December 1895.
No. 4522,
45e Jaargang
Wie helpt?
DE WONDERKUUR
Binnenland.
Ditpave
firma A. E. VAK CL E E FF
te Amersfoort,
M en ^"'fdagnanndtUuj met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden 1.—Franco
SmSi, a Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ctvoor het binnenland 50 ct. per
Sf Advertentie.. 1-6 regels 60 ct.; elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
genlng8adverL 1>er re«el 15 CL Recipes per regel 25 ct. - Afzonderlijke nummers 10 cail.
Zondagsblad per rcB0|en aanvraaen' uitsluitend v°or- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KOET-ORACHT56
Telephoon 10.
Toen we pas kort hiel' waren, hebben
we onze verwondering er over uitge
sproken, dat zoo keel veel kinderen kier
zoo schrikkelijk haveloos gekleed gaan,
niet alleen jongens maar vooral meisjes.
We hegrijpen heel goed, dat het jonge
goedje zijn kleeren niet ontziet eii dat
hun garderobe niet zoo goed voorzien
is als die van een jongen heer, die bij
het nestjesuithalen een geweldige lacune
in zijn pantalon bewerkstelligt, of als
die van een jongejuffrouw, die bij een
hl te onvoorzichtig krijgertje spelen haar
manteltje in flarden doet scheuren. We
kunnen er ook best in komeu, dat demoe
der uit den werkenden stand maar niet
aanstonds aan het verstellen gaat als ze,
moe eu afgemat, van haar dikwijlszwa-
ren dagtaak thuiskomten we weten
heel best, dat zij de gescheurde kle
dingstukken niet kan doen repareeren
door kleermaker of naaister.
Het gaat natuurlijk niet aan te ver
langen, dat de kinderen altijd in mooie
kleeien zich vertoonen, maar zóo als ze
eiken dug hier worden aangetroffen, let
terlijk in lompen, is toch óok wel wat
kras. Zóo haveloos als ze hier dagen
achtereen bij nacht en ontij langs de
straten zwerven, hebben we het nog ner
gens gezien.
Tal van vereenigingen hier geven oude,
maar toch heele en goede kleeren voor
het arme schoolkind, hetzij als beloo
ning voor getrouw schoolbezoek, hetzij
uit een oogpunt van liefdadigheid. Maar
juist het schoolkind wordt steeds het best
bedacht en hoeft het in den regel 't minst
noodig-.
Reeds het ter school gaan bewijst, dat
de ouders zorgdragen voor hun kindereu;
het gevoel van eigenwaarde, de lust om
er minstens even netjes uit te zien als
de kameraadjes en ook het woord van
de scholarche» doen de rest.
Maar zooveel, zoo heel veel kinderen
hier bezoeken geen school, meestal om
dat de ouders zich niet om hen bekreu
nen. Komt er al eens een liefdadige die
zulke kinderen op een school weet te
krijgen, dan blijkt alras, dat het kind
reeds spoedig weer van de school moet
Feuilleton.
Naar hel Duitsch.
Otto geheel botooverd door de sohoonheid van
dat hemelach kind, en tegelijkertijd verwonderd
over dc schalkschc onbevangenheid in haar geheel
optreden togenover een man die haar geheel vreemil
wn's, nnni werktuiglijk min haar zijde plaats en zeide
vol geestdrift:
„Juffrouw, de oer die U mij wilt aandoen, door
mij later uw vertrouwen te schenken, schat ik
zeer hoog, doch waarvoor to wachten, waarom schenkt
u mij thans niet reeds uw vertrouwen? Mijn ijver,
mijn wetenschap, mijn gohoele zorg staan te uwer
beschikking: vertel my dus nu til les, verzwyg nuj
niets, on ik verzeker u, eerlijk, met de grootst mo
gelijk discretie zal ik mij van mijn plicht kwyten.
„Ha, ha, ha; ha, ha, hal wat is u komiek!
lachte zij uitgelaten van pret. „Precies zoonla een
dokter doet, ha, ha 1 't Is goed, dat u eeu dokter is,
niet waar
„Ja zeker juffrouw, ik
„Wacht u, even, myuheor de dokter, viel zy hem
luid sprekend in de redo. „Hoe goed, dut li een
dokter is, maar als ik u nu eens vertel, dut u een
siiytlerlje bent!"
„Kon snydortje vroog Otto ton hoogste ver
wonderd.
