Maandag 4 April 1898. No. 4759. 47e Jaargang. Binnenland. STIJFKOPJE. PHOENIX-BROÜWERIJ. H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. ültgave Firma A. H. VAN CLI te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post f 1.15. Ailvertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers f0 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRCHT 6 8. Telephoon 19. In verband met het ingediende wetsontwerp ap den Leerplicht vestigt De Huisvrouw de aandacht op iets, wat na de invoering van dien maatregel nog meer dan thans in 't licht treden zalhet gebrek aan kleeding en schoeisel bij tal van arme kinderen. Ook Minister Borgesius heeft daaraan in zijn Me morie van toelichting gedacht, waar hij zegt, dat armoede in den regel schoolverzuim niet verschoonbaar maakt, maar dat, zoolang de Armenwet niet is herzien, soms ook op grond van nijpende armoede schoolverzuim zal moe ten worden toegestaan, «tenzij althans op dit gebied het particulier initiatief zich na de invoering van de wet op den Leerplicht krachtiger mocht doen gelden". Kn daarop laat dan de Minister volgen: «Mier is voor particuliere vereenigingen een schoone taak weggelegd, waarbij de gegoeden ook door daden kunnen toonen, het doel van den wet gever te willen bevorderen". De Huisvrouw gelooft, dat hier in de eerate plaats voor de vrouwen een taak is aange wezen, die hen moet aantrekken. Kr bestaan reeds hier en daar in ons land vereenigin gen, die zich ten doel stellen arme school kinderen van kleeding en schoeisel te voor zien, en velen werkten tot dit doel mede. Aan dit liefdewerk moet verdere uitbreiding worden gegeven, door de oprichting van een «Patronaat voor het arme schoolkind", met afdeelingen in alle plaatsen des lands. Dit patronaat zou zich tot taak moeten stel en ae behoeftige kinderen, die de school be zoeken, van kleeren en schoeisel te voorzien, zoo noodig ook voedsel te verstrekken, en voorts eenig toezicht op die kinderen te houden, ook in het belang van lichamelijke zindelijkheid en van het zedelijk welzijn. Hier is een ter rem aangewezen, zegt het blad, waar allen kunnen samenwerken, hoe ook door godsdienst, door politieke denkwij ze of door levensbeschouwing gescheiden want natuurlijk, het liefdewerk zou zich moe ten uitstrekken tot alle kinderen, onverschil lig of zij een openbare dan wel een bijzon dere school bezoeken. Mannen en vrouwen kunnen hier samen werken, maar de Huisvrouw zou wenschen, dat van de vrouwen het initiatief uitging, omdat het hier een maatschappelijk en arbeid geldt, waartoe zij zoo bij uitnemendheid ge roepen zijn. Zware geldt iijke offers worden niet gevergd. Als velen willen medewerken, kan met een gering oll'or van ieder worden volstaan. Kn Feuilleton. Tonino kon dat niet langer aanzien. Uit een der korven, die 's morgens met sinaasappels ge vuld waren, haalde hij er twee te voorschijnen zeide Daar heb je wat bij je brood, Laurellaje moet niet denken, dat ik ze voor je bewaard heb ze zijn uit den korf in de boot gerold en ik vond ze, toen ik de leege korven weer in de boot zette. Eet ze zelf op; ik heb genoeg aan mijn brood. Zij zijn verfrisschend in deze hitte en je hebt een heel eind geloopen. Ik heb boven een glas water gekregen en dat heeft mij al genoeg verfrischt. Zooals je wilt, zeide hij en liet ze weder in den korf vallen. Opnieuw stilzwijgen. De zee was spiegelglad en de witte zeevogels, die hun nesten in holen aan den oever hebben, vlogen geruischloos op hun prooi af. Je kon die oranjeappels wel aan je moe der brengen, zoo begon Tonino weder, wij heb ben er nog thuis en als ze op zijn, dan ga ik uit om nieuwe te koopen. Breng ze haar maar, compliment van my. dan, men kan ook godragen kleodingstukken uitreiken. Het denkbeeld zij met ernst in de over weging van velen aanbevolen. Tot dusver werden de akten waarbij over eenkomsten werden geconstateerd tusschen openbare besturen betrekkelijk zaken, be stemd tot algemeen nul en gebruik ol tot den openbaren dienst, geacht vrijgesteld te zijn van de formaliteit van registratie op grond van art. 70 ts 111 no 2 der Wet van 22 Primaire VII. Naar aanleiding van de daartegen inge brachte bedenkingen is de juistheid der be slissingen, waarin bovenstaande meening i werd gehuldigd, aan een nader onderzoek onderworpen, waarbij is gebleken, dat zij zoowel met die der meeste schrijvers als I met de rechtspraak in lijnrechten strijd is. De Minister van Financiën heeft