Maandag 3 Januari 1898. No. 4733. 47e Jaargang. Stadsnieuws. VERGIFT. PHOENIX-BROU W ERIJ. H. MEÜRSING Co. AMERSFOORT. Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. Oltgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 4.franco per post f 1.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers iO cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht Bureau KOBTEGHACHT56 Telephoon 19. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat de door den Directeur van 'sRijks directe belastingen enz. te Amsterdam exeentoor verklaarde kohieren Nos. 4 en 5 van de belasting op Bedrijfs- en andere inkomsten over het dienst jaar 1897/98 aan den ontvanger van 'sRijks directe belastingen alhier zijn ter hand gesteld aan wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 30. December 1897. De Burgemeester voornoemd, F. D. 8CHIMMELPENNINCK. Dn Maandelyksclie Zendingsbidstond zal hier morgenavond om 8 uur worden gehou den in De Zaaier. De Zondagsschool-commissie der Chr. Jon- gelingsvereeniging »Ps. 119:9" verzoekt ons mee te deelen. dat de onlangs gehouden col lecte voor het Kerstfeest heeft opgebracht Me som van f248.69s. Nog werden ontvangen 6 hemden, 2 paar kousen, een doos speelgoed en 4000 moppen. Zij verzocht ons tevens, haar dank te willen overbrengen aan hen, die door hun gave als anderszins hebben medegewerkt om den kin deren der Zondagschool een blijden Kerst avond te verschaffen. Eigen Hulp in Amersfoort. We willen het liever aannemen, dat het te wijten is geweest aan de onbegrijpelijk slechte en zeer onvoldoende publiciteit welke aan de zaak is gegeven dan aan zekeren afkeer, dat ter propogandavergadering voor «Eigen Hulp", Donderdagavond in De Arend gehouden, zoo heel weinig winkeliers en bijna geen groothandelaars waren. Wel geteld waren er in 't geheel, behalve mr. Slote- maker den Secretaris van het Hoofdbestuur van «Eigen Hulp" en het voorloopig bestuur van «Ons Voordeel" de coöperatieve ver- bruiksvereeniginj der spoorweg-ambtenaren slechts 64 personen in de zaal, van welke de grootste helft spoorweg-ambtenaren, mili tairen en gepensioaoeerden en voor de andere helft veel knapen en slechts enkele handels lieden. En toch is de zaak voor Amersfoort van zóo hoog gewicht, dat het wegblijven van den winkelstand evenzeer te betreuren is als dat vrij velen bet debat niet eens wilden aanhooren en heengingen. We willen trachten zoo nauwkeurig mo gelijk weer te geven wat besproken werd wellicht leidt dit tot wrijving van gedachten, komen de winkeliers er toe, de tweede ver gadering, welke vermoedelijk half Januari hier weder gehouden wordt, te bezoeken, en worden anderen er toe gebracht, eens na te denken over hetgeen zoo van den eenen als van den anderen kant werd aan gevoerd. Want, dat de meeningen zeer verdeeld waren, behoeft wel niet gezegd. Eerst om bij half acht, toen er slechts 40 lieden in de zaal waren, opende de voorzitter van «Ons Voordeel" de vergadering, zeggend, dat mr. Slotemaker was uitgenoodigd om het onderwerp coöperatie te bespreken, met het doel tot een oprichting te geraken van een coöperatieve verbruiksvereeniging ook hier ter stede. Mr. Slotemaker zeide, dat het woord coö peratie beteekent samenwerking, doch samen werking op eenigszins bijzondere wijze. Om dit goed te begrijpen, moeten we ons zij het dan ook zeer in 't algemeen en hoogst oppervlakkig afvragenhoe is de maatschappij waarin wij thans leven ont staan 1 In het antwoord op die vraag schetste spr. 3 perioden, van welke de eerste zeer lang, en de tweede 13 eeuwen duurde, terwijl de derde nog geen volle 160 jaar bestaat. In de grijze oudheid was geen andere wereldorde denkbaar dan die, welke berustte op slavernij, waarin de mensch de koopwaar was van den menscb. Verreweg het grootste deel van het toen levende menschdom was slaaf en de toen malige maatschappij dreef en was gevestigd op slavernij. Spr. wees op Plato en herin nerde hoe de meest beschaafden in de Pla tonische republiek zelfs niet in staat waren zich te verbeelden hoe de wereld er zou uit zien zonder slaven. Feuilleton. 