Maandag 29
Juni 1896.
No. 4575,
45e Jaargang.
Amersfortiana.
Een noodlottig geheim.
Binnenland.
Uitgave
Firma A. H. VAN CL E E FF
te Amersfoort.
Verschijnt Mumuiag- en Londerdagnamiddug niet, gratis Xm ijsblud. Abonnement per 3 maanden ƒ1.Franco
per post 1.15. Abonnement alloon op liet Zondagsblad voor mersfoort 40 ct., voor het binnenland 50 ct. pei
8 maanden. Ad venen tiën 16 regels 60 et.; elke regel meer 10 ct. tiroote letters naar plaatsruimte. Legale-,
ollicieële- en onteigoningsadvert. per regel 15 et. Heclamos por regel 25 cl, Aftonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij ad verten tiën van buiten de stad worden de inoasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGBACHT56
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
Do GRIFFIER der Staten van UTRECHT,daartoe
door de Gedeputeerde Staten van dut gewest ge
machtigd. brengt ter kennis van bolaugliebbeuden,
dat de ontwerpei! van begrooting der kosten van
het Provinciaal Bestuur, voor zooveel bet Rijksbestuur
is, en der enkel provinciale en huishoudelijke in
komsten en uitgaven, beide dienst 1807, met de
memoricit van toelichting, alsmede de rekening en
verantwoording wegens laatstgemelde inkomsten en
uitgaven over het dienstjaar 1894, ingevolge (leartt.
108 en 119 der Provinciale wet, verkrijgbaar zijn
gesteld ter Provinciale Grillie van Utrecht tegen
betaling van 15 cents voor de eerstgemelde en 50
cents voor de lnalstgemelde begroeting mot memorie
van toelichting, on van 50 cents voor de rekening
en verantwoording.
Utrecht, den 22. Juni 189G.
De Griffier der Staten voornoemd,
C. R. MER KUS,
IV.
in 1637 kocht Michiel Pauw, heer van
Achttien hoven, (de voormalige ridderma
tige hofstede), Heiligenberg van den
eigenaar, den heer van Rtjnswoude voor
de som van 14000 gulden. Den 19
April 16S0 komt voor als eigenaar van
Heiligenberg en Asehat heer Ernst Jacob
baron De Petersen (Resolutieboek). Hij
wordt daar genoemd „de hooeh lid. wel
geboren heer Jacob baron Van Petersen,
heer van Engelen bureli, Aschat en Heili
genborg, Raad-G-eneraal, Commissaris etc.
etc., van zijn Vorstelijke Doorluchtigheyd
van Hannover en Bisschop tot Osuabrugh"
Er werd aan De Petersen en zijn familie
de vrije passeringe en repasseringe toe
gestaan door den Doom, staende voorde
brugge van groote Triesjenspoort, welke
boom volgens resolutie van den 24sten
Februari 1679*) gesloten moest blijven.
Door tusschenkomst van dezen baron De
Petersen is de Augsburgsche confessie
binnen Amersfoort toegestaan. (Brieven
1702, 10 Mei.)
In 1718 komt voor als eigenaar van
Heiligenberg Jan Agges Scholten. Met
dezen, of liever met diens erfgenamen,
kregen de Regenten van St. Joris groote
moeilijkheid. Aan baron De Petersen was
namelijk in St. Joris eeu gestoelte of bank
In dat jaar werd volgens hetzelfde besluit de
brug buiten de groote Triesjenspoort vernieuwd.
Feuilleton.
De l
ging v
mie een station binnor
toegestaan, waarin plaatsen waren voor
acht personen. Baron De Petersen had j
insgelijks vergunning verkregen om zijn
wapen boven die bank te plaatsen. Aan
Jan Agges Seholten, die de ambachts- i
heerlijkheid van Aschat en Heiligenberg i
gekocht had, was door de Regenten van j
St. Joris geaccordeerd de possessie van j
dezelfde bank of stoel, eertijds door baron j
De Petersen bezeten. Ook werd hem, tegen
storting van een som van 350 gulden,
vergunning gegeven, om zijn wapen voor j
de bank te plaatsen. Jan Agges Scholten
was echter te zijner tijd (omstreeks 1770) i
overleden, na bereids verscheiden jar^n
te voren de huizinge en hofstede de Hei- j
ligenberg verkocht te hebben, die sedert
afgebroken en gedemolièert is. De Regen
ten van St. Joris meenden, dat na zijn
dood het gestoelte weder aan de kerk
vervallen was, zooals zulks altijd omtrent
andere banken in die kerk na het over
lijden van degenen, die dezelve gemaakt
hadden, plaats had en ook costumier was.
