dun beschot van het lokaal dier personen
waren afgescheiden, zoodat in beide gevallen
Feuilleton.
ij.
„Heel goed," zeide ik, „ik zal morgen een be
zoek aan het gesticht brengen en jij zult me
rondleiden."
Ik sprak niet een dokter, een oud kameraad
van me. Hij had de leiding over een gekkenhuis,
dat in de verbinding stond, met het Stedelijk
Gasthuis en had mij gevraagd, een paar dagen
zijn betrekking wuar te nemen. Hij heette Poyn-
ter, was een knappe, flinke vent, met veel liefde
voor zijn vak en volstrekt niet ongevoelig voor
het lijden zijner medemenschen, kortom, een
beste kerel en dikwijls vroeg ik mij verwonderd
ai, waarom hij toch dit wel wat treurige en
ontmoedigende gcdeelto van het vak had aan-
Povnter had hard gewerkt en zag er, niette
genstaande zijn oogcnschijnlijku bedaardheid, uit,
alsof zijn zenuwen wel wat geschokt waren.
Toen hij mij vroeg, zijn werk voor hem waar
te nemen om een paar dagen vacantie te kunnen
hebben, kon ik hem dat niet weigeren.
Maar ik heb geen practische bennis van
krankzinnigheid," zeide ik. „Natuurlijk heb ik
in het algemeen ziekten vnn den geest bestu
deerd, maar practische ervaring van krankzin
nigen heb ik volstrekt niet."
„O, dat is niets," antwoordde Poynter op
dikwijls zeer vertrouwelijke raededeelingen
noodwendig door hen moesten worden ge
hoord. Men vertrouwde, dat de Minister
bereid zal worden gevonden maatregelen te
nemen opdat voortaan op het beginsel van
geheimhouding geen inbreuk meer worde
gemaakt.
Door enkele leden werd nog betoogd, dat
de belastingschuldigen somtijds genoodzaakt
zijn geworden tot een zeer gedetailleerde
specificatie van hun vermogen, doordien de
inspecteurs hun berusten in de aangifte daar
van afhankelijk stelden. Dit achtten deze leden
in strijd met de wet, die slechts een verkla
ring omtrent het totaal bedrag der hoofd-
bestanddeelen van het vermogen eischt.
Vele leden daarentegen achtten deze ver
wijten onverdiend. Iu de omstandigheid, dat,
naar zij meenden, slechts in enkele gevallen
de aanslag is vastgesteld in afwijking van
de aangiften der belastingschuldigen, zagen
zij een bewijs, dat de inspecteurs juist met
groote gematigdheid zijn te werk gegaan.
Sprekende over het Voorloopig Verslag
der Tweede Kamer over de begrooting van
Justitie, en opmerkende, dat daarin ook ge
handeld wordt over het «wangedrag van
jeugdige personen", zegt het Weekblad van
hel Recht
»YVat »de jeugdige personen" betreft, trof
ons het fonkelnieuwe advies: sdat in den
toestand verbetering ware te brengen, door
aan de politie de bevoegdheid te geven bij
betrapping op heeterdaad een lichamelijke
tuehting toe te dienen." Eenvoudiger kan
het niet. De politie met de opsporing van
het delict belast, tevens rechter, met een
discretionnaire rechtsmacht omkleed, en
uitvoerder der straf. Het denkbeeld verdient
zeker overweging, al vreezen wij, dat er wel
juristen zullen zijn, die tegen deze hoogst
practische combinatie van bevoegdheden, (lie
tot nu toe scherp werden onderscheiden, en
misschien tegen de lijfstraf zelve hun ver
ouderde doctrinaire bezwaren zullen op
werpen."
Door den Minister van Oorlog is bepaald,
dat voortaan de nieuwbenoemde luitenants,
zoodi-.i hun benoeming in de Staats-Courunt
is opgenomen, met verlof kunnen vertrekken
tot den dag, waarop zij in functie gesteld
zullen worden en zich dan ook in hun officiers
uniform mogen kleeden.
De Minister van Oorlog heeft bepaald, dat
de miliciens der lichting 4893, die binnen
levendigen toon, „er zijn nu geen ernstige ge
vallen op het oogenblik. Als er wat onvoorziens
gebeurt, moet je mijn assistent Symonds maar
raadplegen. Wat we met hem en de bewakers
en verpleegsters van jou noodig hebben, is alleen
om aan de eischen van de wet te voldoen."
„Ik zal zeer gaarne komen," hernam ik. „Alle
ziekten die overerfelijk zijn, hetzij van geeste
lijken of van pnysieken aard, boezemen mij veel
belangstelling in.' lloe laat wil je, dat ik morgen
ochtend kom?"
