Donderdag 31
October 1895.
No. 4506,
45e Jaargang
Binnenland.
Er in geloopen.
Firma A. B. VAN CLE FFF
te Amersfoort
Verschijnt Maandag- en Dowlerdagnmnidthg met gratis Zttruligtblad. Abonnement per 3 maanden fl Franco
per pont 1.16. Abonnement alleen op hel Zondagsblad voor Amersfoort 40 ot, voor het binuenlnnd 50 cl. per
3 maanden. Advertentiën 1—6 regels 60 ct.; elke regel meer 10 ct. tiroute letters naar plaatsruimte Legale-;
offioieele- en onteigen lugndvcrt. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. A(ton der lit kt nummert 10 oral.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
By advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkostcn in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 50
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
Ultvper van vee.
De BURGEMEESTER vaw AMERSFOORT,
Gelet op eenige nadere mededoelingen van den
Commissaris der Koningin in de provincie
Utïecht, dd. 28. October 11.,
Brengt ter kennis van belanghcblienden dat,
volgens nader van den lieer Minister van Bui-
tenlandsche Zaken ontvangen telegrafisch be
richt, voor Frankrijk bestemd vee vergezeld
moet zijn van een certificaat der overheid van
de plaats van herkomst, houdende, dat het vee
gezond is en dat op het tijdstip van verzending
alsmede gedurende zes weken vóór dat tijdstip
geene besmettelijke ziekte ter plaatse is voor
gekomen onder vee van dezelfde soort;
Voorts, dat de Italiaansehe regeering bij de
creet van 2ö. October j-1. den invoer van \'e-
derlandseh vee in Iuün weder heeft toegelaten,
onder voorwaarde dat er bij worde overgelegd
een eertifieant van een Ilulimmirh eonsöiairen
euiblenaar, houdende, dat ter plaatse van her-
koiimt van liet vee geen enkele besmettelijke
veeziekte heerseht
Amersfoort, den 29. October 1895.
De Burgemeester voornoemd,
F. 1). S( 'H1 MM E Ll'EN'N 1NCK
Tot Kanselief dei Nederlansche orden is
benoemd de gepensi.uitteerde liiitenant-gen<v
mal ihr. G. M. Verspijck, adjudant-generaal
van H. M. de Koningii
Het zeggen was, dat het dit jaar nu eens
opperbest zou gaan met de behandeling der
Staatsbegrouting ze zou in de Tweede Kamer
zt'io tijdig zijn afgeioopeii, ilat-le Eerste haar
vóór 1 Januari kon aidoeu, zoodat men dan
zou gerakeu tot den normalen toestand, waar
bij de Hegroolingswetten vóór Nieuwjaar
zou leu zijn vastgesteld.
flat was bel zeggen; bet doen blijkt echter
geheel anders.
In plaats van bijtijds klaar te wezen, zal
de Eerste Kamer nóg minder tijd hebben
voor de behandeling dan vorige jaren. Ten
gevolge van een besluit der Kamer om 12
November de wet op liet Personeel in open
bare beraadslaging te brengen, waarmede,
volgens den voorzitter, wel een drie weken
volgens anderen een vier wekenzullen
heengaan, is er geen quaestie van. dat de
Begroeting voor balt' December aan de orde
komt. en den 25en December heeft de Kamer
haar Kerstreces. Dus zullen de \'l hoofd
stukken en de Wet op de middelen in een
groote veertien dagen moeten afgehamerd
worden, om de Eerste Kamer gelegenheid te
geven, laatstgenoemde nog aan te netnen
Feuilleton.
2).
Zooals ik reeds zei. was ik te Liverpool om te
zien of ile ontvluchte directeur ook soms naar Ame
rika overstak. Ik bewaakte elk schip, dat uitvoer,
en bleef tot het laatste oogeublik aan boord. Ik
vénnoedde. dal Dramond elke poging om te ont
vluchten een week of vier zou uitstellen en het bleek
dan ook, dat dit vcrniredcn juist was. Precies vier
weken op een dag na, na zyn verdwijning was ik
aan boord van de Miulriil en wachtte op de laatste
passagiers, die per vlot aangebracht werden. Terwjjl
devfet aanlegde, werd mijn aandacht getrokken
door een man, die et nogul oudachtig uitzag. Hy
keek angstig om zich heen en gedroeg zich zóo ge
jaagd, dat ik hem direct wantrouwde. Toen hij aan
boord was. hoorde ik hein een zucht van verlichting
slaken, waarna hij onmiddellijk naar beneden ging.
