Donderdag 21
Mei 1896.
Den Eult bij Baarn.
No. 4564,
45e Jaargang.
Een noodlottig geheim.
Binnenland.
Uitgave
Firma A. H. VAN CL EE FF
Verschijnt Maandag-
per post '1.15. Ah
3 r
te Amersfoort.
Dondurdugnainiddag niet gratis Zondagsblad. Abonnement per 8 maanden/l.Franco
v.:-3r|t alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor het binnenland 50 et. per
eu- Ad verten tien 10 regels 60 ct.elke regel meor 10 cl. Groote letters nnar plaatsruimte. Legale-,
oilicieele- en ontcigeniugsudvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij advertentiëu van buiten de stad worden de incasseerkostcn in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 56
Telephoou 19.
In verband met liet PINKSTERFEEST
/.al liet velgend nummer van dit blad
ZATERDAGAVOND verscliijnpn.
Beleefd verzoek, de voor dat nummer
bestemde adverteutiën in te zenden vóór
ZATERDAGOCHTEND tien uur.
KENNISGEVING.
Do BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet, op tlo nrtt. 3Q8810 van het algemeen
politie-regleraent dezer gemeente;
Brengen ter kennis van de belanghebbenden,
dat ecne keuring van rijtuigen der voerlieden
en huurkoetsiers door ilcn heer Commissaris van
politie, bijgestaan door twee deskundigen, in de
stallen der eigenaren zal gehouden worden op
Woensdag den 27. Mei e. k„ en zoonoodig daarop
volgende dagen, terwijl op Woensdag den 3. Juni
aanstaande ter zelfde plaatse eene naschouw zal
geschieden van rijtuigen, aan voornoemden Corn-
toissaris tijdig op te geven, welke op eerstgenoem-
den tijd niet kunnen worden vertoond.
Amersfoort, den 19. Mei lsllli.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester.
F. D. SCHIMMEIiPEXNIXOK.
De Secretaris,
W. L. SCIIKLTUS.
i.
Als men vóór weinig jaren, uit Amers
foort komende, den bosclnaud van liet,
Koninklijk domein Soestdijk genoeg na
derde om daar een en ander te onder
scheiden, viel het gedenkteeken het eerst
in 't oog, dat opgericht werd aan het
uiteinde van de Koniugslaan. Deze ligt
tegenover het Paleis en geeft van daaruit
een vergezicht op de Eem, en toen deze
voormaals een belangrijke handelsweg
was, die de spoorwegen in aanzien hebben
verminderd, was daar een druk vertier.
Deze laan is daarom reeds uit de zeven
tiende eeuw en heet dus oorspronkelijk
naar den Koning-Stadhouder die in 1674
de hofstede van den Amsterdamscken
burgemeester De Graeff kocht, welke de
kern is vau het vermaarde Soestdijk.
Iets meer naar de rechterzijde ligt een
kleine boerderij en niet ver van deze zag
men een vierkant landhuis met twee
verdiepingen en groote boomeu daarvoor
Feuilleton.
zooevcn lady Chatterly thuis ge-
Jn.
Ik zag u voorbijgaan en ik hel) gewacht tot.
gij terug zouilt koeren.
De gravin heeft er zich vanavond over verwon
den!dat zij u nog in hot geheel niet gezien heeft.
Ik geloof niet, dat zij daar verlangend naar is.
Waarom niet?
Zij is een aanzienlijke daxnewelk belang zou
zij iu een eenzamen vreemdeling stellen?
Mensehen die op het platteland wonen, stel
len onwillekeurig belang in elkaar, merkte Ken
neth op.
Zij stonden reeds voor het bek van Cöpsleigh.
March opende het en nam zijn gast moe naar zijn
kamer, een groot gezellig vertrek, dat goed ver-
wavmd was.
liet water stond op een spiritusvlam te koken en
weldra dampte de punch in de glazen en hadden
March en Kenneth hun pijp aangestoken.
liet kou den scherpen blik van Ford niet lang
ontgaan, dat zijn gastheer tamelijk opgewonden was.
March kon niet stilzitten, onrustig schoof hij op
zijn stoel heen en weer en eindelijk sprong hij op
en liep de kamer op en neer.
ik moet met iemand spreken, anders zal ik
nog krankzinnig worden! riep hy uit. Mr, Ford,
kunt tl een geheim bewaren en mij raiulgeven
Het eerste beloof ik u plechtig, zeide Ken
neth. en wat het tweede betreft, ik wil er mijn
best toe doen, hoewel ik niet kan begrijpen, in
welk opzicht u mijn rand noodig hebben.
geplant, die wel even oud konden zijn
als liet huis zelf.
