Maandag 8
Februari 1897.
No. 4639,
46e Jaargang.
Wantrouwen.
Aan onze lezers,
PHOENIX BROUWERIJ
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
Uitgave
firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Mnnmlag- en Donderdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1.Franco
per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor het binnenland 50 ct. pei
3 maanden. Advertentiën 16 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
oflicieëlc- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel 5 Cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasneerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 5€
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN'.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien de art. 11, 12 en 13 der KIESWET,
Noodigt de mannelijke inwoners der Gemeente
uit om, zoo. zij in eene andere gemeente over
het volle laatstverloopen dienstjaar zijn aange
slagen in een der Rijks directe belastingen, wat
de grondbelasting betreft, in eene andere ge
meente of in meer gemeenten te zamen tot een
bedrag van ten minste éen gulden, daarvan door
overlegging van voor voldaan geteekende aan
slagbiljetten vóór den 16den Februari a. s. te
doen blijken; tevens moeten zij, die aanspraak
maken om op de Kiezerslijst geplaatst te worden,
krachtens aanslagen in de grondbelasting wegens
onroerende goederen eener onverdeelde nalaten
schap, rnits het aandeel in dien aanslag minstens
éen gulden bedraagt, daarvan, onder overlegging
van bewijsstukken, waartoe behooren: het aan
slagbiljet of door den ontvanger gewaarmerkt
duplicaat, een opgaaf van het aandeel in den
aanslag en de noodige bescheiden ten bewijze
van het gemeenschappelijk bezit, vóór 16 Fe
bruari a. s. ter Secretarie aangifte te doen,
Zij, die vermeenen het kiesrecht deelachtig
te zijn op grond
lo. dat zij als hoofden van gezinnen of als
alleen wonende personen op den 31sten Ja
nuari a. s. sedert den 1 Augustus van het
vorige jaar hebben bewoond, krachtens huur,
achtereenvolgens in dezelfde gemeente niet
meer dan twee huizen of gedeelten van
huizen, voor elk waarvan, met of zonder
bijbehoorende grond of lokalen en bijge
bouwen, niet ter bewoning bestemd, de
werkelijke huurprijs, per week berekend,
ten minste heelt bedragen eene som, wat
Amersfoort betreft, voor het stadsgedeelte
bepaald op f 1.50 en het overige deel op fl.
of krachtens eigendom, vruchtgebruik, of
huur eenzelfde vaartuig van ten minste
24 kubieke Meter,
2o. dat zij op den 31sten Januari a. s. sedert
den lsten Januari van het laatstverloopen
jaar bij dezelfde persoon, onderneming, open-
bare- of bijzondere instelling in dienstbe
trekking, of als inwonende zoon in het
bedrijf of beroep der ouders, werkzaam zijn
en als zoodanig over dat jaar een inkomen
hebben genoten, wat Amersfoort betreft,
voor het stadsgedeelte bepaald op f 400, en
het overige deel op f 300, of dat zij op den
lsten Februari a.s. in het genot zijn van
een door eene openbare instelling verleend
pensioen, wat Amersfoort betreft, van gelijk
bedrag met dien verstande, dat voor hen,
die in beide gevallen verkeeren, zoo noodig,
ter bereiking van het vereischte bedrag, het
inkomen en bet pensioen worden samen
geteld,
3o. dat zij op den lsten Februari a. s. sedert
een jaar den eigendom met recht van vrije
beschikking hebben van ten minste flOO
(nominaal) ingeschreven in de Grootboeken
der Nationale Schuld of van ten minste
f50, ingelegd in de Rijks-postspaarbank,
4o. dat zij, die hebben voldaan aan deeischen
van bekwaamheid, door of krachtens de wet
gesteld voor de benoembaarheid tot eenig
ambt, voor de vervulling van eenige be
trekking of voor de uitoefening van eenig
bedrijf of beroep,
moeten insgelijks daarvan vóór 16 Febru
ari a. s. ter Secretarie aangifte doen.
De modellen der aangiften, waarvan hierboven
sprake is, zijn ter Secretarie gratis verkrijgbaar.
