Maandag 2 Juli 1894. No. 4367. 38e Jaargang. Binnenland. Het gestolen tractaat. i Uitgave A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Dmulerdagivmiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1,—Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort <10 ct., voor binnenland 50 ct. per 3 maanden. Advertentiën 1—6 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en ontöi'geningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 oenl. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel 5 cent. Bij advertentiën van buiten do stad worden de iucasaeerkosten in rekening gebracht. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 Telephoounu miner 19. Reis-abonnementen. Wij /.ijn gaarne bereid om, tegen vergoeding van porto, aan geabon- neerden, die voor korten of langen tijd op reis gaan, de Amersfoortselie Courant en de bladen, welke zij door onze tusschenkomst ontvangen, na te zenden. Opgave van duidelijk adres is vol doende. H. M. de Koningin-Regentes heeft den 25en der vorige maand uit Ynlpera liet volgend telegram gezonden aan mevrouw Gamot: lk verneem zooeven, welk wreed verlies gij geleden hebt-. Het is mij een behoefte, u de verzekering te geven van het levendig aan deel, dat ik neem in het verschrikkelijk on geluk, dat u treft, en bied u mijn oprecht rouwbeklag aan. Kolonel jhr. Luinan Trip, commandant van het regiment grenadiers en jagers, vertegen woordigde gisteren 11. M. de Koningin-Re gentes bij de begrafenis van den beer Gamot. 11e leden van de Eerste Kamer der Staten- Generaal zijn bijeengeroepen tegen Donderdag 5 Juli e. k. 's namiddags te drie uur. De indeeling der 100 leden van de nieuwe Tweede Kamer naar politieke richting is de volgende lib. kath. anti-rev. rad. cons. 07 25 14 3 1 Op hel punt van het kiesrecht-vraagstuk gesplitst als volgt: Tetjen04, met name: lib. 'kath. anti-rev. rad. cons. 22 24 7 1 Voor: 46, met name: lib. kath. anti-rev. rad. cons. 35 4 7 3 In de oude Kamer was de verhouding aldus lib. kat.li. anti-rev. rad. cons. 52 20 20 2 Tegen 03, met name lib. kath. anti-rev. rad. 22 20 16 Voor37, met name lib. kath. anti-rev. rad. 30 1 i '2 ln 'toog moet echter worden gehouden, dat er bij de anti-revolutionnairen 4 tegen- Feuilleton. Naar het Kngelsch A. CON AN DOYLE. V. „Ik rook zelf nooit, dus denk ik wel, dat ik het zou geroken hebben, als er eenige tabakslucht in de kamer was geweest. Er was hoegenaamd geen c-nkel spoor. Het eenige geconstateerde feit was, dat ile vrouw van den portier vrouw Tangev heet ze haastig het huis verlaten had. Hij kón daar geen verklaring van geven, behalve dat liet de tijd was, waarop zij gewoonlijk naar huis ging. De politieagent en ik waren het er over eens, dat net het beste was, dc vrouw te arresteeren, voordat zij zich van de papieren kon ontdoen, aangenomen dat zij ze had ge- stolen. Iutusschen was het gerucht tot het hoofd - commissariaat doorgedrongen en mijnheer Forbes, de detective, kwam onmiddellijk bij onsen nam de geheele zaak op. Wij namen een rijtuig en na eon half uur waren wij aan het aures, dat de portier mij liml opgegeven. Een jonge vrouw deed ons open ze bleek de oudste dochter van Tangev te wezen. Haar moeder was nog niet thuis en zij verzocht ons, in de voorkamer te willen wachten. Na ongeveer tien minuten werd er op de deur stemmers hij vergissing waren, evenals de heer Schaepman,zoodat de verhouding eigen lijk was 511 tegen en 41 vóór. De Tweede Kamer heelt Donderdag afscheid genomen, nadat een paar Perzen waren ge naturaliseerd, de Minister van Koloniën eenige mededeelingen gedaan had aangaande Lom bok en de expeditie derwaarts, de gemengde rechtspraak in Egypte was gecontinueerd en nog eeni«e andere