Maandag 19 iöJl April 1897.
PHOENIX BROUWERIJ
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
No. 4659,
46e Jaargang.
PASCHEN.
VERGIFT.
Binnenland.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
AMERSFOQRTSCQE COURANT.
Uitgave
firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersloort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post f 4,45, Advertentiën 1—regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, oi'licieële- en onteigeningsadvertentiën pet' regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 50
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente AMERSFOORT,
Gelet op art. 31 der Kieswet.
Brengen Ier kennis van belanghebbenden, dat
verzoekschriften tot verbetering der Kiezerslijst
1897/98 zyn ingekomen, welke tot en met den
21. April a.s. ter Secretaris ter lezing liggen en
in afschrift tegen betaling der kosten verkrijg
baar zijn.
Amersfoort 15. April 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester.
F. D. SCHIM HELPEN NIN 'K
De Secretaris,
W. L. SCIIELTUS.
't Is weer Pascheu. Het is andermaal
gekomen, het feest, waarop een lied des
levens ruischt door alle sferen; aangebro
ken is cle vriendelijke Paaselimorgen,
die lente-ochtendstond, die van leven
spreekt en van lust, van bloemen die
zullen komen en van vruchten die zullen
rijpen, die ochtend die met een machtige
blijde boodschap tot ons komt, het Pansoh-
Evaugelie, dat spreekt van een onver
nietigbaar leven, van een grafsteen die
is afgewenteld, en een graf dat geopend is.
Hij klinkt zoo luid, zoo krachtig ons
tegen de Pauschzang, en waar hij tot
ons klinkt, daar vindt hij weerklank
daarbinnen, daar laat hij in ons out»
waken een gansch bijzondere blijdschap.
In dien somberen winter, met zijn
zware grauwe velden, met zijn hard
nekkiger! mist, die dag aan dag lood
zwaar neder hing en onze wereld zoo
klein maakte, met zijn korte dagen en
lange, eindeloos lange nachten, hebben
wij gesnakt naar den blijden lente
groet. Wij hebben gejuicht, toen wij ze
zageu die eenvoudige bloempjes, eu toen
ze de geestige kopjes omhoog hieven,
toen hebben wij ze vriendelijk toegeknikt,
alsof wij wilden zeggen wij zijn oude
kennissen; wij weten wel wat gij komt
doengij komt ons vertellen, dat de
leute komt, dat zij in aantocht is, reeds
dicht nabij, dat zij nadert met haar
bloesems en haar knoppen en haar zacht
koesterende zonnestralen. En nu, nu het
Pascheu is, nu is voor ons gevoel de
Feuilleton.
2).
Do gasten met hun vroolijke gezichten, do holdoro
gasvlammen, de voorwerpen van weelde in liet rijk
gemeubilleen! vertrek, dat alles omringde een man,
die er niet do minste acht op sloeg; ja Benedict
had niet eens oor voor het verliefde gefluister vau
zijn aanstaande.
"Hij was hot middelpunt van een groot lamihelc 'st,
zonder dat hij er met zijn hart bij was.
üe wijn bruiste in de glazen, men stootte aan,
men bracht toasten uit op hot welzijn van bot jonge
paar.
Bonedict glimlachte en stamelde zells ooingo
woorden, maar liet beeld der goudblondo schoonheid
had hem geheel betooverd. Hij kliste llcriiimc.
maar stelde zich daarbij voor. «elk een zaligheid
hot zijn zou, wanneer hij zijn lippen cons op die
der onbekende vrouw zou drukken.
Hy verkeerde in een volslagen toestand van zins-
hogooebcling.
i)c fabrikant underdo den verlooide van zijn
dochter en legde de hand op zijn schouder.
Benedict sprong op.
Schrik niet al te zeer, waarde schoonzoon, zei
Andreas Gundler zacht. Ken paar minuien geleden
kwam hier een boodsehnn, dat helmis de ziekte van
mevrouw inv moeder bedenkelijk
Hennino weet er al van zij 1
zeer begrijpelijk vinden, wam
li li is rijdt.
Bodcdlet sprong op.
