Donderdag 1
Nov. 1894.
No. 4402.
39e Jaargang.
Buitenland.
Veronachtzaamd.
Binnenland.
Gitgave
A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Versclnjiu Mmnilug- on DonderdagnamidtUty mot gratis '/.imdnyebluiL Abonnement por il maanden 1Franco
por post ƒ1.15, Abonnement alleen op hot Zondagsblad voor Amersfoort ot„ voor binnenland 50 et. lier
Atlverleniiën 0 rebels (i() et.; elko regel meer 10 et. (iroote lcttera naar plaatsruimte. Legale-,
omeicolo- en im teigun i ngsadvert, per regel 15 et. Reclames per regel 25 et. Afzonderlijke nimmer10 nat.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, In het
Zondagsblad, per regel5 oent.
Bij ndvurtentiëu van buiten tic stad worden de incussoerkoston in rekening gebracht.
Bureau MUURHUIZRN
hoek Kortegraclit, Wijk B.
Telophooiuniiiinior 10.
omdat c
Nauwelijks Óen etmaal lieet't de erisis in Duitseli-
hnd geduurd. \orst Chlodowig llolienlolio-
Schillingslursl, stadhouder des keizers in Ëlzos-
Lotharingen, is benoemd tot kanselier van het
JJuitsehe rijk in dc plants van Von Caprivi en
tevens tut president van den l'ruisischen minister
raad, eii Von Köller, onderstaatssecretaris van
Binnonlaudsehe zaken, is door Wilhelm 11 uitver
koren om Von Eulenburg's plnuts in te nemen lutn
het hoofd van hel departement van Biunonlaudsehe
zaken.
Deze verandering in de bezetting van twee zóo
posten is in de eerste plaats belangrijk
niet mee samengaat, niet, toe geleid beeft
v.. ,.,v, ..it volgt een verandering in du politiek en
ze ook met is het uitvloeisel van de meening der
parlementaire meerderheid, welke in den regel ge
acht moet worden te zijn in overeenstemming met
hetgeen het grootste deel der natie wonseht en ver
langt. Von Caprivi is afgetreden omdat hij te veel
>uan van karakter wus. Wilhelm 11 heeft zóo dik
wijls herhaald, zóo duidelijk doen blijken dat voor
lmm de wil des vorsten de hoogste wet is, dat
zijn kanselieren zijn ministers niets anders konden
zijn dan dc uitvoerders van zijn keizerlijken wil;
raadgevers kunnen ze slechts zijn in naam, omdat
een raadgever in werkelijkheid alleen dan beant
woordt aan zijn plichten, wanneer hij alles zegt wat
recht en billijk is, naar zijn persoonlijke itieoning
en overtuiging, zonder eerst zich aftevrngen of 't
wel strookt met den wil van heiu, wicn de raad
gegeven wordt. Zoo kan dus de corale ambtenaar in
Duitschlund niet zijn een persoonlijkheid, een man
van een vast karakter en innige overtuiging, bo'oid
om te staan of te vallen met zijn meeniug is hij
evenwel ondanks die quulitcitcn opgeklommen tot
kanselier des Duitschen rijks, dan kan men zich
overtuigd houden, dat hij vroeger of later tot heen
gaan zal worden genoopt, juist ten oorzakc van die
zoo hoog te waardeuren mensehelijkc deugden. Zoo
is het met graaf Leo von Caprivi gegaan. Zelfs als
militair van beteekeuis, waarvoor hij alle rangen
heeft moeten doorloopen, is hij gebleven een man
uit óen stuk, te zeer edelman in den waren zin des
woords om als stroopop te fungeeren tot in lengte
van dagen. Juist Caprivi's positie in liet leger gaf
hem gelegenheid tegenover zijn vorst, die vóór alles
opperbevelhebber van liet leger is, een houding aan
te nemen, welke, ook al was ze niet, in direelen
strijd met hetgeen Wilhelm II noodig en nuttig
oordeelde, toch door dezen niet zou geduld zijn van
een „Civilist," een ambtenaar met bureaucratische
verdieuston alleen.
