Donderdag 20
Sept. 1894.
No. 4390.
rr post ƒ1.16. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor binnenland 60 ct. per
maanden. Advertentiën 1—6 regels 60 ct.; elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, In het
Binnenland.
Von BENDA Sr. en Jr.
Uitgave
Firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Dondtraagnamiddag met gratis Zondagsblad, Abonnement por 3 maanden/1,Franco
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij advertentiën van buiten do stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 60
Telephooniiumnier 19.
H. H. M. M. de Koninginnen zullen Dins
dag '25 September een bezoek brengen aan
de Koninklijke Militaire Academie en aan de
stad Breda, en 27 September aan de Cadetten
school en de gemeente Alkmaar.
Zaterdag is een gedeelte van het stalper
soneel van H.H. M.M. met rijtuigen en paar
den uit Soestdijk naar Den Haag vertrokken,
terwijl Dinsdag het overige naar het Loo
werd overgebracht. Vermoedelijk zullen de
Koninginnen 14 dagen in Den Haag vertoeven
en 29 dezer naar Het Loo gaan.
Vanwege het Departement van Koloniën
is Maandagavond het volgende telegram, ont
vangen van den Gouverneur-Generaal, bekend
gemaakt
«Ontevredenheid van Poeng Gawa's dat
contract het knevelen der Sasaks zou belet
ten, was voorname oorzaak van het gepleegde
verraad. Gedurende vuur van onzichtbaren
vijand waren houding en discipline der troe
pen uitmuntend. Bivak te Ampenan versterkt.
Drie batterijen te Aroeng Kaleh en Pega-
sangan opgesteld tot hernemen Mataram met
beste kansen en minste verliezen. Innemen
Pegasangan kostte drie gesneuvelden, kor
poraal J. A. S. Meier, fuselier E. G. Dett-
meyer en luselier J. R. Nix, en acht gewon
den. Stemming der Sasaks goed.
Boni (leenroerige staat op Celebes) bood
hulptroepen aan.''
Dinsdag werd het volgende telegram ge
publiceerd
«Gisteren zijn Pasingaban en Pegasangan
geheel genomen na hel'tigen tegenstand van
den vijand, die zware verliezen leed en groote
voorraden voedsel achterliet.
Wij kregen slechts 4 gewonden."
Gisterochtend werd, eveneens van officieele
zijde bericht, dat tengevolge van de bekomen
verwondingen overleden zijn fourier B. Th.
F. A. Güricke en fuselier C. B. Walker.
Nog altijd echter wachten we op de opgave
omtrent hen, die bij de affaire-Lindgreen als
vermist werden gemeld.
Aan het Nieuws van den I)ag werd nog
uit Batavia geseind:
«Repeteergeweren en een kanon vermees-
terd. Wij maakten acht gevangenen onzer
zijds acht gewonden."
Pegasangan ligt vermoedelijk dicht bij Pa
singaban (men zie ons kaartje.)
De Deutsche Wochenzeitung in den Nieder-
landenwier redacteur langen tijd in Indië
Feuilleton.
Naar hel Duitsch.
8.)
Generaal, hernam Lotte, als mijn goede
vader u had kunnen hooren, zou hij zijn don-
nerwelter zeker niet hebben kunnen inhouden van
ongeduld. U moet weten dat papa óok officier
was, en
Was uw papa officier?
Ja, als majoor is hij bij Königgratz gewond
en moest daardoor den dienst verlaten. Vier
jaar geleden is hij gestorven.
Zwijgend stak de generaal Lotte de hand toe
die zij dankend drukte.
Een oogenblk later hernam zij:
En dus generaal, u is soldaat en ik ben
een soldatenkindwaartoe dienon dan al die om
wegen Als ik u dienst kan zijn, kunt u op mij
rekenen.
Dat was een uitkomst voor onzen armen gene
raal, want hij begreep, dat een jonge vrouw, die
z6o flink sprak, hem ook flink zou helpen en
raden.
Welnu dan, juffrouw Burger, dan is mijn
vriendelijk verzoek of u oogenblikkelijk met mg
mee wilt rijden naar het kasteel, dan zult u
alles vernemen. Wilt u?
Zeker, met genoegen.
Hartelijk dank.
Samen verlieten zij de woning en de generaal
vertoefde, meent dat de Indische troepen
voorloopig de handen vol zullen hebben.
