Donderdag 21
Febr. 1895.
No. 4434.
44e Jaargang.
DRIE VRAGEN.
gAKUNTALA.
Firm a A. H. VAN CLEEFF
to Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagnaaniddag met gratis Xmidtiysblud. Abonnement per 3 maanden1,Franco
per post 1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor binnenland 60 et. per
3 maanden. Advcrtcntiën 16 regels 60 ct.elke regel meer 10 et. tiroote letters naar plaatsruimte. Legale-,
olfieieëlo- en onteigeningsadvert. per regel 15 et. Reclame!, per regel '25 et. Afzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 oent
Bij ndvertentiën van buiten do stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht.
Bureau MUURHUIZEN
Rook Kortegracht, Wijk B.
Teiephoonnummer 19.
In 1714, 1 Augustus, kwam Anna, Konin
gin van Engeland, te overlijden. Krachtens
de in 1701 bepaalde successie-acte volgde
haar op, met uitsluiting van nadere bloed
verwanten, die Katholiek waren, de Keur
vorst van Hannover George Lodowijk, zoon
van de Keurvorstin Sophia, een kleindochter
van Jacobus 1. wiens dochter Elisabeth ge
huwd was met Frederik V van 'lei Palts.
Sedert dien tijd bezit hot huis van Hannover
den Engelsclien troon.
Op zijn reis naar Engeland nam de nieuwe
koning zijn weg door Amersfoort. Wijl in
4718. na langdurigen oorlog, de vrede van
Utrecht gesloten was, beloofde men zich
gouden bergen van den nieuwen tijd, die
Met de grootste feestelijkhoid werd George
Lodewijk te Amersfoort ingehaald. In de
Bibliotheek van het Museum Flehilé, die
reeds in 't bezit is van verscheidene zeld
zame en merkwaardige boekwerken over
Amersfoort, bevindt zich een klein boekje,
met een zeer uitvoeriger) titel, waarin om
trent dal bezoek een en ander vermeld
wordt.
De titel luidt:
Beschryvinge der ZegebogenOpgeregt dooi
de stad Amersfoort Ier eeren van Georgius
Lode-wyck, Koning van Groot Bretanjevan
VranlcryliSchotland en IerlandHertog van
BrunswyckLuneburg, Keurvorst van het
Ueytige Uoomsche Rgclcetcin syn intrede
en doortogt der stad Amersfoort naer syn
Koningrijken, door Nicolaes Chevalier, uit
hel Fransch in 't nederduitsch overgescl door
G.
'1" Utrecht. Bij den Auteur, Boeckdrucker,
Bocclcuerkoper en Medaillist. 1714.
Wie die Nicolaes Chevalier, de Fransehe
schrijver is, weten wij niet. Evenzoo is ons
niets bekend van den vertaler J. C., ook al
zegt hij, dat hij «in een ander werek, waer
aen ick sunder ophouden besig ben, wvt-
loopiger zal sprecken van de Stad Amers
foort." Ook van dat werk over- Amersfoort
is ons niets bekend. Tenzij nu reeds iemand
in «Ie gelegenheid is daaromtrent inlichting te
geven, kunnen wij een en ander tot een
nader onderzoek ter zijde stellen, en willen
liever onmkldellijk de vraag doen in welker
Feuilleton.
Naar het Engelsch.
9).
Tarvin zou zeer zeker in deze omgeving on
weerstaanbaar heimwee gekregen hebben, indien
hij geen gelegenheid had gehad zich eens gezond
boos te maken. Een kleine gezette man, met
bruine huid, gekleed in een wit pak, met zwart
fluweelen kapje op het hoofd, stapte uit het
gebouw. De stationschef beschouwde Tarvin als
een deel van het landschap, en keek dus niet
naar hem.
Om hoe laat vertrekt de trein naar Rha-
tore? vroeg Nick.
Gaat geen trein, zeide de man langzaam,
zonder uitdrukking. De woorden klonken uls
kwamen ze uit een phonograaf.
Geen trein Waar is de spoorweglijst, het
spoorboekje
Er gaat heclemaal geen trein.
Maar wat doet u dan hier, voor den duivel?
Mijnheer, ik ben stationschef en het is
verboden een beambte van de regeering op der-
gelijken toon toe tc spreken, zeide de man.