Verder wordt er uitdrukkelijk de aandacht op
gevestigd dat:
de kiezers moeten zijn mannelijke ingezetenen
des Rijks tevens Nederlanders en vóór of op
15 Mei a.s. den vijfentwintigjarigen leeftijd heb
ben bereikt en, voor zoover zij over het laatst
verloopen dienstjaar in eene of meer der Rijks
directe belastingen zijn aangeslagen, het te dier
zake verschuldigde vóór of op den 2den Maart
a. s. hebben voldaan.
Zij die over het volle laatstverloopen dienstjaar
zijn aangeslagen in de grondbelasting voor een
bedrag van ten minste ÉEN GULDEN, in de ver
mogensbelasting, in de belasting op bcdrijfs- en
andore inkomsten, of in de personeelc belasting,
overeenkomstig de bepalingen der Kieswet, zijn
vrijgesteld van de verplichting tot aangifte, daar
hanne plaatsing op de kiezerslijst ambtshalve ge
schiedt.
Amersfoort, den 30. Januari 1897.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gezien art. 8 der Wet van den 2. Juni 1878
(Staatsblad no. 95),
Brengen ter kennis van het publiek, dat door
hen aan C. van NIEUWENHUIZEN en zijne
rechtverkrijgenden vergunning is verleend om
eene varkenslachterij opterichten in het perceel,
alhier gelegen aan den Leusderweg, wijk G. No.
120A, kadastraal bekend onder sectie C. No. 783.
Amersfoort, den 6. Februari 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Feuilleton.
Vrij naar het Duitsch.
39)
Zonderling! Juist dien dag had hij zooveel
aan zijn broeder gedacht en het plan opgevat,
Martin zoo spoedig mogelijk op te zoeken, en
nu was deze hem toch nog vóór geweest. God
fried ging hem haastig tegemoet en schudde
hem hartelijk de hand, maar hij schrikte, toen
hij Martin goed aanzag, zoo mager was deze
geworden en zoo ziekelijk zag hij er uit. Godfried
vroeg evenwel niet naar de oorzaak van die
verandering en zeide eenvoudig en hartelijk
„Ga zitten, beste jongen! V/at ben ik blij,
dat ik je zie. Is het niet toevallig'? Ik was juist
voornemens je vandaag nog op te zoeken."
„Dat doet mij genoegen," zeide Martin. „Ik
hoopte je nog thuis te treffen, want gewoonlijk
ga je toch pas later uit."
„Dat is ook zoo. maar wegens een buitengewoon
geval was ik vandaag zoo vroeg."
„O, ja, dat begrijp ik," hernam Martin en
knikte eenige malen. „Zeker wegens den moord,
die in alle couranten in bijzonderheden meege
deeld wordt? Dan kom ik je misschien onge
legen
„Op 't oogenblik is er niets bijzonders, of heb
jij me misschien iets belangrijks mee te deelen
„Ja, en neen," antwoordde Martin met onvaste
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat het door den Directeur van's Rijks
directe belastingen enz. te Amsterdam executoor
verklaard kohier No. 7 van de Personeelc belas
ting over het dienstjaar 1896/97 aan den Ont
vanger van 's Rijks directe belastingen alhier is
ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is
zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet
te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 8. Februari
1897.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
voorzoover zij niet reeds krachtens be
taalde Rijksbelasting over een vol jaar
ter Secretarie ambtshalve 'op de lijs
ten gebracht zijn, geven wij met aan
drang in overweging om, zoo zij op eeni-
gerlei wijze daartoe gerechtigd zijn, zich
op te geven als kiezer, waartoe de gele-
geuheid hier ter stede tot en met den
16en Februari a. s. is opengesteld intus-
schen is het zaak hier niet langer mee
te wachten dan tot 13 Februari, omdat
de 14de op een Zondag valt, en het niet
raadzaam is, den uitersten termijn af te
wachten.
Niemand verzuime dit te doen, wil hij
althans niet de deuren, die hem toegang
verleenen tot het Staatsburgerschap, voor
een vol jaar gesloten vinden.
