Donderdag 28
Maart 1895.
No. 4444,
44e Jaargang
Buitenland.
gAKUNTALA.
Binnenland.
Uitgave
Firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Don derdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden 1,Franco
per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor binnenland 50 ct. per
3 maanden. Advertcntiën 1—6 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel 5 oent
Bij advertcntiën van buiten do stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht.
Bureau MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B. 60
Telephoonnummer 19.
In do geschiedenis van het Duitsehe volk hoeft Zater
dag eo:i even schandelijke als gewichtige gebeurtenis
plaats gehad. De Rijksdag heeft met een meerderheid
van 7 stemmen (163 tegen 146) besloten op 1 April
geen gelukwensohen aan vorst Voti Bismarck te zenden
op zijn 80en verjaardag. Het was een onstuimige ver
gadering waarin dit ingrijpend voorstel werd genomen.
Onmiddellijk heeft dé voorzitter, Von Levetzow. zijn
ontslag genomen en ook werd modedeeling gedaan,
dat de onder-voorzitter, Börcklin, die thans voor zijn
gezondheid te Montreux vertoeft, zijn ambt zal neer
leggen. Baron Von Buol, van liet centrum, is tijde
lijk belast met het voorzitterschap eu was tijdens de
zitting zóo onthutst, dat hij er in 't geheel niet aan
dacht om op de tribunes de orde te laten herstellen.
Tot voorzitter is gisteren gekozen freiherr Von Buol,
tot ondervoorzitters Schmidt (volkspartij) en Spahn
(centrum
De Keizer heeft aanstonds na dit votum een tele
gram aan Bismarck gezonden, om aan de wereld
te doen lil ij ken hoe Z.M. denkt over dit besluit van
den Rijksdag en om te zeggen, dat liij zich aan hot
spits stelt van de nationale beweging tot het brengen
van eerbetoon tuin den IJzeren kanselier. Een ont
binding van den Rijksdag zal wel niet het gevolg
van dit feit zijn.
Intussehen is tic Bismarck-hulde begonnen. Niet
minder dan 418 leden van het Huis van Afgevaar
digden. van liet Heerenhuis en van den Rijksdag zijn
Maandagmiddag naar Friedricksruhc getogen. De
graven Herbert en Wilhelm von Bismarck ontvingen
de komenden. Plotseling riep graaf Wahlersee„Daar
komt vorst Bismarck zelf!" En inderdaad besteeg de
oud-rijkskanselier weldra gemakkelijk, zonder steun,
de trappen; tuet opgeheven hoofd en vasten tred, een
kurassiershelm op, en gehuld in den grijzen met
bont bezetten mantel, het geschenk van don Keizer,
tiaderde de grijsaard: zijn verschijning maakte een zeer
diepen indruk. Bij de begroeting zei de vorst schert
send „Ei, ei, allen met den hoed op. Men zou u
nauwelijks herkennon." En toen de laatste extra-
trein, die van halltwee, in aantocht was en men hem
zeide, dat daarin de leden van den Rijksdag zich
bevonden, maakte Bismarck de opmerking: „Zoo,
mogen zo?" wat algemeene vruolijkheid verwekte.
De vorst reed de enkele houderden passen van het
station naar het slot, waar, van het balkon, verschil
lende redevoeringen gehouden werden.
Bismarck antwoordde iu een rede, die ruim een
kwartier duurde Eenigen beweren, dat hij bij de
oflicieele toespraken zeer geroerd was, en zelfs, toen
hij in zijn kort antwoord aan den ouden onver
getelijke» Keizer Wilhelm I herinnerde, eenige tranen
wegkneep en door zijn herinneringen overmand, eeu
ougenblik moest ophouden met spreken.
Later, aan tafel, was hij echter weer geheel monter
en levendig, en vertelde hij in dit jaar zijn 50-jarig
jubileum als Parlementslid te kunnen vieren, „wenn
er nog drin ware".