Zoo, bent u stationschef? Dat doet mo
ontzaglijk plezier. Kijk eens hier, vriend, mijn
heer de stationschef, als je je leven liefhebt, dan
vertel je ine bliksemsnel hoe ik naar Rhatore
kom I
De man bleef zwijgen.
beantwoording wij belangstellenwaar be
vond zich in die dagen het gebouw van
de sociëteit Vreugdeburg
Er waren voor de feestelijke ontvangst
van George Bodewijk verscheidene eerebogeri
opgericht. Men gelieve in het oog te houden,
fiat ile Kamp of Kampstraat door den Fran-
schen schrijver en diens vertaler steeds
Langostraat geheeten wordt.
De eerste zegeboog bevond zich huiten de
Kamppoort.
In 't inkomen van de stad was een groote
Zeege boog, onz
in de solve straet was de twede Zege boog,
De derde Zege boog, zijnde in de solve
straet voor lilusgcl: Coll eg ie ye noemt »Yreug-
deburg", enz.
De vierde Zege-boog die wat. verder inde
selfile straat is, enz.
Wat verder en bij de Luthersche Kerk
waeren twee groote Vlaggen.
Op de vijfde Zege-boog, verder in dezelfde
straat zijnde, enz.
Op ile sesde Zege-boog, die nog vertier in de
selfile straet is, enz.
De zevende Zege-boog was op de markt, enz.
De agtste Zege-boog was in de selve straet
bij de Utrechtse Poort, enz.
Waar bevond zich het gebouw, waarin
het Musyck Collegie, genaamd »Vreugileburg"
vergaderde Die zegeboog schijnt fraai ge
weest te zijn. Wij laten de beschrijving
vuige.)
De derde Zege boog, zijnde in de selve
straet voor 't, Musyck Collegie genoeint
Vreugdenburg", was versiert met alder-
jiande ornementen, die de liefhebbers van
't Musyck hadden laeten maeken om den
Koning te ontvangen; onder aen las men dit
Cbronosticon
üeorglo LVDoVJCo Magno
Rege A Lb Ion Is.
George Lodewijck, Groot Koning van
Engeland.
Die groote Letteren, te weeten 1LVDV1CML11.
maeken te saemen het Jaer 1714 uit, 't
welk "t tegenwoordige en dat van sijn door
togt is. Onder aen sag men liet Geloof,
houdende de Bijbel, en op haer Gordel haer
naem dragende Fides, 't Geloof. Aan de
andere seide was de Vrijheid, houdende in
de eeue hand haer Speer, op welkers boven
einde de Hoed van Vrijheid is met dit
opschrift LIBERT AS. 't welk ons doet Ie
kenne geven dat IJ stad, en dese geluk
kige Provinciën niets als buere Vryhéid be-
geeren.
Wat moet ik doen riep de bewoner van
liet Westen heftig.
Dat weet ik niet, luidde het antwoord uit
het Oosten.
Tarvin staarde het bruine wezen aan, van zijn
geel leereu schoenen tot het zwart f.uweelcn
hoofddeksel. De uitdrukkinglooze blik van den
Oosterling, ontleend aan de paarsche, eentonige
bergen achter zijn station, deden Tarvin voor de
eerste maal zich afvragen of Topaz en Kate het
offer dat hij bracht wel waard waren.
Uw kaartje, als 'tu belieft, zeide de man.
Bruingebakken schelm, ongepolitoerde zout
pilaar, ik zal je leereu... riep Tarvin uit, maar
hij voltooide den volzin niet, omdat hij van drift
niet spreken kon. De woestijn verzwolg zijn
toorn met de grootste onverschilligheid, en de
stationschef verdween door de deur van het ge
bouw, haar achter zich sluitend.
Tarvin liet een langgerekt gefluit hooren, als
wilde hij lucht geven aan zijn overvol gemoed,
en rammelde ongeduldig met zij" geld. Het
raampje werd een weinig opgeschoven en de
stationschef vertoonde oen paar duim van zijn
onbeweeglijk gelaat.
in mijn ambt als stationschef dool ik u
thans mede, dat u per ossenwagen naar Rhatore
kunt komen.
Bezorg mij een ossenwagen, zeide Tarvin.
Is mijnheer bereid het commissieloon aan
m ij te betalen
Natuurlijk.
Het raampje viel neer. Eenigen tijd daarna
weerklonk een lang gerei.te kreet:
O Moti O ho
Zoo. Moti schijnt geroepen te worden.
Onder aen las men
GEORG. REX DEFENSOR F1DEI.