De groote troepen-transporten die elke
week naar Indië vertrekken, het afcomman-
deeren der Barisans van Bangkalan naar
Lombok, de detacheering van ongeveer vijftig
meestal ongehuwde officieren van het Neder-
landsche naar het Indische leger (óok de
supernumeraire benoeming van leerlingen
aan de Cadettenschool en den Hoofdcursus
Red.) dwingt tot nadenken. Het is toch niet
aan te nemen, dat dit alles geschiedt voor
Lombok, waar immers slechts 50 Europeesche
soldaten zijn gesneuveld en waar de toestand
zóo gunstig is, dat de Generale staf verwacht
binnen acht dagen meester te zijn van Ma
taram. Dat koortsachtig aanwerven schijnt
een andere oorzaak te hebben. Wie de Indi
sche toestanden kent en weet hoe goed de
hadjis, die de Indische Regeering niet gunstig
gezind zijn, de kunst verstaan onrustbarende
berichten te verspreiden onder de vreedzame
bevolking van Sumatra, die weet ook, dat
deze knappe leugenaars zeer goed in staat
zijn, het verraad op Lombok in een helden
dicht om te zetten, waarvan de echo overal
in het land weerklinkt, en die zal ook niet
de gedachte op zij kunnen zetten, dat het
de Nederlandsche Regeering er om te doen
is maatregelen te nemen, om mogelijke op
welling van gevoel te onderdrukken. De
meeste garnizoenen in Indië zijn op dit oogen-
blik te veel van troepen ontbloot dereeru-
tendepots zijn leeg. Wanneer zich hier of daar
een geest van oproer zou verloonen, waren
de gevolgen niet te overzien. Daarom ver
dient het lof, dat de Regeering en de pers
al haar best doen om de vaderlandsliefde
bij de jongeren op te wekken, waarvoor zij
den naam Lombok als trompet gebruiken,
teneinde een goed troepenmateriaal te ver
zamelen. Het is van harte te honen, dat on
gunstige berichten, als boven bedoeld, zullen
uitblijven."
De dienstneming bij bet koloniale leger
is in de laatste dagen zóo groot, dat de
kleeding-magazijnen te Harderwijk bijna ge
heel zijn uitgeput. Verschillende jongelui
moeten eenige uagen in burgertenue te Har
derwijk doorbrengen eer zij met verlof naar
hun woonplaats kunnen vertrekken.
De heer L. den Beer Poortugael, jur. docts.
aan de Leidsche hoogeschool, heeft aan de
vrijwilligers, die zich bij hem voor de Lombok
expeditie hebben aangemeld, per circulaire
doen weten, dat hij, toen zich 320 per
sonen voor genoemd doel hadden opge
geven (in het geheel hebben zich 290 be
hielp Lotte bij het instijgen in zijn gala-koets
waarin hij tegenover haar plaats nam. De koetsier
legde de zweep over zijn tweespan en ventre-il-
terro ging het naar het kasteel terug.
Daar aangekomen ging de generaal juffrouw
Bürger voor zijn studeerkamer. Hij verzocht
haar plaats te nemen op den grooten armstoel,
ging zelf voor zijn schrijftafel zitten eu was juist
op het punt zijn verhaal te beginnen, toen zich
eensklaps een schel kinderstemmetje deed hooren
in de aangrenzende kamer.
Lotte keek verwonderd op.
Bent u getrouwd, generaal? Dat wist ik
in 't geheel niet.
Ik? getrouwd?... Neen, waarachtig niet!
Maar dat kind dan
Ja, ziet u, dat is het juist, waar ik u eens
over wou spreken.
Lotte rees overeind en riep gebelgd uit
Maar generaal, mij dunkt toch, dat kiesch-
heid u had moeten weerhouden om in zulk een
zaak mij met uw vertrouwen te vereeren
Blijf toch zitten, malle meid Pardon, ik
bedoel, juffrouw LotteMaar u maakt het
mij ook nog moeilijker dan het al is.U be
grijpt toch wel... of neen, u begrijpt zeker niet,
dat dit mijn kind niet isen toch is het wel
mijn kind... Och, ik ben heelemaal in dewar
De* zaak is eenvoudig deze: het kind is een
vondeling, en ik heb het gisteren hier voor de
deur gevonden en ik ben van plan den jongen
bij mc te houden, en zelf op te voedenZie
zoo, nu weet u alles!
Lotte bleef hem met groote oogen aankijken.
Een vondeling? zeide zij eindelijk, en u.
wilt hem bij u houden Dat is lief van u. Mag
schikbaar gesteld) op hun verzoek, een lijst
met hun namen aan den Minister van Kolo
niën heeft aangeboden.
Na het aanbod in overweging te hebben
genomen, heeft de Minister hem medegedeeld,
dat hij, het aanbod zeer op prijs stellende,
dit op het oogenblik, ook met het oog op
de gunstiger berichten uit Lombok, en het
voorloopig resultaat der koloniale werving
nog niet behoeft te aanvaarden.
