Donderdag 6 Dec. 1894. No. 4412. 39e Jaargang. ALCOHOL. Binnenland. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donilerdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 8 maanden 1,Franco rr post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor binnenland 60 ct. per maanden. Advertentïën 16 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 et. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, In het Zondagsblad, per regel5 cent Bij advertentïën van buiten do stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 Telephoonnummer 19. Alcohol is vergif, volgens professor Donders. Prof. Winkler rekent onder de vergillen, die degeneratie der menschheid op onrust barende maar niet on verklaarbare wijze doen toenemen, in de eerste plaats den alcohol. Het drinken van alcohol moet dus ver- derllijk werken op liet organisme van hem en baar, die dit vergif daarin brengt. Meer en meer begint men de aandacht opditl'eit te richten. Zoo vele belangen staan hier op het spel. De nieuwere tijd heeft een ver ontrustend licht ontstoken over de oorzaken van ziekten, waar tegenover men vroeger geheel machteloos stond. De studie der zenuwziekten vooral is ijverig ter hand ge nomen, en de alcohol blijkt hier een factor te zijn, waarmee rekening gehouden moet worden. De statistieken der krankzinnigen gestichten werpen een donkere schaduw op de hooggeprezen vooruitgang en ontwikke ling van onzen tijd. Terwijl «Uberbürdüng" en «Struggle lor life" bij velen als oorzaak ge noemd wordt van de verwoestingen van het zenuwleven, waardoor de krankzinnigen-ge stichten en de sanatoria voor zenuwlijders en lijderessen op onrustbarende wijze gevuld worden, werpt de wetenschap een ander licht op deze belangrijke kwestie. Zij toont aan, dat de meerderheid bestand zou zijn tegen deze vijanden onzer dagen, als de dwaze meening, dat men door valsche prikkels en opwekkende (eigenlijk in den waren zin, verdoovende) middelen, zich staande houden moet, voor goed plaats maakte voor de over tuiging, dat geen enkele stol' meer zenuw stoornissen verwekt, vooral bij hen, die ouder hun voorgeslacht alcoholisten kunnen aan wijzen, dan alcohol. De gevoeligheid schijnt bij het tegenwoordige geslacht sterk toege nomen te zijn, of men is meer op de hoogte van de oorzaken van gestoord zenuwleven, ik ineen 'tlaatste. Het blijft altijd waar: «kennis is macht." Is die kennis algemeen doorgedrongen Inderdaad de tijd is geko men waarin deze vraag overwogen moet worden. De mate van kennis, hoe veel ellende gesticht wordt door het gebruik van alcoho lische dranken, die voorkomen had kunnen worden, is geringmen staat verbaasd hoe ontwikkelde lieden in deze materie niet zoo zeer onverschillig dan wel totaal onwetend Feuilleton. Naar het l'ransch. 2.) (SLOT). Plotseling bevindt hij zich in zijn kabinet te midden van een groepje officieren, die een be kend liedje van de ster van bot eafé-chantant zingen. Als door een tooverslag ontnuchterd, greep Durier de urn van malakiet en zette haar in een kast, waarin eenige oude boeken opge stapeld lagen. Den volgenden dag besloot hij, dergelijke ont heiligende vertooningen te voorkomen, en die nieuwe bergplaats als een kapelletje in te richten. Hij liet in de plaats van het paneel een gothisch raampje zetten, en legde bloemtakken om de urn neen. Eenigen tijd later bemerkte hij, dat de bloe men, bij gebrek aan voldoende lucht, en licht het gothisch venstertje liet slechts weinig licht door spoedig verwelkten en verrotten, en in het kapelletje een dufïon reuk verspreid den, die zijn vrouw evenals hij, zeer onaange naam zou hebben gevonden. Hij verving de levende bloemen door fijn bewerkte kunstplanten de urn bleef rustig in haar bergplaats staan. Drie jaren waren sedert den dooa van mevrou n Durier verloopen, toen haar echtgenoot zie