„Als je om tien uur komt, zal ik je rond
leiden. Je zult eenige patiënten zien, die niet
alleen uit eeu medisch oogpunt belangwekkend
zijn, maar heel aangenaam in den omgang en
zelfs schitterende mannen en vrouwen van de
wereld. Wij hebben hier een gemengd gezelschap,
Halifax, on als je op een van onze avondjes bent,
zal je al spoedig erkennen dat wij, waar we ook
in mogen te kort komen, geenszins vervelend
zijn."
Deze bewering was wel eenigszins moeilijk te
gelooven, maar daar ik spoedig in de gelegen
heid zou zijn de waarheid op de proef te stellen
onthield ik mil van eenige opmerking.
Den volgenden dag kwam 'ik op het afgespro
ken uur te Norfolk House- en vergezelde I'oynter
op zijn ronde.
Wij bezochten de verschillende vertrekken en
wisselden eenige woorden met bijna eiken inwo
nende van de groote inrichting. De dwangkamer
was op het oogenblik niet bezet, maar patiënten,
die alle phascn van storing in do geestvermogens
vertoonden, waren niet eens noodig om een
duidelijk en verschrikkelijk beeld in het oog
mijns geesteB te vormen.
40 maanden werkelijken dienst, blijkgeven
bruikbare korporaals te zijn, en zich door
hun gedrag onderscheiden, daardoor aan
spraak verkrijgen op verlof, met behoud van
soldij, voor den tijd van twee maanden.
Bij de infanterie, de cavalerie en de vesting
artillerie zijn 229 sergeanten dienstdoend
officier t,e velde aangesteld tot sergeant-
majoor-titulair
De aan hen op te dragen diensten moeten
zooveel mogelijk overeenkomen met die,
welke zij in oorlogstijd zullen hebben te ver
vullen en alzoo, in tegenstelling van de taak
der sergeant-majoors en opperwachtmeesters
die meer als administrateurs zijn te be
schouwen van practischen aard zijn, zoodat
de eerstbedoelde onderofficieren meer als
instructeurs zijn aan te merken. De sergeant
majoors-titulair zullen gewapend en uitgerust
zijn als de sergeant-majoors.
In een correspondentie uit Den Haag aan
de Amsterdammer wordt uitvoerig de zon
derlinge regeling van de kleeding der tele
grammen- en brievenbestellers besproken.
Terwijl de eerst n een mantel moeten dragen,
ofschoon zij slechts een gesloten portfeuille
met enkele telegrammen met zich voeren,
krijgen de laatste gesloten jassen, waaronder
zij den vrij dikken zak met brieven niet
beschermen kunnen, waaruit zij telkens op
straat brieven enz. moeten halen, terwijl de te
legrambesteller meestal binnenshuis komt en
in ieder geval zijn telegram er niet onder lijdt
als het even nat wordt. Het heeft den schijn,
dat de bestellers der telegraafkantoren hun
onpractischen mantel moeten behouden,
omdat zij de vervanging dooreen jas gevraagd
hebben.
Er is dus juist beslist in tegenovergestelden
zin van hetgeen doelmatig zou zijn.
In de algemeene vergadering van de Nederl.
Vereeniging ter Bevordering van Zondags
rust, wélke 44 December te Deventer zal
gehouden worden, verwacht men bespreking
van Zondagsrust in het belang van het tram
personeel en van de gevangenbewaarders.
Mede zal een voorstel worden behandeld
van de afdeeling Delft, luidendeHet hoofd
bestuur dringe bij de regeering aan op de
uitgifte van postzegels met betrekking tot
bestelling op Zondag, zooals deze reeds in
België zijn ingevoerd."
In een buitengewone vergadering van
aandeelhouders in de Mij. tot Exploitatie van
Dit deel van den medischen arbeid was mij
geheel nieuw en ik had er bijna spijt van, dat
ik aan Poynter's verzoek had voldaan.
Ik wist wel zeker, dat ik mij zijn koelbloedig
heid nooit eigen zou kunnen maken. Zijn onbe
vreesde uitdrukking van gelaat gaf hem zelfs
een onmiddellijke meerderheid over de meest
onhandelbare patiënten. Hij sprak iedereen een
paar woorden toe, stelde mij aan den bewaker
of de verpleegster, zooals het toevallig viel, voor
en bracht mij eindelijk, zijn arm door den mijne
stekende, in de open lucht.
„Je hebt nu het ergste gezien wat wij je op
het oogenblik kunnen toonen" zeide hij. „Laat
ons nu eens wat vroolijkers gaan kijken. De
patiënten, die je hier in den tuin zult ontmoeten,
zijn onschadelijk en, behalve op een zeker punt,
z\jn er velen hunner zeer verstandig. Zie je dat
meiBje daar loopen?"
„Ja," antwoordde ik. „Zij ziet er even goed
bjj haar veratand uit als jij of ik."
„Ach, ik wou, dat zij net was. Arme meid;
zij verbeeldt zich, dat zij allerlei misdaden heeft
gepleegd. Dat is juist een van de gevallen, die
het meest hoopeloos zijn. Maar loop eens met
mij mee, dan zullen wij eens een beetje met
mijnheer Jephson praten: hij is mijn lievelings-
patiënt en de ziel van onze gezclschapsavondjes.