De heer Den Beer Poortugael zegt allen,
die zich als vrijwilliger bij hem hebben aan
gemeld of op andere wijze van hun instem
ming deden blijken, dank voor hun mede
werking.
Bij de behandeling van de tweede alinea van het
ontwerp-adres van antwoord op de Troonrede (be
treflende het gebeurde op Lombok) vroeg gisteren,
in de zitting der Eer9te Kamer, de heer Fransen
van de Putte het woord. Hij zegt geen critiek te
willen leveren op het gevoerde beleid, noch op de
redactie van deze paragraaf („Ook wij herdenken
met diepen weemoed de zware offers, die van onze
dappere krijgsmacht in Nederlandsch-Indië opnieuw
werden gevorderd. Met Uwe Majesteit vertrouwen
wij, dat, ook na ondervonden tegenspoed, de eer
onzer wapenen op Lombok krachtig zal worden ge
handhaafd") Maar de gebeurtenissen op Lombok
hebben hier te lande zulk een diepen indruk ge
maakt. dat spr. meent, dat ook van deze Kamer
moet uitgaan een woord van meewarigheid Hij
constateert, dat de aanval heeft plaat3 gehad in
vollen vrede, terwijl de onderwerping van het in-
landsch bestuur was verkregen. Dit te constateeren
ia ook tegenover het buitenland plicht. Veel is nog
duister en onopgehelderd.
Voor het overige gelooft spr., dat de regeering in
de bestaande omstandigheden mag rekenen op onze
modewerking, maar tevens dat liet onze plicht is,
de daden der regeering te controleeren.
Spr. wil niet vragen of de expeditionnaire macht
behoorlijk was toegerust, doch hij wijst op het feit,
dat een groot deel van de troepenmacht iu don
Westmoesson op Lombok heeft moeten landen die
Westmoesson ducht spr. meer dan andere gevaren,
omdat de communicatie met het land dan somtijds
gedurende tien of twaalf dagen onmogelijk is.
Is de regeering vraagt spr. in staat voldoende
suppletie-troepen te zenden, ter eventueele aanvul
ling van de troepenmacht op Atjeh Ls het uoodige
materieel aanwezig voor de landing der troepen
Zou het niet zaak zijn, troepen naar de Pndnngeche
Bovenlanden en andere plaatsen te evacueeren om
zoo noodig te gaan ter plaatse, waar zulks vereischt
is? Spr. vraagt geen antwoord van de regeering,
doch beveelt haar slechts behoedzaamheid en kalmte
De Minister van Koloniën zegt, dat hij natuurlijk
niet anders dan met diepen weemoed het gebeurde
op Lombok gedenkt, doch men boude hierbij in
het oog, dat wij thans meer dan vroeger in de ge
legenheid zullen zijn om den toestand op Lombok
te regelen, en de Sasaks tegen knevelarijen te be
schermen.
Wat de aanvullingstroepen aangaat, wijst de
Minister er op, dat van 1 Januari tot October in
Indië zullen zijn aangekomen 2466 man aan aan
vullingstroepen en koloniale reserve, zoodat de ver-
W. F. A. GROENHUIZEN,
Havik, hoek Lavendelslraat.
HORLOGE- en INSTRUMENTMAKER.
ik het kindje eens bekijken? Hoe heet hot?
We zullen het aanstonds samen gaan be
kijken en hoe het zal heeten, dat raag u zeggen,
als u tenminste peet wilt zijn.
Zeker wil ik dat.
Laten we nu eens eerst het voornaamste
bespreken. Ik zeide u reeds, dat ik het kind
bij me wil houden; ik beschouw het zelfs als
een groot geluk, dat ik het als het ware op mijn
levensweg heb gevonden. Ik begin me eenzaam
t« voelen op mijn ouden dag.
Nu, nul
Wat weet u er van, of ik het eenzaam
heb of niet?
O! daarom zei ik het niet.
Von Benda boog.
Ik dank u, juffrouw Lotte. Maar een feit
is het in ieder geval, dat ik niets ter wereld te
doen heb er volkomen vrij ben. Mij dunkt, dat,
wanneer ik dit kind zal hebben aangenomen,
mijn leven meer beteekenis zal krijgen. Ik heb
dan wat te doen, veel te doen zelfs en zal me
een heel ander menseh gevoelen.
Lotto begreep dit volkomen en Von Benda
ging voort
Maar dat plan is maar onder éen voor
waarde mogelijk; dat is namelijk, wanneer ik
zelf. geheel alleen de opvoeding en de verpleging
van het kind op me neem.
Hoe bedoelt u dat?
