Maandag 31 Augustus 1896. No. 4593, 45e Jaargang. Een noodlottig geheim. 31 AUGUSTUS Binnenland. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagnaniiddag niet gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1.Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op bet Zondagsblad voor Amersfoort -10 ct., voor bet binnenland 50 ct. pei 3 maanden. Advcrlentiën 1—0 regels 00 cl.; elke regel meer 10 ct, Gvoote letters naar plaatsruimte. Legale-, ofliciecle- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct, Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbieilingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel'5 cent. Bij advcrlentiën van bniton de stad worden de ineasscerkostcn in rekening gebracht. Bureau KORTEGKACHT56 Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat de lijst, aanwijzende de personon, in deze gemeente bevoegd tot het kiezen van leden voor Je Kamer van Koophandel en Fabrieken, op heden is vastgesteld, welke lijst gedurende acht dagen, te rekenen van heden, alle werkdagen van 's voormiddags 10 lot 1 uur des namiddags op de secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage ligt. Amersfoort, den 29. Augustus 18%. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, GROENEBOOM. Weth. 1» Br. De Secretaris. W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op art. der wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad No. 95), Brengen ter kennis van liet publiek, dat een door J. van VOLLENHOVEN ingediend ver zoek, met bijlagen, om vergunning tot plaatsing van een gasmotor van 38 paardekrachten in het perceel alhier gelegen aan de „Groote Koppel." Wijle H. No. Ui. bij het. kadaster bekend onder Sectie A. No. 1552 op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Zaterdag, den 12. Sep tember aanstaande, des voormiddags te elf uren, gelegenheid ten raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen de plaatsing van don gasmotor in te brengen. Amersfoort, den 29. Augustus 18%. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, GROEN E B O O M. Weth. 1° Br. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 203 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad No. 85), Doen te weten, dat de Begroeting der plaat selijke inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor het jaar 1897, door hen aan den Raat. aangeboden, gedurende veertien dagen, te reke nen van heden, allo werkdagen van 10 tot. 1 uur, op de Secretarie voor eenieder tev lezing zal liggen, en dat men van voormelde begroo ting afschrift kan bekomen, tegen betaling der kosten. Amersfoort, den 31. Augustus 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G R O E N E B O O M. Weth. 1» Br. De Secretaris. W. L. SCHELTUS. Feuilleton. Zij vermoedden niet (lat, terwijl zij zoo spraken en beslisten over bot. lot van lord Chatterly. deze zijn eigen vonnis reeds geveld en voltrokken had dat hij reeds voor zijn misdaden tor verantwoording was geroepen en zich voor een hoogoven Rechter dan de aardsehe te rechtvaardigen had. n lord Chat- Niemand bad voor de nitnoodigiu terly bedankt. Het was ie'.- zóo nieuws, iets zöo ongehoords in de laatste jaren, dat op het kasteel Ohaitcrly gasten gevraagd werden om or eenige dagen to vertoeven, dat ieder die een uitnoodiging ontvangen liad, daarvan gebruik wilde maken. Als een loopend vuur verspreidde zich door ge- heel Novtshirc het gerucht, dat lord Chatterly einde- ie- zijn kluizenaarsleven scheen te willen eindigen -et, zich weer in de groote wereld ging vortoonen. Het. feest, zou op vorstelijke leest geschoeid worden on niets werd gespaard wat slechts tot vermaak van de g sten dienen kon. De aanzienlüksten onder ue genoodigden waren de hertog en'de hertogin van Castminster, die twee schoone dochters mee- nrachton om de gastvrijheid van Chatterly te ge meten. Toen de hertogin nog een bekoorlijke was, was er een tijd geweest, waarin zij zelf mul gehoopt eenmaal gravin van Clmlterlv wor den. Het was destijds een publiek geheim, dat