Over dc directe aanleiding tot Caprivi's aftreden
zijn natuurlijk kolommen druks geschreven in bladen
van elke politieke richting, en uit die lezingen heelt
de grootste waarschijnlijkheid dezewerkelijk had
keizer Wilhelm Caprivi in allen duelc in 'tgclijk
gesteld wat betreft de door dezen nis kanselier in den
ministerraad voortestellen maatregelen togen de
revolutiontiaire partijen, en tusschen de groote meer
derheid der desbevoegden en den kanselier, wus 't
tot overeenstemming gekomen men zou enkele
bepalingen van liet gemeenterecht, nader
duid, wijzigen of ten
wijziging voordragen ei
quaestie van vertrouwen maken van do al ot niet
aanneming. Graaf Eulenburg, president van den
ministerraad en titularis van Binnonlaudsehe zaken.
den Hijksdag b
Feuilleton.
rcaotionnair van het zuiverste water, had ilaar-
groole moreele nederlaag geleden, do
doo
grootste wei. die in Duitsoliland
denkbaar is, ilij zou zich evenwel schitterend wre
ken kon er dan ook al geen sprake zyn van relia-
biliteering door den vorst, er moest iets geschieden
om Caprivi te vernederen. En dat is geschiedna
de volkomen goedkeuring van Caprivi's plannen,
is keizer Wilhelm naar het kasteel Liobenlierg ge
gaan om zich daar, als gast van zyn gunsteling,
graaf Filips von Eulenburg, te vernielen in de ge
neugten dor jacht. Die graaf Filips nu is gezant te
Woouen en do broeder van gr.ini'Hotho von Eulen
burg, de minister-president van Pruisen, welke 'malste
Er
4).
Wat, ik in deze twee jaar geloden heb, weet
God alleen, maar nn begeven mijn krachten
mijik kan het niet langer uithouden. Meen
niet, dut ik jo hierover hard wil vallen, o neen 1
Aan mij alleen ligt de schuld, want toen we
trouwden, wist ik, dat je ine niet liofhadt. Ik
koestorde toen de dwaze hoop, dat mijn liefde
in jou hart wederliefde zou doen geboren worden.
Tk ben mijn leven lang achteraf gezet; waarom
hief ik dan nu ook de oogen zoo hoog op en
bezweek ik voor de verzoeking? Het was al to
vermetel van mij, maar ik geloof wel, dat ik
mijn vermetelheid voldoende geboet heb.
Maak je niet bezorgd over mijn toekomst. Je
kent me genoeg om te weten, dat ik wel in
staat ben, mijr eigen brood te verdienen.
Vaarwel! Dora.'
De oude dame liet den brief op haar schoot
zinken en zag hein aan mot tranen in de oogen.
Een bittere glimlach vertoonde zich om zijn
mond-
„Eu nu het, einde van mtjn geschiedenis, loen
ze'iue verlaten had, gevoelde ik plotseling, hoe
lief Ik haar had. Onbewust on langzamerhand
hadden haar liefdevolle zorgen, haar nimmer
rustende bedrijvigheid, de heerschappij over myn i
keizerlijk paleis, de tweede gezant van Pruisen te
Hamburg. Op dut kasteel nu heeft het valt go
makkelijk ie gissen, al wordt 't niet in dótalls ver
teld met den keizer een ommekeer plaats gehad
en toen hij te Berlijn terug was, Vrijdagmiddag,
liet hij Von 0/iprivi ontbieden en verlangde van
dezen de herroeping of logenstraffing van een artikel
uit de Köhmrhr Zeihmy van 25 October, waarin do
staat van zaken duidelijk en klaar werd b..uitgelegd
on waarin dus Graaf Eulenburg, de premier, niet
werd voorgesteld als zegevierend met zijn reaction-
iiairo voorstellen. Caprivi loochende do schrijver
van het gewraakte artikel to zijn en evenuons ver
klaarde liij in geenon deelo betrokken te wezen bij
de publicatie. Tot logenstraffing van bot beloog
was liij evenwel, ondanks 's keizers aandringen, niet
te bewegen, omdat liet overeenkomstig de waarheid
was een bittere waarheid voor Eulenburg 1 en
toen bleef bom niet anders over dun zijn ontslag
aan te bieden, of eigenlijk terug te komen op zyn
pas genomen besluit om aan te blijven.
l)ut alles gebeurde Vrijdagnamiddag in enkele
minuten en eenigo oogonblikkoii later bood ook
Eulenburg zijn ontslag aan, dat hem door Wilhelm
II even grace lijk word gegeven als aan Caprivi.