Laat mij u, alvorens hierop te antwoorden,
eerst een andere vraag mogen aoen. Gelooft u
liezen, óok die nog zullen geleden worden, ruim
schoots zullen gedekt worden.
Tegen de gevaren van den Westmousson zijn
maatregelen genomen. De Minister erkent, dat
daardoor de communicatie vaak verbroken wordt,
maar ook buiten Ampenan hebben wij punten voor
communicatie.
Den raad om troepen naar de Padangsche Boven
landen te evacueeren zou de Minister niet gaarne
opvolgenhij zou dat niet staatkundig achten.
De Minister doet voorlezing van een brief van
den Vorst d.d. 10 Juli, waaruit duidelijk de zin
voor onderwerping blijkt, evenals trouwens uit de
betaling van een deel der oorlogskosten.
Het schijnt, dat de inhoud van het concept-con
tract aanleiding heeft gegeven om de lagere hoofden
op te stoken. Overigens zal nader moeten blijken,
wat er later geschied is.
De heer Pijnacker Hordijk erkent dat de tijd nog
niet gekomen is om, met de onvolledige berichten
die wij hebben, het gebeurde op Lombok te beoor-
deelen. Evenmin kunnen wij de toekomst thans
behandelen.
Waar het thans op aankomt, is de eer onzer
wapenen te handhaven. Hierbij kan de regeering op
spr.'s steun rekenen, en dit is dan ook in deze
paragraaf uitgedrukt.
In parlementaire kringen wordt de indie
ning van de in de Troonrede aangekondigde
regeling van het kiesrecht na het winterreces
der Tweede Kamer, dus omstreeks Februari
van het volgend jaar, verwacht.
De heer Pyttersen heelt, in overleg met
de regeering, het door hem ingediend wets
ontwerp tot instelling van Kamers van Arbeid
ingetrokken.
Toen de opbrengst der Vermogensbelasting
niet 18 ton tegenviel, werd al spoedig de
opmerking gemaakt dat dan toch vele ver
mogenden den fiscus om den tuin geleid
hebben.
Dat dit gebeuren zou, was te denkenon
eerlijkheid tegenover den fiscus wordt door
velen niet gelijkgesteld met diefstal, ofschoon
het feitelijk niets andera is dan diefstal, ge
pleegd ten nadeele van den Staat.
Daar evenwel de Minister van Financiën
van tijd tot tijd aangenaam wordt verrast met
de toezending van een postwissel of een
aangeteekenden brief met geldswaarde «we
gens te weinig betaald successierecht." komen
er nu ook van die bekeerlingen, die door
Bedrijfs- en de Vermogensbelasting werden
getroffen.
Zoo zond B. P., te A., een bedrag van
f765, wegens te weinig betaalde Bedrijfsbe
lasting nogal geen kleinigheid! enN. N.,
te Amsterdam, 1' 107.99 wegens verschuldigde
Vermogensbelasting over 1893.
Dat is een hoopvol begin!
Het volk noemt dat «bloed voor zjju hart
krijgen."
namelijk, dat mijn plan voor uitvoering vat
baar is?
Zeker; maar dan moet u beginnen met
een min te nemen.
Ziet u, dat bewijst me al dadelijk, dat u
nuj niet geheel "begrijpt, want dan zou ik zelf
immers weer niets to doen hebben. Men kan
Kinderen toch ook wel grootbrengen zonder miu,
niet waar?
Zeker; dan huurt u een kindermeisje.
Neen, juffrouw Lotte, ik zou Liever in het
geheel geen vrouwelijke bediende in mijn huis
hebben. Een kindermeisje zou mij het werk uit
de handen nemen en bovendien den kleinen
jongen geheel van mij vervreemden. Ik dacht,
ziet umaar u moet me een plezier doen eo
daar mee niemand over sprekenik dacht,
dat ik zelf, met de hulp van mijn oppasser, die
heel goed gedrild is, wel in staat zou zijn
Lotte schaterde het uit.
Neen, juffrouw Lotte, lach in 's hemels
naam niet! beneemt mij mijn grootste illusie.
Ik ben bereid alle lasten, die het meebrengt, op
mij te nemen, al moest ik ook nog tal van
nachten doorworstelen, als deze laatste,
O hebt u daarom van nacht niet geslapen
vroeg Lotte.
Juist, antwoordde Von Benda. Maar u zult
mij moeten toegeven, dat dit heel onnatuurlijk
is, want evengoed als de menschen 's nachts
slapen, zullen kinderen dat gewoonlijk ook wel
doen.
Lotte wilde hem hierop iets autwoorden, maar
hij liet haar niet aan het woord komen.
Wordt vervolgd).