Donderdag 9
Juli 1896.
No. 4578,
45e Jaargang.
OP REIS.
Amersfortiana.
Een noodlottig geheim.
Binnenland.
Dit gave
A. H. VAN CL E E FF
te Amersioort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagnaniiddag met gratis Zot. gsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1.Franco
per post 1.15, Abonnement alleen op het Zondagsblad voor mersfoort 40 et., voor het binnenland 50 et. pet
3 maanden, Advertentiën 1—6 vogels 60 ct.elke regel meer 10 et. Groote letters near plaatsruimte. Legale-,
otticieële- en onteigeiiingsadvert. per regel 15 et. Reclames per regel 25 et. Afzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 5 6
Telephoon 19.
Wij zijn gaarne bereid om, tegen
vergoeding van het porto, aan geab-
bonneerden, die voorkorten of langen
tijd op reis gaan. de Amersloortscke
Courant en de bladen welke zij door
onze tussclienkomst ontvangen, na te
zenden.
Opgave van duidelijk adres is vol
doende.
VI.
Steeds werd de hofstede Oud-Vlooswijk
door mij aangezien voor de vroegere
pastorie van de parochie Lensden. Die
meening werd niet weinig bevestigd door
het onderzoek*) dat in Januari 1885
door den heer W. 11. de Beaufort en den
ondergeteekende, als voorzitter van Fle-
hité, werd ingesteld. Aanleiding daartoe
gaf de bijzonderheid, dat niet verre van
het woonhuis een aanzienlijke hoeveelheid
keien op een hoop gestapeld in den grond
gevonden was. In den vorm van een
cirkel lagen die keien tot een hoogte
van 2'1-j Meter op elkander. Tusschen die
keien werden gevonden scherven Fran
kisch aardewerk, brokstukken cement,
stukken ijzererts, twee stukken van een
molensteen, etiz. Nadat een en ander was
weggeruimd, ontdekte men een waterput.
Vermoedelijk hebben de Paters Benedic
tijnen, bij hun eerste vestiging daar ter
plaatse, niet in, maar buiten hun houten
woonhuis een waterput gegraven. Later,
toen zij een steeneu huis bouwden, werd
binnenshuis iu de behoefte aan water
voorzien. Bij die gelegenheid is zonder
twijfel het terrein stelselmatig opgehoogd,
zooals dat thans nog zichtbaar is, en
werden de keien, in den aangevoerdeu
grond aanwezig, met alles wat iu handen
viel, gebruikt 0111 de put buitenshuis te
dempen. De scherven Frankisch aarde
werk worden in het Museum bewaard.
Het schijnt niet, dat de Paters Bene
dictijnen tot aan de Reformatie iu het
Vergelijk liet Verslag drr werkzaamheden ran
Flehiti gedurende het jaar 1S85, Wijl dat Verslag
minder algemeen verspreid ia, meenden wij daaruit
hier een en ander te moeten mededeelen.
Feuilleton.
Hel telcgr
1 de 1
mgebudeu op het telegraafkan-
iit-l)en
rond v
rdc
celling, dat de afzender niet Claude Dis
maar de zich noemende Kenneth Ford was. Hij moest
vernomen hebben, dat er twee misses Charles had
den bestaan en daarop had hij zijn berekening ge
maakt.
Zonder den brief van mr. Wedgwood zou Beatrix
zeker geloofd hebben, dal het telegram van Claude
kwam en met goed vertrouwen in den val geloopen
zijn nu was liet haar nog niet duidelijk wat zij
Eindelijk nam zij echter een kloek besluit. Zij
sloot liet telegram in het couvert, adresseerde het
aan mr. Peter Wcgdwood te Londen en schreef er
een kort briefje bij, waarin zij hem verzocht, haar
zijn meening te willen zeggen. Vervolgens sloeg
zij haar mantel om. zette baar hoed op en besloot
den brief zelf naar het postkantoor te Sul ton te
brengen; er was wel een hulp-postkantoor te Chat-
terly, maar zij wilde niet. dat de brievengaarder
daar het adres van haar brief zou lezen.
De weg van Chatterly naar Salton was tamelijk
ver maar Beatrix was aan voel loopen gewend en
de beweging zou haar goeddoen. Ongelukkigerwijze
was zij zoo iu gedachten verdiept, dat zij op den
terugtocht een verkeerd pad insloeg, zoodat zij, in
plaats van naar Chatterly te gaan, juist in de tegen
overgestelde richting over de heide voortliep, liet
werd reeds donker toen zij haar vergissing bemerkte
en ondanks haar moed word zij bevreesd. Overal
0111 haar hoen strekte zich de onafzienbare heide
bezit van de parochie gebleven zijn. Als
laatste pastoor van Leusden wordt in
1572 vermeld Heer Jan van Amerongen,
wiens wapen in het Museum te bezich
tigen is. Er wordt niet vermeld, dat hij
lid van de orde der Benedictijnen ge
weest is.