plotseling door haar vroegeren voogd met allerle beleefdheden zag overladen. Na verscheidene uitnoodigingen om te komen dineeren of jagen, na heelwat avondpartijtjes, waarop de dokter zijn baryton weder los moest zingen, kwam de voogd eindelijk inet zijn plan voor den dag. Ik zie, dat ge me niet begrijpt, mijn waarde en dat men u altijd op den weg moet helpen. zijn. Hoe weinig idee hebben de meeste ge bruikers van alcoholische dranken van de verwoesting, die zij in het kunstig samenstel van hun eigen lichaam brengen De «matige" drinker ziet niet in, dat het hem «zoo veel" schade zal doen. Uit het woord «zoo veel" spreekt al eenige twijfel. Doch de ge woonte Ja juist, die is 't, en dan dat velen 't zoo «lekker" vinden. er is bij sommigen zoo veel noudig, eer zij breken met eene gewoonteStaat de gewoonte dan boven den redelijken mensch 't Schijnt soms, dat ze hem beheerscht. Men schermt veel met «ma tigheid." Ik las dezer dagen eene definitie van matigheid die ter overdenking aanbevo len wordt»Mati(jheid is niets van 't kwade en niet te veel van 't goede gebruiken." Er is in Nederland sinds jaren eene bewe- ;ing op touw gezet, die ten doel heeft de Irinkgewoonten in den ban te doen. Maar algemeen sympathie heeft zij no» in geenen deele verworven. Toch is er vooruitgang; men beschouwt eeu geheel-onthouder niet meer als eeu curiositeit. In de middelen, die ter verspreiding van keunis over den alcohol aangewend worden, wordt ook de school in de laatste jaren een belangrijke factor. En geland, Noorwegen, België, Amerika, ieder op hunne wijze, gingen ons voor. Nederland komt achteraan, treurig achteraan, maar nadert aan den horizont. Ook hier ziet men in. dat het kind, vóór 'tin de groote maat schappij komt, op de hoogte moet wezen van zijn grootsten vijand en verleider. De onderwijzers deelen deze zienswijze meer en meer. Met groote symphatie las ik dezer dagen uit het blad «de Christelijke school, no. 41": «Wij onderwijzers hebben daartoe zoo schoone gelegenheid Neen, wij behoeven geen opzettelijk onderwijs te geven in de werking van alcohol op 't lichaam (hoewel 't onderwerp het ten volle waard zou zijn) maar wij kunnen toch veel doen, om den kindereu een afkeer in te boezemen van sterkedrank door io nimmer met een glimlach te spreken over een dronkaard, maar veeleer met me delijden 2<>. niet met smaak te vertellen, dat de eeu ol ander zoo 'n heerlijk glaasje bier enz. dronk 3o. Vertellingen te doen, waarin de ge volgen van drank-gebruik, dat misbruik wordt, zijn voorgesteld. llebt gc dan niet opgemerkt, dat ik een dochter heb? Durier ontstelde en maakte een afwerende be- vergald heeft, toen ge met mijn pupil zijt ge trouwd. Maar thans is ons alles opgehelderd: verbeeldt u, dat die kleine ze was toen pas zestien jaar jaloersch was op je vrouw, ze beminde je reeds Maar dat is nu toch voorbij, hoop ik? Ja, dat kan je begrijpen, het is er in die jaren niet op verminderdIk heb bij je chef geïnformeerd en gehoord, dat je op het punt zijt promotie te maken en je een goede toe komst hebt ik ken je fortuin mijn dochter heeft een aardige bruidschatdriemaal honderd duizend francs. Wil je mijn schoonzoon worden? Durier was wel eenigszins verrast. Hij had nooit aan de mogelijkheid van een tweede huwelijk gedacht. Hij was niet op den aanval voorbereid en kon er dus niets tegen inbrengen. Men blijft geen weduwnaar voor zijn heele verder leven, als men maar éen maand getrouwd ia geweest; daarover zullen zeker alle welden kende lieden het eens zijn. Van den anderen kant begonnen zijn ouders bescheiden toespelin gen te maken op den langen duur van zijn rouwzij wilden weieens kleinkinderen hebben. Durier had een volgzaam karakter, hij liet zich voor de tweede maal trouwen. Alleen wilde hij met zijn tweede vrouw niet naar Italië; daar had hij den schrik