George Koning en waere Beschermer des
Gelooft.
Tusschen die twee Beelden was een klein
Engeltje, houdende een blauw kleed, waarop
men de volgende Latynsche Veereen in groote
goude Letteren las
Salve, sues Batavi decus, et Tutela Brittanni.
Te dure Libertas, te duce tuta Fides.
Gaudia sunt imis bine. HEX infixa medullis,
Quas bic unatiimes Musica culta tenet,
't Welk in 't nederduitsch overgezet zijnde
betekend
Zijl gegroet o Hoop en eer van Nederland
en Beschermer van Britanjen.
Door u belt dj t is de Vrijheid en Godsdienst
vijlig. De blijdschap is, o Koning, daernm in
bet binnenst van onsc Ziel geprent, Welke
alhier eendragtig de bescliacf-Muzijek konst
vasthoud.
Onder liet verwulfsel, dat zeer eierlijk was,
liangde een Kroon met gouden stricken, waer
onder den Koning passeerde; aen'de andere
seide van die Zege-boog, zag men een Faein
houdende sijn Trompet in den Mond, uit
galmende 't woord REGNAT, Bal hij regeere,
aan haer regter seide had zij liet wapen van
Hanover, en aen haer linker seide dat van
dessell's nieuwe Regeering. De Nijd en Midas
laegen onder haere voeten t.e knaegen, T
opschrift is VREUGD OP VREUGDEN BURG,
't welk ons te kenne doet geven, dat liet
Musijk Collegie Vreugdenburg genaamt door
den aankomst van dien Koning zeer ver
heugt is.
Verders las men aldaer:
VlRTl'Tl IN VI Dl A COMES.
De Nijd vergeselschapt de Deugt.
Wij herhalen onze vraagwaar bevond
Zich dat gebouw
In liet jaar 1705 bestond er een burger-
sucieteit in De Keizerskroon. De sociëteit was
zeer anti-Oranjegezind.
Van die burgersocieteit in de Keizerskroon
is er in 4708 geen spraak.
In dat jaar, 1798, 4 Maart, werd door het
Provisioneel Gemeentebestuur besloten de
sociëteit op 't Ging et, voor de eclil-vader-
landsclie sociëteit te erkennen, «welke voor
»de een en ondeelbaarheid der butaafsclie
«republiek niet alleen in alle gevallen blijke
«heeft gegeven te zijn, maar zich op nieuws
«door lit.nne ondertekening van onverander
lijke haat en afkeer van liet Erfstadhouder-
«scliap, aristocratie, foederalismus en regee-
«ringfbosbeid, getoond heeft, de gelukkige
I «revolutie van 22 Januarij II. te zijn toege-
«daan."
Waarschijnlijk beeft, de sociëteit, die in
4795 in de Keizerskroon gevestigd was, zich
I in 1798 of vroeger verplaatst naar betCingel.
In welk gebouw kwamen de le den van die
sociëteit te zamen
j Daar bevond zich in de stad toen nog een
andere sociëteit «vergaderende op Havik en
j «algemeen bekend ouder den naam van
«Breemer ton," welke bij besluit van den
1 5den Maart 1798 gedissnlveerd werd. Op den
5den Mei trad echter in plaats van bet Pro
visioneel Gemeentebestuur een ander bestuur
I op, het Intermediair Gemeentebestuur, dat
den 2den Julij geïnstalleerd werd. Reeds op
j den 4den Julij werd liet verzoek van de
Commissarissen van bet gedissolvoerd gezel
schap de Eendragt op 't Havik om vrij en
ongestoord bij elkander to mogen komen,
j (,te vergaderen, wordt er gezegd) toegestaan.
I lu welk gebouw op het Havik alhier heeft
die Sociëteit de Eendragt, door de anti-
oranje partij «de Breemer ton" geheeten, haar
I vergaderingen gehouden
Nog bestonden er in lat zelfde jaar 1798
.•ee andere vereenigingen of sociëteiten,
waarvan de eene geheeten werd het Musiecq-
Collegie, en de andere den naam droeg Vreug-
denburg, den zelfden naam derhalve dien
wij in 1714 ontmoet hebben. De groote meer
derheid der «Leedon van beide Collegien of
«Sociëteiten waren leedon of zijn leedan
«geweest van de vernietigde sociëteit de
«Breemer ton of zoo zij daar al geen leeden
«van zijn geweest, echter voor het grootst
«gedeelte de oranie-partij toegedaan.Den
oden Maart werd besloten bcule socië
teiten op te hellen, maar op den Ssten Maart
werd op dat besluit teruggekomen.