Een snydortje, ja, een gewone kleermaker. Hu,
hu" ha I mot gekruiste hconen op do tal'el, een jas
of oen broek minion, lui, ha, ha, ha I" proestte zy
uit. „Wil u mij eens vertellen of dat gemakko-
lyk gaat, mot gekruiste beeuen op een tafel te zit-
verwijderd worden, omdat het de mak
kertjes infecteertzoo'n kina wordt dus
ook in. dit opzicht aan zijn lot overge
laten. En zoo zijn er vele, zeer vele hier,
lezeres en lezer, kinderen in den regel
zeer snuggere van wie heel wat te
recht zou komen als men zich hunner
aantrok, maar die men, óok om de boven
aangeven reden, niet vermocht te helpen.
Daarom juichen wij het zeer toe, eu
bereids velen met ons, dat-de vrouwe
lijke officieren van het Leger des Heils
in hun lokaal aan de Krommestraat des
Woensdags en Zaterdagsmiddags de ha-
velooze kinderen van Amersfoort onder
wijs willen geven (de Kapiteine, mej.
Eijkenaar, heeft een acte als onderwij
zeres)' eu daarmee willen aanvangen den
eersten Woensdag in Januari.
Aanvankelijk zal onderwijs gegeven
worden in in nuttige handwerken (breien,
naaien, stoppen, mazen, verstellen, enz.)
En, wat ons een zeer goede maatregel
voorkomtde kinderen mogen behouden
wat ze maken.
Daardoor zullen de toekomstige moeders
niet meer kunnen volhouden, dat ze nim
mer hebben leeren breien, of mazen of
stoppen, en zal een eind gemaakt worden
aan het droevig denkbeeld, dat bij een
vreemdeliug moet worden opgewekt als
hij hier langs den weg heeft gezien hoe
bijna ongekleed tal van kinderen loopen.
Een zeer ervaren onderwijzer deelde
on3 mee, dat zeker ook onverschilligheid
van de moeders oorzaak is van dezen
ergerlijken toestand, maar ook, dat het
ouderwijs in handwerken eerst sedert be
trekkelijk kort gegeven wordt op de doel
treffende wijze waarop het thans hier is
ingericht.
Ons dunkt, dat deze poging wel in
stemming moet vinden en daarom bren
gen we ook gaarne het verzoek van
mej, Eijkenaar over om te vragen om
giften, liefst in naturawat katoen of
linnen, wat wellen goed om te leeren
verstellen, wat sajet of yvol om te brei
en, enz.
Die giften, groot of klein, aau haar
adres Havik, naast den heer Celosse
of aau ons bureau bezorgd, zal ze dank
baar aanvaarden en in de plaatselijke
bladen verantwoorden.
ten
„Met gekruiste Hemel, ducht de onthutste
dokter, en iets vreeselijks begon hy te vermoeden.
Zou dat arme, ongelukkige, dat engelachtige -jonge
wezen, waanzinnig zijn?
„Maar u maakt toch niet zelf de broeken en jassen
niet waar? Want dat vind ik vreeselyk,ging zij
vroolyk pratend voort.
„Neen," antwoordde Otto en schoof onwillekeurig
een klein eindje van haar af. Maar neen, Goddank
ze was niet waanzinnig, ze bedoelde misschien iets
anders
„Nu goed," zei het jonge meisje ironisch. „O, ik
vergat ook, dat u geen snijder, maar een dokter is,
lui, hal"
„Daar is ze weder met haar snijder!" zei Otto
weer ontsteld in zich zelf. „Ik moet zekerheid heb
benik moet haar onderzoeken," vervolgde hjj zijn
gedaehtengaug. „Waarde juffrouw," sprak hjj luid,
„laten we niet over den snijder praten, vertel u iny
nu liever iets over u zelf. Spreek zoo tegen me nis-
of ik nu werkelijk uiv dokter ben, een dokter voor
uw gemoed, voor uw hart, voor uw ziel,"
„Sapperloot, dat gaat gauw," lachte Roosje. „Nu
goed, uaugenomenAls u werkelijk mijn dokter
was, dan zou il: tot u zeggen.
„Nu wat dan vroeg Otto nieuwsgierig.
„Dat u- mjj als dokter beter bevalt dan als iets
anders en dat ik voor myn geheele leven geeu an
deren arts zou wenschen dan u
„Juffrouw Roosje, u doet my beschaamd staan
door uw goedheid u u ik weet niet wat ik
zeggen zal oiu niet te voel te zeggen, ik smeek u,
ga door; eljc woord van u is voor mjj van het hoog
ste gewicht!"
Terwijl Otto deze woorden op diepen, mnigon
toon sprak, had hij tegelijkertijd haar hand in de
zijne genomen, en zij antwoordde lachend, terwijl
zij volstrekt geen moeite deed haar hand terug te
trekken.
De Tweede Kamer heeft met 52 tegen
12 stemmen het Conversie-ontwerp aange
nomen en is vervolgens tot nader bijeen—
roeping geschieden.