voort redelijke zaken waren tot stand gebracht (zooals de internationale overeenkomst tot wering van de cho'era van velleden jaar). Omstreeks het middaguur besloot men elkaar een aangenamen zomer te wenscheu. Wij hebben gezien, dat de heer Van Tien hoven van oordeel was, dat er op 9 Maart jl. in verband met liet door allen goed gekeurde -Regeeringsprogramma onder «le bekende voorwaarden door den beer Tak ge formuleerd geen casus belli was ontstaan tusschen Regeering en Vertegenwoordiging. Nochtans erkende hij 13 Maart ten volle in zijn brief aan de Koningin-Regentes, dat de Regeering zicli bij baar optreden bad voor bereid op de mogelijkheid »dat een meerder heid in de Tweede Kamer zich niet met de in te dienen voorstellen tot regeling van het kiesrecht zou vereeuigen of door zijdelingsche tegenwerking «le behandeling daarvan zou verhinderen." Hoewel de heer Van Tienhoven al hetgeen tusschen de Ministers vóór hun optreden in 1891 was voorgevallen, had ver zwegen aan dc Regentes, gat. hij H. M. in Maart 1894, van deze voorziene voorwaarden kennis. Maar de opvatting van don lieer Van Tienhoven, toen hij de meerderheid der Tweede Kamer in bescherming nam tegenover zijn ambtgenooten, was een geheel andere. De heer Tak heeft dit in zijn conferentie met de Koningin-Regentes duidelijk gemaakt. Terwijl de wijze, waarop de lieer Tak de strekking van het amendementDe Meijier beschouwde, instemming vond bij al zijn ambtgenooten, behalve bij den heer Van Tienhovcn, ontwikkelde deze laatste nu de meening, dat «wetten moeten worden vast gesteld in gemeen overleg met de Tweede Kamer, in dien zin, dat de Regeering de wenschen der Kamer bij het vaststellen dei- kieswet behoorde in te willigen." Sedert was den heer Tak gebleken, dat een voorstel van den heer Van Tienhoven om het amendement te aanvaarden, een ernstig verzet onder zijn ambtgenooten zou hebben uitgelokt. Nu wordt het wat be grijpelijker, waarom de heer Van Tienhoven geklopt en nu begingen wij eeu groote fout, die ik mijzelf nu nog verwijt. In plaats van zelf open te doen, lieten wij het meisje naar de deur gaan. Wij hoorden haar zeggen: „Moeder, er zijn twee heeren om u te spreken." en een oogonblik later hoorden wij een stap in de gang. Forbes sloeg de deur opeu en wij snelden beiden de achterkamer of keuken in, maar de vrouw was cr in vóór ons. Zij keek ons wan trouwend aan en daarop, plotseling' mij her kennend, nam baar gelaat een uitdrukking van de grootste verbazing aan. „1-Iè, dat is mijnheer Phelps!" riep zij uit. „Kom, kom, wie dacht je dan wel, dat wij waren, toen je voor ons wegliep zei mijn met gezel. „Ik dacht, dat u deurwaarders waart." zeide zij. „Wij hebben onaangenaamheden gehad met een winkelier." „Dat is niet voldoende," zcide Forbes. „Wij hebben reden om aan te nomen, dat je een be langrijk document, van het. Ministerie van Bui- tenlandache Zaken hebt ontvreemd en datje hier bent gekomen om het in veiligheid te brengen. Je moet met ons mee naar Scotland Yard om gefouilleerd te worden." Te vergeefs protesteerde zij en bood weerstand. Er kwam een rijtuig voor en wij reden er met ons drieën in iveg. Wij hadden eerst een onder zoek in de keuken ingesteld en voornamelijk in het vuur, om te zien of zij ook soms de pa pieren vernietigd kon hebben in den tijd, dat zij alleen was geweest. Maar er was geen enkel toeken van verbrand papier. Toen wij Scotland Yard bereikt hadden, werd zij aan de vrouw overgeleverd, die belust is mot hot fouillceren zich van zijn ambtgenooten afscheidde. Als hij de kieswet op gelijke lijn stelde met elke gewone wet, waarbij het gemeen overleg desnoods tot opoffering van principes moet voeren, ja, dan had hij gelijk. Maar was 't