Maar de zoon of de erfgenamen toonden
zich niet bereid, om afstand van de bank
te doen. De Regenten wendden zich 2 Isteu
Juni 1773 tot de Magistraat, met het ver
zoek de meening van den Raad te uiogeu
vernemen. Een commissie werd benoemd,
maar het schijnt, dat deze niets in de
zaak ten uitvoer gebracht heeft.
In 1783 en 1788 wendden zich de Re
genten opnieuw tot den Raad. Toch had
den reeds in 1772, 19 September en 19
October, twee rechtsgeleerden, G. Mun-
nicks en Jan Both Hetidriksen, schriftelijk
advies uitgebracht, volgens hetwelk het
gestoelte niet aan de erven, maar aan de
kerk toekwam.*) Er werd in 1788 op
nieuw een commissie benoemd, om de
taak te behandelen. Het staat wederom
niet vermeld, wat die commissie gedaan
heeft, maar iu 1795 vindt men opgetee-
keud, dat door den Raad der gemeente
op den 8sten Juni geresolveerd werd, dat
„het Wapen boven de zogenaamde Hei-
ligenbergerbank zal worden weggenomen,
en dat extract dezer resolutie aan Regen
ten van St. Joris zal worden toegezonden,
n zijn vvo te Salton. Ik hoop, dat u
zich iu uw nieuwe woonplaats spoedig thuis zult
gevoelen, miss Charles. Daily Chatterly zal u eens
spootlig komen bezoeken.
Mv. Cartwright was zelf aan liet station om de
nieuwe orgauiste uf te halen, ilet verwouderde Bea
trix. toen zij zag hoe koel de graal' en de predikant
elkaar groetten. Zij zelf voelde zich niet lord Chatterly
al op vertronwelijken voet.
Jim glimlachte.
Mijn lieve miss Charles, zeide hij, naar men
algemeen hier in den omtrek zegt, is de graal nooit
voorkomend jegens vreemden. Ik heb nog niemand
in de gebeele gemeente ontmoet, die den graaf wel
gezind was, terwijl zijn vrouw zoowel door arm als
rijk op dc bander wordt gedragen.
Zij heeft mij' ook veel beter bevallen, maar
dut noemt toch niet weg, dat hij zeer vriendelijk
jegens mij was, antwoordde Beatrix. Ik heb de go-
lieelo reis in hun gezelschap gemaakt en hij is
zóu voorkomend voor mij geweest, alsof ik aan zijn
bijzondere zorgen was toevertrouwd. Hij bood mij
zelf aan om. wanneer u mij niet van liet station
zoudt afhalen, mij in zijn rijtuig thuis te brengen.
De jonge predikant keek haar ^ïuet verbazing
nan.
Ik moet li gelukwensten, miss Charles, zeide
hij, of men moet lord Chatterly tegen mij belasterd
nebben. Ik beken, dat hij op mij geen gunstige»
indruk heeft gemaakt, maar het zal mij aangenaam
zijn, wanneer ik mij vergist heb. Zoonis van zei
ten einde dezelve aan den eigenaar van
gemelde bank te communiceren." Het
ligt voorde hand te besluiten, dat de erven
van Agges in het rustig bezit van de bank
gebleven waren. Adlineam. In ieder geval
is het zeker, dat omstreeks 1740 of 1750,
misschien iets vroeger of later, het toen
malige huis te Heiligenberg afgebroken is.
Verscheidene jaren geleden werd mij
medegedeeld, dat oudtijds het huis te
Heiligenberg gestaan heeft in de weide,
door een vrij breede sloot en den weg
gescheiden van de sloot en de weide met
de plaats, waar het huis in onzen tijd
gevonden wordt.
In 1579, toen Amersfoort door Utrecht-
sche benden belegerd werd, had graaf
Jan vau Nassau zijn verblijf op het huis
te Heiligenberg.
Het is de vraag, wie bovengenoemde
Michael Pauw geweest is, die in 1637
Heiligenberg gekocht heeft Van wien is hij
als kooper de opvolger geweest? Het
schijnt aannemelijk dat hij het goed op
zijn beurt verkocht heeft aan baron De
Petersen.
De familienaam Pauw is hier niet onbe
kend.
Den 12 Maart 1434 verkocht het ge
recht van Amersfoort aau Jacob Pauw
den Biescarap, naast welken Biescamp met
zijn land gelegen was Geryt Pauw, vau
welken Geryt twee zonen, Gijsbert en
Jan, vermeld worden. Jacob, die den
Biescamp gekocht had, vermaakte den
27sten April twee vierdelen van den bies
camp (op den hoek tot onser Stad wert)
aan de Viearie, die hij met zijn vrouw
te Gouda gesticht heeft. In 1491 werden
die twee vierdelen door belanghebbenden
verkocht, en werd in plaats daarvan ge
kocht anderhalve viertel lants, gelegen
buiten Corte Haerlem. In 1496 komt voor
Hendrik Pauw, raad te Schoonhoven zijn
weduwe verkocht in 1506 vijf morgen
land in Stolwijk. (Rekening van Nicolaas
Cobell van den Rentmeester van Schoon
hoven).