De Hooge Raad heeft arrest gewezen
in de vordering van een meubelmaker t.e
Rotterdam tegen een smid te Haarlem, tot
betaling van f625 wegens huishoudelijke he-
noodigdheden en levensmiddelen, ten behoe
ve van gedaagdes te Rotterdam verblijfhou-
dende vrouw, welke vordering door de recht
bank te Haarlem en bet hof te Amsterdam
werd toegewezen, doch waaromtrent gedaagde
zijn aansprakelijkheid ontkende.
De Hooge Raad heeft echter de veroordeeling
gehandhaafd, in hoofdzaak op grond dat,
indien de vrouw handelingen doet en ver
bintenissen aangaat die onder den regei
van art. 146 Burgerlijk Wetboek vallen, zij
verondersteld wordt, de bewilliging van haai
man bekomen te hebben en dus den man
verbindt,
Daar de koers van den franc in Neder-
landsche munt volgens de thans geldende
tarieven met Belgie en Frankrijk slechts 471/4-
cent en dus zeer onvoordeelig is voor de
Nederlandsclie spoorwegmaatschappijen, wer
den deze door ile Regeering gemachtigd dien,
te beginnen met 1 Januari a. s., te brengen
op 48 cent voor francozendingen van Neder
land naar België of' Frankrijk eu voor onge-
liiinkeerde zendingen in omgekeerde richting.
In den ouderdom van 79 jaren is te's Gra
venhagen overleden de gep, luitenant-gene
raal der artillerie J. H. Frankamp, die een
eervolle millitaire loopbaan heeft volbracht,
welke hij van den Iangsten graad aanving,
nl. als kanonnier 2e klasse bij het 3e bat-
taljon veld-artillerie, terwijl hij in de jaren
1831—1834 in de vesting Maastricht deel
nam aan den krijg in die jaren. In 1872 werd
hij luitenant-kolonel, en eenige jaren later
kolonel-commandant van het 2e regiment
vesting-artillerie. In 1878 werd hij benoemd
tot commandant van hel wapen der vesting
artillerie, en 1 Juli 1879 tot generaal-majoor.
In 1881 werd generaal Frankamp gepen-
siouneerd met den rang van luitenant-gene
raal. De overledene was o.a. ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
Tegen een jongen uit Boskoop, die een
reeds gebruikten postzegel van 5 cent van
het sternpelmerk ontdeed en als ongestem
peld weder gebruikte, vorderde. Jiet Openbaar
myn hand, ik verzoek u mijn pols to voelen. Kom',
doe dat dan I" voegde zij er eeDigszins gebiedend
Otto voelde haar den pols en een onbekend za
lig gevoel maakte zich van hem meester; een reine
muziek zong in zijn ziel. Het was hem onmoge
lijk de polsslagen te tellen.
„Nu, gaat het goed, dokter Ik ik hoop het
toch I" zei hot jonge meisje lachend eu zij bloosde
daarbij weer een weinig. „Maar laat nu myn hand
maar weer los, dokter, ik geloof, dat u nu wel
weteu moet of de pols goed slaat of niet!"
„Jawel, maar niet zonder honorarium voor myn
bemoeiing te hebben geïnd," riep Otto vol vuur,
en zichzelf vergetend drukte hij hartstochtelijk een
kus op de hand, die in de zijne rustte.
„O I nog niet zoo I" zei Roosje, een beetje ver
schrikt, terwijl zij snel haar hand terugtrok. „U moet
mo beloven, dat te zullen laten tot
„Tot vroeg Otto ïiiouwsgierig,
„Nu ja, tot papa komt," antwoordde Roosje met
een pruilend iipjo en een beetje beschroomd
„Tot papa komt Otto was éen en al verwoa-
ring en hij zag haar strak aan, als geloofde hij niet
goed gehoord te hebben. „En dan?" vroeg hij,
„Ja da,n", zei Roosje en kleurde nog een beetje
Ministerie bij Je rechtbank te 's-Graveohage
f10 boete of 10 dagen hechtenis, nog-eea
lichte straf met het oog op de jeugd van
be klaagde.
De Rijnbode deelt mede, dat de heer J. C,
van Arkel, te Oudshoorn, de laatste hand
heeft gelegd a$n een door hem uitgevonden
stoommachine, die met 50 pet. minder ko-
lenverbruik en aanmerkelijk kleiner ketels
hetzelfde effect zou sorteeren. Dat zou nog'
al een vinding van beteekenis zijn. Voor
groote stoombooten, bijvoorbeeld die, wel-.-
Ice van het vasteland op Amerika varen, een
besparing van' duizenden guldens op elke
reis.
