Maandag 5 Juli 1897. No. 4681, 46e Jaargang. Binnenland. PHO E NIX BRO W E RIJ H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. VERGIFT. Uitgave Firma A. H. VAN CLE E FF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post f 1.45. Advertentiën 16 regels (30 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers iO cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KOBTEGBACHT56 Telephoon 19. Wij zijn gaarne bereid om, tegen vergoe- diug van liet porto, aan geabonuoerden, die voor korten of langen tijd op reis gaan, de Amorsfoortsche Courant en de bladen welke zij door onze tusschenkonist ontvangen, na te zenden. Opgave van duidelijk adres is voldoende. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien art. 55 slot-alinea der Kieswet, Brengt ter kennis der ingezetenen dat ter vervulling van de vier door aftreding open vallende plaatsen in den Raad dezer Geme'ente in liet le en het Ille district elk twee den 13 Juli a.s. van voorm. S uur tot nam. 5 uur, eene stemming zal plaats hebben, als volgt: In het Ie kiesdistrict over de oandidaten: GERRITSEN, D. KONING. H. RUIJS, D. VISSER, E. L. In het. 111e kiesdistrict over de candidaten GERRITSEN, D. GROENEBOOM, Dr. P. HEIJLIGERS, Mr. J. RUIJS, D. VOORST VADER (van Mr. P. J. t'. Verder wonlt in herinnering gebracht de inhoud van art. 128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende »Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende aan eene krachtens wettelijk voor schrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste éen jaar". Amersfoort, 2 Juli 1897. De Burgemeester voornoemd, F. D. SOHIMMELPENNINCK. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 8 der Wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad no. 95), Brengen ter kennis van het publiek, dat door ben aan J. M. WETER1NGS en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend om eene varkensslachterij en rookerij op- teriehten in het perceel alhier gelegen aan de Lavendelstraat, wijk E. No. 407, kadastraal bekend onder sectie E. No. 022. Amersfoort, den 3. Juli 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, E. D. SOHIMMELPENNINCK. De Secretaris. W. L. SCIIELTUS. De berichten als zou door H. M. reeds een opdracht zijn verstrekt tot vorming van een nieuw Kabinet kunnen tot nog toe als voorbarig en onjuist worden beschouwd. Naar constitutioneel gebruik wordt zoo danige opdracht eerst gegeven nadat het Hoofd van den Staat de presidenten der beide Kamers er. den vice-president van den Raad van State heeft geraadpleegd. Tot dusver zijn lot dat einde door H. M. ontvangen de heeren Van Nan men en Schorer, laatstge noemde hooge Staatsambtenaar eerst Vrij dagmiddag. Hetzij het tegenwoordig Kabinet mocht aanblijven, dan wel verandering in zijn samen stelling ondergaan, thans wonlt verzekerd dat de Minister van Marine, jhr. Van der Wijck, daarvan geen deel meer zal uitma- ken, aangezien ZExc. het bepaald verlangen j heeft te kennen gegeven, in ieder geval zijn i ambt neer te leggen. Rij Kon. Besluit is bepaald, dat het eere- teeken voor belangrijke krijgsbedrijven ook toegekend wonlt aan ben, die hebben deel- genomeh aan le krijgsverrici.il' u in Atjeh en onderhoorigheden in de jaren 1891 tot en met 1896. De hun deswege uit te reiken gesp draagt bet opschriftAtjeh 18731896. Zij wordt niet gelijktijdig gedragen met de vroeger vastgestelde gespen. Zij, die versierd zijn met eender vijf vroe ger vastgestelde gespen, zijn bevoegd haar te verwisselen met die, welke het opschrift draagt: Atjeh 1873—18%. Sedert 4 Juli zijn in het verkeer met Groot-Brittannië en Ierland toegelaten per expresse te bestellen pakketten ter verzen ding op dezelfden voet als in het verkeer met ile landen, welke zijn toegetreden tot het bedrag van VVeenen van 4 Juli 1891, betreffende de uitwisseling van postpakketten. Vrij onverwacht is te 's-Gravenhage ont slapen mr. J. G. Kist, president van den Hoogen Raad. Wel was hij in den laatsten tijd eenigszins lijdend, maar levensgevaar scheen niet te duchten. Geboren te Zoelen in 1822. had Kist zijn 75e jaar nog niet bereikt. Na zijn promotie, in 1847, trad bij in de magistratuur, waarin hij met hooge onderscheiding 45 jaar doorbracht in ver- schillende rangen. Hij heeft in de hooge betrekking welke j hij vervulde vooral gestreefd naar handhaving I van het recht, zonder aanzien van persoon of gezag, en van de volstrekte ouufhanke- lijkheid des rechters. Als voorzitter van het hoogste recbtscol- 1 j lege was Kist lid van den Raad van Voogdij. Als