Waar hielden dat Musiecn-Collegie en
Vreugdenbrug in 4798 hunne bijeenkomsten
Blijkens liet bovenstaande waren de Een
dragt op het Havik, het Musiecq-Collegie en
reiigdenburg Oranje-gezind. De sociëteit op
liet Cingel was sterk anti-Oranje-gezind.
Die eenige inlichtingen op de vragen, waar
die sociëteiten in 4714 en in 1798 bijeen
kwamen, weet te geven, zal mij zeer ver
plichten.
W. F. N. van ROOTSELAAR.
bromde Tarvin, sprong over den lagen stoencn
nuuir en begaf zich op weg naar Rajputana.
Zijn gewone opgeruimdheid was teruggekeerd
nu hij het vooruitzicht had dc reis te kunnen
voortzetten.
Tusschen hem en een halven cirkel paarse
heuvelen lagen vijftien mijlen wanrdeloozen, met
rotssteencn bezaaiden grond, met hier en daar een
verschrompelde booui. Heel ver weg, rechts van
de zilveren glans van een zoutmeer, aanschouwde
hij het vormlooze blauwe van een woud.
Schijnbaar uit een spleet in de aarde, maar
inderdaad, zooals hij bij scherper toekijken, op
merkte, uit een diepte, gevormd door twee heu
velen, waarin een dorp lag, steog een stofwolk
op, voortgebracht door een ossenwagen. Het
gepiep der wielen werd steeds duidelijker hoor
baar. Eindelijk was de wagen zóo dichtbij, dat
Tarvin de drie vierkante spaken in do wielen
onderscheiden kon. 't Wns een zeer primitief
voorwerk, dat niet meer dan oen hal ven paarden-
vraoht kon inhouden. De kar hield voor hot
station stil en nadat do ossen Tarvin eens haddon
aangekeken, legden zo zich neer. Tarvin zette
zich op zijn ransel, liet het hoofd in do palmen
der handen rusten on glimlachte vergenoegd.
Ziezoo, onderhandel nu maar voor mij,
zeide hij tegen den stationschef. Ik heb geen
haast.
Toen begon een leveiuligo woordenwisseling,
die heftiger en heftiger werd en eindelijk meer
geleek op eer twist in een speelhuis. De stations
chef had zijn onverschilligheid geheel en al
afgelegd hij kijfde, gesticuleerde en vloekte, en
de voerman, die geen ander kleodingstuk droeg
dan een blauwlinnen voorschootje, deed niet
onder voor hem. Zij wezen naar Tarvin en
schenen over zijn geboorte en zyn voorouders te
twisten. Het eenige wat hij verstond was, dat
zij zijn gewicht schatten. Nu en dan waren zo
op het punt het eens te worden, maar dan begon
het gekijf op nieuw.
Tarvin hitste ze de eerste tien minuten een
beetje aan, omdat hij er vermaak in schepte den
stationschef zoo opgewonden te zien. maar toen
beproefde hij hen tot bedaren te brengen en toen
hem dat niet gelakte, ontdekte hij dat het warm
was en vloekte tegen hen.
De voerman scheen een oogenblik uitgeput.
De stationschef greep die gelegenheid aau oin
Tarvin bij den arm te vatten en hem in ge
brekkig Engelsch toe te schreeuwen
Alles in ordealles in ordeDeze man
heel domme boer. Mij het geld geven, ik alles
in orde brengen I
Maar bliksemsnel greep nu ook de voerman
den andoren arm en bezwoer hem, in een aan
Tarvin onbekende taal, niet to luisteren naar
zijn tegenpartij. Tarvin wilde zich verwijderen.
Zij volgden hem, met smcokend opgeheven
handen, de stationschef had al zyn Engelsch
vergeten on de voorman zyn ontzag voor den
blanken inan. Tarvin weerde beiden van zich af,
wierp zij a ransel in den wagen, sprong er toen
op en riep hot eenige Indiaansche woord dat
hij kende. Toevallig was dat het woord, dat ge
heel In.lié iii beweging zet: i'/hUId! hetgeen be-
teekend Vooruit
Op deze wijze een eind makend aan den strnd,
reed Nicholas Tarvin, uit Topaz in Coloruuo,
den wooatijn van Rajputana in.
Wordi itrvolgd.)