Donderdag 20
Mei 1897.
No. 4668,
46e Jaargang.
VERGIFT.
Buitenland.
Binnenland.
Ditgave
firma A. H. VAN CLEEFP
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.franco per
post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer '10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, olïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 40 cent.
Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KOBTEGBACHT56
Telephoon 19.
De pensioen-quaestie.
De Commissie, bestaande uit de heeren mr. J, G.
A. van Zijst, H. J. Croockewit en A. A. Hamers, in
de Raadsvergadering van 15 December 1896 be
noemd tot het geven van praeadvies op een request
van Leeraren ann het Gymnasium en de Hoogere
Burgerschool, ten aanzien van pensioen-regeling
voor de(ze en alle overige) Gemeente-ambtenaren,
heeft haar rapport ingediend en zegt daarin
Het heeft bij de Commissie in de eerste plaats
een punt van ernstige overweging uitgemaakt of
pensionneering der Gemeente-ambtenaren kan ge
acht worden te zijn in het welbegrepen belang dezer
Gemeente.
De Commissie nu is eenstemmig van oordeel, dat
hieromtrent een bevestigend antwoord behoort te
worden gegeven en wel op de volgende gronden:
Vooreerst kan hot, wat de leeraren aan de in-
tingen voor Hooger- en Middelbaar onderwijs in
deze Gemeente aangaat, aan geen twijfel onderhevig
zijn, dat het verbonden zijn van alleszins kundige
leeraren aan die inrichtingen niet anders dan ten
goede kan komen aan het onderwijs.
Is toch het onderwijs goed, waardoor de bloei der
bedoelde inrichtingen ten zeerste wordt bevorderd,
dan zal dit zeer zeker in liet belnng en voordeel
der gemeente zijn, want is het bekend en dit
geschiedt spoedig dat aan de hier bedoelde
scholen goed onderwijs wordt gegeven, dan kan of
zal dit allicht voor velen, die voor hunne kinderen
behoefte hebben aan goed onderwijs, een reden zijn
om zich te komen vestigen in deze Gemeente,
welke zich bovendien vevheugen mag in ecne zoo
gunstige ligging in het midden des lands.
Wat betreft de overige ambtenaren, is het zeker
evenzeer van groot belang, dat nan de Gemeente
verbonden zijn kundige, getrouwe ambtenaren, die
steeds met lust en ij ver de hun opgedragen werk
zaamheden verrichten en hierdoor tooneu, hart te
hebben voor hunne betrekking in deze gemeente
terwjjl de meestal geringe bezoldiging dezer
ambtenaren een sparen voor den ouden dag niet
toelaat, veel minder uog het zorgen voor natelaten
betrekkingen.
Om nu den goeden geest onder de ambtenaren
te bevorderen eu zooveel mogelijk te voorkomen
dot, niet bet minst wat de leeraren betreft, de
goeden, ja uitstekenden onder hen, hunne betrek
king in deze Gemeente trachten te verlaten oiu
om zich een betere positie of toekomst te verschaffen
gelijk wij immers om die reden meermalen uit
stekende leeraren moesten zien heengaan en
groote afwisseling onder het leeraars-personeel niet
anders dan ten nadeele van het onderwijs en diens-
volgens ook ten nadeele der gemeente kan strekken,
zoo acht de Commissie, zoo mogelijk, een pen-
sioens-regeling ten behoeve der Gemeente-umbte-
varen alhier een uitmuntend middel tot hunne be
vrediging.
Daardoor wordt mede voorkomen dat de minder
goeden, boe oud ook, in den regel, ultliuns indien
eigen middelen hun ontbreken, zich wel genood
zaakt zien hunne betrekking te blijven waarnemen
zoolang dit mogelijk is iets wat zeker niet in
het belang der Genteen G moet worden geacht.
Toen ongeveer tien jaren geleden een ontwerp
verordening door het toenmaligDagelijksch Bestuur
werd opgemaakt regelende het pensionneeren eu
op wachtgeld stellen der Geineentc-anibtenaren en
bedienden, heeft bedoeld ontwerp geen verder ge
volg gehad om verschillende reden, als geringe
Feuilleton.
li).
De gravin fluisterde hem toe:
Hij mag niet bij zijn moeder komen, Boaucourt,
je weet dat wij alles moeten in het werk stellen
om dat te verhinderen.
