Donderdag 11 Oct. 1894. No. 4396. 39e Jaargang. Bemoeizucht. Binnenland. Von BENDA Sr. en Jr. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Ver»chgnt Maandag- en Donderdagnamiddag met Ser poet ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zonu_B maanden. Advertentiën 16 reeels 60 ct.elke reeel meer 10 ct. Groote lettere naar plaatsruimte. Legale-, J- nw? i_i-'t„ tn gratia Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1,— Franco het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct, voor binnenland 50_ct per officieële- en onteigeningsadvert per regel 16 ct. Reclames per regel 26 ct Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende dea werkenden etand, van Minsten» 5 regels, in het Zondageblad, per regel5 cent Bij advertentiën van buiten dc stad worden de incaaseerkosten in rekening gebracht. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 Telephoonnnmmor 19. INGEZONDEN. Na lezing van het artikel van den heer Adama van Scheltema in de Amers- foortscke Courant van 8 dezer, in ant woord op mijn stuk «Onmondigheid," kom ik meer en meer tot de over tuiging dat mijn beschuldigingen, neer gelegd in «Onmondigheid" ten volle ver- diend zijn. De heer A. v. S. leest niet, of kan niet lezen, 't Haakt mij niet, wat u 50 jaren lang doet, waarvoor u ijvert, wat de generaals Lord Roberts en Sir White gewrocht hebben. Ik heb u vaa onwaarheidbeschuldigd, omdat uwe statistieke gegevens gefin geerd zijnuwe cijfers waren onmogelijk, onwaar. Uwe uitdrukking «veralcoholiseerd leger" was erger dan schelden. Daarop antwoordde ik«schaam u." Dat doe ik nog. Lees thans de verslagen over Lombok, eerwaarde heer, en ik tart u uwe be schuldiging te herhalen. Vraag ds. Rogge of ge gelijk hebt; of neen, vraag dien ZeerEerwaarde of hij u eens eene verhan deling wil zenden over uw veralcoholi seerd leger. Zoolang ge, in weerwil uwer maat schappelijke positie, in weerwil uwer jaren want ik merk, dat ge reeds oud zijt niet tracht ongedaan te maken, wat ge in uwe bemoeizucht misdeedt, blijf ik u beschuldigen van gebrek aan waarheidsliefde, eerwaardigheid en zeker al is het ook in bepaalde richting van gebrek aan meuschenliefde. Uwe hooge jaren leggen mij eerst dan plichten op, wanneer ge toont, dat uwe wijsheid eu maatschappelijke deugden als een gevolg van ondervinding wellicht gelijken tred hebben gehouden met uwe jaren. En hiermede beschouw ik van mijne zijde de zaak afgehandeld. Een Indisch officier. Eén enkele aanteekening onzerzijds. Het antwoord, dat wij ons voor hadden in ons vorig numiner te geven, konden wij achterwege laten, daar ae be- Feuilleton. richten uit de Indische bladen, in dat num mer overgenomen, meer dan voldoende het tegendeel bewezen van hetgeen ds. S. in zijn noodlottig artikel ons leger aanwreef. Dat overigens de Regeering de oogen ge opend houdt ten opzichte van het drank- euvel, blijke nog uit het volgende, ontleend, aan het jongste Koloniaal verslag. «Er werd bij vernieuwing omgezien naar middelen om het verbruik van sterkedrank onder de militairen tegen te gaan. Dienten gevolge is nu, bij wijze van proef, terugge komen op den indertijd (hoofdzakelijk met de bedoeling om langs dien weg het clandes tien draukverbruik te temperen) genomen maatregel om sterkedrank in de cantines verkrijgbaar te doen zijn gedurende den ge- heelen tijd dat de lokalen geopend zijn, en wel door te bepalen, dat spiritualiën aldaar slechts op bepaalde