van beet. Hij bopaalde zich tot een reisje door Bretagne en terug over Parijs. Toen hij thuis was, werd hij door wroeging gekweld. Hij had gedacht een huwelijk uit berekening, uit plicht te hebben gesloten, en hij was dol verliefd geworden op zijn jonge vrouw. Hij kon alleen tot zijn ver ontschuldiging aanvoeren, dat ze sprekend ge leek op zijn eerste. Zij was in het bruine, wat 4o. Overal waar 't pas geeft, zijn afkeer van alcoholische dranken uit te spreken; 5o. Zelf zoodanige vochten niet te ge bruiken. Evenals bij alle zaken, is de kracht van 't voorbeeld zeer groot, vooral bij eene goede verhouding tusschen onderwijzer en leerlingen." Eenige wakkere jonge onderwijzers hebben een paar jaren geleden eene Nederlandsche Propaganda-club tot drankbestrijding opge richt, die zich ten doel stelt: lo. de onderwijzei-s voor het afschaffings- en gehecl-onthoudingsbeginsel te winnen. 2o. de meest geschikte middelen aan te geven over drankbestrijding op de school. Op vele plaatsen in ons land zijn afdeelingen ontstaan dezer vereeniging. Te Amersfoort is er nog geene. Is' daar geen drauk-inisbruik (gevolg van drankgebruik) te bestrijden Die vraag begint hier meer en meer alge meen besproken te worden. De strijd ont brandt, neen, het geweten ontwaakt. Te Amersfoort huldigtmennietdeKaïn's-leuze: «ben ik mijns broeders hoeder'?" I)e «Volks bond" had ile voldoening dezer dagen een wél- bezochte samenkomst te orgariiseeren, die den stoot moge geven tot het oprichten van een "Vulks-kolïiehuis. Maar er is ineer te doen. Het kind, voor 't als jongeling een koffiehuis binnen gaat, moet weten, dat daar ook andere zaken dan koffie te verkrijgen zijn, en kennis van de kracht van die dranken bezitten. De machtige invloed der onderwijzers moet ter ltulpe komende school moet beantwoorden, in den vollen zin des woords aan de vor ming der jeugd tot «Christelijke en maat schappelijke deugden." Een opwekking daar toe moge niet overbodig geacht worden, maar de symphatie wegdragen van het onderwijzend personeel van beider geslacht, van alle richtingen en godsdienst. In grooten getale hopen wij hen te ontmoeten den 15den December e. k. in liet lokaal «Volksheil" waar de heer F. U. Schmidt, lid van het hoofd bestuur der Ned. onderwijzers Propaganda- club, het doel der vereeniging zal uiteen zetten («met debat") en zal trachten de symphatie voor die vereeniging ook hier op te wekken, door er op te wijzen wat in deze richting in hot buitenland gedaan wordt, en welke de vruchten van die beweging zijn; en het standpunt ontvouwen, dat de Neder landsche onderwijzers Propa ganda-club in deze ingenomen heeft. VV. F. A. GROENHUIZEN, Havik, hoek LavendeUlraal. HORLOGE- en INSTRUMENTMAKER. Mogen alle onderwijzers en onderwijzeressen, en anderen die op eenigerlei wijze bij het onderwijs zijn betrokken, zich opgewekt ge voelen deze bijeenkomst met hunne tegen woordigheid te vereeren, opdat zij het vóór en tegen hooren overwegen en na rijp over leg hun staudpunt bepalen ten opzichte van de bestrijding eener volksramp, die, volgens getuigenis van Gladstone «meer slachtoffers maakt dan ziekte of oorlog." Du. H. A. MIDDELBURG. Amersfoort, December 1894. 1 r de eerste in het blonde was geweest. Ze had maar éen gebrek: ze was jaloersch op zijn ver leden. Met hot oog op die jaloerschheid kon Durier er niet aan denken de urn van malakiet zoo dicht bij zijn studeervertrek te houden, want zijn vrouw deelde hem mee, dat het haar grootste genoegen zou zijn, gezellig bij hom op zijn kamer te komen werkenze zou heel sal zijn, hem in niets hinderen, ze zou hem steunen in zijn heer lijk vak, zooals ze zeide, ze zou genieten te midden van zijn boeken en instrumenten. Hij bracht de urn heimelijk naar de tweede verdieping en verstopte haar achter een hoop oude boeken en kisten. Een volmaakt