De naam van de hofstede Oud-Vlooswijk
verdient, naar het mij voorkomt, bij
zondere oplettendheid.
Kan iemand daaromtrent verdere mede-
deeling doen
Den Treek. In Hemels landspel of
Godenkout, enz., bldz. 64, zegt Everard
Meijster, dat alles rondom Amersfoort
even schoon is:
waar dat men d'ooghen heen
Naar Honthorst keert of wend, langs all
die zilv're stroomen
Zeer liefelijk geboort met kruyt, met
bloem en boomen,
Daer Swyn'voord, daer de Gord,, daer
van den Treeck syn treeck,
Aen eeuer bvonn'aer leyt, bij 't ruysschen
van de beeck
Die voor by Oy'vaers-horst,, voor Lokhorst
heen komt swieren, enz.
Hiermede in overeenstemming brengt
de Heer Schulman den naam „deu
Treek" in verband met Traieetum - over
gang, zooals in Utrecht, Dordrecht, Maas
tricht, enz. In een charter van 953,
door Koning Otto, wordt Utrecht kort
weg T recht geheeten (Concediinus Epis-
copo licentiam in praescripto loco '1'recht
nominato). Bij Bondam wordt in 1070
van Maastricht gesproken als „Distric-
tum TrectisNog meldt de heer Schul
man, dat hij in bezit is van een Mevo*
vingische munt van Utrecht, waarop
staat TRECTO-FIT.
Men kan dus wel als zeker aannemen,
dat trecht en treek oude aanduidingen
van overgangen zijn. De Treek beteekent
dus „de overgang".
W. F. N. van ROOTSELAAR.
Amersfoort, 7 Juli 1896.
gein
AIJ i:il.
De A'. Rolt. Cl. ontving Dinsdag
;nim uit Batavia
van Northshirc uit zij liep op een breed dwarspad
over die heide, hier en daar kwam zij wel aan
dwarspaden, maar zij wist niet waarheen die voerden.
Geen huis was in 'den omtrek zichtbaar en het
scheen Beatrix, als kou zij nog mijlenver wandelen,
ger te ontmoeten.
Eindelijk hoorde zij in de verte het geratel van
wielen. als dat rijtuig nu maar haar kant op
reed en een bestuurder had. die haar zou kunnen
helpen. Beatrix bleef staan en wachtte vol angst.
Gelukkig, liet rijtuig naderde haar; reeds kon zij
bij het licht van de lantaarns den man onderschei
den. die de tengels hield. Nog een oogeublik slechts
en liet kwam bij haar. Het was een vrij oude tent-
wageu, maar er liep een Hink paard voor.
Plet arme meisje vergat op dit oogeublik alles in
den angst, een gelioelen nacht op .leze eenzame
heide te moeten doorbrengen zij liep het rijtuig
tegemoet en riep
Halt, halt! Een oogeublik! Wat ik u bidden
De man die het paard bestuurde, deed het on
middellijk stilstaan en keek naar het meisje, dat
eenigszins bedeesd voor hem stond.
Hij was van middelbaren leeftijd en als heer
gekleed.
Zijt gij verdwaald, miss? vroeg hij vriendelijk.
Zij stamelde
Ik geloof het wel.
Ik ben hier in den omtrek zelf niet goed be
kend, ging hij voort, maar ik wil mijn best doen
0111 11 op den goeden weg te brengen. Moet u naar
Salton
Neen. ik kom juist van Salton waar ik een
brief op de post bezorgd heb en nu geloof ik dat
ik een verkeerden weg heb ingeslagen want ik zie
niets meer wat ik op mijn weg daarheen ontmoet
heb. Ik moet naar Chatterly.
Naar Chatterly? herhaalde de luan in het rij-
«Spionnen hebben gerapporteerd, dat de
bruggen tussclien Kroeng Ru ba en Lam pi
sang zijn verwoest, ert dat bij Lampisang een
benting is opgericht.
«Oemar wordt dagelijks iu het oog ge
houden.
»In de buurt van Kroeng Raba(zou gisteren)
door Oemar een groote strooptocht gedaan
(worden). Daarom zijn drie bataljons met
generaal De Moulin naar Boekit Seboen ver
trokken. De marechaussee heeft in last
Ocinar te beletten, zijn tocht voort te zetten."
