Maandag 15 November 1897. No. 4719, 47e Jaargang. Binnenland. VERGIFT. PHOENIX-BROÜWERIJ. H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. Ültgave A. H. VAN CLE EFF te Amersfoort Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels CO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 40 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 50 Telephoon 19. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER der GEMEENTE AMERSFOORT, maakt bekend, dat de schiet oefeningen welke 18 en 19 November a.s. in de Legerplaats bij Zeist door de troepen van het 5e Regiment Infanterie gehouden zouden worden, tot nadere^kennisgeving zijn uitgesteld. Amersfoort, 13 November 1S97. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. Mr. G. Blom schrijft in het Utr. Dagblad: Den 30. Januari 1808 zal het 250 jaren geleden zijn, dat de vrede van Munster ge sloten werd. Dat het einde van den tach tigjarigen oorlog een belangrijke gebeurte nis is wie zal het betwijfelen 1 Het was het geboortefeest van Nederlanddaarbij werden de Vereenigde Nederlanden als vrije en onafhankelijke landen door Spanje erkend. Zal die gedenkdag onherdacht aan de meeste Nederlanders voorbijgaan Zal het rnaken van toebereidselen voor de Kronings feesten het Nederlandsche volk doen verge ten, dat het op 30 Januari reden heeft om met blijdschap terug te zien naar hetgeen vóór 250 jaren geschied is? Neen, dat mag niet geschieden! Immers juist aan het verband met het verleden, kan de ware stemming ontleend worden om onze Koningin met vreugde en vertrouwen op de toekomst den Troon te zien beklimmen. Hoevele krachtige edele figuren uit het Huis van Oranje treden ons bij het herden ken van den tachtigjarigen oorlog tegen Daarom worden er, nu het nog tijd is, maatregelen beraamd om dien dag geheel Nederland door te doen herdenken. Optochten en vuurwerken mogen tot de Kroningsfeesten bewaard blijven toch worde op 30 Januari het roemvol einde van den strijd ouzer vaderen algemeen herdacht. Laat de vlaggen op alle openbare gebou wen verkonden. aaD elk, die alsdan in ons land is, dat het een feestdag voor Nederland is; en vooral laat de jeugd op dien dag weten, wat het voorgeslacht heeft gewaagd voor de vrijheid, ook van hen, die thans Nederland bewonen 1 Vanwege het Hoofdbestuur van den «Na tionale Zuiderzeebond" zal in geheel Neder land op groote schaal propaganda gemaakt worden ter spoedige bereiking van het doel, waarnaar die Bond streeft. Het acht thans den iijd gekomen om let Nederlandsche volk ernstig te wijzen op het Feuilleton. De baron toonde zich zeer hartelijk en stak den jongen tooneelspcler de hand toe. Kr kwam een gevoel van weerzin in Adrian op, toen hij die hand aanraakte, maar hij poogde die ge dachten van zich af te zetten. Welke reden had hij, zich tegenover dien onbekende vijandig te gevoelen? Het gesprek liep over onverschillige onder werpen, nu en dan heerschte er echter zelfs ze kere gedwongenheid, waaruit Adrian duidelijk had kunnen opmerken, dat zijn bezoek al lang genoeg geduurd had. Hij kon echter zijn oogen van het bleeke gelaat des barons niet losmaken het was hem alsof een inwendige stem hem toe fluisterde, dat hij den man gevonden had, die met het geheim van de levend bcgravene in zulk een nauw verband moest staan. Deze ge dachte schoot zóo diep wortel in zijn hoofd, dat hij in het geheel niet meer gelooven kon, dat hij zich vergiste. Eindelijk nam hij afscheid van Erlbach en Benedicts. Zoodra hij weg was, geraakten beiden in druk gesprek. Die Rumeen6che boer waagt het je lastig groote belang, dat het heeft bij [een even- tueele drooglegging der Zuiderzee. Daarom zul len lezingen en populaire voordrachten worden gehouden in alle gemeenten van ons land. Blijkens een mededeeling van de Regee ring aan de Tweede Kamer zal tusschen de daarbij betrokken Departementen een over leg plaatshebben betreflende de afsluiting en droogmaking der Zuiderzee. Blijkens een mededeeling der Regeering, in haar Memorie van antwoord op de alge- gemeene beschouwingen der afdeelingen van de Tweede Kamer over de Staatsbegrooting voor 1898, is het ontwerp der rijwielbe lasting wegens de daartegen bestaande be zwaren niet weder ingediend. Naar van bevoegde