uren van den dag mogen gedebiteerd worden. Gesteund door een scherpe contróle op het clandestien drank- verbruik en door maatregelen van huis- houdelijken aard ten opzichte van de uren, waarop de militairen de kazerne mogen ver laten, hoopt men. dat de proef' zal blijken aan de verwachting te beantwoorden. «Voorts werd door het legerbestuur de aandacht der militaire autoriteiten opnieuw gevestig 1 op de middelen, welke kunnen strekkeu om de cantines, naar den eiseh hunner bestemming, meer en meer te doen zijn plaatsen van kameraadschappelijke ver- eeniging, waar gelegenheid bestaat om de vrije uren gezellig en tevens nuttig te kunnen doorbrengen." Naar het Duitsch. 14.) Miska moest haar kam en borstel geven en zij begon onmiddellijk haar kapsel in orde te brengen. Daarna streek zij de kreukels in haar japon zooveel mogelijk glad en verscheen toen weer voor den generaal, tot wien zij zeide: Nu, men logeert hier uitstekend in dit hotel, generaal I En het kopje sterke koffie van Miska aanne mend, voegde zij er bij En ik word hier bediend als een prinses! Het is mijn eenige wensch, juffrouw Lotte, dat u zich hier volkomen thuis zult gevoelen, antwoordde Von Benda met een glimlach, waar van Lotte dc beteekenis niet vermoedde. Nu, mij dunkt, dat ik bewijs genoeg ge geven heb van me hier thuis te gevoelenIk zou het niet licht wagen, mij bij anderen zoo te gedragen, en zoo de baas te spelen Maar weet u wel, generaal en lid van de schoolcom missie, dat mijn handelwijze al heel verkeerd is, ja onverantwoordelijkAls u eens nauwkeurig verslag moest doen omtrent de persoon der onderwijzeres, aan wie hier de belangen der jeugd zijn toevertrouwd, als u eeus moest opbiechten, dat zij alleen met vreemde of, zooals u abso luut wilt, bevriende maar in ieder geval met ongetrouwde heeren dineert, in hun woning een De regeering heeft ingediend een suppletoire be grooting vau Oorlog voor 1895 waarop uitgetrokken zijn: f2 097 800 ala eerste termyn van aanschaffing of aanmaak van geweren vau 0,5 rn.M., enz.f180000 als eerste termijn van aanschaffing van nieuwe pa- troontasschen en geweerriemen, en f 150000 als eerste termijn van oprichting van een patroonfabriek, als mede van werkplaatsen voor draagbare wapenen en voor erust-vuurwerken. Uit de memorie vau toelichting blijkt, dat het nauwkeurig beproefde khiu-kaliber geweer, stelsel Mannlicher, de uitstekende eigenschappen van het vuurwapen heeft aangetoond. Het plan bestaat om de werkplaatsen, die nu te Delft gevestigd zijn, binnen de stelling Amsterdam te doen overbrengen, en daarin mede te begrijpen de overige werkplaatsen voor erust-vuurwerken, waar door aan een reeds lang erkende behoefte der defensie zal worden voldaan. In het geheel zijn er beuoodigd 140000 gewt en karabijnen, een eerste voorraad van 400 scherpe en 40 losse patronen per geweer of karabijn voor do dadelijke behoefte van het leger, en 116000 patroon- tassclien en geweerriemen. Alles te zamen zal (voorzoover de lastep van de opriohting der nieuwe werkplaatsen voor rekening van Oorlog komen) 9 millioen kosten, maar aan vankelijk heeft men slechts te rekenen, met inbegrip van eenige reserve, op de voorziening in het noodige van 52000 geweer- en karabijn-dragenden van het leger en op het vestigen van de werkplaatsen binnen de stelling Amsterdam. De kosten daarvan worden gesteld op 6 millioen, over 2 jaren te verdeelen, waarvan ten laste van 1895 f2427800 en voor 