President-curator van de Leidsche Universiteit, gaf hij zich veel moeite voor het Academie onderwijs. Voor de weten- schap en het vaderland is de dood van rnr. Feuilleton. Kist een zwaar verlies. De hoofdcommissaris van politie te 's Gra- venhage verzoekt namens de Fransche lega- tie opsporing van K. L. Moesman, geboren te Utrecht 7 Juni 1845, bediende. Hem moet door het gezantschap van Frankrijk een voor hem aangename mede- deeling worden gedaan. De Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij vierde Donderdag haar zilveren feest. In 1872 door de heeren Westerman, Smits, Caramelli, Ramann en Schadd opgericht, be gon zij, aanvankelijk zeer bescheiden, den Isten Juli met de lijn DamPlantage. Bij het begin bad zij in dienst 2 omni bussen, 24 paarden en 72 man. Welk een hooge vlucht de Maatschappij genomen heelt, kan men nagaan, als men weet, dat op 't oogenblik door haar gebruikt worden 243 wagens en 810 paarden, terwijl voor de ex ploitatie 775 beambten benoodigd zijn. Het mag als een gunstig teeken worden aangemerkt, dat, ondanks het sterk toenemen der bevolking, te Hilversum het gebruik van sterkedrank in den laatsten tijd sterk afneemt. In de laatste 6 maanden toch be droeg de accijns daar ongeveer f1000 min der dan vroeger. Het vorig jaar was een gelijk verschijnsel merkbaar. Men schrijft het toe aan de wer king der Geheel Onthouders-vereeniging. Ware dit slechts overal zoo. Nu reeds zijn op den Dam te Amsterdam appartementen verhuurd voor de inhuldiging van H. M. de Koningin in 1898. Voor een appartement met twee ramen in de onmiddellijke nabijheid van het Paleis is een huurprijs van flOOO bedongen. Een anti-revolutionnair kiezer in het dis trict Sneek is, omdat hij niet ging stemmen, door zijn medeleden der Geref. gemeente de toegang tot het H. Avondmaal ontzegd. Te Uithuizen (Gr.) is het tienjarig zoontje van den koopman Van der Hoek met afge sneden hals en geworgd in een sloot ge- 1 vonden. De ijselijke gebeurtenis wordt door de Prov. Gi'on. Ct. dus verhaald: De knaap bevond zich in het zoogenaamde oWilgenbosch", een tuinbouwinrichting on middellijk bij het dorp, ora op den akker van zijn vader met een broodmes eenig onkruid te verwijderen. Daar trof hij een drie jaar ouderen knaap, met wien hij ging nestjes uithalen. Volgens het verhaal van dezen knaap werden zij daar overvallen door een man met witte broek, blauwe jas en pet I zonder klep. waarop de 13-jarige het hazen pad koos en het dorp inging. Een goed uur later hoorend, dat het knaapje vermist werd, ging hij met eenige anderen naar de plek, waar zij samen geweest waren, waarop het lijk weldra in een sloot gevonden werd. Het onderzoek van de politie, zoo uit Uithuizen als uit de omliggende gemeenten, waar men onmiddellijk per véloeipède met het feit in kennis gesteld werd, heeft echter geen resultaten opgeleverd. Nader verneemt men omtrent de zaak, dat 23). Vergeef mij deze dwaasheid, zeide Beaucourt, maar ik moest het wagen raij in mijn nieuwe ge daante te vertoonen. Olaria bekeek den ouden beer van hooid tot voetenzij kon haar oogen nog bijna niet ge- '"-'imlerdaad, ridder, een dwaasheid, zeidc zij ten slotte. Met welk doel hebt ge u zoo potsierlijk uitgedost en haar en gelaat gekleurd Ja, ik zie er potsierlijk uit, zuchtte Be Beau- cour, maar ik kan niet anders de gravin heeft het mij zoo bevolen. In den winter van mijn leven, moet ik nog eens de lente er v;.n doorleven. Op bevel van mijn moeder? vroeg Olaria ver wonderd en ontstemd. Ja. Maar is u dan haar bediende Een bediende? Die kan nog een anderen meester zoeken, wanneer hem bevelen worden ge geven, die hij niet ten uitvoer wil brengen, terwijl '''-L Maar dan isu nog minder dan een bediende, dan is u een slaaf. De ridder haalde zijn schouders op. Laten wij daar liever niet over spreken, lieve gravin, verzocht De Beaucourt, en onderzoek niet. naar de oorzaak van mijn onderworpenheid aan de luimen van mevrouw De Persigny. Ik maak u mijn verontschuldiging, dat ik mij aan u vertoon in een gedaante, die elk verstandig mensch ergeren moet. Alleen uit vrees, dat u mij ïu tegenwoor digheid van een bediende kou uitlachen, kom ik mij aan u vertonen. Olaria zeide eenigszins scherp: Neem mij niet kwalijk, ridder, maar ik heb medelijden met u. Een man van uw leeftijd moest zich niet tot zulk een zotternij laten overhalen. U hebt volkomen gelijk, lieve gravin, omdat u van niets weet, anders zoudt u mij dit verwijt niet doen. Olaria keek hem strak aaner kwam een zon derlinge trek op haar gelaat, maar d'e was in een oogwenk