Ik weet het en ont die reden heb ik ook den
goeden man, die nan mijn hoede is toevertrouwd,
onder bescherming van een trouwen dienaar achter
gelaten, ik beu terstond naar Munchcn vertrokken
en vraag u thans om raad.
Maar Bcuucourt, hoe moet ik je raden? Ik ben
zelf radeloos.
Dan weet ik niet meer wat ik doen moot.
Benucourt, zeide de gravin en baar vingers
klemden zich vast nnn de band van den man, IJ
court. je hebt mij al meer ter zijde gestaan
moeilijke omstandigheden van mijn leven.
Ja, in zeer moeilijke, mompelde de ridder
sloeg den blik naar den grond, als dat niet zoo
was, dan bad ik hu zulk een zware verantwoorde
lijkheid niet te dragen.
Niet jy hebt de verantwoordelijkheid te dragen
over zekere gebeurtenissen, maar ik, ik, geheel alleen,
viel do gravin hem met een woest gebaar in do rede.
JÜ hebt mijn bevelen geboorzaumd, omdat je niet
anders doen kon.
Ju, «Int is zonik zou het niet gewnngd hebben
Nu, geen gejammer I riep de gravin uil, ik be
hoor niet tot die menschel), die voor de wisselval
ligheden van het noodlot vrcozon, sta my duarom
evenals destyds wakker tor zytlo, mijn beste Beau-
raedewerking dor ambtenaren, het naar hunne
meening te hoog percentage voor storting, engeene
voldoende voorziening hunner natelaten betrek
kingen.
Op dit laatste punt wordt nu ook in het request
der leeraren gewezen.
Hierdoor is echter eene pensioensregeling zeker
niet gemakkelijk gemaakt, vooral wanneer men,
zooals in deze Gemeente, met zulk een klein korps
ambtenaren te rekenen heelt
Daar het nu der Commissie ondoenlijk bleek, in
deze praeadvies te geven zonder voorlichting of
bijstand van een deskundige, zoo verzocht zij aan
den Raad daartoe een crediet te verleenen. Dit
werd haar toegestaan, en het is haar gelukt de
voorlichting en bijstand te verkrijgeu van den beer
A. E. Rr.husen, oud-hoogleeraar aan de Polyteoh-
school ti' Delft, thans wiskundig adviseur bij de
Eerste Nederlandsche Verzckerings-Maatsehappij
tegen invaliditeit en ongelukken te 's-Gravctthage.
Deze nu heeft zijne globale berekeningen ten
aanzien van bet pensionneeren van de ambtenaren
en hunne weduwen en weezen in deze gemeente,
in een rapport samengevat.
In een zeer breed gemotiveerd rapport nu komt
deze deskundige tot de conclusie
dat de regeling der eigen pensioenen en die van
weduwen en weezen afzonderlijk dient beschouwd
■dat, indien gelyk in den regel geschiedt
het pensioen bedraagt '/oo vati het laatstgenoten
tracteinent voor elk dienstjaar, het percentage, door
iedere» ambtenaar te storten, op 5% dienst te wor
den genomen, tenvyl dan het pensioen ingaat by
liet bereiken van het 65ste levensjaar,
dat de verzekering der pensioenen beter niet in
eigen beheer door de Gemeente te nemen zij, doch
eerder een contract dieue te worden aangegaan met
een soliede Maatschappij van Levensverzekering.
dat de verzekering der weduwen en weezenpen-
sioenen daarentegen beter in eigeo beheer door de
Gemeente gehouden wordt en beter direct uit
de Gemeentekas te betalen zijn. Daar in den be
ginne echter weinig of geen weduwen- of weezen-
pensioen zal behoeven uitgekeerd te worden, doch
naderhand des te meer, verdient het aanbeveling
een pensioenfonds te stichten, waartoe onmiddellijke
storting door de Gemeente van f28000 noodig is.
Het weduwenpensioen bedrage het een vierde deel
van het laatst genoten trakteiueut van den over
leden echtgenoot. Ditzelfde geldt als de ambtenaar
na pensionneering is overleden.
Het weduwenpensioen houdt op bij overlijden,
en ook by het sluiten van een tweede huwelijk.
Voor elk pensioengerechtigd kind, waarvan de
moeder pensioen geniet, worde het weduwenpensioen
verhoogd met van hot weduwenpensioen (dus
met ',J# van het traktemont van den vader).
