Donderdag 9
September 1897.
No. 4700,
46e Jaargang.
Stadsnieuws.
VERGIFT.
Uitgave
A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f franco per
post f 1.15. Advertentiën 16 regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten rle stad worden de ineasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KOETEGHACHT56
Telephoon 19.
KENNISGEVING
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT.
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer ge
meente dat het door den Directeur van 's Rijks
directe belastingen enz. te Amsterdam executoor
verklaard kohier No 2 van de Bedrijfsbelasting
over het dienstjaar 1897/98 aan den Ontvanger
van 's Rijks directe belastingen alhier is ter hand
gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aan
slag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op dedaarvoor gebruikelijke plaatsen
aangeplakt te Amersfoort, den 7. September 1897.
De Burgemeester voornoemd,
E. L. VISSER,
Weth., lo. Burg.
De Dinsdag oin kwart vóór twee geopende
en tegen half vier gesloten Raadsvergadering
werd aanvankelijk gepresideerd door Wet
houder Celosse.
Met kennisgeving waren afwezig de heeren
Hamers, mi'. Van Zijst en mr graaf Schim-
inelpenniiick, zonder kennisgeving de heer
Van Kalken.
Allereerst werden geïnstalleerd de nieuw
benoemde leden, de luierenE. L. Visser,
D. Gerritsen, mr. J. C. 11. Prikken, mr. J.
Heyligers en G. P. A. Garjeanne, die in
handen van Wethouder Ceiosse de gevor
derde eeden of beloften aflegden, waarna
zij werden gelukgewenscbt met bun her
kiezing en het vertrouwen bij hernieuwing
in hen gesteld, en vervolgens werden uitge-
noodigd plaats te nemen.
Hierna werd overgegaan tot de benoeming
van een Wethouder, als hoedanig nietalge-
meenö stemmen werd herbenoemd de beer
E. L. Vissser, die onder dankbetuiging voor
het vernieuwd blijk van vertrouwen, mee
deelde de benoeming aan te nemen en ver
volgens de vergadering verder leidde.
Aan de orde waren een groot aantal
reclames inzake de Inkomsten-belasting, met
het advies der Commissie ad hoe.
De Voorzitter stelde voor de reclames
169 en 188 na afloop der vergadering te be
handelen in gesloten zitting omdat deze
reclames familieleden van leden van den Raad
aangaan, hetgeen werd goedgekeurd.
Niemand verlangde discussie over liet
rapport en dit werd dan ook z. h.st. onver
anderd aangenomen.
Aan de orde kwam een voorstel van B. en
\V. tot uitbreiding van onderwijzend per
soneel aan de openbare Lagere school 3e
aan de Beekstraat, hoofd beer J. van dei-
Horst. Het voorstel luiddebenoeming van
Feuilleton.
éen onderwijzer en éen onderwijzeres, opdat
alle lokalen bezet zijn.
De heer Gerritsen wilde bij dit punt
tevens behandeld zien het volgende punt der
Agenda, luidendevoorstel van B. en W.
tot aanstelling van éen onderwijzer aan de
openbare school le soort voor jongens, hoofd
de heer C. J. van der Nagel.
Na volkomen verlof daartoe stelde de heer
Gerritsen deze vragen
1°. waarom zijn deze beide voorstellen,
omtrent de school aan de Beekstraat en de
Jongenschool, zoo laat ingekomen
2". waarom wordt niet aanstonds aan laatst
genoemde desnoods een tijdelijk onderwijzer
aangesteld
3°. Is de onmogelijke toestand welkesedert
September in de school des heeren Van der
Nagel heerselit, bij B. en W. bekend
4°. Is de heer Schoolopziener daaromtrent
ingelicht, en zoo neen, waarom niet'?
Reeds in Juni waarschuwde de heer Van
der Nagel, dat het spaak moest loopen; éen
onderwijzer heeft drie klassen, andere lo
kalen zijn overbevolkt, enz. En thans stellen
B. en YV. voor een kweekeling te benoemen.
Dit acht spr. geheel verkeerdmen moet
een onderwijzer hebben en een goed onder
wijzer ook. En dat kan evenzeer; het on
derwijs kan niet alleen goed, maar ook best
zijnhet schoolgeld is hoog en de school
bedruipt zichzelf bijna; het schoolhoofd is best
te vertrouwen en de resultaten, onder zijn
leiding behaald zijn goed.
Spr. wenscht dat men geen halve maat
regelen neemt en vraagt, waar bij slecht weer
gespeeld moet worden, waar de spreekkamer
is voor het Hoofd der school, waar gymna-
stiek-onderwijs moet worden gegeven en
zou wenschen dat het schoolhoofd geen
klasse-onderwijzer ware, doch voor de jon
genschool door B. en YV. dezelfde argumen
ten werden aangevoerd als voor de school
aan de Beekstraat.