De Keizer kwam Dinsdagmiddag even na twaalven
op Friedrichsrulie, waarheen bereids eeu eseadron
van Bismark's kurassier-regiment n°. 7, en andere
troencnafdeelingen uit Halberstadt waren gedirigeerd,
die het gansche leger vertegenwoordigden.
Bismarck, gekleed in kurussiersuniform, was in
tussehen in een open rijtuig aangekomen de troepen
presenteerden de wapenen en de muziek begon te
spelen. De Keizer we.uscbte den prins geluk uit naam
van het leger en overhandigde den jubilaris een
kostbare gouden eere-pallas kurassierszwaard), waar-
Feuilleton.
«O.
Naar het Engelsch.
Diep ademhalend voegde ze er bij
Ik ben blij, dat ik gekomen ben.
Ik ben blij, dat ik bij je kan zijn, zeide Nick.
Zog zulke dingen niet weer, Nick, antwoordde
ze streng.
Ik zal 't. probeeren, zeide Nick.
Zie je, Nick, hernam ze ernstig maar niet
onvriendelijk, ik kan eu wil niet meer over zulke
dingen denken, zelfs niet aan de mogelijkheid, dat
ik je zou kunnen toebehoorenje moet mij be
schouwen als een non, je moet aannemen dat ik
van alle geluk afstand heb gedaan, dat mijn eenig
geluk mijn werk is.
Ilm. Vindt je goed, dat ik rook Ja Ik
ben blij, dat ik hier ben om de plechtigheid bij
te wonen.
Welke plechtigheid?
liet aannemen van den sluier. Maar je zult
het toch niet doen?
Waarom niet?
Hij bromde iets onverstaanbaars tussehen zijn
tanden, nam toen zijn sigaar uit den mond en zeide
Omdat ik meer van de zaken hier weet dan
jij ik ken jou, ik ken Rhature en ik ken mijzelf.
Ze vouwde de handen in haar schoot.
Nick, zeide ze, zich iets meer tot- hem over-
buigond, je weet dat ik van je houdik houd te
oprecht van je om je op een dwaalspoor te laten.
I na hij met den Vorst, die inmiddels te paard was j
j gestegen, langs het front der troepen reed.
Voor het slot defileerden do troepen nogmaals. j
I Daarna word ontbeten; bij den toast op Bismarek
I werden saluutschoten afgevuurd.
Tegen half vier kwam de hoftrein voor. Terwijl de
Keizer aan net raampje van den salonwagen stond,
verscheen Bismarek in uniform zonder mantel, om
j afscheid te nemen van den monarch. Het publiek i
jubelde voortdurend. Toen de trein reeds in be- i
weging was, stond Bisraack nog eenigen tijd met de
hand aan den helm, zichtbaar zeer verheugd.
Voor Vorst Bismarek was de dag van Dinsdag zeer
aangenaam minder voor de telegraafbearnbten, die
met hun vijven 33000 woorden te behandelen hadden.
Met het oog op de drukte op den eigenlijken dag
wordt dan ook nu een hulp- telegraafkantoor inge-
richt het aantal telegraafdraden is vergroot en er
I zijn dertig ambtenaren aangewezen otn met het vaste
personeel den vloed van telegrammen het hoofd te
bieden.
Op bevel des Keizers zal op 1 April van alle rijks-
en staatsgebouwen gevlagd worden en zullen alle
Duitsehe marine-schepen pavoiseeren. De minister
van onderwys heeft bevolen, dat alle scholen dien
dag gesloten zullen zijn.
De teruggang of althans zeer weinige v< or-
uitgang in het telegraphisch verkeer in
Nederland gedurende iiet laatste tienjarige
tijdvak, heeft den hoofd-inspecteur van de
Rijks-telegraaf aanleiding gegeven een schrij
ven te richten aan de directeuren van de
voornaamste Rijks-telegraaf kantoren, als meer
van nabij bekend met den gang van zaken
in hun standplaats, inet verzoek hem mede
te deelen, zoo noodig na onderzoek, of, wat
hun omgeving betreft, op bijzondere rede
nen kan worden gewezen, welke het genoemd
j ongunstig vesrehijnsel veroorzaken ofverkla-
j ren en, zoo mogelijk, middelen aan de hand te
J doen, om deze uit den weg te ruimen.