HetRotterdamsch Nieuwsblad, dat ook
iu deze zaak zeer actief was, verspreidde
Maandagnamiddag met betrekking tót
den moord op den 10 jarigen scholier
Hoogsteden een bulletin, volgens het
welk Zaterdag zekere W. M-, venter van
beroep en af komstig uit Gouda, in dron
kenschap te Schoonhoven uitdrukkingen
had gebezigd, in verband met den moord.
Hij werd gearresteerd en door den Bur
gemeester in verhoor genomen.
Naar Rotterdam overgebracht, heeft,
hij aan den substituut-officier van justitie
mr. Dijckmeester bekend den moord' te
hebben gepleegd.
Hij is uaar de strafgevangenis aan
den Noordsingel overgebracht
Het behoeft wel geen betoog, dat bet boven
staande, waaraan we Dinsdagochtend nog
zooveel mogelijk per bulletin ruchtbaarheid
gaven, door de groote bladen wordt tegen
gesproken, hetgeen echter niet veel bewijst.
Dinsdagmiddag ontving het R.N. bet vol
gend telegram uit Schoonhoven
Willem Melse, geboren Middelburg, reizend
koopman, gaf zich Zaterdagmiddag in be
schonken toestand bij de politie te Schoon
hoven aau. Hij verklaarde niet langer te
kunnen zwijgen, dat hij schuldig was aan
den moord op den jongen Hoogsteden. Hij
gedroeg zich zeer onhebbelijk en werd ter
stond opgesloten in hot arrestantenhok. Na
ongeveer 3 uren, toen hij zeker nuchter was
geworden, heelt .hij brutaal volgehouden,
medeplichtig aan den moord te wezen. Onder
meer zeide hij »lk ken Van Berkel sedert
jaren uit. Moordrecht. Ik moest hem toch
een handje helpen, 't Is geen kunst een jon
gen te vermoorden."
Zondag werd hij bij herhaling langdurig
verhoord door den Burgemeester. Toen ont
kende hij. Enkele letters van zijn schrift
meer dan te voren, „dan
ja als u
erg aardig is, dan zal ik zien," giug zij na een oogen
blik te hebben gestotterd voort, weer even vrijmoe
dig Bprckend als zij steeds bad gedaan
Otto wist nu niet meer wat er met hem ge
beurde. „Juffrouw Roosje, myn hoofd draait mo I"
riep hij uit, en hij geloofde een oogenblik, dat hij
zijn zinnen kwijt washij verbeeldde zicli een
prins te zijn cu zich in een sprookjeswereld, te be
vinden. „Heb ik, goed gehoord", ging hij voort,
„luag ik hopen, mag ik 't wagen met uw papa te
spreken
„Mijn vader is niet thuis", autwoordde het jonge
meisje, half schalksch, half verlegen. En „dat vader
niet thuis, is, .veet u ook wel, anders was u zoo d'rect
niet hier gekomen, tenminste niet op die wijze I
Vader is gaar buiten vanmiddag komt, hij terug.
ik heb heb u gezien, en
„Roosje en?" riep de dokter In verrukking
uit en vertrouwde zelf niet wat hij zag. „Neen
vroeg hij.
Roosje sloeg haar blik neer, ze boog haar kopje,
bief daarna de mooie blauwe kjjkers weer even om
hoog en zei, zacht, verlegen, schalksch, hartelijk
lachend, schuchter, liefdevol en wie weet hoe nog
meer„Ik wil je toehooren."
Eeu oogenblik stond de jonge dokter nog in twij
fel eu toeu, alsof een electrischc vonk zijn hart in
lichte laaie deed zetten, riep hij vol hartstocht, vol
vreugde uit: „Roosje, engel" en togelijkertyd opende
hij de armen en drukte het mooie kind aan zijn
borst, bedekte haar gelaat met brandende kussen
en geloofde, dat de jongste dag aangebroken was
en dat hij in het Paradys zweefde.
„Neen. neen, zoo nog niet", riep Roosje eideljjk
uit nadat zij. eerst had toegelaten dat hij haar kuste,
zonder dat ztj zich uit zijn omarming losmaakte.
„Nu is 't uit Herman," ging zij voort, „je maakt
me boos, als je zoo wild bent
„Herman Otto heet ik lieveling" verbeterde de
dokter,
„Otto vroeg zij verwonderd. „Ik dacht Herman 1"
„Neen, dr. Otto Raupensteeher," antwoordde hij
lachend.
„Och, nu genoeg daarvan, je maakt me nu wer
kelijk boos," riep Roosje een beetje kwaad uit. „Je
ziet toch wel, dat ik alles weetspeel nu niet langer
oomedie. Als je dat nog langer blijft doen, "maalt
je me verlegen en kwaad 1"
Wordt vervolgd.)