.Jii, riep hij uit, ik moei i
moeder.
wij
allen zullen liet
c terstond naar
blijde tijd gekomentóch gekomen, al
blaast nog bijwijlen de wind scherp en
snijdend over de aarde, als wilde hij too-
i, dat hij er nog isal worstelt nog
de wintervorst om iets van zijn oude
heerschappij te behouden.
Paschen is nog heel iets anders dan
slechts het lentefeest.
Wat ons oog (laarbuiten ziet, is onze
profetie van wat ons geestesoog óok ziet
overwinning van het licht, onvernietig
baar zijn van hetgeen leeft. Paschen is
ons het feest des levens, van het waar
achtige leven, dat nimmer wordt ver
nietigd. En daarom heden een blijde
bloodschap tot allen, die daar nederzitten
in rouw, gebogen ouder hun kruis, ge
wond door hun smart.
In oude verhalen, die uit het grijs
verleden ons zijn overgeleverd en die
tot ons spreken van wondere dingen,
wordt ons gezegd van een kruis, dat
niet het einde was van een leven van
liefdevan een graf dat niet gesloten
bleefvan een afgewentelden grufste.eu.
En de groote, de heerlijke waarheid dier
oude verhalen spreekt tot ons gemoed
met aangrijpende kracht. Schoon zijn zij
en zinrijk, die oude verhalen.
Wij zullen deze dingen niet allen op
dezelfde manier zeggen, maarzullen dit gie
ten in andere vormen. Maar is dit niet de
kern van ons Paaschgeloof 1 Is dit niet de
eigenaardige blijdschap, door den Pausch-
dag in ons gewekt'! En als wij, blijde
juiclieud den lenteochtend begroeten, is
het niet omdat zijn adem lieflijk zacht
wekt elk sluimerend leven, in schaduw
van den winternacht lang en diep ver
borgen 1
Zoo spreke de blijde boodschap van
den Paaselimorgen tot ons met een bood
schap van leven dat verwint, van het
goede, dat nooit verloren gaat, van
nieuwe kracht, die overal weer ontwaakt.
Onzichtbaar, maar gezien nochtans.
't Is maar te hopen, dat alle slechte even
goed als alle goede dingen in drieën be
staan, want ook de derde maand des juars
heeft op 't stuk der Rijksmiddelen een lee-
lijken tegenvaller geleverd.
Opnieuw bleef de opbrengst over Maart,
vergeleken bij de zelfde maand van liet
vorig jaar, niet minder dan I I 014573 ten
achter, terwijl wij over hot eerste kwartaal
van 07 slechts I'25082506.15 ontvingen, tegen
128972094.03 in bet eerste kwartaal van
1899. Naar die verhouding zou liet leunende
jaar, indien do toestand zoo bleef voortduren,
meer dan 12 inillioen ongunstiger worden
dan het jaar 1806. We zijn echter in Maart
ile raming (f9981813) een eindje te boven
1 gekomen, want do opbrengst is f 10897 308.97s
maar toch zijn we nu reeds circa 4 inillioen
ten achteren eu een zóo «rnotu achterstand
wordt niet zoo gemakkelijk ingehaald.
De directe belastingen vlooiden traag in
1 de al'gcloopoii maandzij gaven slechts
|'3 053 913.87® tegen l'4 242 455.84® in Maart
i 1896, en daarin ligt de eenige oorzaak der
teleurstelling, want al de overige middelen
i gaven meer dan iu Maart 1890 en vandaar
dut liet tekort, nog gedeeltelijk isgecompen-
snerd. Dn rechten op den invoer gaven weder
I'78000 meer en klommen iu de vorige
maand tot 1*877 731.89; de accijnsen lever
den 1*3 605 873 op, tegen 1*3 533292; do
J waarborg f24613, tegen 1*24359de indirecte
I belastingen (waaronder de successioreeliton)
I I I 797 902, togen 11791 142; de domeinen
1*498 700, tegen 1*484 907; de posterijen
j 1*756 927, tegen f751851; de Ilijkstelegral'en
I I 115 030, tegen f109 490; de loodsgelden
f 157 962, tegen 1' 152 783.
I Over liet eerste kwartaal zijn (in vergo-
lijking met Januari—Maart 1890) achterlijk
I de directe belastingen met 1*2 2110(58, de
accyusen met f.311 282, do indirecte belas
tingen met f839 491, de domeinen met
1*12 462, de Rykstelegrafen met circa f8000,
en daarentegen vooruitgegaande rechten
op den invoer met ruim f92000, de poste
rijen met f 18 544 en do loodsgelden met
1*24341.