De naam dezer plaats is boven dit
artikel geschreven en het zal blijken, hoe
deze samenhangt met dien der aangren
zende boerderij.
Het doel dezer regelen is niet eene
geregelde geschiedenis te geven van den
Eult, doch ik wenschte, na eenige aan
wijzingen van dezen aard. met weinig
woorden aan te toonen, hoe ook deze
kleine buitenplaats een herinnering op
levert aan bekende personen niet alleen,
maar ook een onzer groote mannen doet
aantreffen op het keerpunt van zijn
grootheid en zijn levensgeluk, namelijk
den Raadpensionnaris Jan de Witt in
betrekking tot de aanverwanten zijner
vrouw, Weudela Bicker.
Zooeven werd gesproken van burge
meester De Graeff, wien wij misschien
wel eens een bezoek willen brengen op
zjjn hofstede, die nu Soestdijk heet. Hij
had een zuster Agneta, die sedert 1653
weduwe was van burgemeester Jan Bicker.
Zij haddeu drie dochters die wij moeten
vermelden, en wel in volgorde van hun
huwelijken, die ons onderwerp aangaan
Geertruyt was 20 jaar, toen zij trouwde
met Jan Deutz, een rijk kooptnan, die
14 jaar ouder was dan zij; zijn vader
kwam uit Keulen en ontleende misschien
zijn familienaam aan de plaats, aan den
overkant van den Rijn gelegen, en waar
het geslacht wellicht behoorde tot de
uitgewekenen om geloofszaken. Dit echt
paar houden wij in 't oog.
De tweede dochter was Weudela, 19
jaar oud en vaderloos bij haar huwelijk
in Februari 1655, dus slechts enkele
weken na de bruiloft van Geertruyt
zij werd de gade van Mr. Johan de Witt,
den eersten staatsdienaar van de Repu
bliek. Eigenaardig is de trouwakte eerst
geteekend door de bruidde bruidegom
zette zijn doorluchtigen naam daaronder.
Dat heette toen hoffelijkheid en werd
gaarne iu achtgenomen door jongelui van
goede manieren, en De Witt, met al zijn
vastheid van karakter iu Staatszaken,
was ougemeeu buigzaam in zaken van
wereldschen aard. beminnelijk voor de
dames en een eerste danser. Maar wel
v dood las.
Ja zeki", ik heb raad noodig en niemand kan
mij dien geven dan gij. Zeg mij eens, is lady Chat
terly gelukkig
Kenneth schrikte.
Hij richtte zich trotsch op en zeide op stroeven
Het is mijn gewoonte niet, niet vrieud-n over
dames uit mijn familie te spreken, mr. March.
Wees niet zoo bits tegen mij, mr. Ford; er is
eens een tijd geweest, waarin ik geen vreemde was
voor Gertrude Monkton. Zij heeft hier wellicht
nooit over mij gesproken, maar toch heeft zij mij
eenmaal boven alles ter wereld lief gehad. Ik wist
het toen niet. maar later heb ik het bespeurd. Zij
had mij zóo lief, dat zij zich om mijnentwille aan
lord Chattel! v verkocht.
Gij zijt toch nietgij kunt toch niet
haar broeder zijn
Ja, ik beu Cecil Monkton. Ik ben m Nortli-
shirc gekomen om te onderzoeken of mijn zuster
ecu gelukkige vrouw is, bij den rijkdom die haar
ton deel is gevallen en den rang dien zij thans be
kleedt. Ik wilde zoo gaarne weten of er nog een
plaatsje voor haar broeder was overgebleven.
Maar ladv Chatterly gelooft, dat gij dood zyt!
riep Kenneth verbaast uit. Zij heeft mij zelf ver
teld, dat zij drie jaren nu haar huwelijk
koloniale courant liet bericht
Cecil schrikte.
Dat moet een valsch bericht zijn geweest, riep
hjj uit.
Hoe is dat mogelijk
Oik begrijp er alles vanGertrude maakte
zich ongerust, omdat zij niet van mij hoorde, en
haar echtgenoot, die haar klagen moede werd, zond
dat berichtje aan een der couranten, ten einde zoo
doende alle hoop van zijn vrouw op mijn terugkeer
te vernietigen.