thans bij I Resolutie van 7 Maart verklaard, dat hij het niet gewenscht acht om bij de toepassing der Registratiewet nog steeds uit te gaan van I de meening dat, art. 1308 B. W. alle privaat- J rechtelijke overeenkomsten omtent zaken buiten den handel verbiedt, nu die mecning door schrijvers en jurisprudentie veroordeeld is. Voortaan behooren dus alle overeenkom sten die getroffen worden over z.g. zaken buiten den handel, waarbij deze niet aan hun bestemming worden onttrokken, beschouwd te worden ais gewone burgelijke contracten en de daarvan opgemaakte akten behooren te worden belast naar hun aard en volgens de tarieven. Alle hiermede strijdige beslissingen zijn ingetrokken. Men schrijft aan de Midd. Ct. uit Weste lijk Zeeuwsch-Vlaanderen liet wetsontwerp tot invoering van Leer plicht heeft een onzer Roomsch-Katholieke geestelijken aanleiding gegeven om m een toespraak hel getrouwe schoolbezoek in be scherming te nemen. Hij raadde den ouders aan, van nu af de kinderen al geregeld de school te doen be zoeken. Komt Leerplicht, dan is het school gaan een gewoonte geworden, en de scho lieren zullen niet al te zeer in minder gun stige conditie verkeeren, dan zij, die onder Leerplicht kunnen proliteeren van het on derwijs. Van een geheel eigenaardige, haast zou men zeggen opzettelijk aangebrachte, oorzaak van schoolverzuim wordt uit de gemeente Seho- terland aan het Schoolblad het volgende be richt gezonden Ken landeigenaar heeft in zijn eigendom men te Jubhega een wijk laten graven, waar door een dertigtal leerlingen de weg naar school is afgesneden. Sinds twee maanden ontvangen deze kinderen geen onderwijs. De Gemeente wilde een brugje of vonder leggen de eigenaar weigert dit toe te staan. De twee andere scholen der plaats kunnen bedoelde kinderen bezwaarlijk aannemen, daar ze nog altijd werken met onvoltallig perso neel en met een aantal leerlingen, hooger dan de wet toelaat. Over de redenen welke de eigenaar voor zijn handelwijze kan hebben, verdiept men zich in gissingende een zegt, dat het alleen is, omdat hij geen kinderen langs en over zijn landerijen wil laten gaan, de ander, dat hij ze naar de bijzondere school te Kortezwaag wil lokken. Wij hechten geen waarde aan éen dezer veronderstellingen, doch wat ook de reden van het zonderlinge gedrag van dezen grond eigenaar moge zijn, wij hopen zeer, dat hij in het belang der kleinen zeer spoedig van zijn verzet worde afgebracht, zegt het blad. Bij Koninklijk besluit is onder meer de zorg voor de uitvoering der Boterwet, voor- zooveel het Departement van vVaterstaat daarbij betrokken was, overgebracht naar het Departement van Binnenlandsche Zaken. Dientengevolge berichtte de Minister van Binnenlandsche Zaken, dat de ambtenaren der Gemeente-politie hun aanvrage om mate rieel ter uitvoering der Boterwet voortaan hebben toe te zenden aan het Departement van Binnenlandsche Zaken en dat desgelijks de ambtenaren der Rijks- en der Gemeen tepolitie hun declaratie tot teruggave van betaalde vergoeding voor genomen monsters, of voor door hen te zenden afschriften der processen-verbaal, moeten indienen by voor noemd Departement. Mr. Troelstra deelt in «le Sociaal-Jemokraat mede, dat een vermogend belangstellende in «le zaak Hogerhuis op zich heeft genomen, den overtocht van I'aulus van Dijk uit Ame rika te betalen. De hiervoor benoodigde som voor dit doel is thans gedeponeerd, opdat Van Dijk de zekerheid hebbe, indien hij mr. Troelstra aan klaagt, het ticket 2e klasse en bij aankomst hier te lande zijn f3.75 per werkdag te zul len ontvangen. Evenals de duitsche Spoorweg-admistraties is de Staatsspoorweg-Maatsehappij bereid, de zelfde vrachtsvermindering, die door haar is verleend aan behoeftige longlyders, eveneens te verleenen aan de personen, die deze lijders op hun reis naar- of van Davoz-Platz verge zellen. Bij de opleiding van leerlingen-machinist voor de Marine to llellevoetsluis kunnen dit jaar, na vergelijkend examen, 20 jongelin gen geplaatst worden als leerling-machinist. Tot het examen kunnen allien worden toegelaten jongelingen, geboren tusschen 1 Juli 1881 en 1 Juli 1884. Voor de 3-jarige opleiding bij die inrich ting wordt betaald f480. Ouders of voogden, die verlangen dat hun zonen of pupillen bij het examen mededin gen, dienen daartoe vAor 1 Mei a. s. een op zegel geschreven verzoekschrift in te zenden aan den Minister van Marine. Ventre inlichtingen bevat het Reglement voor