't Kan zeer wel zijn, dat tie keizer Caprivi, om den
sell ij n te redden, beeft voorgesteld liet president
schap van den Pruisisulicn ministerraad wederwaar
te nemen, evenals in de beide eerste jaren van zijn
kansoliersehap, en zoo kan dan nu verkondigd
worden door de „weldenkende" bladen, dat Caprivi
zijn ontslag heeft aangeboden omdat hij de voroe-
niging der beide ambten niet in 't belang heette
van een goed bestuur,
Toen de nieuwe kanselier Von Hohenlohe, 's avonds
oj) bevel van don keizer, liet stadhouderlijk paleis
te Straatsburg verliet, bad Caprivi allerwegc reeds
afscheid genomen, zyn vreugde over dc bevrijding
van den zwaren la-t niet verbergend, en hij is
reeds op weg naar Zwitserland, vanwaar hij over
cenigen tijd naar Berlijn zal tortiglceoren om een
commando in het leger te voeren. Eulenburg's voor
waarde, gesteld aan zijn nanblyviug (tegenspraak van
hetgeen de Köln. Zlg. der waarheid getrouw, had
meegedeeld, door den rijkskanselier zolven) is wel
niet ingewilligd, doch zijn doel heeft de ex-premier
toch volkomen bereikt: Onprivi is gevallen,doch
liet is to begrijpen, dat de Vorst er togen op ge
zien zal hebben, op zijn Imogen leeftijd een nieuwen
zwaren last op zicli to nemen; ff 1 Maart van dit
jaar heeft hij zijn 7iston verjaardag gevierd. Maar
not is ook bekend, dat de Vorst ".ieh mag verheugen
in een buitengewone frisehheid en kracht naar
geest en lichaam, dat hij nog meedoet aan do moei
lijkste inspanningen, die een jacht op gemzen of
herten in Oostenrijk of den ICIzas maar geeft, dat
liij in het Rijkstand, op zijn inspectiereizen, uren
lange wogen te voet aflegt, dal liy nooit, ook nu
nog niet, terugschrikt voor guentelykon arbeid,
Endo keizer heeft geroepen, dus viel er
slechts te gohoo
Niuti' aanleiding van «en dooi' den Minister
van Koloniën aan «lort Goiivfiprwiu'-Geiinraal
van Ned.-Ii iii; gedune vraag naar den stand
dor operation op Lombok, is van den land
voogd lint volgende telegrapbisch bericlit
ent vangen
«Mat,arum bijna guboel opgeruimd. Tiftkra
Negara wordt boscliotmi uil. batterij lo l'aga-
sattgun en uit twee nionwo batterijen aan
oostrund van Mutunini bij Ka rang Bedil en
bewesten vroeger bivak van het zevende
bataljon. Brug over de Djankok door liandjir
vernieldgemeenschap volgenden dag her
steld uu brug op Ijzeren puien in uunbouw.
Bivak Ampenan is deels nuar Kapitan ver
plaatst. lluvenhoold te Amponan en Decuu-
villebua» tusscbon posten zijn in uitvoering.
Ziuktecijfer gestegen door kwalen vun lichten
aard."
Dit telegram laat nu geen twijfel meer toe
c»l' geheel Miitarain is in ons b< zit. Een tele
gram Zondag 30 September door het Hut.
IIbid. ontvangen, meldt bovendien, dat Ma-
taruin den 29sten door de onzen bestormd
eu na een verwoeden strijd met. de Buliëi's,
veroverd is. Zonderling echter, dut bot be
zetten dezer sterkte nooit geseind is. Dit
telegram verklaart tevens de opwerping van
de batterij ten oosten van Muturum, mede
een duister gebleven punt.
Merkwaardig is, dut do Staals.-Ct. bij dit
bericht zegt, dat bel gezonden is, nadut do
Minister den Gouv.-Geiierual om inlichtingen
over den toestand bad verzocht.
Men schijnt in Indië erg onbevattelijk,
want ile Minister beult nu al vier of vijfmaal
om berichte» geseind. Gelijk men weet, is
de achterlijkheid van den oflic.iüftlen nieuws
dienst in de ul'deelingen der 2e Kamer be
sproken. Opvallend is lint, dat men er daar
niet op beeft gelet, dat er niet éen, maar
twee rugeeringstulegraininen zoek zij» ge
raak t.