Wacht een oogenbhk eer ge hem veroordeelt,
zeide Kenneth. Ik ben volstrekt geen vriend van
1 lord Chatterly, maar hoe kan iemand, die in En-
dra stak een poëtische storm op tegen I
deze wijze van voorrang te geven aan
de tweede contracteerende partij. Men
rijmelde er maar op los en van alle kanten
klonk het: „Mans hand hoven!" zoodat
deze galanterie niet lang iu gebruik bleef.
Jacoba Bicker, de derde in het zustertal,
huwde Pieter de Graeff, wederom een lid
van de familie der moeder. Bij het
huwelijk, dat in 1662 op het huis llpen-
dam werd gevierd, trad De Witt als ge
legenheidsdichter op men lierinnere zich,
dat van zijn hand ook eenige tooneel- 1
arbeid bestaat. De beide, als laatstge-
huwden hier vermeld, namen (1e zorg op
zich voor de opvoeding der verweesde
kinderen van de vroeg gestorven Weudela
en van haar deerlijk vermoorden echt
genoot.
Jan Deutz en Geertruida Bicker be
gonnen reeds in 1657 in de buurt der
landhoeve van burgemeester De Graeff
(d.i. liet tegenwoordige Soestdijk) gronden
aan te koopen, die langzamerhand tot
eeu buitenverblijf aangroeiden, en waarop
een zomerverblijf gebouwd werd.
Destijds heette deze plaats „Deutzen-
hof," gelijk Soestdijk toen „de hofstede
van De Graeff' heette. De buitens die
geen leengoederen waren, heetten trou
wens veelal naar den eigenaar de lan
delijke bevolking noemde de landhuizen
veelal naar den bewoner, en van deze
zouden zij eenvoudig gezegd hebbenDe
Graeff en Deutz. Vandaar dat in de na
bijheid een plaats gevonden werd, Bar-
tolotti genaamd, waar later de staatsman
Van Beuningen in waanzinnigen toestand
woonde met zijn niet weinig besproken
echtgenoote Jacoba Bartolotti.
We komen weldra terug op hetgeen
deze plek eeu geschiedkundige merkwaar
digheid doet zijn.
(Slot vohjt.)
%TJ till
De Maandagavond laat ontvangen mail
bracht berichten en telegrammen aangaande
de krijgsbedrijven tot21 April, alle eeliter in
hoofdzaak reeds hekend.
Nieuw is daarin de treurige bijzonderheid.
bericht i
sen koloniaal blad
geland wo
O! dat is volstrekt niet moeilijk! Men zendt
eenvoudig het bericht niet een bedrag in geld over,
dan wordt hol opgenomen en doet zijn werk.
En denkt gij werkelijk, vroeg Kenneth met
in de wereld zou gezonden hebben,
haar diepbedroefd maakte
Zie advertentie Alineloo,
4e pagina van dit nummer.
dat bij den toch al zoo zwaren tocht naar
Senelop, een granaat uit onze kanonnen in
de Europeesche compagnie van het 12e bat-
taljon viel, fuseliers doodde en 4 man
zwaar kwetste.
Herhaaldelijk zijn onze troepen hy Sene
lop handgemeen geweest met den vijand,
die verscheidene klewangaanvallen deed. Een
kanon van de bergartiilerie inoest dienten
gevolge in de handen der Atjehers worden
achtergelatenhet werd evenwel door de
marechaussees heroverd, die verscheidene
hunner tegenstanders den kop afsloegen.
Met uitzondering van de te Lam Soet bi-
vakkeerende troepen kwamen de laatste af-
deelingen eerst te middernacht in den kraton
terug, na van des ochtends vier uur in actie
te zijn geweest.
Generaal Deykerhoff, die een éénjarig ver
lof wegens langdurigen dienst heeft gekregen,
is 20 April uit Atjeh naar Padang vertrokken.
Overste C. P. J. van Vliet blijft chef van
den staf, overste J. B. van Heutz is benoemd
tot plaatselijk commandant van Kota-Radja,
en overste Ugen tot plaatselijk commandant
van Olelt-leli.
De Javabode meldt
«Dit is zeker, dat als Lam Koenjit mocht
worden ontruimd, het met eere ten onder
zal zijn gegaan. De verdediging van dit
povere postje door luitenant Creutz Lechleit-
rter wijst, op een moed, een trouwe plichts
betrachting en een beleid, die bewondering
afdwingen. Alléén als officier daar zijnde,
doorwaakte hij eiken nacht, gedurende het
geheele beleg het woord is niet overdreven.