Het is waar, dat hij er uitzag als in de zestig, terwnl
Dramond pas veertig jaar was, maar ik dacht, dat
bit zich wel vermomd zou hebben.
Myn plan was spoedig gemaakt. Ik ging naar den
kapitein, vertelde licin wie ik was en verzocht ver
lof om de rei» naar Now-York te mogen mede■maken.
Wel zeker," zei de kapitein, „als u denkt, dat
wy onsen man min boord hebben, suit u allo hulp
hebben die u noodig hoeft."
Ik dankte hem en ging naar beneden om Ue
passagierslijst in te zien. Mijn verdachte medepassa
gier deed de reis onder den naam Rodell.
Dank zij den holmeester, kreeg ik aan tafel een
plaats vlak over Rodell. Ik had een week den tyd
on» hem gade te slaan en dus was ik deneersten
vóór 1 Januari, wat volstrekt noodzakelijk is
om tien dienst niet te stremmen.
De Kamer beeft besloten, bet allereerst
bet Personeel te behandelen en dit ontwerp
verkeert in een staat, dat een spoedige be
handeling niet wel mogelijk is; er is te veel
te vragen en te antwoorden en amende
menten kunni'ti niet uitblijven. l)e wet, die
toch onmogelijk met 1 Januari kan in wer
king treden, moet echter boe eer zoo beter
tot stand komen, in verband met de Kies- i
wet. en vooral met. de geineente-linainiën.
De noodzakelijkheid hiervan inziende, heeft
de Kamer het ontwerp-persoiieel op 12 No-
veinber aan de orde gesteld. Maar hoe het
nil met de negrootingen moet gaan, hegrij-
j pen wij nietmisschien woelen die nu wel
in het voorjaar van IS'.M» behandeld.
Dit klinkt geheel anders dan het vooruit-
I zicht., eenige weken geleden geopend, dat
zelfs de Eerste Kamer ze vóór 1 Januari zou
aangeuoineii hebben.
Blijkens teiegraphiscli bericht van onzen
gezant te Rome, heeft ook dr Italiaansehe
Begeering. bij decreet van 25 October, den
invoer van N lerlandscli vee in Italië weder
toegelaten, onder voorwaarde, «lat er bij worde
overgelegd een certificaat van een ltaliaanscb
consulair ambtenaar, houdende, dat ter plaatse
I van herkomst van het vee geen besmettelijke
veeziekte heerseht
De Haugsche kroniekschrijver van de .V.
(iron, rl herinnert eraan, dat. terwijl Vrijdag
I in tie Kamer bekend was, dat de Franse lie
I regeet'itig haar grenzen weder voor den in
voer van ons vee heeft opengesteld, 'le
1 Minister van Buitenlandsche zaken niet is
verschenen om die verblijdende mededeeling
I openlijk te doen vóór het reus. puur la
I lionnr bouclu' als 'tware. Hij /.iet daarin een
I bewijs van bescheidenheid van jhr. Röell,
i aan wiens beleidvol optreden wij dit resultaat
zeker voor een goed deel danken, en natuur-
I lijk niet minder aan den tact van onzen ge
zant te Parijs. Ongetwijfeld zal onze landbouw
l den Minister eu den gezant dankbaar zijn
I voor het verkregen resultaat, dat ongetwijfeld
I ook wel van invloed zal zijn op de houding
van de Belgisdu* regceriug tegenover ons.
I In bet. voorloopig verslag der Tweede
I Kamer over Hoofdstuk 1 der Staatsbegro
ting komt liet volgende voor
„Vele leden betuigden hun ontevredenheid over
de houding, door de Regceriug aangenomen tegen
over de dezen zomer te Amsterdam gehouden lon-
toonstelling. Die tentoonstelling heeft niet aan de
verwachtingen beantwoord, hetgeen *vel was te voor-
zien geweest, aangezien met de voorbereiding veel
te laat werd aangevangen. Zij had te veel het ka
rakter
publieke verniakolykheid gekregen,
veel minder belangrijk dan de verleden jaar
te Antwerpen gehouden tentoonstelling en 'Jan de
Ainsterdamsche koloniale tentoonstelling In 1*83.