zijde wordt medege deeld, is het in verschillende bladen opge nomen bericht, als zou bij het legerbestuur het plan bestaan deinlijving van de miliciens der lichting 1898 in plaats van in het begin van Maart reeds in liet begin van Januari van het volgend jaar te doen plaats hebben, geheel uit de lucht gegrepen. Bij de verschillende korpsen van het leger zullen de wasehvrouwen bij de compagnieën spoedig tot het verledene belmoren, daar het doen wasschen van lijfgoederen etc. dei- soldaten, bij particulieren, dat is in stoom- wasscherijen, wel spoedig voor het geheele leger zal worden ingevoerd. Dames, rukt toch die vogeltjes van uw hoed naai er linten en strikken op, zoo veel en too hoog ge maar er op kunt bergen, maar helpt niet mee aan het vermoorden van die dier tjes Praat maar toe. Tegen een mode vech ten, is een werk zonder eenige redelijke hoop op succes, adres aan de hooge hoeden en de corsetten. Noem doorslaande argumenten zoo veel ge wilt, het blijftstukknijpen van water; ge komt er wel door, maar het laat geen spoor na. De vogeltjes worden bij millioenen vermoord en op de hoeden der dames gezet met uitgespannen vleugels als een overtui gingsstuk van de gruwelijke wreedheid der menschen. Gruwelijke wreedheid en onverstandige on wil. Want wanneer men leest, dat een Pa- rijsche firma aan een groothandelaar de le vering van 20 000 kwikstaartjes en andere vogels opdraagt, dat het vasteland, naar men berekent, jaarlijks 150 millioen van die slacht- olfers eischt, dan is het heel begrijpelijk dat de insectenplaag voor den landbouw steeds grooter afmetingen zal aannemen. Maar voer eens een lanbouwargument aan tegen een mode? En de vrouwelijwe zachtheid dan In het Zondagsblad van het Nieuws t'. d. Dag schreef zekere Van S. boven een opstel over dit on derwerp de woorden van Schiller over de vrouwen: »Sie Hechten und weben, himmlische Rosen in's irdische Leben», en vroeg waar die tegenstrijdigheid dan toch vandaan koint, en deed vooral een beroep op de moeders. Mogelijk ligt er een verklaring in de om standigheid, dat de dames de vogeltjes niet hebben zien vermoorden, en dat de dames, die vogels op den hoed dragen, ze voor het grootste deel te nauwer nood levend in de natuur gekend en gadegeslagen hebben. Ze kennen alleen maar stadsc'ne vogels als mus- scben e. d., en die worden door haar gene geerd. de andere worden alleen opeenwan- deling gehoord en zelden anders gezien dan op een hoed. Maar de wreedheid blijft en die vogels met hun uitgespreide vlerken en verglaasde oogjes zijn, trots hun schitterende kleuren, afschuw wekkende tropeëen, die een stom beroep doen op uw medewerking, dames. En al kunt u de mode niet veranderen, met een beetje goe den wil is het toch wel mogelijk er, althans in dit opzicht, niet aan mee te doen. Zw. Cl. Bij niet al te bewolkte lucht zal hedena vond een zeer groot aantal vallende sterren te zien wezen. Over twee jaar, in don nacht van 13 op 14 November 1899, moet de aarde weer midden door den grooten meteorenzwerm gaan, welke het «groote hemelvuurwerk" van 1799, 4833 en 1866 veroorzaakte, maar die groote zwerm wordt waarschijnlijk vooraf gegaan en gevolgd door kleinere. Dat maakt men op uit de waarnemingen van 1864 toen in den nacht van 15 November een groot aantal vallende sterren werd ge zien. Men kijke goed naar het Oosten en naai de hoogere deelen van den hemel. Woensdag is in de R. K. Sl. Michaëls-kerk te Z volle, in tegenwoordigheid van den aarts bisschop van Utrecht en vele genoodigden, het gedenkteeken onthuld aldaar opgericht ter eere van de nagedachtenis van Thomas a Kempis, den schrijver der «Navolging van Christus". Dr. H. J. A. M. Schaepman sprak daarbij de rede uit. Na de onthulling en de toespraak van dr. Schaepman werd de kist in het monument geplaatst. Op de graftombe staan tien beel den, waarvan er éen Thomas a Kempis voor stelt en éen Jezus, het kruis dragende. Men vraagt ons plaatsing van het volgende De Koninklijk goedgekeurde vereeniging «Onderlinge vrouwenhulp" (Mutualité roa- ternelle) te Rotterdam, die zich ten doel stelt vrouwen, vooral ongelukkige ongehuwde moeders, te helpen, heeft een beweging op touw gezet, opdat voortaan onder in de bladen voorkomende opgaven van