Zoo werd in den nacht 4 op 5 April een
der bastions in waarheid bestormd, en ware
liet niet dat het stuk met een kartets gela
den was, de aanval hadde ons noodlottig kun
nen zijn."
Aan liet Handelsblad werd Dinsdag geseind
«Lam Djamoe wordt door den vijand be
schoten. Het weder is nog ongunstig. Er
zijn vele zieken.
«Algemeen wordt gezegd, dat met de ope
raties tegen Toekoe Oemar een begin zal
gemaakt worden op 25 Mei. Wij zijn zeer
op onze hoede. De vijand heeft overal sterke
bentings opgericht."
De correspondent der N. Rott. Ct. seinde
gister uit Batavia.
«De vijand beschoot onze posten Lam Tih
en Lam Djamoe, maar werd door een ka-
nonnade van onze zijde verdreven."
Met het oog op de omstandigheid, dat den
1. Juni aanstaande voor de Rijkspostspaar-
Hij heeft misschien gedacht, dat zekerheid
beter is dan onzekerheid en dat, daar men niets
meer van mij hoorde, ik wel dood zou zijn, zooals
hij het zoo vurig wenschte.
Maar ik kan niet begrijpen, waarom gij nooit
aan uw zuster geschreven hebt.
Ook dat wivfr.het werk van lord Chatterly. Hij
zeide. dat zijn vrouw niet. met bedelbrieven moeht
worden lastig gevallen en dat, wanneer ik geen for
tuin maakte, hy liever had, dat hy en zyu vrouw
nooit meer iets van mij hoorden.
Die ellendeling!
Ik ben even vier als hij, al draag ik geen
graventitel eu ik autwoorilde hem met een eed.
dat zij beiden nooit meer iets van mij zouden hooren,
zoolang ik een rijk man was geworden. Op den dag
dat ik in Augustus' laatstleden te Londen aankwam,
lucide ik iu eeu restauratie iu de city cn hoorde daar
toevallig mr. Hurst over lord Chatterly spreken.
Horst zeide, dat do gravin de mooiste vrouw uit.
liet graafschap was, maar tevens de ongelukkigste.
Daarop nam ik mijn besluit. Ik wilde onbekend
hier komen om te zien hoe de zaken stonden.
Rn lady Chatterly liccft u nog niet gezien?
Neen. Wanneer zij zich de dagen van vroeger
herinnert, dan moet zy mij, ondanks de verandering
die mijn uiterlijk iu die tien jaren heeft ondergaan
terstond herkennen eu ik wilde haar niet eer ont
moeten, vóór ik de waarheid had vernomen.
Kenneth zag Cecil angstig aan. Ter wille van Ger
trude verheugde het hem, dat de langvermiste terug
gekomen was, maar wanneer Monkton, ervoer hoe de
zaken op het kasteel stonden, dan kon dat een
vrceselyk schandaal ten gevolge hebben.
Ik kan u vertrouwen, ging Cecil voort, geef
my raad, moet ik mij aan niyn zuster bekend maken
of haar op reis laten gaan, naar liet vasteland
zonder dat zij vermoedt, dat haar broeder nog
leeft
Gij moet liet haar zeggen, antwoordde Ken
neth Ford driftig, liet zal het beste bericht zijn dat
men haar brengen kan, tuanr wanneer het mogelijk
is, moet gij het aandeel, dat haar echtgenoot inliet
valsche bericht van uw overlijden had, voor haar
verbergen,
Gelooft gij dan. dat zij hem zoo Hef heeft, dat
zij er zich ongelukkig door zal gevoelen?
Kenneth antwoorde niet.
Ik ben thans een ryk man, ging Cecil Monk
ton voort met zachte stem. Ik ben niet zoo rjjk
als lord Chatterly, maar ik heb een jaarlijksch in
komen van tienduizend pond en dat zal wel vol
doende zijn om Gertrude en de kleine onbekommerd
te doen leven, wanneer zij haar echtgenoot veriaten
en bij mij bescherming zoeken wilde.
Dat zal zij noot doen.
Ik kan van bier vertrekken en haar naar een
plaats brengen waar niemand baar ooit gekend
beeft. Het kind houdt reeds veel van mij; ik ge
loof wel, dat ik beiden nog gelukkig kan maken.
Zij kan Chatterly niet beminnen, want algen.„en
egt men, dat zij de ongelukkigste vrouw geheel
Northshirc is en dat haar echtgenoot zijn eenig
kind haat.
Kenneth legdesinet bijna broederlijke genegonheid
de liand op den schouder van Cecil,
Wordt vervolgd).