Iu Registeren (Sted. Archief) komt voor
op 8 Januari 1533 Emerentiaua Pauw,
Lambert Snoyen weduwe, wier goed ge-
spvoekt gnat u voor vanavond met mij mee tiaar
de pastorie; mijn vrouw wil, dat u vannacht bij
ons zult logeeren, dan kunt u morgen, by daglicht,
uw woning betrekken.
Maud ontving de jonge orgauiste zeer vriendelijk.
Zij leidde linnr zelf de pastorie binnen en zeide
haar, dat hot diner dadelijk gereed zot; zijn, zoodat
Beatrix geen tijd had om eerst nog toilette maken.
Er was buiten haar slechts den gast, die onver
wacht was gekomen en ook slechts in wandelcos-
luum was.
Maud zelf droeg een eenvoudig, lichtgrijs, zijden
kleed met een kanten kraag en kanten manchetten.
Zij zag er uit als het toonbeeld van een gelukkige,
jonge vrouw, maar bezat niets van de betooverende
schoonheid der jonge dame, met wie zij de eetzaal
binnentrad.
Daar zal een forsch gebouwd heer, die bij het
binnenkomen van dc dames dadelijk opstond. Mand
naderde hem, met Beatrix aim de hand en zeiilo:
Mr. Kenneth Ford, sta mij toe u miss Beatrix
Charles, onze nieuwe orgauiste, voor te stellen. Gij
heli iels met elkaar gemeen, namelijk, dat gij beiden
evenveel van muziek houdt.
Kenneth stuk haar de hand toe. Hij bemerkte,
dat het meisje vau hoofd tot voeten beefde, toen
zij haar hand in de zijne legde, maar dat schreef
hij aan bedeesdheid toe. Hoe had hy ook kunnen
vermoeden, welk een vreeselijke beteekenis zijn naam
voor haar had
Het diner werd onder een alledaagsch gesprek
gebruikt on aan het dessert, toen het dienstmeisje
i was heengegaan, zeide de predikant
I Ik moet u eens 'at vertellen, Kenneth, miss
Charles heeft eeu verovering gemaakt bij uw neef
I lord Chatterly. Zij zijn to zamen van Londen hier-
I heen gespoord en ile graaf heeft haar zelfs een
plaats in een rijtuig aangeboden, wanneer wij ver-
I gaten mochten hebben, haar van het station te
I halen
i Kenneth keek zijn tafelbuurvrouw verbaasd aan
heeten is Scedeler.
Het schijnt, dat er verscheidene fami-
liën in dien tijd bestaan hebben, die den
naam Paitmi voerden, maar elkander niet
in den bloede bestonden. In het Sted.
Archief (Chart, en Diplom.) komt ineen
oorspronkelijk stuk op 14 Februari en
29 Mei 1476 voor Thonis Pawe, met uit
hangend zegeleen pauw, rechts gewend,
met uitgespreiden, versierden staart, enz.
Wie weet omtrent Heiligenberg en de
familie Pauw iets meer mede tedeelen?
W. F. N. van ROOTSELAAR.
Amkiispoort, 24 Juni 1896.
Bezit u een tooverstaf, miss Charles? vroeg
hij. Mijn neef heeft anders een ware afschuw van
vreemden en hij vermijdt zooveel mogelijk met hen
in aanraking te komen.
Lord Chatterly is zeer vriendelijk voor mij
geweest en de gravin stelde mij voor, Fransche les
te geveu aan haar dochtertje.
Lady Pliillis, zeide Kenneth op ecu har tel ij ken
loon. Dat is een engel van een kind en volstrekt
niet zooals men andere jonge, rijke, verwende erfge
namen voorstelt.
Gelijkt zij op haar vader of op haar moeder
Eigenlijk op geen van beiden, maar zy heelt
de onmiskenbare familietrekken van haar vader.
Lady Pliillis is eeu Chatterly van top tot teen.
Na afloop van het diner werd er muziek gemaakt.
Hoe hemelsbreed verschilden de zang en het
spel van Beatrix met dat vau miss Hoskiu. Toen
Kenneth naar huis ging, moest hij bij zichzelf er
kennen, dat Cartwright er zeer verstandig aan ge
dacht had, miss Charles als orgauiste te Chatterly
te doen komen.
Lady Edith was nog op en wachtte haar zoon.