1896 f2572200. De verdere aanschaffing van wapenen en patronen zullen na 1896 geleidelijk voort te zetten, en over 2 jaren te verdeelen zjjn. De Haagsche correspondent van de Arnh. courant schrijft, naar aanleiding hiervan: Ik ben er van overtuigd, dat de militaire uitgaven die dra weer zullen worden opgedreven, menigen afgevaardigde dwars in de maag zitten. Die negen en een half millioen voor nieuwe bewapening zal wel niet zoo grif worden toegestaan. De daaraan verbonden tinancieele operatie van onzen Minister Sprenger van Eyk, hoe knaphandig ook bedacht, heeft buitendien, na ernstig nadenken, weinig ver trouwen gewekt. Des Ministers leuze„verdeel en heersch", heeft dan ook, eerlijk gezegd, op een geval als het onderwerpeljjke, n.L ten aanzien van die geweren-historie, zóo weinig hou vast, zweeft zóo zeer in de lucht, dat de toepassing heusch kan worden aangemerkt als een dolle bokkesprong. Maar afgescheiden hiervan, is de vraag van meer practiach nut of onze armee thans zulk een dure uitgave verdient, of ze die waard is, of ze te ge schikter en te gewenschter tijd wordt voorgesteld. Daarover heerscht geen eenstemmigheid. Het behoeft wel niet gezegd, dat een leger niet goed kan zjjn zonder dal het goed bewapend en uitgerust is. Edoch een leger wordt niet eensklaps goed, alleen omdat men voor een bedrag van om en bjj de 10 millioen in de bus blaast voor nieuwe klein kaliber-geweren en wat daaraan annex is. Integendeel zelfs. Hoe grooter de vuursnelheid wordt en hoe meer de bediening van een wapen wordt vergemakkelijkt, des te grooter worden de bezwaren, aan de vuurleiding verbonden, des te moeilijker ook zal het vallen den troep in de hand te houden. De troep zal uit een disciplinair eu zedelijk oogpunt sterker dienen te zijn eu hooger moeten staan. Dat deze vooruitgang van onze troepen niet zal worden geconstateerd, wie zal het tegenspreken Veeleer is er achteruitgang merkbaar. De levende strijdkrachten zijn blijven stilstaan, de regeling is ook te epineus: daarom het maar gezocht in de dor,de weermiddelen! Welzeker. Hierbij is geen politiek in het spel. Een louter tech nisch, vraagstuk waarmede een generaal-Miuister van Oorlog op vrij, op neutraal terrein iseen terrein waar hij niets geen gevaar hoegenaamd te duchten heeft en waar hij volkomen in de lijn blijft van de uegatie, uit welke hij is voortgekomen. Terwijl audere natiën waakzaam en werkzaam zijn gebleven, is er in ons land met betrekking tot de levende strijdkrachten geen hand uitgestoken. En juist in die levende strijdkrachteu zit de groote defensieve kracht, die speciaal Nederland zoo be hoeft. Hoe kan er kracht uitgaan van eeu leger, waarin alleen de onderste lagen der samenleving iu de soldatenrijen vertegenwoordigd zijn? De plaats vervanging is de eerste, de grootste fout van heel ons militair wezeu. Iets dat onrechtvaardig is, kan niet andera dan het vertrouwen schokken en eer aantasten, dutje gaat doen, een kopje koffie met hen drinkt en nu zelfs een sigaretje rookt, weet u wel wat mij dan boven het hoofd hing? De generaal had inderdaad een doosje sigaretten te voorschijn gehaald en presenteerde er haar een; terwijl zij die aanstak, zeide ze: Alweer een misdaad te meer bij al de schan delijke stukken, die ik van daag al heb uitge haald! Schandelijke stukken? Hoe durft u het zeggen. Juffrouw Lotte! u hebt den hemel ver diend met al uw goedheid en hulpvaardigheid voor mij en dat kleine wicht. Als