Eén dier bijzondere redenen is zeker het
I meer en meer toenemend telefoongebruik,
i maar stellig is een afdoend middel orn een
nog grooter teruggang te voorkomen, het
goedkooper maken der telegrammen.
Bij de posterijen is dit gebleken hoe lager
het tarief werd, des ie grooter werd het
gebruik dat men van de post maakt.
Het Bat. Ilhld. verneemt, dat bet voor
nemen bestaat, de op Lombok in garnizoen
liggende troepen grootendeels te evacueeren
en te vervangen door een versch bataljon,
dat daartoe in den Oosthoek wordt gereed
gemaakt.
I Het «naar Bali?" van het Soer. Hbldfzie
ons vorig nummer) zou hiermee beantwoord
zijn.
Een feit is het, dat onze troepen op Lom-
Je zegt, dat je niet kunt slapen. Denk je, dat ik
rustig kan slapen met de kwellende gedachte dat
jij voortdurend hoopt op iets, dat toch niet vervuld
zal worden Begrijp je niet, dat het voor mij
een pijniging is. te weten dal je lijdt, en dat ik
aan dat lijden alleen een einde kan maken door
je te verzoeken, dringend te verzoeken, dat je weg
gaat En dat doe ik nu.ga als je blieft weg.
't Spijt me. dat ik niet aan je verlangen
kan voldoen, beste meid, antwoordde hijJe behoeft
over mij geen zorg te hebben ik ben voor niets
bang.
Ik wou, dat je het was, zuchtte ze.
De afgevaardigden des volks mogen geen
vrees kennen, zeide hij op een toon van gewicht.
Afgevaardigde? riep ze nit. Nick, je bent
toch niet
Ik ineen van ja, ik ben gekozen met een
meerderheid van 1518 stemmen.
Dit zeggend overhandigde hij haar het telegram.
Arme vader
Och, waarom
Voor jou doet het mij natuurlijk pleizier,
Nick. Ik feliciteer je.
Dank je.
Maar ik weet niet of het wel in je eigen
I belang ia, dat jc gekozen bent.
Daaraan twijfel ik zelf ook. Indien ik mijn
heelen termijn hier doorbreng, dan zullen mijn
kiezers zich niet geroepen gevoelen inij op roij'n
politeken loopbaan verder te helpen, wanneer ik
terugkom.
Reden te meer
1 Neen ik moet eerst hier klaar zijnaan de
politiek kan ik mij later altijd nog wijden. Jij
gaat vóór, Kate. Mijn werkkring is hier; dien
bok duchtig te lijden hebben van allerlei
ziekten.
De Nieuwe Rolt. courant, die in 4888 en
later met warmte zich verklaarde vóór een
algeheele drooglegging der Zuiderzee, naar j
het plan der Staatsornmissie, heeft onlangs
zij verwisselde inmiddels van hoofdre
dacteur datzelfde droogleggingsplan vrij
scherp bestreden.
De heer S. J. Vermaes, hoofd-ingenieur
I van den Provincialen Waterstaat in Friesland I
heeft toen onmiddellijk aan genoemd blad een I
I arlikel ter plaatsing aangeboden, waarin, op
uitvoerige gronden, de nieuwe inzichlen be- j
steden werden, doch het artikel werd niet
geplaatst. Men had bezwaar tegen den vorm,
die als «onwellevend en onhebbelijk" werd
gekarakteriseerd.
Het hoofdbestuur van de Zuiderzee-veree- 1
niging beeft intussehen de publicatie van het
artikel des heeren Vermaes zóo zeer noodig
geacht, dat zij het thans voor haar rekening j
in brochure-vorm het licht deed zien. Zij wil
op die wijze voorkomen, «dat de gevoelens
van de N. Rott. Ct.als juist en onweerlegbaar
zouden worden beschouwd".