Voor elk pensioengerechtigd kind, waarvan de
moeder overleden is of geen pensioen geniet (in
geval van hertrouwen) bedrage bet pensioen van
het laatste door den vader genoten traktement.
Do som van alle kinderpensioetieu kan eeliter
nooit moer bedragen dan liet weduwenpensioen,
of van liet laatste traktement van den vader.
Elk kiiidcrpcnsiocn boude op als het kind den
leeftijd van 18 (of 16) jaar bereikt, of bij eerder
overlijden.
Voor de berekening der weduwen- en weezen-
pensioenen worden traktementen hooger dan
1' 2400 voor slechts f2400 in rekening gebracht.
Verder stelt de deskundige voor te bepalen, dat de
ambtenaar, die op 05-jnrigen of hoogeren leeftyil
court en wij zullen ook ditmaal niet vernietigd
worden.
Beveel over mij, mevrouw.
De man zeide dit op een toon, als had hij er aan
toe willen voegen
Meer dan ter dood brengen kan men my niet'
Je moet bier in huis blijven, hernam de gravin
Je voortdurende aanwezigheid zal my geruststellen,
men kan niet weten welke gebeurtenissen onzen
moed en al onze vastberadenheid zullen vereisclien.
Moge de hemel ons voor de gevolgen van
onze vroegere misdrijven bewaren, Zuchtte de ridder.
De gravin hernam
-»■ Het is dringend noodig, dat je toilet maakt
binnen een half unr verwacht ik Je in den ont-
vangsalon om je aan mijn dochter voor te stellen.
O ja, er zijn al zeventien jaren verloopen sedert
ik gravin ülaria voor het laatst zagzij was toen
een kind.
Ik verwacht je over een half uur in den ont-
vangsalon, ridder, herhaalde de gravin, alsof ze de
laatste woorden niet had gehoord.
Do Beaucourt verwijderde zich.
Eer hot bepaalde halve uur verstreken was, trad
I)e Beaueort den ontviingsalon binnen. Hy scheen
er op voorbereid, nog niemand daar te zullen aan
treffen, want hy zette zich kalm in een met fluweel
bekleeden fauteuil en zeide voor zich
De gravin zal nog tijd noodig hebben om haar
moed te verzamelen, teneinde tegenover haar doch
ter de noodige uiterlyke kalmte te bewaren, en
hij scheen zich niet vergist te hebben, want de gravin
trad eenige minuten later binnen met (Ie woorden
Zoo, ben je reeds hier? Ik heb waarlyk ver-
gelen Olaria te roepen.
De gravin trok aan het schelkoord en een kame
nier trad binnen.
Verzoek gravin Olaria hier te komen, zeide
de gravin.
gepensionneerd wonlt, deelgerechtigd blijft, en dus
recht behoudt op weduwen- en wcezenpensioen
zonder dat voor hem verdere stortingen in het
pensioenfonds geschieden. Daarentegen zal de amb
tenaar, die vóór liet bereiken van den 65-jarigen
leeftijd den dienst der Gemeente verlaat, ophouden
deelgerechtigd te zijn, tenzij door hem tot het be
reiken van dien leeftijd jaarlyks 6 pCt. van het
laatstgenoten traktement worde gestort.
Teneinde, het fonds in staat te stellen de wedu
wen- en weezenpensioeneu op den boven aangegeven
voet. uil te keeren, zal derhalve in normale om-
staniiighedeu noodig zijn een jaarlijksche storting
van I! pCt. van alle traktementen en tevens een
extra-bijdrage van f1000, welke laatste echter na
verloop van tijd niet meer noodig zal zyn.
Als de bovenstaande voorstellen voor pensioen
verzekering worden aangenomen, zal dus voor deze
verzekering noodig zijn een storting van: voor eigen
pensioen van 5 pCt. over alle traktementen, en voor
weduwen en weczenpensioen van 6 pCt. over alle
traktementen 1000, te samen 11 pCt. over alle
tractementen ƒ1000, welke gelden te vinden zou
den zijn door op alle tractementen eene korting
toe te passen van 5 pCt. terwijl het overblijvende
(dus 6 pCt. van de som der traktementen ƒ1000)
jaarlijks op de Geiueentebegrooting zou moeten
worden uitgetrokken. Bij deze verdeeling kan men
dus aannemen, dat de eigen pensioeuen door de
amtenaren zelf, de weduwen- en weezenpensioenen
door de Gemeente betaald worden.