er iemand iets misdaan heeft, dan ben ik het, die u uw vrijen Zondag, den eenigen dag dat u wat rust kunt genieten, heb ontnomen en bedorven. O! maak u daarover maar niet ongerust. Als ik wezenlijk iets voor u en den kleine heb kunnen doen, dan is de moeite voor mij toch al heel gering geweest. En als het waar is, dat ik daarmede het pad der deugd bewandelde, dan moet ik erkennen, dat die weg niet zoo ruwen hobbelig is als men gewoonlijk beweert. Het zou al heel treurig gesteld zijn in de wereld als een dougdzaam leven altijd gepaard moest gaan met groote moeilijkheden en opoffe ringen. Ja, maar wij kunnen dit geval ook uit een ander oogpunt beschouwen, generaal; u noemt het nu een goede daad, dat ik mij over den kleinen Kilian heb ontfermd, en mij als u daar ten minste niet tegen hebt ook in het vervolg over hem zal ontfermen. Goed. Maar nu had het heel goed kunnen zijn, dat ik die zelfde taak onder geheel andere omstandigheden op mij had moeten nemen. Gesteld eens dat ik W. F. A. GROENHUIZEN, Havik, hoek Lavendelstraat. HORLOGE- eu INSTRUMENTMAKER. in plaats van een zeer vriendelijk en hofielijk man, een onaangenaam, lomp niensch bad aan getroffen, die ondanks zijn goed hart want een goed hart, een heel goed hart moet men hebben om zulk een weldaad aan het arme, kleine stumpertje te bewijzen, dat door 2ijn moeder wera verlaten toch geen gentleman was, dan zou ik mijn hulp niet hebben kunnen weigeren, maar het pad der deugd zou dan voor my heel wat moeilijker en onaangenamer zijn geweest 1 Met innig welbehagen hoorde Von Benda haar aan. Alleen de richting van het gesprek was nog niet geheel naar xyn zin; hy zou er graag een andere wending aan gegeven hebben. Dat was mo '.ijk, maar hij meende toch, dat hij scherpzinnig en slim genoeg was om zijn jeug dige vriendin door allerlei vragen en omwegen daarheen te voeren, waar hij haar hebben wilde, zoodat zij zich plotseling voor een beslissende keuze zou geplaatst zien. Hy ging regelrecht op zijn doel af. Uit uw woorden zou ik mogen opmaken, dat ik geen onaangenaam, lomp meusch ben, begon hij. Dat wil nu nog wel niet veel zeggen, maar 't is toch altijd iets. Ik zou my wezenlijk gaan verbeelden ja, waarlijk, u zoudt mij nog ijdel maken 01 maak u daar maar niet ongerust over, want dat bent u all Wat? Ik?... Zeker, anders zou u niet zoo gelet hebben s leger niet populair is, waardoor komt het iu aoor de sociale onrechtvaardigheid, die Dat o andere dan c de onderste en zwakste lagen naar de grenzen stuurt, voorwaarts ten strijde, als geïsoleerde stand de rechten en de vrijheden verdedigend van en voor de hoogeren, de sterkeren? Moest het niet juist omgekeerd zjjn? Die lange rijen „gemcene soldaten" hun leven gevend voor de onafhankelijkheid van het land, dat ieder vaderlander toebehoort en voor ieder vader lander een kostbaar kleinood is. Foei! Hoogstens ziet men dan, als er straks wat te doen komt, de economisch sterkere grootmoedig in zijn buidel tasten „tot leniging van den nood". Een fraaie toestand voorwaar op het einde der negentiende eeuw I Noemde ik de plaatsvervanging de grondfout, er nog een tweede, zwaarwichtig gebrpk, dat onze veilde strijdkrachten zoo krachteloos maakt. Het is dit: onze miliciens worden nietbehoorlyk geoefend. Er is thaus een zeer goed geweer, maar men leert ze niet het terdege te gebruiken. Men klaagt over korten oefeuingstijd, maar men verzuimt zich te herinneren, dat de diensten