Men begreep niet, waarom leden van bet Ministerie
als eeru-voorzitters in het coiuitë der tentoonstelling
hadden plaats genomen en waarom aan personen
die haar hadden georganiseerd, de orde van den
Nederlandsehe Leeuw was verleend. Deze decomtiën
hailde;i te meer lievreemding gewekt, mndat zij reeds
bij de ojieniiig drr tentoonstelling werden verleend,
en dus voordat gebleken was, of de inrichting en
de exploitatie der tentoonstelling een ü6o eervolle
oiiderseheiiliiig wettigden."
Waarop, als tegenspraak, niets anders
volgt dan
„Eenige andere leden konden zich met deze be
schouwingen niet vereenigen en achtten het tot
il" Regeering gerichte verwijl tuinder juist."
Drieërlei springt hier in bet oog.
Vooreerst, dut door de commissie van rap
porteurs, waarin vier van de vijf leden be
lmoren tot i|e ministerieele meerderheid, de
uitdrukking «ontevredenheid" gebezigd werd,
hetgeen iu een Staatsstuk als dit een tamelijk
krasse uitdrukking boeten mag.
Bovendien, «lat de strenge afkeuring van
de Imiiding der Begeering afkomstig is van
•vele" leden, terwijl slechts «eenige anderen"
er tegenover stonden.
Eindelijk en bovenal, dat die «anderen"
zich onthielden van elke aanduiding, waarom
het tot de Regeering gerichte verwijt «minder
juist" was. Dat maakt een indruk, 'ZOoiets
alsof men toch wel wat wilde zeggen, maar
waarlijk niet wist, wat.
Hoe liet Regeeringsantwoord zal luiden'?
Bij liet bezoek van HH. MM. Koninginnen
aan Kampen, liet <leroinman<lant der dienst
doende schutterij de wacht, honderd tnan
sterk, toen deze een uur rust had ieder twee
kadetjes met vleescb geven.
Elk kadetje kostte bij den bakker twee
centen, en toen <lc commandant van eeu en
ander de rekening bij Burgemeester en Wet
houders inzond (de Gemeenteraad had voor
de geheele ontvangst ftOOOO beschikbaar
gesteld) werd door dat college de Rurge-
meester was afwezig tie nota aan den com
mandant teruggezonden met de opmerking,
dat Z.H.E.G. de kadetjes wel «voor zes oin
eeu dubbeltje" bad kunnen krijgen.
De commandant heeft dat scliVijven in
handen gesteld van de bakkers, leveranciers
der twee honderd kadetjes, met verzoek oin
in deze aangelegenheid te willen dienen vin
bericht.
De bakkers-leveranciers van de tweehonderd
kadetjes hebben daarop een vergit lering be
legd, waarop besloten is, den beer comman
dant te antwoorden, dat zij meenden bij deze
gelegenheid kadetjes te moeten leveren «vot-
gens Oud-Hollands Tentoonstelling
De commandant beeft van dit schriiveo
afschrift gezonden aan Burgemeester en Wet-
houders. Het is nog niet bekend of dezen de
zaak fiierbij zullen laten
Het komt ons voor, zoo zegt het Handel»-
hlail dat deze nieuwe Kam per ui aan hellicht
brengt, dat deze gewichtige zaak niet rnag
worden beslist zonder tusschonkoAttt van
Gedeputeerde Staten, Raad van State, Tweede
Kamer en Regeering. He» zou zeer bedenke
lijk zijn baar nog /óór hel jaar 1U00 te doen
eindigen.
Immers200 kadetjes van 2 cent kosten
f 4 ('n 200 kadetjes van de zes om een dub
beltje kosten f&llï, zoodat te veel is betaald
00 cent. Over zoo n kapitaal bedrug roos*,
men wek eenige riemen (Mtpier volschreven,
vergaderingen beleggen, desnoods met vacatie
geld. enz.