Aan hel Handelsblad werd gisteren ge
seind
«Generaal-majoor J. J. K. de Moulin, de
nieuwe Gouverneur van Atjeh, is gedurende
de expeditie naar Kroeng Raba door een zon
nesteek getroffen en ten gevolge daarvan
overleden."
De doodstijding wordt noch door het te
legram van het Nieuws van den Daij noch
door liet ol'licieele bericht bevestigd.
Dit laatste, van 8 Juli gedateerd, luidt:
«Generaal-majoor J. J. K. de Moulin, is door
een zonnesteek getroffen. Zijn toestand is
bedenkelijk."
Op 1 Januari 1895 bestond de bevolking
van ons land uit 2 372 466 mannen en
'2 123240 vrouwen, totaal 4795616; in den
loop van het jaar is zij toegenomen met
32 150 mannen en 31655 vrouwen, totaal
63 805. Op 1 Januari 1896 bestoud zij dus
uit 2 404556 mannen en 2 454895 vrouwen,
totaal 4 859 451
De bevolking der provincie Utrecht be
stond op 1 Januari uit 117 740 mannen en
120 542 vrouwen, totaal 238282.
Nu het vraagstuk van het onderzoek naar
het vaderschap zoo algemeene belangstelling
wekt, openbaart zich in de publieke meening
een streven om dat onderzoek ook hier te
lande in te voeren; men beseft terecht de
onbillijkheid dat van daden, waaraan zoowel
de man als de vrouw medeplichtig zijn, de
vrouw alleen de gevolgen moet dragen.
Di zaak is echter niet zoo eenvoudig als
uit '"tik een op zichzelf staande sententie
zou volgener zijn aan de voldoening van
hei billijkheidsgevoel bezwaren verbonden,
<tv niet ieder aanstonds overziet.
''hier wat de Staatscommissie tot her-
t.ai' van liet Burgerlijk Wetboek schreef
ver het onderzoek en de erkening
van ei vaderschap.
«Dat de onwettige vader zedelijk dezelfde
verplichtingen tegenover liet kind heeft als
de moeder, zal wel geen betoog behoeven
de vraag is dus gewettigd, of het tioodzake-
tuig, maar dan loopt 11 juist in de tegenovergestelde
lichting. U is nu reeds ongeveer drie mijlen voor
bij Salton.
Zoude u mij dan ook willen zeggen, welken
kant ik op moctnaar Chatterly en hoe ver liet nog is?
Ik geloof, dat 11 nog meer dan een uur moet
loopen voor u er is. maar ik moet te Chatterly
wezen, wanneer u dus bij mij wilt instappen, dan
zal ik tt aan uw woning afzetten.
Maar ik zal u daardoor last veroorzaken zeiile
Beatrix.
In het minst niet. ik heb deu tijd en rijd
liever in gezelschap dan alleen. Doe mij dus het
genoegen en stap iu. Wanneer TJ hier vreemd is,
dan zou het u niet gemakkelijk vallen out alleen
en iu de duisternis den weg naar Chatterly te vinden.
Beatrix zette zich in het rijtuig naast deu vrien
delijken man en deze zette zijn paard aan, dat in
snellen draf den weg naar Chatterly insloeg.
Zij was tamelijk vermoeid van haar verre wande
ling en bovendien werd zij zóo door haar gedachten
beziggehouden, dat zij geen moeite deed om een
gesprek aan ie kuoopen. Zij leunde op de rijtuig
bank achterover, verheugd, dat zij nu thuis kwam
zonder dat zij zich verder vermoeide of dat zij gevaar
liep nogmaals af te dwalen.
Zij had tijd en door het lantaarnlicht ook ge
legenheid genoeg 0111 haar gids oplettend gade te
slaan en daarbij vroeg zij zich af hoe het tooh kwam,
dat zij hem den vorigen Zondag niet in de kerk
had gezien.
Hij was een man met een kalm, openhartig ge
laat en heldere, eerlijke oogenzijn leeftijd kon zij
niet met zekerheid bepalen; terwijl in zijn blik nog
het vuur der jeugd straalde, vertoonden zich in zijn
ravenzwart haar reeds zilverdraden, Zijn breed, hoog
gewelfd voorhoofd, de vriendelijke, innemende glim
lach die nu en dan vluchtig over zijn gelaat streek,
de zachte uitdrukking van 'al zijn trekken boezem
den Beatrix vertrouwen in. Hij maakte op haarden
lijk is, rechtens tusschen hén zoo groot ver
schil te blijven maken, als ons wetboek doet.