72). Inderdaad, dat zou de eenige bevredigende oplossing zijn 1 riep de barones uit. Een glimlach plooide de lippen van den rid der. Hij moest zichzelf toestemmen, dat hij een handig diplomaat was. Zou mevrouw de barones my het adres van Peter willen geven, vroeg bij. Zij antwoordde: Hij heeft geen adreshij verbergt zich, maar ik wil u de middelen aan de hand doen om hem te vinden en tot hem door te dringen. Zijn daar dan groote.mogelijkheden aan verbonden Gemakkelijk is het althans niet, maar nu wij toch op het punt staan, een overeenkomst met elkaar te sluiten, moet ik u toch verzoeken, uw incognito op te heffen. Met alle geDoegen, -*r de barones, ik ben Anatole ridder De\leaucourt. En wat geeft u aanleiding, den derde te willen zijn in het verbond van Peter en mij tegen den baron? Ik veracht de laaghartige Benedicts en wil niet, dat het echtelijk geluk van een brave vrouw door zulk een schepsel zal vernietigd worden. 01 u is een edelman in den waren zin van Eindelijk werd de slaaf een lijfeigene en hield daarmee op een «ding" te zijn. Eerst in 1789 na de «declaration des droits de l'homme" kwam er een keerpunt ook op 't stuk der lijfeigenschapde afschaffing der slavernij in Amerika, na Beecher Stowe's «Negerhut'', en in Rusland voltooiden dit werk. Sedert de Fransche revolutie is uitgemaakt, dat ieder mensch vrij is om overeenkomsten aan te gaan of een vak uit te oefenen, of een betrekking te bekleeden, zeilsal verstaat hij dit niet. Gelijkheid bestaat althans voor de wet. Met Broederschap is het echter nog treurig Maar sedert de Fransche revolutie hebben de meest liandigen gezorgd, dat zij in het bezit kwamen van grond en kapitaal, waar door de minder handigen verplicht waren hun diensten aan te bieden. In de laatste helft dezer eeuw ziet men de «Wechselwiikun»", merkt men op dat het proletariaat wordt gerecruteerd uit de bourgeoisie. Men verhuurt zijn krachten (in tellectueels of physieke) in eene of andere dienstonderneming en doet dit in concurren tie, dus voor zoo gering loon als maar mo gelijk is; de ongehuwde blijft meester in dezen strijd en vandaar, dat we de armoede zien toenemen. De patroon, die vroeger zelf zijn zaken dreef en daardoor dagelijks met zijn werklui meeleefde, was toen nog in staat om iets voor hen te doen. Thans kan hij dat niet meer; 't is hem ook niet kwalijk te nemen. Door de invoering van den stoom kwam men er toe, groote kapitalen bijeen te brengen en werd de patroon vervangen door den beheerenden directeur, die slechts een kranige man is als aan de aandeelhouders hooge dividenden worden uitbetaald en deze moet gevonden worden ophet loon van den werkman, die hierdoor lichamelijk en ver standelijk en zedelijk achteruitgaat. Zoodoende werd de periode der strikes in het leven geroepen. Zoo gaf het stelsel van «Vrijheid" aanlei ding tot de leer«des eenen dood, des anderen brood" en «als ik werken wil en geld ver dienen en mijn buurman wil dat ook, dan trap ik hem weg en trap hem neer, want ik ben verplicht te zorgen voor vrouw en kinderen." De strijd van den naaste tegen den naaste werd meer en meer verscherpt het «gij zult uw naaste liefhebben als uzelven" verdween. Dit moge eenigszins sterk gekleurd zijn, doch een feit is het, dat deze strijd oin het brood de maatschappij beheerscht en ten gronde zal voeren. De loondienstbaarheid moet echter verdwij nen óok omdat zij niet in overeenstemming is met de beschaving in het einde der Ï9e- eeuw. Er moet een einde komen aan den toe stand waarin overproductie en nijpende ar moede naast elkaar staan, zooals de hon gersnood in Engelsch-Indië en zóóveel graan elders, dat het verbrand moest* worden om de markt niet te bederven. De tijd moet uit hebben, waarin eenig in dustrieel zegt «dat ding moet er in" en hy circulaires verzendt waarin hij zijn vinding aanprijst als «in een bestaande behoefte voor ziende" al is het ook maar een cri-cri. De coöperatie, vervolgde spr. na een korte pauze, wil nu een en ander zóo wijzigen, dat loondienstbaarheid plaats maakt voor copart nership. Evenals vroeger de patroons zich vereenig- den, willen thans de loontrekkendèn zich vereenigen tot wat men. noemt «arbeids kracht". Spr. wilde niet gewagen van de voorloo- pers der coöperatie, doch herinnerde aan het gebeurde te Rochdale in 1844, waar dood arme wevers, door den nood gedwongen om op bezadigde wijze te vragen om loons- verbooging, tot de erkenning kwamen, dat de patroon het hun niet kon geven. Zij