Zondag 20 Augustus, tegen middernacht,
zond kolonel Qnispel den Gouverneur-Gene
raal een telegram, over liet gevecht bij
Muturum en over het terugtrokken dereava-
lerie (het bekende eerste bulletin dat Maan
dagochtend te II uur bier te lande werd
hart verworven. Waar ik ook ging, overal zocht
ik haar slanke gestalte, haar bruine oogen
mijn berouw kwam te laat.
Tevergeefs heb ik overal tiasporingon gedaan
nergens was een spoor van baar te ontdokken.
Niet cons htutr eigen moeder weet waar zo is, en
alleen door haar zuster Nelly staat ze in be
trekking tot haar moeder. En noch beden, noch
bedreigingen, geen list of gewold konden Nelly
liet geheim barer zuster doen verraden, want ze
haat mij evenzeer, als ze Dora liefheeft. In de
lente van dit jaar wistik haar or toe te bewogen,
een brief vun mij aan Dora te sturen do brief
kwam ongeopend terug.
Twee jaren zijn er nu reeds verloopon ik ben
kalmer geworden, maar ik kan niet vergeten,
dat ik zoo lichtzinnig mijn eigen geluk vergooid
heb."
Wederom waren "cr een paar weken voorbij
gegaan en Willem Marlor* had nu zijn afreis
bepaald, omdat zijn zaken hem naar huis riepen.
,,Ga nog eens voor 't laatst mee naar het meer,"
verzocht dc oude dame hem. „Het is daar zoo
heerlijk bij zonsondergang."
Toon ze dicht bij 'tinver waren aangekomen,
klonk hun een luid gejuich en gelach tegemoet.
Een bonte schaar van knapen en meisjes stond
aan den oever en koek naar oen grouter meisje,
dut midden op hot moer in een klein roeibootje
hoen en weer schommelde.
„Je zult nog een ongeluk krijgen,Mary'" riep
de gouvernante. „Kom dadelijk weer aar. don
oever terug."
Maar Marv lachte ou sprong in dollen over
moed op do bank. Een angstkreet werd vernomen
W. F. A. GROENHUIZEN,
Havilc, hoek Lavendektrual.
HORLOGE- un INSTRUMENTMAKER.
De boot was omgeslagen.
In een paar halsbrekende sprongen was Willem
Mnrlof Ov hoogte afgerend, om liet kind te red
den, maar hij was niet de eerste. Vóór hij do
plek dc» onhoils genaderd was, had de gouver
nante t coda haar hoed afgezet en haar laarzen
uitgetrokken en was ze in liet water gesprongen.
Ze zwom met krachtige slagen naar do plaats,
waar Mary lag te spartelen, Maar 'tging lang
niet gemakkelijk om het meisje to redden, dat
zich als een waanzinnige aan haar vastklemde.
„Laat ine toch los, we zullen beiden verdrin
ken," riep do gouvernante Mary too.
Maar Mary hoorde niet naar haar en sloeg
haar armen nog vaster om don hals haror red
ster. Hoe Hink deze ook was en hoezeer do
doodsangst haar ook reuzenkrachten verleende,
toch bezweek ze nu haast, wa it het wanhopige
muisje worgde haar bijna.
Een boot werd van den oever afgostooten. Zo
zag bet un spande haar laatste krachten in.
Goddank, zo hadden hut reddende vaartuig be
reikt on zij greep met beide handen nuar de
roeispaan, die Willem Murlof haar toestak.
Eerst heeseh luj de bnwuutoloozc Mary iu de
boot, maar toen hij zich over don rand hoen-
boog, om ook huur to helpen, gttf zij een kreet
van schrik. Mot oen driftige beweging liet ze
zich weer achterover in liet water vallen, maar
reeds bail hij baar bij haar japon gegrepen
zo kon hein niet nicer ontvluchten.
Spoedig lug ze in een warm bed in oen der
uitgegeven). Dit telegram is n'onif bier te
littidu ontvangen, want Dinsdagmiddag was
dun Minister «niets beltend." Het tweede
telegram, Maandagavond door generaal Vetter
afgezonden, is ha bekende «vermiste."