hier eene gewone wet.' En vooral: gebeurt bij eenige andere wet wat hier gebeurd is, dat men drie jaar te voren reeds de gedrags lijn vaststelt voor een voorziene gebeurlijk heid? Immers neen. En wat komt er dan nog bij Dat rle lieer Van Tienhoven de Regentes onjuist, inlichtte; dat hij. Haar niet alleen de kennisneming van het Regeeringsprogramma onthield, maar ook omtrent het tusschen de Bewindslieden overeengekoinene, een onjuiste voorstelling gaf. De Kamer zou ontbonden worden als de Avet verworpen werd aldus had de lieer Van Tienhoven bij «le Kabinetsformatie gezegd. Welnu, de wet, was immers niet verworpen Maar dit was wèl waar, in den zin, zooals de Regeering in 1891 was over eengekomen. De heer Tak deed der Regentes opmerken, dat liet Regeringsontwerp in liet wezen dei- zaak wèl verworpen was. »ai moge de aan neming van een amendement de vorm zijn geweest, waarin zich de ongunstige gezind heid der Kamer openbaarde." en dat dus het in 1891 voorziene geval wèl aanwezig was (voor ieder althans, die zich niet door rechts geleerde spitsvondigheden wil laten meesloe pen) zoodat de Ministers verplicht waren houw en trouw te blijven aan hun eenmaal aangegane verbintenis. En de heer Tak durfde dan ook in het aangezicht der Regentes spreken van «een belioudzieke meerderheid in de Staten-Generaal." Zulke uitdrukkingen bezigt men niet zonder reden tegenover zijn Vorstin. De overtuiging omtrent de betcekenis van de stemming over liet amendement-De Meijier was blijkbaar diep gevestigd, zoowei bij 'den heer Tak als bij zijn ambtgenooten. En nochtans, schrijft de heer Van Tienhoven in zijn brief, was het hoofdbeginsel van de Kieswet door do Tweede Kamer bij art. 3 aangenomen De geschiedenis der zaak leert echter anders. De Minister van Oorlog heeft bepaald, dat in de verschillende garnizoenen de vrijwil lige oefeningen voor jongelingen, die voor hét Rererve-kader wenschen opgeleid te wor den, met ingang van heden tijdelijk zijn gestaakt. Luitenant-generaal F. M. P>. ridder Alewijn, adjudant i. b. d. van H. M. de Koningin, chef W. F. A. GROENHUIZEN, Havik, hoek Laveiulelslraat. HOGORLE- en INSTRUMENTMAKER. van vrouwelijke verdachten. In doodsangst wacht te ik op den uitslag van dit onderzoek. Er was geen spoor van dc papieren te bekennen. Toen werd het vreeeelijke van mijn toestand mij voor het eerst in zijn geheelen omvang duidelijk. Tot nog toe was ik bezig geweest en de bezigheid had mijn gedachte verdoofd. Ik had or zóo vast op vertrouwd, dat ik het trac taat terug zou bekomen, dat ik er niet aan had durven denken wat de gevolgen zouden zijn, als ik daarin faalde. Maar nu was er niets moer te doen en had ik gelegenheid om mijn toestand iverzien. Ilet was vreeselijkWatson kan u school al vertellen, dat ik op school af een zenuwachtige, frikkelbure jongen was. Dat ligt in mijn natuur, k dacht aan mijn oom en aan zijn collega's in het Kabinet, aan de schande, die ik over hen had gebracht, over mijzelf en over iedereen, die met mij in betrekking stond. Wat gaf het mij, of ik het slachtoffer was van een buitengewoon toeval Waar diplomatieke belangen op het spel staan, is geen plaats voor toevallen. Ik was ten gronde gericht. Ik weet nu niet meer, wat ik deed. Ik geloof, dat ik mij vreeselijk heb aangesteld. Ik heb nog ecu zwakke herinnering van een groep politic-beambten, die zieh om mij heen verdron gen en mij tot bedaren zochten te brengen. Een hunner reed met mij naar het slation en stopte mij in den trein naar Woking. Ik geloof, dat hij de hecle reis zou hebben afgelegd, als dr. Ferrier, die dicht bij mij woont, niet met dienzelfden trein van den Genei-alen staf. is op zijn aanvi-uge op pensioen gesteld, en zulks met