In Frankrijk, vanwaar het verbod af
komstig is, heeft men, indien de zuivere
toepassing ven dien regel te onbillijk scheen,
er geert bezwaar in gezien, den onwettigen
vader op grond van art. 1382 C. C. tot scha
devergoeding te veroordeclen. Bij ons, waar
de woorden van art. 1401 B. W. trouwens
meer beperkt luiden, is dit nog niet beproefd
maar des te meer grond is voor de vraag,
of de Napoleontische regel moet behouden
blijven.
«Dien aangaandekomen de volgende be
schouwingen in aanmerking
«Bepaald bewijs, wie vader van eenig
kind is, is eigenlijk nooit met zekerheid te
leven. Geeft men dus aan iedere moederde
gelegenheid om van hem, wien zij beweert
vader van haar kind te zijn, de erkenning
te vorderen, dan is de deur geopend voor
allerlei afpersingen, die menigeen zich zal
laten welgevallen om een proces te voor
komen, dat, ook bij gunstigen uitslag, al
lerlei onaangenaamheid voor den betrokken
persoon na zich slepen moet. Om die reden
is de vroeger bestaande bevoegdheid in
Frankrijk ingetrokkenen, al moge over
dergelijke misbruiken hier te lande nooit
geklaagd zijn, er is geen reden, waarom
dezelfde oorzaak op den duur ook niet bij
ons tot gevolgen zou leiden.
«Zonder twijfel zouden deze bezwaren voor
een groot deel vervallen, indien men het
recht des kinds, waarmede dat der moeder
grootendeels samen! tangt. beperkte tot het
geval dat zij met den vader in geregeld
concubinaat geleefd heeft (gelijk het Badische
Landrecht doet), dat zij van den vader
trouwbelofte gekregen heeft, ot wel dat zij
het slachtoffer van verleiding geweest is
(beide gevallen worden in Laurent's Avant-
projet", art. 319, voorgesteld). Men zou het
een of ander kunnen vereenigen door het
bewijs te vorderen, dat de moeder gedurende
het tijdstip, waarin de verwekking moet heb
ben plaats gehad, buiten haar betrekking
tot den beweerden vader een eerbaar leven
heeft geleid.
«Een dergelijke regeling moet afstuiten
op de moeilijkheid voor den wetgever om
zulk een betrekkelijk eerbaar leven te om
schrijven, voor de moeder om het te bewij
zen daar komt bij, dat de bevoegdheid
in den regel pas gebruikt zal worden, na
dat de omgang tusschen de ouders heeft
opgehouden, veelal tengevolge van het hu
welijk des vaders. Sprak de rechter dan
een gedwongen erkenning uit, zoo zoude de
indruk
man, die veel ondervonden maar
moedig het hoofd geboden had.
Nadat het stilzwijgen in den teutwagen geruimen
tijd geduurd had, brak de bestuurder net eensklaps
af door te zeggen
Wanneer ik mij niet bedrieg heb ik het genoegen
kennis te maken met de nieuw, organiste van
Chatterly, is het niet zoo
Inderdaad, mijnheer, die beu ik. antwoordde
Chatterly op de duur
Beati
En denkt u, dat
bevallen zal
Het bevalt mij er zeer goed de meuschen zijn
allen even vriendelijk en voorkomend jegens mij en
Elm-cotage is een allerliefst huisje. Het moet 'szoiners
zeer mooi zijn.
Mrs. Cartwright heeft zich veel moeite gegeven,
het behaaglijk voor n iu te richten.
Woont u ook te Chatterly? vroeg Beatrix.
Ja.
Ik geloof niet, dat ik u Zondag iu de de kerk
gezien heb.
Neen ik was Zondag op reis. Ik woon dan ook
slechts voor een paar maanden te Chatterly, maar
ik denk wel, dat ik mij daar, of althans' iu den
omtrek, voor goed zal vestigen. Ik hel> nu voor een
half jaar Copsleigh gehuurd.
Beatrix kon slechts met moeite een kreet on
derdrukken en March want hij was het werke
lijk kon bij het licht der lantaarns zien, dat zij
doodsbleek werd.
Wat deert u, iuiss Charles? vroeg hij bezorgd.
Niets antwoordde zij met schokkenden adem,
I liet was dwaas van mij, ik ben wat vermoeid
Ik wil gaarne gelooven, dat u vermoeid is,
I zoide lij op luolithartigen toon. li moogt uw wan-
delingen niet zoover uitstrekken, zoolang u nog
I niet boter bekend is met de omstreken van Chat-
I teriv.
{Wordt vervolgd).