Spreker overtuigde zich door herhaald
bezoek aan de school van de waarheid dei-
klachten en heeft de eer voor te stellen, dat
de Raad besluite tot:
1°. het onmiddellijk benoemen van tijde
lijke onderwijzers aan de Jongensschool en
aan de school aan de Beekstraat.
2°. de bescheiden over den bouw te renvoy-
eeren aan B. en W. en aan den heer School
opziener.
3°. dat deze bescheiden met de adviezen
van B. en YV. en dezen school-autorieteit
worden overgelegd aan den Raad.
Dit voorstel, krachtig ondersteund, kan een
punt van behandeling uitmaken.
41).
Dc kleedster deelde nu haar plan mee en het
scheen wel, dat het de goedkeuring van den vicomte
verwierf, want hij glimlachte en knikte herhaalde
malen met het hooid ten toeken van instemming.
Bij het afscheidnemen, na een gesprek van meer
dan een uur, verwaardigde hij zich zelfs, haar de
hand te drukken.
Op eeu zeer ongewoon uur in den namiddag had
de directeur een scène-repetitie uitgeschreven voor
mejuU'rouw Benedieta en den jeune premier, met
wien zij in een nieuw stuk cenigc moeilijke too-
ueeleu had. Benedieta verwonderde zich hierover
wel eenigszius, want het samenspel van haar met
den jeune premier liet juist niets te wenschen over,
maar toch begaf zij zich op het bepaalde uur naar
den schouwburg. Tot haar niet geringe verbazing
waren noch de regisseur noch haar mede-speler op
de vepititie gekomen en deelde een tooneelknecht
liuar mede, dat de repïtitie niet doorging. Men was
er zelfs verwonderd over, dat de juffrouw er geen
boodschap van gekregen had. Knorrig verliet Bene-
dicla den schouwburg.
Om de repititie had ze haar verloofde een briefje
geschreven, waarin zij hem verzocht, eerst tegen den
avond by haar te komen en nu wist zij van verve
ling niet wat zy doen zou. Gelukkig scheen de zon
helder en vriendelijk uit een onbewolkte lucht en
daarom besloot Benedieta een toertje te gaan rijden.
Zij nam een rijtuig en beval den koetsier, haar
naar het Engelsche Park to brengen.
Het was wel Januari maar ook de winter hoeft
zijn bekoring. Het had eeu paar dagen achter
een gesneeuwd, daarua sterk gevroren en de groote
laan van hot Park met haar besneeuwde takken en
haar ijskegels die in de zon fonkelden als diamanten
leverde oen verrassend schouwspel op.
Benedieta gevoelde zich iu deze eenzaamheid aan
genaam te moede, want zij kon nu ongestoord
droomeu van het geluk in de toekomst dat haar
aan de zijde van haar beminden Wilhelm wachtte.
Een onvoorzien voorval deed haar eensklaps vol
schrik uit die voete droomeu ontwaken.
Eeu groote raaf vloog zóo woest, dat hij met alle
kracht togen het portierraampje van het rijtuig te
recht kwam en het glas deed breken. Gedurende
eeu paar seconden lag hij in het rijtuig voor haar
voeten, sloeg wild met de vlerken om zich heen,
tot het hem eindelijk gelukte weer uit zijn gevan
genis te ontkomen.
Benedieta was wel niet bijgeloovig, maar toch
rilde zij over al haar leden. Reeds als kind had zij
eeu afkeer van raven gehad, omdat van die vogels
verteld wordt dat zij huu jongen verlaten en zeer
kwaadaardig zijn. Dit voorval wekte de vrees van
Benedieta voor de raven weer op,
Dat zulk een akelig dier nu juist iu haar rijtuig
moest vliegen. Was het slechts toeval of kondigde
het een onheil aan?
Gewoonlijk zijn de raven toch zeer voorzichtig en
vliegen niet licht ergens tegen aan.
Benedieta leunde bevend in de kussens vnu haar
rytuig achterover en hulde zich vaster iu haar pels
mantel. Zij vreesde, dat die akelige raaf met zijn
onheilspellend gekras zou terugkeereu.
De tooneoldirecteur had aan mevrouw Emser be-
ricüt gezonden, dat hii haar in den naunniddag zou
komen afhalen.