Voor de Gemeente zullen de jaarlijksche kosten
bedragen
6 pCt. over ƒ58150 =- ƒ3489
de extra-storting vau 1000
dus te samen in ronde som 4500
welke som te eeniger tijd zal kunnen verminderen
door het wegvallen der extra-storting, maar dnaren-
tegen bij uitbreiding van het korps ambtenaren
natuurlijk zal stijgen
De Commissie vervolgt:
Uit het rapport van den deskundige blijkt dus,
dat deze voorstelt om de eigen pensioenen door de
ambtenaren zelf te doen betalen, door eene jaar
lijksche korting van vijl' pereent op alle tractemen
ten toe te passen, en dat do Gemeente de pensioe
nen der wrdnwni en weezen voor hare rekening neemt,
waartoe een pensioenfonds wordt opgericht, ten
welke bate jaarlijks ongeveer 4500 op de Begroe
ting zal belmoren te worden gebracht, in het geval
dat alle tegenwoordige ambtenaren tot beide rege
lingen toetreden.
Met bepaling dal, indien deze regelingen tot stand
komen, voor de ambteiiareu die aangesteld worden
n a de invoering der nieuwe pensioen-regeling de
toetreding tot beide regelingen verplichtend zal
moeten worden gesteld, terwijl de toetreding lot
beide regelingen facultatief kan worden gelaten
voor hen, die op hot tijdstip der invoering in dienst
der Gemeente zijn.
I)o Commissie erkent dat, volgens de berekeningen
van den deskundige, een zwaar offer van de Ge
meente zal worden gevorderd.
Met liet oog hierop, zoude liet ook overweging
verdienen om de invoering van de voorgelegde
regeling tien il twaalf jaren te verschuiven, terwijl
li li direct moet worden overgegaan tot het vorm 'n
van een fonds door eene jaarlijksche storting uit de
Gemeente-financiön van ongeveer f2000 waardoor
dan liet bedrag zoude gevormd worden van de in
net rapport van den deskundige genoemde som van
f28000, zoodat ilan de jaarlyksclie bijdrage van
f4500 op het tijdstip van de invoering der regeling
met f1000 zoude kunnen verminderd worden.
Bij de dadelyke invoering alleen van eigen pensi
onneering der ambtenaren, acht de Commissie het
billyk dat door de Gemeente de helft, dus 2'/, per
cent van de benoodigde storting van o percent over
alle tractementen, wordt bijgedragen, waartoe by
algeuieene toetreding, volgens den tegenwoordigen
toestand, eene som van omstreeks f1500 op de
Begrooting zoude moeten worden gebracht.
Nadat de kamenier het vertrek weer verlaten
had om haar boodschap over te brengen, fluisterde
de gravin den ouden ridder toe
Gij zijt een bloedverwant van mij, die ver van
hier komt; wij hebben eerst heden kennisgemaakt;
laat zij vooral niet bemerken, dat \vy elkaar al lan
ger kennen.
Zooals u weii8cht, maar
Geen maren, Beaucourt, Ularin is een zeer
scherpe opmerkster geworden, zij heeft een buiten
gewoon wantrouwend karakter, zoodat ik soms zelfs
voor haar vrees
Zy hield op want gravin Olaria trad den ontvang-
salon binnen.
Het ry zige slanke, meisje, met haar ongekunstelde,
natuurlijke bevalligheid, maakte ei overweldigen
den indruk. Zij had donkere, vurige oogen, volle,
kersronde lippen en zwart haar, dat een blauwachtige»
glans afwierp. Haar tint was een weinig gebronsd,
als ware zij onder een zuidelijken hemel geboren.
Haar trekken waren, elk afzonderlijk beschouwd,
naar kuuslonnarsbegrippen niet schoon te noemen,
ook niet regelmatig, maar toch brachten zij over
het geheel «en betoverende uitwerking te weeg.
De Beaucourt boog diep, terwijl de gravin Do
Persigny zeide, met een stem die zoo hard klonk
als metaal
Ik heb de eer u voor te stellen, gravin Olaria,
mijn docht«r.