Uc vorig,, lord Clmtterly al zijn best had gedaan, een Huwelijk tot stand te brengen lusschen haaren zijn oudsten zooi. Thom. J-ord -thorn Clmtterly had echter niet de geringste Een strijd is toch het mensch'lijke leven, Een nobele strijd moet 'taltijd zijn; Een kamp voor 't recht zij ieders streven, Voor orde en zeden, immer rein. Een stabiele krijg voor al wat schoon is En waarlijk edel en blijvend goed Een steun voor zwakken, 'n hulpe in droef'nis, Altoos met geestdrift, vuur en gloed. Met eêl rapier voor ons Huis gestreden, We bedoelen het dierbaar Oranjehuis; Let op onze Historie en het heden, Zijn traditie bracht ons feestgcdruisch. Die geschicdnis met Oranje saamgeweven, Door Hem als voor 't nageslacht gemaakt, Waakt, dat we in vrede en vrijheid leven Geen land, dat nog die vrijheid smaakt. Geen land, dat zóóveel doet genieten Voor hem, die trouw zijn plicht vervult Wiens eer aan niets te kort wil schieten, Met hart en ziel strijd en geduld. Nog zijn we aan een Oranjetelg verbonden, Een Telg door oud en jong als aangebeen Door eenieder gehuldigd, onomwonden, Door de traditie geheiligd van voorheen. Een Koningin, de Trots eener fiere natie. Vereerd door wèldenkenden als om strijd, Regeert dra door die liefde en GodeE gratie, Voor Haar blijft die Kroon gerechtigheid! En dan Zoo menig grijs bemosten tempel, Getuige van ware deugd en godsdienstzin, Ziet Haar steeds eerbiedig schrijden over z'n j drempel, Ter eere van God en eed'le menschenmiri. Nog slechts twee jaar en met eerbied en vollen luister Wordt de Vorstenkroon gedrukt op dat lieve, blonde hoofd: Om als 'n vrijheidsstcr te lichten in Europa's duister, Wen Zij met Haar volk in de wonderen Ciods gelooft. Het gebed des volks aan d' Almacht opgedragen, Aan God, Die steeds der menschen lot beheert, Zal dan Haar troon ivel zeeg'nen, schragen, Wijl de Vorst der Vorsten beschikt, regeert! Wie trouw met God gaat door 't leven, Aan llem gestaag zijn leven wijdt, Geen kroon zal in den kamp dan sneven. Men blijft overwinnaar in den strijd. neiging getoond tot do schoone miss Kendal en doze had een betere partij gedaan, door den vijftien jaar ouderen hertog van Castminster te huwen, maar in haar hart sluimerde nog een zoete herinnering aan haar eerste liefde want zij had Thorn op recht bemind. Wel was zij een trouwe ochtgenoote en een zorgzame moeder geweest, maar zij had haar echtgenoot nooit bemind zooals zij liet jaren geleden den jongen burggraaf had gedaan. Zij was omstreek- veertig jaar en een schoone, statige vrouw hoewel zij een oude vriendin der familie Chatterly was, had zij dc tegenwoordige lady nog slechts een paar malen vluchtig gezien en de jonge erfgename kemlc zij in het geheel niel- Welk een allerliefst kind, zeide zij tegen lady Gertrude, toen zij in de lange gang, waardoor dc gravin lv.ar naar vertrekken geleidde, lie meisje ont moette. Lord Chatterly zal wel trotsch op haar zijn. Zij was voor hein een bittere teleurstelling, te meer daar wij geen zoon hebben, zcide de moeder treurig. Vervolgens riep zij Phil, kom eens hier en heet mevrouw de her togin welkom in het kasteel. Lady Gaslminster kuste het kind teoder op boide wangen en Gertrude was verwonderd, toon zy tranen in de oogen van haar gast opmerkte. De hertogin droogde die echter spoedig en toen zij kort daarop haar boudoir binnentrad, zeide zij, hij wijze van veront schuldiging, tegen Gertrude Uw lieve, kleine Pliillis gelykt sprekend op haar overleden oom Thorn. Kort daarop verzamelden de gasten zich in de eetzaal aan oen prachtig banket en tot niet geringe ergonis van de gaatvrovw kwam het gesprek weldra op hot drama dat in September te Silicon was afgespeeld. Ik stel anders niet veel belang ut zulke mis daden, zeide do hertogin van Ca-tmiiister tegen den gastheer maar toch hoop ik. dat liet geheim van dezo euveldaad nog ecu maal zal onthuld worden Geloof, hoop en liefde brachten 9teeds victorie In de strijdende, zuchtende menschenziel, Met God in 't harte steeds roem en glorie, I-Ioe