De oude dauie, die ailt.' doen wilde om haar zoon
Wilhelm van dat onzalige huwelijksplan, zooals zy
Mr. Heyligers moet evenzeer erken
nen dat het voorstel van B. en W. ook hem
èn te laat èn onvoldoende voorkomt. De
voorspelling, in Juni door den heer Van dei-
Nagel gedaan, is thans juist gebleken dooi
den zeer vicieusen toestand. Als de admissie
tot de Hoogere Burgerschool en het Gym
nasium dit jaar min gunstig zal wezen, dan
zal dit ook werkelijk niet de wijten zijn aan
den heer Van der Nagel. YVaarom wil men
aan de Jongensschool een toestand hand
haven, dien men aan de Beekstraat wil op
heffen De Commissie van Toezicht op het
Lager onderwijs ontraadt den bijbouw en
het is spr. ook hierdoor een raadsel hoe die
Commissie zóo stiefmoederlijk denkt over
de Jongensschool, een zoo onontbeerlijke
schakel in het onderwijs te Amersfoort, waai
de grond wordt gelegd waar op Hoogere
Burgerschool of Gymnasium op wordt voort
gebouwd. Spr. zal dan ook stemmen tegen
het voorstel van B. en YV., dat der C. v. T.
De heer Van E s v e 1 d acht dit voorstel
eveneens geheel onvoldoende ook hij ervoer
door herhaald bezoek dat liet onderwijs op
de Jongensschool allerlei bezwaren onder
vindt. De C. v. T. zoekt haar kracht in
klasse VI, maar hoe kan deze goed wezen
als de lagere klassen overbevolkt zijn? Een
der onderwijzers is speciaal gesalarieerd om
Hoügduitsch en Engelsch te onderwijzen,
doch men geeft hem niet de gelegenheid in
die vakken onderwijs te geven en draagt
dit op aan het Schoolhoofd. Spr. zou wenschen,
dat dit alles veranderd werd.
Mr. Prikken vereenigt zich geheel met
het door den heer Gerritsen gesprokene doch
wil de volgende vragen doen aan B.eii W.:
1°. waarom gaf de heer Schoolopziener
geen advies en voldoet het onderwijs niet
aan redelijke eischen
2°. om welke reden is een zóo urgente
zaak, en waarop de heer Van der Nagel zoo
juist en jzoo in tijds wees, zoo op de lange
baan geschoven
3°. waar is de brief van het Schoolhoofd
van de maand Juni waarnaar hij in zijn
schrijven van 24 Juli verwijst?
Nadat spr. had lcenuis genomen van de
aanwezige stukken en te vergeefs ter Ge
meente-secretarie navraag had gedaan naai
den briet van Juni, ging ook hij de school
persoonlijk bezoeken. Dat de C. v. T. de
volgepropte klassen niet heeft opgemerkt, óok
niet naden brief van24 Juli, vindtspr. vreemd;
toch zegt de C. v. T. dat het noodzakelijke
eener uitbreiding niet gebleken is. Ook zegt
de C. v. T. dat het onderwijs in de 7e en
de 8e klasse best is toevertrouwd aan den
heer Van der Nageldit verhaast spr. want
de zelfde C. v. T. zegt, dat het hoofd dei-
school aan de Beekstraat geen klasse-onder
wijzer moest wezen om zich zoodoende beter
op de hoogte te kunnen stellen van den leer
gang. Dus: het hoofd Van der Horst moet
geen-, het hoofd Van der Nagel moet twee
klassen hebbenhoe is dat te rijmen Het
D. B. zoowel als de C. v. T. schijnen te ver
geten, dat de heer Van Schendel aan de
Jongensschool verbonden is en gesalarieerd
wordt om Fransch, Engelsch en Iloogduitsch
te ouderwijzen. Men schijnt echter dit on
derwijs te willen opdragen aan den heer
Van der Nagel, maar wat zal men dan doen
met deu heer Van Schendel? Diens tracte-
ment verminderen? Is dit niet een inder
daad onmogelijke toestand.
En de slot-opmerking der C. v. T., zoo
vervolgt spreker, komt hem geheel ongemo
tiveerd voor. Zij luidt ongeveer: Het doet
de C. v. T. leed te moeten opmerken, dat
het advies van den heer Van der Nagel on
juist en onlogisch is. Spr. meent juist lof tf
moeten brengen aan dat Schoolhoofd, die lang
voor de vacantie zijn waarschuwing deed hoo-
ren. En als spr. de geldelijke bezwaren om ge
hoor te geven aan den billijken wensch dei
heeren Van der Nagel nagaat, dan ziet hij
dat de ontvangsten zijn: aan schoolgeldei
f5720; de uitgaven: aan tractementen (óo£
voor den nieuwen onderwijzer) f5955, or-
derhoud 1'50, leermiddelen f500, interent
(a 4% van liet bouwkapilaal van f15000)
f600, zoodat de kosten hoogstens zijn f 138),
feitelijk echter slechts f185, wijl het Rijks
subsidie f1200 bedraagt. Het eventueel
motief van te liooge lasten kan derhalve
naar spr. meening hier dan ook niet gelden.