dankbe tuiging voor de zeer goede diensten, door hein gedurende zijn veeljarige militaire loopbaan aan den lande en aan liet leger bewezen; is benoemd tot chef van den Ge nei-alen staf, de generaal-majoor A. Kool, thans sous-chef van dien staf. Dit jaar zullen bij den Hoofdcursus te Kam pen, dun Artillerie-cursus te Delft, en de Mi litaire School te Haarlem respectievelijk 39, 7 en 20 leerlingen aan liet officiers-examen deelnemen. Generaal-majoor J. A. Vetter, chef van het wapen der infanterie in Nederlandsch-Indië, commandeert de 28 Juni naar Lombok ver trokken expiditie. De generaal, een kranige slanke figuur met een innemend gelaat, werd in 1837 geboren, 28 December 18:7.1 tot 2e luitenant benoemd, 19 Februari 18(13 lot le luitenant bevorderd 28 Februari 1872 tot kapilein. 17 Maart 1879 tot majoor, 0 September 1883 tot luitenant- kolonel. 10 October 1889 tot, kolonel en 5 December 1891 tot generaal-majoor. Zijn borst is versierd met de Militaire Willemsorde ie klasse, waartoe bij bij besluit van 6 October 1874 werd benoemd voor zijn krijgshaftig gedrag op Atjeh, waar liij als kapitein, chef van den slat' dei- 1ste brigade- (die van den toenmalige» luitenant-kolonel K. van der Heijden) de Atjeh-expe iitie 1873-71 mede maakte. Op dun jong.st.cn verjaardag van H. M. de Koningin werd hij tot ridder van den Neder- landschen Leeuw benoemd. Verder bezit hij de eeresabel, als Koninklijk blijk voor betoonde dapperheid, een eervolle vermelding, de Atjeh-medaille, het Expeditie- kruis en wordt hij nog dil. jaar gerechtigd tot liet dragen van het officiers-kruis voor 35-jurigen dienst. Generaal Vetter staat aangeschreven als humaan en kundig en is als aangewezen om de expeditie aan te voeren. In deskundige kringen verwacht men .n Lombok een korten, doch levendigen tegen stand. 1 Ioogstwaarschijnlijk zullen binnenkort eenige opkoopers voor de rechtbank te Amsterdam terechtstaan wegens heling, In de zaken dier opkoopers zullen volgens de Amsl ct., als medeplichtigen worden ge dagvaard eenigerechercheurs van po litie. was vertrokken. De dokter nam hoogst bereid willig de zorg voor mij op zich, en het was maar goed ook, dat hij dit deed, want aan het station kreeg ik een toeval, en eer wij thuis kwamen, was ik een razende krankzinnige. Ge kunt u de consternatie hier voorstellen, toen zij uit hun bed werden gehaald door het gelui van den dokter en mij in zoo'n toestand zagen. De arme Annie en mijn moeder waren doodolijk bedroefd. Dr. Ferrier had aan het station juist genoeg van den detective gehoord om hun een idee te geven van hetgeen er ge beurd was, cn dit verhaal deed de zaak er niet beter op worden. Het was iedereen duidelijk, dat ik gedurende langen tijd ziek zou zijn, en daarom werd Josf-1 t zijn slaapkamer verban nen en deze tot awjevertrek voor mij ingericht. Hier, mijnheer Holmes, heb ik meer dan negen weken gelegen, buiteu bewustzijn en krankzin nig van koorts in het hoofd. Als het niet was door de zorg van miss Harrison hier en van den doktor, zou ik op het oogenblik niet tot u spreken. Zij heeft mij dag aan dag verzorgd en een ver pleegster heeft mij des nachts bewaakt,, want in mijn woeste aanvallen was ik tot alles in staat. Langzamerhand is mijn brein weder ver- holderlmaar eerst sedert de laatste drie dagen is mijn geheugen weer geheel teruggekeerd. Soms wcnseli ik, dat het. nooit ware terugge keerd. Het eerste wat ik deed, was aan mijn heer Forbes te tohgrafeeren, die de zaak in handen hiel. Hij kwam over en gaf mij de ver zekering, dat er. hoewel al het mogelijke in het werk was gesteld, geen zweem van een spoor te vinden was geweest." H'ordt rtrvolgd.')

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1