Ik heb zeer veel hoop op zijn herstel, hoewel
het niet veilig zou wezen om hem nu al zijn
vrijheid te geven. Kom, ik zal je eens aan hein
voorstellen. Hij moet eens wat voor je zingen,
als je hier bent. Als men naar do stem van
dien man luistert, verbeeldt men zichdoaeeoorden
des hemels te hooren."
Wij liepen een met gras begroeid pad af en
de Amsterdamsche Courantwaai- vertegen
woordigd waren 388 aandeelen, is met alge
meene (30) stemmen besloten, met ultimo
December e. k. de exploitatie der courant
te staken en de bezittingen en bet recht van
uitgave te verkoopen.
Het getal der gasfabrieken, die nog niet
door de gemeenten worden geëxploiteerd, ver
mindert met den dag. Zoo is nu weer de
gasfabriek te Grave voor f'4000 door de ge
meente genaast.
Te Tilburg is de prijs van het gas door
den gemeenteraad verlaagd tot 5 ct. per
stère; vooreen tiental jaren bij eigen exploi
tatie was die 16 ct.
Maandag 20 November werd een aan
vang gemaakt met het leggen der funda
menten voor het Nieuwe Centraal-bureau
der Exploitatie-Maatschappij, te Utrecht..
Het Rt. Nicolaasfeest nadert weer en evenals
in vorige jaren komt het vriendelijke ver
zoek tot u, om de oude zeelui, die de Prins
Hendrikstichting to Egmond aan Zee be-
volken, in de gelegenheid te stellen, dien dag
mede te vieren.
Zeker ze zijn geen kinderen, maar kinder
lijk blij zijn ze, wanneer de welwillendheid
dien dag hun een versnapering schenkt, die
zij maanden lang ontberen moeten.
De oude, verweerde aasten, die ieder jaar
»in tal en last groeien drukken zwaar in
zorg op de schouders der regenten van de
Prins Hendrikstichting.
Het kost moeite en inspanning, daar den
ouden Janmaat liet hoofd boven water te
houden; de inrichting, die telkens uitbreiding
moet ondergaan, kost zóo veel geld, dat, als
het noodzakelijkste moet verschaft worden,
voor het aangename geen cent overblijft.
En toch... wie gunt den armen, ouden
zeeman geen haaltje aan een sigaar, geen
trekje aan zijn pijp?
Wie zal zich niet gaarne een klein offertje
getroosten, om den verschrompelden varens
gezel in zijn levensavond een aangenaam urn-
te verschaften?
Een sigaar, een pijp, een kop chocolade of
een glas bier is geen kapitale vraag en
zooveel Hollandsehe goedhartigheid bestaat
er nog wel, dat de Sint-Nicolaas-avond in
een gesticht van oude zeelui opgewekt kan
gevierd worden.
Met vertrouwen wordt dus voor de ouwe-
iongens der Prins Hendrikstichting de bede
herhaald
bevonden ons tegenover een heer van middel
baren leeftijd. Hij had grijs haar, een olijfachtige
gelaatskleur, zachte oogen en een fijne, geniale,
gelaatsuitdrukking.
„Hoe vaart u. mijnheer Jephson?" vroeg Poyn
ter. „Laat ik u mijn vriend, dokter Halifax, eens
mogen vooratellen. Dokter Halifax mijnheer
Jephson. Ik ben blij, u te kunnen mededeelen,"
vervolgde Poynter. het woord tot mijnheer Jeph
son richtende, „dat ik zooeven met dokter Hali
fax ben overeengekomen, dat hij hier mijn plaats
voor een dag of acht zal vervullen. Dat zal u
wel interesseeren, want ge zijt zoo vriendelijk
geweest, mij een vacantie toe te wenschen. Van
avond vertrek ik reeds."
„Dat doet inij veel genoegen," antwoordde
mijnheer Jephson op een zeer beschaafden toon.
„Als iemand vacantie noodig heeft, dan is u het,
dokter. Uw geduld, uw ijver en uw moed ver
vullen mij soms met bewondering- Maar zulk
een leven moet zeer vermoeiend zijn en veran
dering van omgeving zal u veel goed doen."
„Gij zult wel voor mijn vriend willen doen,
wat ge kunt, niet waar, mijnheer Jephson?"
zeide Poynter. „Het zal hem natuurlijk in het
begin hier wel wat vreemd zijn, maar als ik hem
onder uw hoede stel, heb ik geen vrees, of het
zal wel goed gaan."
Mijnheer Jephson lachte. De klank zijner stem
wa. angenaam om te hooren. .Een oogenblik
rustten zijn volle, donkere oogen doordringend
op mijn gelaat.
(Wordt vervolgdt).