Tegenover de bewering, dat het recht al
leen is te verkrijgen voor weihebbenden, mag,
i naar de meening van rnr. A. Havee in bet
i Weekblad van het Recht wel eens de aan-
dacht gevestigd worden op het misbruik, het-
j welk in rechten wordt gemaakt van het be
wijs van onvermogen.
I Aan een eischer pro deo wordt een getui-
I genbewijs opgelegdzijn advocaat dagvaardt
gratis allerlei getuigen, zelfs meer dan vijf;
j de getuigen moeten verschijnen, maar van
i vergoeding der reiskostenis zelfs geen sprake,
j Arme handwerkslieden, die de dagelijksche
verdiensten voor het onderhoud van hun gezin
dringend behoeven, moeten dat missen en
I bovendien nog geld voor reiskosten uitgeven
dokters moeten hun praktijk verlaten en zich
kosten getroosten voor een zaak, waarin zij
geneeskundige diensten gratis hebben moeten
1 bewijzen, enz.
De schrijver vraagt: Is dat het jus pau-
perum (hat recht van den arme) niet uitbreiden
i tot een onus paupemm (brandschatting door
i den arme)'?
I Het bekende buitengoed «Endegeest" bij
1 Leiden zal binnenkort publiek verkoebtworden.
I Het huis zal voor afbraak geveild, de boornen
zullen gerooid worden en, tenzij er een koo-
per mocht opdagen voor het geheele buiten-
goed, zal een der fraaiste wandelingen om
Leiden verdwijnen, om plaats te maken voor
kan ik niet uit stellen. lederen dag brengt hier voor
mij zijn plichten, die ik met vreugde vervul. Je
I zult van mij geen last hebben; zoodra jij gereed
bent om van hier te gaan, is ook mijn taak hier
I afgedaan. Je houdt van me, Kate. Dat weet ik
En ik nu ik houd ook een beetje van jou.
De zaak kan slechts op éen manier eindigen.
Haar hand vattend, vervolgde hij
I Morgen kom ik je halen om je^de stad te
j laten zien.
I Kate zag hem een poos na en begaf zich toen naar
binnen, waar zij een lang onderhoud had inet
I mevrouw Estes, hoofdzakelijk over de kiuderen te
Bangor. Dit gesprek bracht haar weer eenigszins
tot kalmte en deed haar zich verzoenen met Nick's
I tegenwoordigheid. Ze wist, dat hij van plan was
i te blijven en indien zij zelve het veld niet wilde
j ruimen, moest zij trachten zich naar deomstan-
digheden te schikken. Zijn halsstarrigheid maakte
l haar taak moeilijker dan zij gedacht had, of-
j schoon zij geheel voorbereid was op hinderpalen
van allerlei aard. Alleen omdat zij alles geloofde
wat hij zeide, vertrouwde ze, dat hij zijn belofte
zich „goed te gedragen" zou houden.
De gedachte aan vluchten verliet haar echter
niet, maar toen hij aan het ontbijt verscheen, ont-
I dekte ze met schaamte dat ze blijde was hem te
zien, omdat een groot heimwee over haar geko-
i men was. Mevrouw Estes was zeer vriendelijk ge-
j weest, de heide vrouwen waren spoedig vriendinnen
geworden, maar Nick was een uud vriend, en dat
I was nog geheel iets anders. Ze kon ook niet
I besluiten zijn aanbod af te slaan om haar de
stad te laten zien.
Op hun wandeling spaarde Tarvin haar niet
de beschrijving van de tien dagen, welke hij vóór
weiland.
Sic transit.
In een gemeente, niet ver van Veenendaal,
zijn verschillende trouwlustige paartjes de dupe
geworden van de non-chalanee van een ge
meenteambtenaar.
Hij had sedert eenigen tijd verzuimd, de
huwelijksaankondigingen, bedoeld bij art. 440
van het B. VV., te publieeeren, hetwelk na
tuurlijk tengevolge had, dat de huwelijken,
aldus gesloten, niet wettig waren, zoodat de
noodzakelijkheid bleek, de gefopte echtpaar
tjes opnieuw wettig te vereenigen.