Hot Vaderland maakt de volgende opmer
king:
«Volgons de laatste mailberichten is onze
marine te zwak om op Lombok clandestionen
invoer volkomen fo beletten on het overstekon
van Mallei's naar Bali te verhinderen.
Daarom zendt onze Regeuring do Friso en
de Kan Speijk naar Indiëom de Kaap.
Dat is de manier om dia schepen en de
mannetjes, die men ook wel gebruiken kan,
spoedig iu Irulië te krijgen. Pen 3November
gaan ze, en 4 intuinden later zjjn ze misschien
te Batavia.
Keu Burgerman, die onlangs vroeg, waarom
zo nietdoor liet Kanaal van Suez werden gezon
den, werd spoedig daarna door veen zee
officier" om zijn onkunde bespot. Toch kunnen
wij verzekeren, dut niet alleen vele burgers,
maar ook vele zeeofficieren als tie «burger
man" denken.
Zondag is to A instort lutn de eerste militair
teruggekeerd die deelgenomen beeft aan tie
tlo expeditie op Lombok. Ily was fuselier by
tlecolonno-Lawick van Pabst en tegenwoordig
toen deze sneuvelde. Wat bij aan een reporter,
van liet llbl. meedeelde, stemt overeen met
hetgeen bekend it. Op de vraag van tien
reporter verzekerde hij, dat nooit generaal Vet
ter is nageschreeuwd en dat kapitein Christan
niet tegen dezen gezegd hoeft wat door de In
dische bladen werd beweerd.
De man bad, na twaalf jaren in Indië ge
weest te zyn, op aandrang zyner ouders 6
Soptembor tlo thuisreis aanvaard, doch
hoopt spoedig weer in dienst te treden.
Wuggoiilailuig bij waggouluiling rootle
Pruisische aardappelen komen thans, bijna
dagelijks ons land binnen, hoofdzakelijk om
de centra's van ons laml van goede, althans
meelrijke lufelatirduppels te voorzien.
Een opmerkelijk verschijnsel is bet tlus
wel, dut tegenwoordig iu bet oostelijk doel
der provincie Groningen b.'oota partyen
aardappelen (Richters en Mugnum-Bonums)
opgekocht worden, om op hun beurt weder
naar Duitschlund te worden gezonden. Alinea
te Muntendam werden dezer dagen 3000 H. L.
aardappels, van zeven boeren, tot dat einde
opgekocht. Oorzaak hiervan is, dat in het
groote Duitsche rijk de aardappeloogsten zeer
uiteenlonpend zijn: in sommige streken is
overvloed, in andere echter kontt men te kort.
nuustbij/.ijndo huizen en dc oude vrouw, in wier
woning ze was opgenomen, verpleegde haar mei
de grootste zorgvuldigheid, óe beproefde haar
verzorgster dankbaar toe te lachen, maar geen
glimlach kon haar lippen plooien, want telkens
en telkens weer dwaalden haar donkere oogen
door hot kleine vertrok.
Neen, neen, ze bad zich vergist. De man, die
haar gered en hierheen gebracht had, was niet
haar echtgenoot - dat kon, dat mocht niet zijn.
Zo haalde ruimer adem en sloot afgemat de
oogen. Toon zij die na eonige minuten weer
opende, zag ze do oude vrouw niet meerdie
daar voor haar bed knielde on hour hand met
vurige kussen bedekte, was Willem.
„O, ga heen, ga heen!" fluisterde ze op smee
kenden toon,
Maar hij schudde het hoofd en sprak. „Nooit
meer, jo bent immers mijn vrouw."
„Wat wil je van me?" vroeg ze heftig. „Ik
heb je immers je vryheid terug gegeven meer
kan d< niet doen. Plaag me met langer."
Hij drukte haar vast aan zijn hart, ondanks
haar tegenstribbelen.
„Ik wil je liefhebben. Dora," fluisterde hy,
„je liefhebben, boor je wel?'1
„Mij liefhebben? Denk jo, dat ik jo geloof?"
Ze stiet hem met beide handen van zich.
„Geloof je tue niet, Dora? llob ik jo ooit
liefde voorgelogen?"
Ze lachte bittor.
„Neen, dat zeker nooit."
„En nu zeg ik je, dat ik je liefheb."
Ze richtte zich fier overeind en haar oogen
fonkelden.
I Slot volgt.)