het aantal geboor ten ook die zullen voorkomen, welke buiten echt zijn geschied. Tot dusverre wordt dit niet gedaan uit humaniteit, doch de Vereeniging is van een ander gevoelen. Juist de geheimzinnigheid waarmede buiten-echtelijke geboorten be handeld worden, levert voor een deel de ver klaring op van de wreedheid der publieke opinie, die niet tevreden is met de gestrenge straf der natuur, hoe wreed ook dikwijls, maar die ook nog met pharizeesche gestreng heid de ongehuwde moeder steenigt. Om nu die ongelukkigen beter te kunnen helpen, steit zij voor, de rubriek voortaan in de bladen te plaatsen, aldusBevallen in huwelijk, met den naam der moeder, enz.; te vallen, riep de baron uit, ik zal hem uit dagen Dat kunt ge toch niet doen, zonder dat het ter oore van mevrouw de barones komt, zeide Benedicta, terwijl een spottend lachje om haar mond speelde. De baron maakte een beweging van ongeduld. Wanneer zult ge toch eens ophouden met mij altijd aan mijn vrouw te herinneren riep hij uit. De tooneelspeelster sloeg de handen verbaasd in elkander. Mijn hemel, zeide zij, kan men dan een wettige vrouw eenvoudig wegdenken De oogen van den baron fonkelden van haat. Neen, hernam hij, maar als het noodig is, kan men wel een middel vinden om weer vrij te worden. In elk geval doet het mij onaange naam aan, dat je mij zoo dikwijls aan mijn huwelijk herinnert. Waarom zou ik het niet doen lachte Be nedicta. Je drijft inderdaad een wreed spel met mjjn hart. Wat heeft uw hart dan daarmee uit staande Je weet toch, dat ik je bemin, vurig, hartstochtelijk. Benedicta werd eensklaps ernstig en peinzend. Moogt ge dat doen, baron, mag ik er toe meewerken, dat in uw borst voor mij een in niger gevoel dan dat der vriendschap ontstaat, terwijl gij gehuwd zijt en dus een andere vronw toebehoort? vroeg z\j. Mag ik het op mijn ge weten nemen, een vrouw van haar echtgenoot verwijderd en daardoor ongelukkig gemaakt te hebben O, Benedicta Neen waarde baron, daar kan en mag ik niet in toestemmen. Blijf de vereerder van mijn kunst, maar streef er niet naar, iets anders voor mij te zijn, zeide zij ernstig Erlbach greep haar beide handen, hetgeen zij Benedicta, smeekte de baron, gij zult en kunt mij niet tot wanhoop brengen. Maar uw vrouw? Benedicta, geloof mij, dat mijn vrouw mij onverschillig is geworden sedert net oogenblik waarop ik je'voor de eerste maal zag. liet is misdadig, wat udanr zegt, Al zou het ook een misdaad zijn, ik be min je. Hij drukte zijn vurige lippen op de handen j van Benedicta. Zij stond haastig van haar stoel op en week een paar schreden terug. Genoeg noodelooze woorden, baron I riep zij uit. Benedicta, wanneer je mij niet aanhoort, dan zal je mij tot daden brengen, die aan waanzin grenzenje zult het ziendreigde Erlbach. Benedicta wierp liem een zóo zonderlingen blik toe, dat de baron buiten zichtzelven geraakte. Geloof je mij niet? vroeg hij. Neen. Dan zal je er van overtuigd worden, dat mijn liefde alle hinderpalen ter zijde zet Wat wil je dan eigenlijk doen vroeg zij koel. Mij van mijn vrouw laten scheiden, ant woordde Von Erlbach, en dien Gojowiczdooden I Benedicta slaakte een kreet van ontzetting. Von Erlbach hief de hand omhoog als wilde hij zweren, maar Benedicta greep hem hij den arm en dwong hem de hand weer te laten zinken. Baron, zeide zij, laat mij den tijd om te overleggen. Ik kan mijn geweten niet zoo spoe dig het si i zwijgen opleggen. Go alleen met je hart te rade, Benedicta, vraag dat of het mij een weinig genegen is. De tooneelspeelster boog het hoofd, doch niet voordat zij den baron van onder haar neerge slagen oogleden een zonderlingen blik toegewor pen had. Oik wist het wel dat ge mij zoudt aan- hooren, riep Erlbach, die dien blik verkeerd uitlegde. Hij wilde weer haar handen grijpen, maar Benedicta trok die halsstarrig terug. Ik heb nog niets gezegd, baron, fluister de zij. Maar je zult mij niet te vergeefs om je genegenheid laten smeeken, voegde de baron er haastig bij. O! Benedicta, ik aanbid je, en met een kreet van verrukking sloeg hij zijn armen om haar middel. Zij liet zich door hem kussen, maar terwijl zij dit deed, drukten haar oogen bitteren spot uit. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1