dachten er niet aan, geweld te gebruiken, doch 't was hun volslagen onmogelijk zóo te blijven leven. Toen verbonden zich 25 hunner om wekelijks 10 cent weg te leggen I éen deed 's Zondags de wandeling van 4 het woord, zeide de barones geroerd, terwijl zij de hand van den ridder drukte. Nu zal ik u zeggen hoe en waar u Peter vinden kunt. Luis ter slechts. Een half uur later verliet Beaucourt het huis van den baron. Hij wreef zich vergenoegd de handen en mompelde: Mijn berekening was volkomen juist; het is zeer gemakkelijk een jaloersche vrouw over haar man uit te hooren. De Beaucourt moest iets zeer geheimzinnigs voorhebben want hij had zich in zijn ka mer opgesloten en maakte een zeer zonderling toilet. Over een broek, die hem een handbreet te kort was, trok hij een verschoten gekleedc jas aan, met vettig glimmenden kraageen zwarte stropdas, waarboven de punten van zoogenaamden vadermoorders uitstaken, en een hooge hoed met rossigen weerschijn voltooiden deze zonderlinge kleedij. Hij bekeek zich in den spiegel en glimlachte voldaan. Het type van een vermomd politieagent, zeide hij halfluid. Nadat hij een wandelstok van Spaansch riet ter hand genomen had, verliet hij zijn kamer. Langs een achterdeurtje, door niemand van het dienstpersoneel gezien, ging hij de straat op. Langzaam en in stijve houding, zooals dit bij zijn uiterlijk paste, ging hij naar een plein in de buurt, waar gewoonlijk eenige huiskoetsiers op een vrachtje stonden te wachten. Hij wenkte een daarvan, die terstond het portier opende, hem iet instappen en vroeg: Waarheen, mijnheer de inspecteur Beaucourt glimlachte en dacht: Mijn vermomming is uitstekend geslaagd. Hij beval daarop den koetsier naar een hoofd straat van een der voorsteden te rijden. Ofschoon hij den voerman geen huisnummer had genoemd, noch een nadere aanwijzing van het huis bad gegeven, wachtte deze er zich wel voor, daar naar te vragen. Hij nam hcf dekkleed van het paard en fluisterde een kameraad toe: Er is weer wat aan de handde politie gaat op jacht. Vertel me straks eens wat er gebeurt is vroeg de andere koetsier. Ik beloof 't je. Hij klom op zijn bok, gaf het paard een tik met zijn zweep en het rijtuig rolde in matigen draf voort. In de bedoelde straat gekomen, liet Beaucourt stilhouden en stapte uit. Hier zijn twee Mark, zeide hij, terwijl hij den koetsier het geld in de hand stopte; wil je hier even op mij wachten? Welzeker, mijnheer, ik wensch u goed succes. De ridder glimlachte gestreeld, keek even rond en sloeg snel een zijstraat indaar sloeg hij nogmaals een hoek om eD kwam in een slop. Tot zoover heb ik den weg gevolgd, die in den brief aan de barones is aangewezen, mom pelde hy. Hij dacht na. Do barones moet nu zoo heeft Peter in zijn brief bepaald bellen aan het vijfde huis, dan zal men haar binnenlaten. Maar men ver wacht een dame; zal men mij óok toegang verlee- nen Komaan, wij kunnen net altijd beproeven. Het huis had Beaucourt spoedig gevonden. Het was een blinde muur met een laag deurtje. De ridder zocht te vergeefs naar een belknop. Reeds vroeg hij zich verlegen af, hoe hij zien toegang zou verschaffen tot dit geheimzinnige huis, zonder een enkel venster aan de straat, toen zijn oog viel op een knopje in de deur post, niet grootec dan een spijkerkop. Werktuiglijk drukte de ridder op dit knopje, een geknars deed zich hooren en de deur ging vanzelf open. Ei, ei, dacht Beaucourt, het huis is niet zoo voorzich'ig tegen vijandelijke invallen van de buitenwereld afgesloten als ik aanvankelijk wel dacht. De oude heer trad met zekere angstvallig heid de donkere ruimte binnen, die nu voor hem geopend was. Hij voelde eerst met den voet op den grond, als vreesde hij daar een klem of een valluik te vinden. De deur viel terstond achter hem dicht. Ofschoon hem thans een dichte duiBtemis omgaf, verloor hij de moed niet. Hij taste in zijn zak, haalde een doosje waslucifers te voor schijn en streek er een aan. Door dit zwakke licht kwam hij tot de ontdekking, dat hij hier zoogoed als in een muizenval was. Hij bevond zich in een vierkante ruimte die veel overeenkomst had met een gevangeniscel. Aan drie kanten waren muren en vóór hem uit een hek, waarin geen deur te bekennen was. I Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1