Maar 4 inillioen is niet licht in te halen.
De gevoelens over het wetsontwerp tot op
richting der Kamers van Arbeid waren in
de aftieelingen der Eerste Kamer zeer
verdeeld
Vele leden begroetten met ingenomenheid
de indiening er vanandere leden, dit voor
stel eveneens een stap op den goeden weg
achtend, waren echter van meening, dat men
van 'Ie werking dier wet geen hooggespan
nen verwachting mocht koesteren.
Hot oordeel van andere leden luidde weer
minder gunstig. Sommigen meenden, dat ook
zonder dat er Kamers van Arbeid en Ver-
zoouingsraden bestaan werkstakingen bij ons
iu den regel spoedig beëindigd worden en
zich uit eigen beweging veelal commissiën
van verzoenning opwerpen. Anderen betwij
felden ol' de instelling van Arbeidskamers
we' zou bijdragen tot verelfeniiig van ernstige
geschillen. Zij vreesden, dat dè wet weinig
uitwerking zou hebben, omdat onze arbeiden
de klasse nog niet genoog ontwikkeld was
om mot kennis van zaken, kalmte 8Q<onpar
tijdigheid da in de wet bedoelde geschillen
te beooi'deelen. Eenig gunstig resultaat was
dus volgens deze loden van de Kamers van
Arbeid, althans voorzoo ver zjj als Verzoonings-
raden zouden optreden, niet te wachten.
Zelfs meenden sommigen, dat de kiem tot
strijd reeds in hot ontwerp gelegd is. nu de
Kamers zouden bestaan uit patroons, gekozen
door de patroons, en uit werklieden, gekozen
door do werklieden.
Tegen een en ander werd echter van ver
schillende zijden krachtig opgekomen en be
toogd, dat door de oprichting van K. v. A.
de aanraking tusschon patroons en werk
lieden vermeerderd en de onderlinge ver
houding verbeterd zou worden.
ilij nam vluchtig afscheidtoon 11 ermine hem
kuste, slootte hij linnr ruw vau zich en als een 1
krankzinnige snelde hij do trap af.
jN'imr mijn nioodev moet ïlcriep h(j luid.
Doch zacht voegde hij er by
Kaar het bal masqué
Op de straat bleef hi) slaan on zag om naar con
rijtuig.
Hoi sneeuwde in dichte vlokken, hot trottoir was
reeds door een dik, wit tapijt belegd.
Ecu van koude bevende gestalte naderde hem.
Een eenvoudig geklcedc, jonge vrouw met een schoon,
maar buitengewoon bleek en pijnlijk v -'rokkenge
laat werd bij het licht van eon straatlantaarn zicht
baar en greep Keiler bij don arm.
Benedict, fluisterde zij.
Hij koek om on kon eon kroot van schrik niet
onderdrukken.
ltoosjc! riep hij uit, jij hier? Ik dacht, dat
je nog in liet dorp aan de Zwilserseho grens was.
Waar je met mij getrouwd bent, nietwaar?
Getrouwd, horbiiaide hij, wie kan dat bewijzen?
Ik niet, wan; jij heb de papieren, en hot
huwelijk werd in liet geheim gesloten, maar niet
temin bon ik jo vrouw.
Juist, ik hob do papieren en wanneer ik die
vernietig, dan kan niemand ter wereld dut huwelijk
bewijzenje moet dus verstandig zijn en daarginds
blijven.
Opdat jy je kunt verloven mot do dochter
van Gundler, den rijken fabrikant die hier woont.
Hoesje, wat zoek je hier? vroeg do jongeman,
terwijl hij trachtte zich aan den doordringenden
blik der bleeko vrouw ie onttrokken. Waarom
dwaal je in den avond hier eenzaam op do straal?
Ik wil uit je eigen mond vernemen ol' het
mogelitk is, dal daarboven vanavond jou verloving
met dé dochter van Giinillor gevierd wordt?
Laat my met ritst, Kousje, ik moot naar myn
moeder, die ernstig ziek is; laat mij met rust, morgen
kom ik by je en zal alles ophelderen.