't Is waarlijk of we in 't eind der- vorige
eeuw leven, toen dergelijke haarkloverij reeds-
zoo werd gelaakt in Van Woensel's Lantaarn
Maar de bezuinigings-mmie zit in «Ie lucht.
f)e Staten van Zuid-I Inland brai hten op 'de
Begrooting van 18U6 wegens onderhoud en
schoonhouden der gebouwen f2476. Deze
som is door den Minister van Binnenlandsche
Zaken verminder» met f I en dut nog
wel zonder toelichting
Eeu belangrijke beslissing is genomen door*
de rechtbank te 'kHertogenbosch. Opeen
saldo viui inleg iu de Rijkspostspaarbank was
beslag gelegd onder banden van een directeur
van een "der hulpkantoren der posterijen,
waar de inleg geschied was. De adminhitrup
tic meerfde echter, dat een beslag oj>
een dergelijk saldo onverschillig waar gelegd,
niet bestaanbaar was, op grond van art. H
der wet van 1X80 op de Rijkspostspaarbank
waarbij her Bijk, zonder eenige reserve <te
t' ruggaven van ingelegde gelden waarborgt.
Ook aan 's rechters oordeel was tol dusver
du vraag oog niet onderworpen, of dut be
slag kon gelegd worden en, zoo ja, waar dat
geschieden moest.
De eerste vraag beantwoordde de rechtbank
bevestigend, omdat geen wet. speciaal niet de
wet van 24 Januari 1815, betreffende het leg
gen van uireste» op tractementen enz. bij «le
hooiden der onderscheidene Departementen
van adininisti-atie, nóch 'Ie wet van 1880, dat
beslag verbieden de eerste niet, omdat, daar
gelaten of de Rijkspostspaarbank niet een
zelfstandige organisatie bezit en een zedelijk
lichaam is, liet doel der wel 1815 was de
onbelemmerde loop der landsaifministratie
dag «ou voorzichtig oiu hem niet door al te scherpe
observatie te verontrusten. Zonder den scliyn aan
i to nemen van op iieiu te letten, zag ik toch, dat hy
1 niets op zyn gemak ivo» en al zijn medepassagiers
I met wantrouwen beschouwde. Aan het diner sprak
I hij met niemand en zoodra de tafel afgeloopen was,
trok hij zich in zijn hut terug. Den avond bracht
I ik zelf heel genoeglijk door. Mijn liukertafelbuur-
i man was baronet Wilfrid Lytehett een zoon van
i I lord Balmore. Hy was een aardig, gedistingeerd
jongmensch van even dertig jaar en had volstrekt
niets van die teruggetrokkenheid, die den Engel
sehen adel gewoonlijk eigen is. Ik rookte een sigaar
met hem op dek en weuschte mijzelf geluk, zulk een
prettigeu reisgenoot te hebben getroffen.
Den volgenden dag scheen Rodell meer op zijn
gemak te zijn waarschijnlijk achtte hij zich veilig
en ik had meermalen gelegenheid hem op te
nemen. Toen ik op dek langs hem liep, zeide hij
my zelf goeden morgen en maakte de opmerking,
dat wij een goede reis luidden. Aan het diner be
gaf hy zich in gesprek met zün tafelbuur en wns
minder gejaagd, maar van lijd tot tijd scheen hij
toch aan iets anders te denken en herhaaldelijk
bracht hy op een zeer eigenaardige wyzc de hand
mui zyn baard. Ik zog terstond, wat dit beteekendc.
j De baard was valseh en hy voelde, of'hjj wel goed
I zat. Ik trilde van inwendige zelfvoldoening. Er was
geen twijfel aanhy was de man.
Mijn aristocratische vriend was by alle passagiers
zeer gezien, voornI bij de dames, en voor my was
i hij zeker zeer beleefd en vriendelijk. Aan tafel
stond hij or op, dat ik met hem een llesch wyn
1 zou drinken, en nu afloop van het diner maakten
wy weer een wandeling op dek. Hy was toen zeer
j mededeelzaam.
„Hebt u dien raren vent wel gezien, die over my
zatzei de hy. „Hoe heet hy ook weer O. ja,
Rodell. Als ik mij niet bedrieg, voert hy wat kwaads
in zijn schild. Hebt tt wol gezien, welke wantrou
wende blikken hij in het rond werpt? Op myu
woord, ik geloof dat de kerol deukt,dal hy vervolgd
wordt."