Olaria beantwoordde oen zwygonden groet van
den bejaarden heer met een vriendelijk knikje,
waarop haar moeder bet woord tot haar richtte.
Ridder De Beaueort, een lid van onzen familie,
die ons met een bezoek komt vereeren.
Verheugd u te zien, heer ridder, sprak Olaria.
Beaucourt nam do hand, die de jonge gravin licm
toestak en bracht die vol eerbied ann zijn lippen.
Hy zeide aangedaan
Ik heb wijlen uw vader gekend, gravin en de
golykenis met hem
De sultan van Turkije heeft Dinsdagochtend
bevolen de vijandelijkheden te staken.
Vermoedelijk zal tnsschen Turkije en Grie-
kenland een wapenstilstand worden gesloten.
Op het post-congres te Washington is het
voorstel om een wereldpostzegel in te voeren,
ATJKI1
Bij het Departement van Koloniën zijn
Maandagmiddag de volgende telegrammen
ontvangen van den Gouveneur-generaal van
Nederlandseh lndiëVrijdagnacht Atjehsche
benting in het gebergte bij Lamtjot geno
men, waarbij de vijand vijf dooden achter
liet daarna had een vrij hevig vuurgevecht
plaats met een talrijken vijand. Onzerzijds zijn
gesneuveld 1 en gewond 6 militairen bene
den den rang van officier. Kroeng Radja is
tijdelijk bezet. Zondag werd de sterkste ben
ting van Panglima Polim in Gleieng stor
menderhand genomen, waarbij gesneuveld
zijn 1 officier en 10 militairen beneden dien
rang, gewond 4 officieren en 44 militairen
beneden dien rang. De vijand liet 39 dooden
achter, waaronder 1 vroeger gedeserteerd
militair.
Uit telegrammen aan bijzondere personen
of aan dagbladen blijkt, dat gesneuveld zijn
kapitein G. M. P. Scbeuer (jongere broeder
van tien held van Lombok van dien naam)
en kapitein H. Jacobsernstig gewond wer.d
luitenant H. A. Messemaker van de Graaf;
licht gewond werden kapitein J. N. C. baron
van lleerdt, luitenant J. A. Jansen en luitenant
J. C. P. W. A. Steenkamp.
Do Raad van State heeft aan H. M. de
Koningin-Regentes geadviseerd, de onbe
voegdheid der vrouw om tot voogdes be
noemd te worden, uit ons burgerlijk recht
te uoeu verdwijnen, door intrekking van het
bepaalde sub 3 art 435 Burgerlijk wetboek.
De gravin wierp hem een waarschuwenden blik
toe en op haar bleek gelaat vertoonden zich de ken-
teekenon van «en hevige ontroering.
Vóór do ridder nog een woord verder had kunnen
spreken, zeide zij
Onze waarde bloedverwant zal gedurende eenige
weken ouzo gaat zyn.
Olaria huiverde ongetwijfeld deed deze mededee-
ling haar onaangenaam aan. maar zy kon niet anders
doen dan autwoordden
Het zal ray een groot geuoegen zyn, wanneer
ik er toe bijdragen kan, den ridder het verblyf in
ons huis zoo aangenaam mogelijk te maken.
O I dn is mij reeds aangenaam gemaakt, ant
woordde Du Beaucourt, sedert ik in de nabijheid
verkeer vau twee zjo kwistig door de natuur bedeelde
dames.
Het gesprek liep over alledaagsche onderwerpen
en de ridder kwam in de gelegenheid waar te nemen,
dal Olaria een zeer welopgevoede jonge dame was
met innemende eenvoudigheid in haar woorden en
bewegingen maar die voornamelijk tegenover haar
moeder een bijna yzige terughoudendheid aan den
dag legde.
Trouwens, het kon ook wel niet anders, want de
gravin scheen zich geweld te moeten aandoen, om
tot haar dochter oen vriendelijk woord te zeggen.
Toen De Beaucourt van de dames afscheid geuo-
men had, zeide liy tot zichzelf
Het is geen aangename verstandhouding, die
er tusachcn moeder en dochter bestaat. De eerste
vreest, dat haar dochter nis by instinct zal raden,
welke misdaad er ann den ouden graaf De Persigny
zwijg, Beaucourt, hot voegt je wel het allerminst
over het verleden te spreken, want jij speeltdaarby
de weinig eervolle rol van handlanger.