geluk heerschte in het kleine gezin. Honderdmaal was Durier op het punt alles aan zijn vrouw te vertellen, maar telkens ontbrak hem de moed. Na verloop van een jaar werden ze verblijd door de komst van een dochtertje, dat een kin dermeid noodig had. Er moest uus een kamertje in orde worden gemaakt. Daar zal ik wel voor zorgen, zeide Durier. En met bedrukt gemoed verhuisde hij, met be hulp van zijn oppasser, al de oude rommel en ook de urn van het kamertje op de tweede ver dieping naar den zolder. Do vadervreugde bracht zijn wroeging weer tot zwijgen. Hij dacht slechts zeer zelden meer aan zijn eerste vrouw, wier talrijke portretten alle, op éen enkel na, langzamerhand op zolder, bij de urn van malakiet waren terechtgekomen, en zeker zou hij haar geheel vergoten hebben, als niet op zijn verjaardag iets vreeselijks ge beurd wus. Hij was dien dag geheel door zijn dienst in beslag genomen en kwam eerst tegen het eten Van den Gouverneur-generaal van Neder- landseh lndië is Maandag bij het Departement van Koloniën ontvangen het volgende tele gram betreffende de expeditie op het eiland Lombok «Colonne bezocht Goenoeng Sari, met ver kenning Noordelijk. Overal rust. Passers (marktplaatsen) druk bezocht. «Order gegeven tot terugkeer van het zevende en het negende bataljon en de veld artillerie." Nu de Vorst van Lombok met zijn geheele familie en de voornaamste poenggawa's zijn onderworpen, schijnt de tegenstand inder daad geheel gebroken. Volgens bet oordeel van deskundigen is er geen reden om te vreezen, dat de Baliërs thans een guerilla zullen beginnenanders dan de Atjeliers en andere inlanders, zijn de Baliërs te veel ge hecht aan hun kampongs, dan dat zij zwerf tochten in het gebergte zouden beginnen. De Eerste Kamer der Staten Genei-aal ver gaderde Maandagmiddag om kwart vóór drieën. De Voorzitter opende de vergadering met een toespraak, waarin hij ongeveer het vol gende zeide: «Mijne heeren! Sedert onze laatste verga dering hebben hoogst belangrijke gebeurte nissen plaats gehad, die mij dringen eenige oogenblikken uw aandacht te vragen. «Toen was Nederland gedrukt door een onverwachte ramp, welke onze krijgsmacht in lndië getroffen had. Thans verheugen wij ons rnet reebtrnatigen trots over de schitte rende overwinning die zij op Lombok behaald heelt al zal die nimraei doen vergeton de vele thuis. De geheele familie was bij elkaar en mea ontving hem mot hartelijke gelukwenschen. Hij was zeer aangedaan. Men ging naar de eetkamer en daar, middon op de tafel, zag hij de urn van malakiet staan, met een prachtig bouquet er in. Hij verbleekte, terwijl zijn vrouw in lachen uitbarstte. Stouterd, zei ze tegen hem, je had die mooie vaas voor me weggestopt, het mooiste nog wel, wat je uit Italië hebt meegebracht. Hij stamelde enkele onsamenhangende woorden maar zij ging op spottenden toon voort: Ik heb waarlijk op den zolder moeten gaan snuffelen, middenin een hoop oude boeken. Ze had best kunnen breken ,want door het omvallen van een stapel boeken was de deksel er afge rold en in drie stukkenWaarom hadt je die mooie vaas op zolder gestopt? Ik ikhad En ze heeft er zeker al lang gestaan Ja heel lang. Nu, Oat moet wel, want ze was vol stof. Vol stof?..herhaalde Durier opgedemp- ten toon. Zijn vrouw dacht., dat het hem verwonderde en ze voegde er bij Ja vol stof. Een soort van heel fijn stof, dat als een wolkje door den wind werd opgejaagd, toon ik het in mijn mooie bloemperk strooide, in het perk, wuar ik dezen bouquet voor je heb geplukt..Hoe vindt je hem, mooi hé? Ja, ja, heel lief. En in die frissche bloemen, waarvan de kelken zich ontplooiden als de lippen van jonge maag don, was het hem alsof hij den glimlachenden lieven mond van het kleine blonde vrouwtje terugzag, dat bij zoolang had beweend.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1