die van onze militie vaak worden gevergd, van oefenen net zooveel hebben als Amsterdam van Dinxperloo. Ongelooflijk is het voor welke heerendiensten en welke corveeën onze soldaat al niet goed geacht en daardoor aan allerhande oefeningen onttrokken wordt. Gemiddeld is dagelijks de helft onzer mili- ciens, nadat ze eerst vier eu een halve maand onge stoord en systematisch zijn voorbereid tot de zomeroe- feningen, aan de zomer-, najaars- en winteroefeningen onttrokken. Ze doen dan velerlei, doch letterlijk niets, dat met opleiding tot de oorlogstaak heeft uit te staan. Ze zijn dan kamerwacht, plaatscorveeër, ordonnans, waterhaler, kribbenzwarter, gewerenpoet- ser, kok, schiller, schilder, kleedingmagazijn-oppasser, dito nachtleger, dito, schietloods hebben en nog ontelbare andere baantjes, die soms niet eens rede lijkerwijs bij den naam kunneu worden genoemd. Ziet u, mijnheer de redacteur, wanneer de Minister eerst eens in dien chaos verandering bracht, voorts zorgde, dat niet op papier, doch in waarheid de eerste oefeningstijd uitsluitend tot oefenen eu enkele wachtdiensten werd benut, en dan ten slotte een algeheele regeling van onze levende strijdkrachten onderhanden nam.ziet u, dan zou men wel 9'/, millioen voor een nieuw geweer over hebben, doch ook dan alleen. Volgens een eergister van (len Gouverneur- Generaal van Nederlandsch-Indië ontvangen telegram, is de in de Staatscourant van 4 September j.l. als vermist opgegeven sergeant der artillerie J. Roza zooals later gebleken is gesneuveld en moet de opgaat' der vermisten, welke in hetzelfde nummer der Staatscourant voorkomt, nog vermeerderd worden met: korporaal J. van der Meulen en tamboer P. Diepstraten. Aan bekomen wonden is nog overleden de fuselier M. Dehm. Men zal zich herinneren, dat uit de laatste uit Indië ontvangen telegrammen werd op gemaakt, dat Mataram eindelijk geheel ver overd isdoor het regeerings telegram, waarin werd gezegd, dat de slechting van Mataram wordt voortgezet, werd men in die meening versterkt. op die onschuldige woorden! Daar lagen alle tnooie plannen van den gene raal in duigenZij was heui te slim af. Hij zag, dat het z6o niet ging en dat hij al mooi op weg was om zich belachelijk te maken iets wat hij natuurlijk in de allereerste plaats moest ver mijden. Hij besloot dus liever onmiddellijk voor den dag te komen met wat hem op het hart lag. Als u mij van ijdelheid beschuldigt, juf frouw Lotte, dan beoordeelt u mij wezenlijk verkeerd. IJdelheid is gauw voldaan en wanneer u, om mijn ijdelheid te streelen, mij de meest vleiende dingen zoudt zeggen, zouden ze mijn hart toch koud laten. Laat mij, om voor het vervolg ieder verkeerd begrip te voorkomen, u met ronde woorden vragen wat ik gaarne zou willeu weten. Welnu, ik zou willen weten of er eenige kans bestaat, dat u, misschien na eeu poos, ooit eenige genegenheid voor mij zoudt kunnen voelen? Von Benda had de woorden op zeer ernstigen toon gesprokenook Lotte was onder den indruk er van, aoch zij vermande zich en antwoordde: Waarde generaal, ik begrijp niet waartoe die vraag dient en Dan wil ik u ronduit zeggen Neen, niets! Ik wil niets van dien aard hooren! Als u nog éen enkel woord daarover zegt, vlucht ik onmiddellijk. Lotte was zeer opgewonden, en er vertoonde zich een zenuwachtig trekje om haar mondhoe ken. Blijkbaar had zij moeite om niet in tranen uit te barsten. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1