ZIJ II.
Morgen
gilde Roosje, morgen zal het te laat
sisto Bo
il moot,
Bell je krankzinnig? Wat wil jo doen
ïiodiot tusseheu de tanden.
Ik zal doen wat een verlaten vrouw d<
wanneer men tic heilige banden verbreekt,
zij zicli gebonden waande. Ik zal mij van hoi
berooven.
Roosje, ik bid je weos toch verstandigbedenk
dal jo jo kind haar moedor niet moogt ontroovon.
Roosje lachte hitier.
Hel» jij wol gedacht, toon je. ons huwelykhebt I
verbroken om jo met een andere te verloven, dat I
jij do vader van de kleine Benedieta bont? vroeg
zij zacht. Mooi ik alleen getrouw zijn aan myn
plicht en als oen verschoppeling'! door de wereld
ronddolen Ik kan hut niet. ik kan het niet. By
myn ouders mag ik niet terugkomen vóór ik hun I
mijn trottwpapioron kan vortoonon, dicjij in handen
hebt. Zij goloovon niets van ons geheim huwelijk j
on vader heeft tegen mij gezegd Als hij workoljk je
echtgenoot is, ga dan tot hem en dwing hom voor
je te zorgen van ons heb jo niets meer te ver- 1
wachten, wij jagen je weg nit ons buis. Jij weet
nu, dat ik een verjaagde, oen wanhopige ben, zeg j
zelf. wat moet ik beginnen. Geef mij raad of maak I
hot onrecht goed dat jo aan my boilrévon hebt
erken mij als je vrouw,
Roosje, hier, hier, noem dit geld aan en zoek I
een onderkomen voor vannachtmorgen zullen w y
alles bepraten. Wij moeten dut geheime huwelijk,
iu het buitenland gesloten, doen ontbinden, zonder
dat iemand er ooit, iels van tewoten komtik moet
de dochter van den fabrikant trouwen, omdat ik
I financieel ten gronde ben gericht. Wanneer ik rijk
I was, dan zou ik je bier brengen als myn vrouw,
muur nu beu ik mui, Door mijn lutweljk met lier- i
mine Gmullor zul ik ruim voor jou eu Benedieta
kunnen zorgen, en wanneer jo ons huwelijk laat
ontbinden, wanneer je het geheim houdt, dan zul
ik dut Ook doen, daar geef ik je miju eerewoord op.
Jou eerewoord lachte do verlaten vrouw spot
tend, Jat is een kostbaar onderpand, oven kostbaar
als ons huwelyk was.
Roosje, dat gesprok midden op do straat moot
iu: geëindigd worden, zoido Keiler toornig, houd
mij niet langer op. ik moet naar myn zieke moeder.
Hier hob jo geld en morgen morgen zien weel-
kaar terug, vaarwel.
Hy drukte huur oen beurs iu de hand; toen
snelde hij voort.
Roosje klemde zich nan hom vastzij wierp de
beurs in do sneeuw.
Je geld wil ik niet hobbon. jammerde zij. je
moot voor mij een echtgenoot, voor mijn kind een
vader zijn.
Laat mij gaan.
Noon, neen.
Maar Benedict had zich reeds met geweld van do
zwakke vrouw losgerukt; hij snelde voort on sloeg
oen zijstraat in,
Als door de furiën voortgozwoopt, rondo bij weg
on hield de heide handen voor de ooren om niet
nogmaals de vertwijfelde kreten te hoorei» van
Roosje, die hem zoo vruesclijk toeklonken,
Zij riep hem na.
Vloek over je, meinedige!
Benedict liep weg, hij zag niet hoe het urrno
Koosjn zich aan de muren dor huizen vasthield on
zoo voortstrompelde den kant op van hot water,
ilat, naar zij hoopte, modelijdcnder voor haar zou
zijn dan de monsolion.
Honodie.t kon niet langzamer loepen, ook niet
toen hij wist, dal hij allang buiten het bereik der
stom van Roosje was.
De furiën dreven hem onafgebroken voort en die
furiën waren het óok welke hem toeriepen
Jo moei je haasten, ie zieke moedor wacht Jo
en dan moet je naar hot bul-muaqnë,
(Wordt vervolgd).