Tot aller verbazing was echter éen van de
comparanten, die zich reeds veertien dagen
getrouwd waande, niet te bewegen, om zich
«opnieuw te wagen aan den strop, waaraan
hij zoo nauw was ontsnapt."
Naar aanleiding van het door ons meege-
j deeld voorstel van mej. Stratenus schrijft net
i Orgaan van den Nederlandsehen Bond van
I oud-onderol'licieren
j Het plan, door Louise Stratenus zoo schoon
ontvouwd, heeft natuurlijk onze volle sym
pathie; toch zweeft ons nog een aanvulling
voor den geest.
I Zou het niet schoon zijn, als er mogelijk-
I beid bestond, dat H. M. onze Koningin, met
j eigen Vorstelijke band, in den loop van dezen
i zomer, hetzij in de Hoofdstad of in deResi-
i dentie, de zoo roemrijk verdiende lauweren
van Lombok uitreikte
j Over enkele maanden kunnen er heel wat
te decoreeren riddel's in ons Vaderland terug-
gekeerd zijn allen hebben in elk geval
de Lombok-gesp op het expeditiekruis ver-
I diend of liever nog een zilveren Lombok-
5 kruis, te slaan uit de veroverde rijksdaalders
van den Radja.
I Als daar de oude garde naast de jonge
wei'd geplaatst, dan konden de soldaten van
I Willem II en Chassé een handdruk wisselen
i met de strijdgenooten van generaal Vetter.
Het Metalen kruis kan dan ten grave dalen
I inet de overtuiging dat Holland niet oud wordt
en dat Oranje en Nederland altijd dezelfde
blijven, hoe de gedachten ook wisselen.
I De storm, die Zondag in ons land woedde,
J begon des ochtends omstreeks half vijf met
een krachtigen Z.W. wind. Haar grootste
i kracht werd door den windmeter aangegeven
des namiddags te G uur, met ee.n gemiddelde
j drukking van 55 Kilogram en éen stoot van
i 89 Kilogram op den vierkanten Meter. Allengs
nam zij in kracht af, zoodat de toestand
Maandagochtend oin 4 uur weder normaal
was.
haar komst te Rhatore bad doorgebracht. Hij
sprak zijn oordeel uit over den politieken toestand
van het land, met een zekerheid, die de resident
hem stellig benijd zou hebbenhij was immers
zelf lid van een regeeringslichaain en had dus
het recht daartoe. Zijn weetgierigheid, zijn be
langstelling in al het nieuwe, hadden hem in
die tien dagen te Rhatore veel doen zien en stelden
hem thans in staat Kate opmerkzaam te maken op
de wonderen van de nauwe, zaudige straten, waar
de voetstap van kameel en mensch even snel wordt
uitgewist. Zij bleven staan hij de vorstelijke
menagerie met uitgehongerde tijgers en de kooien
der tamme jachtluipaarden, die sliepen en geeuw-
den en op den vloer hunner kooi krabden. En hij
voerde haar langs de donkere winkels tussehen
de bouwvallen der paleizen, welker bouwmeesters
reeds lang vergeten waren, langs de vervallen
I kazernes en de fantastisch toegestakelde soldaten,
j toonde haar de graven waarin vorsten van Gokar
Seetarum begraven waren, in de schaduw van den
grootschen tempel waar de kinderen van de zon
en de maan hun goden aanbidden cn waar de
zwarte steenen stier over de groote middelruimte
naar het goedkoope bronzen standbeeld van kolo
nel Nolan's voorganger staarde.
1 Tarviu vroeg haar naar Topaz. Hoe had zij
I liet verlaten Hoe zag de dierbare oude stad
I er uit?
Kate antwoordde, dat zij de reis drie dagen na
hem ondernomen had en hij dus alles wist, wat
zij wist.
j Drie dagen Drie dagen is een lange tijd
voer een stad in haar wording.
Kate glimlachte en zeide, dat zij geen veran
deringen had opgemerkt. Wordt vervolgd.)