„Nu u er van spreekt," zeide, ik, „kan ik tl wel
zeggen, dat ik het ook betuerkt heb
„Het zou me niets verwonderen of het is een
misdadiger, die op de vlucht is gegaan. Ken week
I of wat geleden is die Dramond ook al met de
noorderzon vertrokken hy moet de detectives
om den tuin hebben geleid en de zee zyn overge-
j stoken."
„Ik geloof niet, dat hy al over is," zeide ik.
„Als liet deze man eens was?" en myn medepas-
j sagier lachte.
i Of het de wijn was, of de eer van zoo vertrouwelijk
met een aristocraat te spreken, ik weet het niet,
maar ik bekende hem wie ik was en wie ik dacht
dat Rodell waa.
De verbazing van mun aristocrotisclien vriend was
om te laohtn. „U een detectief „zeide hjj". Om u de
waarheid te zeggen, dacht ik dat n een tooiicelspeler
was; op myn woord, u verbaast my."
Maar de baronet was daarom niets minder harte-
lijk en, vertrouwen niet vertrouwen beantwoordend,
1 vertelde hy mij, dat hij lord Dialey was, de oudste
zoo i van lord' ilaliuoru. maar dat hy om familie-
redenen onder den naam zijns broeders reisde. „Ik
heb drie. maanden geleden een Amcrikaniisch meisje
ontmoet - een allerliefst meisje Nu reis ik heel
in het geheim, daar de oude heer mjj met eeu nichtje
wil laten trouwen. Kom, laten wy eens drinken op
myn succes I"
Den volgeuden dag scheen Itodcll, die tot myn groote
verbazing, alle vrees op sjjde scheen gezel te hebben.
Hij was in de vroolykate luim. Hy had een langdurig
gesprok met my en vertelde, dat hy naar Philadel
phia ging om een naar vrienden te bezoeken. Ik
zog, dat liy niet alleen een vabcben baard, maar
ook een valschen pruik droeg, Doch er waa nog een
sterker bewijs van zijn identiteit. De voortvluchtige
Dramond miste de pink der linkerhand. Rodell waa
in 'l bezit van al zyn vingers, naar hel scheen, maar
ik merkte heel goed op, dat zyn pink stijf was en
dat hij die niet kon buigen. Eeu nauwkeuriger waar
neming deed mij de overtuiging erlangen, dat de
vinger zeer kunstig waa nagemaakt.
Niemand is altijd verstandig. Dat is, zoo dacht
ik bij mijzelf, zeker waar, voor vluchtende misda
diger».
„Detectives?" zeide ik met geveinsde verbociug.
„Waarom r
„O. ik «eg het zoo maar," zeide hy verward. „Ik
zag daareven iemand, dien ik er op aaukeek." En nr
een oogeublik van stilzwijgen, liet hu er opvolgen:
„Ik zal blij *ijn. *d« wy goed en wel te New-York
zyn aangekomen."
„Waarom T"
„O, omdat-c omdat ik iny niet op mijn gemak
voel on het water."
„Is dat uw man?" fluisterde lord Dieley my dien
avoml in liet oor.
„Ja," zcido ik. „Als wy aan wal gaan, zal ik notn
urrosteerou."
„Goed," zeide hy„dat moet ik eens zien."
Den volgenden dag was Rodell dommer dop ooit.
Wy deden en balspelletje op dek en daar hot org
warm was, trokken de beo ren lnm jassen uit. Rodell
stroopte zijn hemdsmouwen op. maar plotseling be
dacht hy zich en trok ze ijlings neer, maar toch
niet zóo gauw of ik had liet prachtig getatoeëerde
anker op «ij arm gezien, waarvan in het signalement
van den voortvluchtigcn bankier werd gesproken. Dit
was de vogel die gevlogen waa. Dal kon een kind
begrijpen.
Ik arresteerde hem, juist toen hy op het punt stond
aan wal te «tappen. Zyn verbazing was zón groot, dat
ik moeite liod, niet iu iaclien uit te barsten.
(Slof volgt).