weer verdwenen en een glimlach plooide haar lippen, terwijl zij op vroolijken toon zeide U is thans op allerlei dolle streken toegerust, ridder, vermaak u maar goed, ik vergeef u bij voor baat alle dwaasheden, doch op feu voorwaarde. En die is, gravin? Noem uw voorwaarde, ik neem die vooraf reeds aan. U moet mijn nieuwsgierigheid bevredigen en mij trouw al uw avonturen vertellen. De Beaucourt kuste de kleine witte hand, die gravin Olaria hem reikte. In zooverre het av lang kunt stellen, zult gravin, beloofde hij. De gravin stond op en bekeek den verjongden ridder van alle kanten. U zult heel wat beleven, mijn waarde ridder De Beaucourt, schertste zij, want voor iemand die uw leeftijd niet kent, ziet ge er nog lang zoo slecht niet uit. Wie niet beter wist, zou zeggen, dat u m den bloei uwer jaren waart. Beaucourt bekeek zich in den spiegel en lachte nu ook. Hm, in mijn tijd noemde men mij ook alge meen een knappen jongen, verzekerde hij, en verliet daarop de kanier, veel vergenoegdcr dan hij er geko men was. Nauwelijks was hij weg ofOlana werd weer ernstig, 1 Wat zeide hij loch fluisterde zij. Ik weet van niets? Waren dat niet zijn eigen woorden V Wat weet ik dan niet Beaucourt is dus in het bezit van haar geheimen Welnu, die geheimen wil ik door gronden, dan zullen wij misschien elkaar nader spre ken, trotsehe gravin De Persigny. Nina, de kamenier van Olaria, trad lachend binneu. Heeft de gravin mijnheer De Beaucourt al ge zien vroeg zij. Haar vroolijkheid verdween echter eensklaps voor den strengen blik van Olaria. Gij zult mijnheer den ridder De Beaucourt met de verschuldigde achting behandelen, Nina, beval zij. want hij is mijn eenige bondgenoot. Nina boog onderdanig voor haar meesteres. De eenige behalve ik, verbeterde zij, want u weet. gravin, dat ik u trouw ben tot in den dood. Olaria streelde zacht de wangen van het meisje. Ik weet het, fluisrerde zy. ja, ik weet het, jij zult mijn geheimen nooit verraden. Nooit, bevestigde Nina, terwijl zij de hand als tot een eed omhoog hief, nooit. De Beaucort snelde de gangen door, waar de be- dienden hein verwonderd nakeken en trad de kamer I der gravin binnen. Deze was in het minst niet verwonderd over het bespottelijk voorkomen van den verjongden grijs aard. Zoo is liet goed, mijn beste Beaucourt, zeide zij, men moet de macht van den ouderdom bestrijden zoolang men kan, ten minste wat het uiterlijk be- treft. Je moet toegang verkrijgen tot de kringen, waarin I ik veronderstel dat Adrian verkeert. Daar staat mijn I caseetie, de sleutel steekt in het slot, voorzie je van zooveel geld als je noodig denkt te hebben om een goed figuur te maken. De ridder toonde zich niet al te bescheidenbij wist, dat de gravin niet karig was. Maar zie vooral goed rond naar Adrian, vo f g de gravin er bij, zorg er voor, dat de jonge j buiten de omgeving van zijn moeder blijft. Ik zal beginnen met hem op te sporen en wanneer ik hem vind, dan verzeker ik u, dat hij geen dag langer te Miinchen blijven zal. Hiermede nam de lidder afscheid en verliet het huis Persigny. Vóór alles zal ik myn ouden kennis, den ar- tistenagent Hermann opzoeken, zeide hjj voor zich. Wanneer die nog leeft, dan heb ik aan liem een uitmunteud cicerone in de wereld, waarin men zich niet verveelt Ik heriuner mij nog de genoeglijke uren, die ik niet hem heb doorgebracht. De Beaucourt had nu geld sn daarmee was zijn licht zinnigheid van vroeger teruggekeerd. Een mail, die een vermogen verkwist heeft, blijft melancholiek zoolang hij in geldverlegenheid verkeert, maar nau welijks voelt hij weer eenige zijdeachtige papiertjes in zijn borstzak of de levenslust van vroeger keert terug. Zoo ging het ook met De Beaucourt. Jaren lang had hij in afzondering geleefd, en het bevel van de gravin om zich weer eensklaps in een maal stroom van vermaken te werpen, had hem aanvan kelijk lang niet toegelachen. Hij was er over ontstemd geweest, met weerzin had hij zich in die vermomming gestoken, maar nu het eenmaal zoover was, begon zijn rol hem al- ib or beter te bevallen. Wat hinderde liet ook, of hij het geld van de gravin met volle handen om zich heen strooide, om nog eens de genoegens van een groote stad te smaken. De brave De Beaucourt voelde zich als herboren. Met lichte, veerkrachtige schreden liep hij eenige straten door en trad daarop een groot koffiehuis binnen. In mijn tijd was Hermann altijd gewoon hier zijn partij piquet te komen spelen, zeide hij, terwijl hij aan de leestafel ging zitten.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1