Mocht iemand nadere inlichtingen of
behulpzaamheid wenschen, hij wende
zich, onverschillig tot welke partij hij
gerekend wenscht te worden, tot ons, die
ons gaarne bereid verklaren hem, zoo
veel als in ons vermogen is, en natuur
lijk kosteloos, voor te lichten.
Ten overvloede herhalen wij de hoofd
bepalingen uit de Kieswet
Ieder kiezer moet: mannelijk ingezeten en Neder
lander zijn en vóór of op 15 Mei den leeftijd van
25 jaren hebben bereikt.
Tijdelijk uitgesloten van het kiesrecht zijn zij, die
krijgsdienst verrichten beneden den graad van on
derofficier, en in de kazerne wonen. Ook soldaten
en korporaals, die overigens aan de bovengemelde
eischen voldoen, kunnen kiezer worden, als zij bijv.
belasting- of huurkiezer zijn.
Er zijn zes manieren waarop men kiezer voor
de Tweede Kamer kan worden:
Belastingkiezers worden zij, die in het dienstjaar 1
Mei 18951 Mei 1896 éen gulden in de Grondbelas
ting, of eenig bedrag in de Vermogens-, de Be-
drijfs- of de Personeele belasting betaalden en zij
werkelijk voor dat bedrag zijn aangeslagen. Deze
kiezers worden door het Gemeentebestuur ambts
halve op de kiezerslijst geplaatst, als zij vóór 1 Maart
huu .belasting hebben betaald. Voldoen z\j die eerst
in Februari dan moeten zij, om kiezer te worden,
hun voor voldaan geteekend aanslagbiljet vóór 3
Maart aan den Burgemeester vertoonenbetalen zij
eerst na 1 Maart, dan worden zij niet op de kiezers
lijst geplaatst
Het kan geen kwaad, zich te overtuigen of de
ambtshalve inschrijving heeft plaats gehad.
De volgende kiezers moeten zicb schriftelijk aan
geven en wel vóór 15 Februari met eeu ingevuld
model, dat ter Secretarie kosteloos verkrijgbaar is
Huurkiezers, of zij, die op 31 Januari sedert 1
Augustus van het vorig jaar in dezelfde gemeente
niet meer dan twee woningen hebbeu bewoond, ter
wijl voor elk van die woningen de huurprijs per
week niet minder heeft bedrageu dan fl.50 voor
de stad en fl.voor het overige deel der gemeente.
Ook zij, die krachtens eigendom, vruchtgebruik
of huur, sedert 1 Augustus eeu zelfde vaartuig van ten
minste 24 kub. Meter bewonen.
Loonkiezers, of zij die gedurende dertien maanden,
voorafgaand aan 1 Januari bij dezelfde persoon, on
derneming of instelling in dienBt zijn geweest en
aan loon hebben ontvangen f400 in de stad, en
f300 in het overige deel der gemeente.
Als iemand óok als inwonende zoon, werkzaam
in het beroep of bedrijf der ouders - boven zijn loon
nog kost- en inwoning of éen van beide geniet, kan
hij daarvoor bij zijn loon in rekening brengen
a. voor bet genot van vrije woning of inwoning,
de stad f75 en in het overige deel van de ge
en te f37.50:
b. voor bet genot van vrije kost en inwoning,
i de stad f275, en in bet overige deel van de ge-
leente f200;
stem. „Het komt mij nu bijna belachelijk voor,
dat ik je hier opzoek ik had ook nog wel
een paar uur kunuen wachten Godfried
ik wilde mij met je verzoenen ik heb er
geen rust bij."
Godfried was zeer bewogen.
„Mijn beste jongen," zeide hij hartelijk. „Kom
van avond bij mij, of zal ik bij jou komen?
Dan kunnen wij alles eens goed bepraten't is
hier toch waarlijk niet de geschikte plaats
daarvoor."
Martin keek strak voor zich uit.
„Je ziet er niet goed uit," merkte Godfried op.
„Ik ben erg ziek geweesthet was een soort
typhus," zeide Martin.
„En dat hooi ik nu eerst Maar Martin
Wie heeft je dan opgepast
„O, ik werd goed verpleegd in het Augusta-
ziekenhuis."