Welnu vroeg zij, hoe ziet miss Charles er uit?
Zjj is het mooiste meisje, dat ik ooit gezien
heb, antwoordde hij, eeu hoogst beschaafde dame,
en ook heeft zij een wonderschoone stem.
Lady Edith zag haar zoon met stralende oogen
Kenneth, zeide zy, ik ben verrukt over het
geen ge daar zegt.
Miss Charles is met Chatterly hierheen gereisd
en Reginald schijnt geheel met zijn stuursche ge
woonten gebroken te hebben, ging Kenneth voort,
alsof hij de bedoeling zijner moeder niet begreep.
Hij was buitengewoon beleefd tegeu haarzooiets
zou men van hem niet verwachten.
Neen, zeker niet, stemde lady Edith toe. Ik
zal morgen zelf naar liet kasteel gaan, ik beu nieuws
gierig of Gertrude vinden zal, dat Phillis gegroeid is.
Den volgenden dag regende het evenwel zóo hard.
ATiEH.
De correspondent der N. Rolt. Ct. te Ra-
tavia seinde Zaterdag
nGisleren werden tochten gemaakt naar
Senelop en Biloel, waarbij 3 minderen ge
wond werden.
»Toekoe Oemar heelt het hoofd der IV
Moekims gevangen genomen."
Het laatste is een herhaling van het vroe
gere, onduidelijke bericht.
Brengt men het eerste in verband tnet
hetgeen omtrent het opwerpen van bentings
te'Lepong bericht werd, dan blijkt, dat het
op Aljeh nog volstrekt niet uit is.
Havas bevestigt het in ons vorig nummer
meegedeelde bericht van Reuter.
Nieuwe nasporingen, in tegenwoordigheid
van den Nederlandschen gezant te Rome,
hebben tengevolge gehad, dat Woensdag '24
Juni te Padua een kleine kist (un petit colïVe)
ontdekt is, bevattende het. stoffelijk overschot
an den Prins van Oranje.
Het was besloten in een kleine looden kist,
begraven in den tuin naast de kerk der Ere-
mitani, bij het graf der gravin Von Fiir-
kenstein. De opgraving geschiedde in tegen
woordigheid van den prefect, den Nederland-
schelt gezant en andere autoriteiten. Omtrent
de identiteit bestaat geen twijfel.
Uit de tegenwoordige bevinding, in verband
niet de zeer kort geleden opgespoorde ge
gevens, volgt de diagnose, dat het lijk in
l82i, kort na een bezoek van 's Prinsen neef
en peet, wijlen Prins Frederik der Neder
landen, te Padua, om verdere hoogst onbe
tamelijke verwaarloozing en verontreiniging
te voorkomen (er werd, zooals.bekend is,
dut lady Edith niet kon uitgaan, daarop volgde een
ijskoude wind, zoodat eerst den derden namiddag
na den terugkeer van den graaf en de gravin, lady
Edith naar het kasteel kon gaan.
Alle herstellingen waren nu voltooid, het geld
was met volle handen uitgegeven en het kasteel
was zeer verfraaid, maar de rimpels in het voor
hoofd der bewoonster waren niet gladgestreken.
Lady Edith ontzonk de moed, toen ze Gertrude
welkom kuste.
Mijn lief kind, wat ziet ge er zwak en ziekelijk
uit, zeide zij, gevoelt ge u niet wol
Ozeker, ik hen volmaakt gezond, zeide Ger-
Heeft u dan een nieuw verdriet getroffen?
Lady Edith had op angstigen toon gesproken het
was nlsof zij een trek van lijden op het gelaat van
Gertrude had kunnen waarnemen.
Ik hoop het niet, antwoordde lady Chatterly.
Is Reginald thuis?
Neen, anders zou ik hem laten roepen om
hem te verzoeken u welkom te heeten. Hij is naar
Parijs vertrokken.
Naar Parijs herhaalde lady Edith verbaasd.
Ik meende, dat gy daar juist geweest waart.
Dal is ook zoo. maar Reginald heeft een por
tefeuille met bankpapier in ons hotel vergeten
eu nu is hij vertrokken om te trachten die terug
te krijgen. Gelukkig heeft hij de nummers van
alle bankbiljetten genoteerd, zoodal ik geloof, dat
hy niet veel moeite zal hebben ze terug te krijgen,
maar toch was hij over dit ongeval vreeselijk ont
stemd.
Dat kan ik mij best voorstellen, zeide de oude
dame, die de gierigheid van haar neef kende. Ger
trude, wanneer ge heden hij ons wilt komen dineeren,
dan konden wij het uw broeder laten weten. Dat
zou een prachtige gelegenheid voor u zijn, hem
ongestoord te kunnen weerzien.
Wordt vervolgd).