hard die strijd dan ook telkens viel. Ook steeds een strijd voor Wilhelrnina van Nassauwe, Voor Haar gestreden met eed'len moed, Met Haar 't gebed in Gods landauwe, Het gaat dan ieder Vaderlander goed. En op deez' dag heeft eenieder een bede Voor Koningin Wilhelrnina Haar geluk; Men wenscht, haar voorspoed op ied're schrede, Een geheiligd leven, immer vrij van druk. Op deez' dag, don dag vau Haar verjaren, Jubelt heel 't Vaderland met stem en snaren; Het wil met geestdrift om Haar troon zich scharen, Om met eerbied op haar blik te staren. Die blik toch, zoo goedig en verstandig Dat. cedlc oog en wijlen 1 laar Vaders trekken, Maakt Haar in 't weldoen waarlijk handig, Het moet de liefde des Volks wel wekken Dat liefd'rijk oog, de goede God blijve 't steeds sterken, En Hij geve Haar veel wijsheid, kracht; Hij bezielc Haar gestaag voor d'eëlste werken, Dan blijft Neerlands liefde Haar sterkste macht. Die liefde spreekt van daag zoo luide en krachtig, De klokken spreken mee met bronzen stem Ook een dankb're toon aan God almachtig: Een herhaald gejubel, een dank aan Hem. A. W. N. HINRTCHS, Oud-leeraar en letterkundige. ATIKII. Donderdag zijn twee regeerings-lelegram- men omtrent Atjeh ontvangen. Het eerste luidt «Eergisteren een colonne naar Moeroe en Glieng alwaar gebivakkeerd werd. Andere I colonne heel t Moekim Sihon ongestoord door kruist: verscheidene hooiden hebben zich aangemeld." Het tweede luidt: «Moeroe, Glieng en omstreken getuchtigd. Vijf militairen beneden den rang van olïiciet- gewond. Troepen beden terug naar Kotta Radja, behalve die in bivak te Sainahani blijven, totdat liet bestuur der moekiins Raid zal geregeld zijn." Blijkens een Zaterdag ontvangen officieel telegram zijn dc troepen op hun terugkeer naar Kotta Radja niet door den vijand be moeilijkt. De Indische correspondent van het Han delsblad seinde Vrijdag: «De tocht, naar Jndrapoeri beeft vijf dagen geduurd en is goed afgeloopen. De troepen zijn teruggekeerd nadat zij Samagani, Bttsa- toel en Sibreh bereikt hadden. Te Riki en in den Missigit te Jndrapoeri werd gebivak keerd. De colonne Van IJeutsz drong tot Glieng door: het negende bataljon bezette Samagani, het veertiende Sibreh. Twee man werden gedood en twaalf'gewond." De correspondent der iV7 Rolt. CL seinde: «Onze troepen keeren terug. Indrapoeri is genomen. Twee minderen zijn gewond. Samahani en Sibreh zijn door ons bezet." Naar aanleiding van dit telegram en de beide Regeeringstelegrammen voegt genoemd blad er aan toe „Dit is een mooie tocht'geweest, waardoor bewezen werd, dat de XXII Moekims weinig geneigd zijn tot verzet. Ecu coloune trok door het terrein laugs den rechteroever der rivier van Indrapoeri Oos'.clyk nnar Glieng, den zetel van Panglima Polim, hot hoofd der Sagie; do andere volgde den linker rivier oever en doorkruiste het terrein ten Zuid-Westen van Indrupoeri. Behalve op hun marsch naar Seli- moen drongen de troepen van generaal Van der Heijden nooit verder in dc XXII Moekims door en daarbij hadden zy veel heviger tegenstand te over winnen, vooral in Moeroe." Volgens de Sumatra CL woedt het korps maréchaussee met twaalf brigades uitgebreid en dus verdubbeld. Naar aanleiding van do insinuatie van den heer Pruys v»u der Hoeven betredende het stijgen der aanileelen Paketvaarl in verhand met (leu oorlog op Atjeh liceft de Maasbode de meening uitgespro ken. dat nan die onderstelling geen waarde mag worden ontzegd, nu zij gedekt wordt door den naam van liet oud-lid van den Raad van Nederlandsch Indië, Pruys van der Hoeven. De Middelb. Ct. besprak het artikel van de Maasbode on is oveneens van oor deel, dat er ophelderingen vau dc Regeering noodig zijn. Ten kwam ook de X. J'otl, Cl. naar a&nloiding van deze beschouwingen mot den eisch.dat de heer Pruys van der Hoeven zijn zwijgen zou breken en duidelijk zou preeiseerou wat hij met zijn woorden heeft bedoeld en of men recht heeft daaraan ge volgtrekkingen te verbinden. Die eiseh is hem reeds dadelijk door den schrijver van „Van (lag tol dag" in liet Handelsblad gesteld, maar do heer Pruys van der Hoeven heeft eerst thans gevolg gegeven aan dien wenk, althans eenigorinate. Allereerst wijst hij op liet verband waarin de ge ïncrimineerde woorden voorkomen, d.i. waar liy de verschillende gebeurtenissen dor laatste, dagen, die aan de verschijning dor brochure voorafgingen", hooft opgesomd. „By het verzamelen dier berichten," zoo gaa: hij voort, „viel mijn oog op hetgeen voorkomt in de finnneicelc kroniek van do Opr. Baart. Ct. van 9 April 1.1. luidende: „l'akctvaart opnieuw hooger sluitende. Men zal natuurlijk geld verdienen aan (1c Atjeh-onlustcn. Deze onderneming is een weldaad voor moederland cn koloniën." En hij vervolgt: „De bitterheid der ironie van dit bericht tegenover de rampen en nadoelen, die ik uit dezen nieuwen ont- en dat men iets zal ontdekken wat do politie op het spoor "au oen moordenaar kan brengen. I Ik geloof niet, dat dit ooit gebeuren zal,zcide lord Chatterly. om de eenvoudige reden, dat hier geen misdaad maar een zelfmoord is gepleegd. Het was een moord, zeide de hertogin op een toou van overtuiging, en dezelfde man heelt een nieuw schelmstuk uitgevoerd. Met zijn witte haren en zijn langen haard heeft hij zich als geestelijke I vermomd en een Engolschsnian bijna vermoord,'die te Parys in een hotel logeerde. De avondbladen van I gisteren zijn er vol van. liegen zoo dikwijls en overdrijven altijd. Ik geloof, dat liet bericht over dien moord- aanslag geheel verzonnen is. Toe ij niet, do witte baard en de pruik werden naast, het .^slachtoffer gevonden. IIij had een diepe men lieni naar hol hospitaal bracht. Als hij zoo zwaar gewond is, dan zal hij zeker wel sterven, zeide lord Chatterly onverschillig, het is zelfs een wonder, dat hij nog'leeft. Ook hierin kon de hertogin zijn meening niet declen. De Parijsehc doktoren zijn buitengewoon kun dig. zeide zij; het zou mij verwonderen, wanneer hij er liet leven niet afbracht. Het banket liep ten eindede dames begaven zich naar den nangrenzondon salon, waar koffie ge diend word, de heeren bleven nog bij den wijn cn staken een sigaar op. De intendant kwam binnen cn fluisterde don graaf My lord, daar^ is dokter Bardon die vraagt, of Of ik thans dokter Bardon kan ontvangen? de graaf uit; zeker niet, ik kan toch mijn, ai niet alleen laten; heb je hem dat niet gezegd Jordan Ja, my lord. maar dc dokter zeide, dat er veel haast bij is. antwoordde 'dc intentant. Laat hem dan mnar schrijven wat hij my te zeggen hoeft; ik kon hom nu niet ontvangen. Lord Chatterly nam weder deel aan het gesprek met zijn gasten en dacht spoedig niet meer aan dokter Bardon. Vervolgens werd et' een niatiuëe gegeven iu de groote muziekzaal. Na alloop der matinóe begaven de hoeren zich naar de rook-en billardzalen, ter wijl dc dames zich in den salon van lady Chatterly vereenigden. Om acht uur werd het diner in de groote eetzaal gediend. Alles ging voortreffelijk, de gezamenlijke gasten en niet het minst de hertog cn de. hertogin van Cast- niilister schenen zieli kostelijk te vermaken. Er was niemand onder hol „-ezvlschnp, met wien zij niet in aanraking wilden komen en Chatterly was er troiseh op. dat zyn eerste poging om het kasteel van zijn voorvaderen tol, den ouden luister terug te brengen zóo schitterend was geslaagd. Geen enkele gedachte aan zijn slachtoffers stoorde zijn vreugde. Zijn toekomst was nu verzekerd, binnen een paar uur hij wist, dat. hij zich op zijn druiven ver laten kon zou de laatste hinderpaal uit den weg zijn geruimd. De nederig geboren kinderen van zijn broeder Thorn zouden opgehouden hebben te bestaan, terwijl Cecil Monkton zeker niet van zijn zware verwonding zou horstellen. Alles ging vol komen naar won#'-h en goeti macht ter wereld zou lieni langer don onrechtmatig verkregen rykdom kunnen betwisten. Tegen elf uur begaven de gasten zich naar de logeerkamers. Lord en lady Chatterly waren een oogenblik nllect Wordt v lolgdL)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1