„Waar heb je die ziekte opgedaan
„Op de jachtpartij te Zelandorf; wij werden
daar door het vreesdij ke onweer overvallen
je herinnert je toch wel diengeduchten storm
„Op den 15den September O ja, heel
goed
„Ja, het was den 15den September. Het was
een orkaan, zooals ik dien nooit heb beleefd
ik werd door een bliksemstraal bedwelmd en
op den grond geworpen. Ik weet niet, hoe lang
ik in den regen heb gelegenik herinner mij
alleen nog flauw, dat ik te Berlijn teruggekomen
ben en mij daar naar het Augusta-ziekenhuis
liet brengen."
„En dat alles hoor ik nu eerst?"
„In de eerste weken had ik bijna altijd he.vige
koorts, en toen ik weer wat beter was, zag ik
er zóo naar uit, dat ik je niet verschrikt wilde
maken."
„Wanneer heb je het hospitaal verlaten
„Van ochtend".
„Wat zeg je?" riep Godfried ontsteld uit.
„Een paar uur geledendie grap heeft ruim
tien weken geduurd."
„Mijn arme jongen," zeide Godfried. Hij stond
op en legde zijn hand op den schouder van
Martin. „Ik kan je niet zeggen, hoezeer me dat
hindert; ik wil je niets verwijten, maar jehadt
toch nooit
„Je hebt gelijk, dat je geer. er- j .en doet, j
want ik ben nog zwak Hij zweeg een i
j oogenblik en vervolgde toen„Een woord uit
uit ons laatste gesprek wil mij nog maar
niet uit mijn hoofd en heeft mij in de koorts I
ook zoo gemarteld."
„Welk woord?" vroeg Godfried verwonderd.
„Je zeide, dat ik eens vooi het „onbegrij-
pelijke" zou staanje voorspelling is reeds uit-
gekomen."
Godfried knikte toestemmend. Daarop drukte
hij het hoofd van zijn broeder zacht tegen zijn
borst en streelde hem.
„Welnu, mijn jongen, laten wij dan nu weer
goede vrienden zijn en mag ik nu eens
een vraag doen
„Die kan ik je reeds beantweorden ik heb
juffrouw Sand in geen tien weken gezien en ga
nu naar haar toe."
„Ik zou gaarne met je meegaan, maar 't is
me helaas onmogelijk met deze zaak."
„Natuurlijk, de moord maar wie weet, of
het wel een moord is misschien is die man ver
ongelukt, of heeft hij zelfmoord gepleegd."
„Neen, het is ongetwijfeld een moord en juist
het volslagen gemis van aanwijzingen, die ons
op het spoor van den moordenaar kunnen
brengen, doet mij hopen, dat wij hem zullen
vinden."
„Hoe zoo vroeg Martin verbaasd.
„Ik vertrouw op de noodlottige macht van
het zeUverraad de kraanvogels van Ibicus
Martin herhaalde dof;
„De kraanvogels van Ibicus."
„Hoe dikwijls hebben wij niet gezien, dat de
moordenaar, die den tijd heeft om te vluchten,
in de nabijheid blijft van den vermoorde't is
alsof het slachtoffer hem vasthoudt."
Terwijl Godfried deze woorden sprak, had
Martin bovenmenschelijke pogingen gedaan om
zich goed te houden, maar tevergeefshij steunde
zijn voorhoofd op zijn hand en zuchtte diep;
nu eerst bemerkte Godfried, welken indruk
zijn woorden gemaakt hadden en hij zeide
bezorgd
„Je bent werkelijk nog niet zoo sterk, als je
wel denkt; beloof mij nu, dat je je heel bedaard
zult houden, en als je kunt, kom dan nog eens
bij mij."
„Dat beloof ik je En," voegde hij er
aarzelend bij, „ik zou gaarne hooren of je al
iets vernomen hebt omtrent den moord."
„Interesseert die zaak je dan zoozeer?" vroeg
Godfried verwonderd.
„Niet meer dan elke andere zaak," en op
geheel anderen toon liet hij er op volgen„dus
tot van avond."
{Wordt vervolgd.)