De heer Celosse, als YVethouder van
O n d e r w ij s de verschillende sprekers b }-
antwoordend, zegt dat het bijna onmogel\ k
is om zoo aanstonds de lange Memorie vin
grieven te beantwoorden. De heer Gerritsen
vroeg waarom dit voorstel zoo laat werd in
gediend, maar de heer Gerritsen weet heil
goed, dat dr. Groeneboom, de vorige Wet
houder van Onuerwijs, ontslag nam en dit
een nieuwe benoeming noodig maakte. Ce
brief des heeren Van der Nagel is van 28
Juli, het advies van de C. v. T. van 15 Au
gustus. Is dit op de lange baan schuiven
bpr. acht deze qualifleatie zeer onjuist. De
heer Directeur der Normaallessen zeide ee.i
geschikt kweekeling toe. Het college va:i
li en YV. is zeer goed op de hoogte van
den toestand op de Jongensschool. Dn
Schoolopziener is wel degelijk gehoordhet
is immers een gebruik, dat deze autoritei;
het noemde, al' te brengen stemde er terstond in toe,
hem te vergezellen.
Waar brengt u mij heen? vroeg zy.
Naar de woning van Benedieta, was het ant
woord.
Mevrouw Emser zonk verschrikt terug in de kus
sens van het rijtuig, waar de directeur haar had
lateu instappen.
U wilt toch niet, dat ik een onderhoud met
dat schepsel zal hebben riep zij uit. Odat zal
ik nooit doen.
Het is ook volstrekt niet noodig, lievo me
vrouw, antwoordde de directeur. Ik zal u alleen
iets laten zien, dat u aan mynheer uw zoon kunt
meededen.
Wat dan
Heb geduld en wat er ook gebeuren moge,
blijf kalm.
Mevrouw Emser en de directeur stapten uit voor
e woning der tooneelspeelster.
Om de oude dame te overtuigen, dat het werke
lijk de woning van Benedieta was, waar hij haar
heen bracht, vroeg de directeur op welke verdieping
juffrouw Benedieta woonde.
Boven werden zij door vrouw Biukert vriendelijk
ontvangen.
Wie is deze vrouw fluisterde mevrouw Emser
haar geleider toe.
De huishoudster van juffrouw Benedieta, ant
woordde deze, die ook in het vertrouwon is.
Mevrouw Emser werd naar het boudoir vau
Benedieta geleid.
Zy aarzelde dit vertrek te betreden.
Wees moedig, mevrouw, zeide de directeur.
Wij zullen ons in de alcove verbergen daar kun
nen wy de jonge dame ongemerkt bespieden en be
luisteren.
Neen, neen, dat zou een laagheid zyn, zeide
mevrouw Emser, ik wil liever heengaan,
U kunt niet meer terug, zeido vrouw Binkert,
Juffrouw Bonedicta kan ieder oogenblik uit haa:
slaapkamer komen. Stil, daar hoor ik haar reeds.
Haast u I
De directeur schoof mevrouw Emser de alcovn
binnen en sloot de portèïre. Tusschen de beide
gordijnen bleef echter een smalle opening, waat
door mevrouw Emser de geheele kamer kon over-
Vrouw Binkert ging liecn.
Na verscheidene minuten van ademlooze spanning
zagen de beide wachtenden een dame in lie lit né
gligé binnentreden.
Mevrouw Emser zag een slanke gestalte, kleine
voeten, lang, blond, loshangend haar, maar niet het
gelaat van de jonge dame, daar deze bij al haar
bewegingen den rug naar de alcove gekeerd hield.
De tooneelspeelster Beuedicta, voor wie mevrouw
Emser deze jonge, blonde dame in négligé houden
moest, nam plaats in een fauteuil en dronk een
kop koffie, dien vrouw Biukert haar bracht.
Mevrouw Emser beefde in haar schuilhoek en
wilde den tooneeldirecteur iets toefluisteren, maar
hij maaude haar met een vcelbeteekenenden hand
druk tot stilzwijgen aan.
De deur van het boudoir werd geopend en een
niet zeer jong. maar voornaam gekleed heer trad
binnen, naderde de dame in négligé en kuste haar
op de wangen.
Benedieta, rnyu engel 1 riep hij uit.
De dame weerde hem glimlachend af.
Lieveling, wil je dan werkelijk de kunst vaar
wel zoggen en in het huwelyk treden riep de heer
op wanhopigen toon uit.
Wees maar zoo bedroefd niet,.mijn waarde
vicomte, zeide de dame lachend, mijn huwelyk zal
zoo lang niet dureu.
Hoe dat?