de opleiding, dat voor 15 cent verkrijg baar is bij het Departement van Marine. Zie voorts Staats-Ct. no. 69. En ze kent je heeleroaal niet. Dan kan je haar toch wel zeggen, wie ik ben. Ik ken je ook niet. Hetwa8 niet de eerste maal, dat zy hem zoo verloochende. Een jaar geleden, toen de schil der juist te Sorrente gekomen was, gebeurde het op een Zondag, dat Tonino met andere jon gelieden uit het plaatsje met den bal speelde, op bet vrije veld muist den straatweg. Daar ontmoette de schilder voor het eerst Laurella, die. zonder op hem te letten, met een water kruik op het noofd voorbijging. Getroffen door haar uiterlijk, bleef de kunstenaar staan en keek haar na. ofschoon iuj aioh midden in de baan van het spel bevond en met twee schreden op zij had kunnen gaan. Een allesbehalve zacht aankomende bal, die hem aan den enkel trof, moest er hem aan her inneren, dat het hier de plaats niet was, zich in gepeinzen te verdiepen. Hij keek om, alsof bij een verontschuldiging verwachtte. De jon ge schipper, die den worp had gedaan, stond zwijgend en koppig te midden van zijn vrien den, zoodat de vreemdeling het geraden achtte een woordenwisseling te vermijden en maar heen ging. Toch had men over de handelwijze gesproken en net geval kwam opnieuw ter spra ke toen de schilder Laurella openlijk ten huwe lijk vroeg. Ik ken bem niet, zeide zij onwillig, toen de schilder haar vroeg of zij hem afsloeg ter wille van dien onbeleefden jongen, en toch had zij die praatjes wel gehoord, en na dien tijd had zy Tonino wel degelijk herkend als zij hem ont moette. En nu zaten zij in de boot als de bitterste vijanden, met kloppende harten. Het anders goedhartige gezicht van Tonino was donkerrood; hij sloeg in de golven dat het schuim over hem heen spatte en zijn lippen beefden soms, alsof hij heftige woorden uitte. Ze deed alsof zij het niet merkte, en keek zoo onbevangen mogelijk; zij boog over den kant van de bank en liet het water door baar vingers glyden, Toen knoopte zij haar doekjo weer los en maakte heur haar in orde, alsof zij geheel alleen in de boot was. Alleen fronste zij nu en dan de wenkbrauwen en te vergeefs huid zij de natte handon tegen haar brandende wangen om ze wat af te koelen. Zij waren nu midden op de zee en norgons was een zeil te zien. Het eiland lag op een grooten afstand do kust, die zich als in zon neschijn baadde, was ver wegzelfs was geen Antonino keek om zich heen. Er scheen een gedachte bij hem op te komen. Hij werd plot seling bleek en liet de riemen rusten. Onwil lekeurig keerde Laurella zich naar hem toe, in gespannen verwachting, doch zonder vrees. Ik moet er een eind nnn maken,zoo barstte de jonge man los, het duurde me al veel te lang en het verwondert me bijna, dutikhetzóo lang heb kunnen verdragen. .Tc zegt, dat je me niet kent? Lleb je het niet lang genoeg gezien, dat ik me in jou bijzijn als een waanzinnige gedroeg, en dat ik je o I zpo veel te zeggen had Maar dan wees je me telkens bits af en draaide me den rug toe. Wat had ik dan tegen je moeten zeggen? vroeg ze kortaf. Ik heb heel goed gezien, datje het mqt my aanleggen wilde; ik wilechterniet in opspraak komen bij de menschen, inanu en voor niets, want tot man ne me- neinen wil ik je niet, en niemand I Niemand Dat zal je niet altijd zeggen. Omdat je den schilder weggestuurd hebt? Bah! toen was ze nog een kind. Eens zal hi't je toch te eenzaam worden en dol als je bent, zal je dun den eerste den beste nemon. Niemand kan zeggen wat de toekomst zal brengen het kan zijn dat ik nog vun gedach ten verander, maar wat gaat jou dat aan Wat het my aangaat? riep hij uit en sprong van de roeibank op, zoolat «le boot schommelde, wat het mij aangaat? En dat kan jij me vragen, terwijl je weet, hoe het met mij staat? Ik hoop, dat hij, die ooit beter door jou behandeld wordt dan ik, ellendig aan zyn eind komt l Heb ik jc ooit een recht on inij gegeven? Kan ik het helpen, dat je hoofd in do war is Wat heb je voor recht op mij O, riep hy uit, het is waar, hot stnatniet geschreven en geen advocaat hoeft hot in het Latijn opgemaakt en verzegelilmaar dut weet ik, dat ik evenveel recht op jou heb Is om in den hemel te komen, als ik een brave kerel ge weest ben. Denk je soms, dat ik het wil zien, als je met een ander in de kerk gaat, en dat de meisjes mij schouderophalend voorbij gaan Zou ik mij zulk een smaad laten nnndoen Doe wat jo wiltik laat me niet bang ma ken, hoe je ook dreigt, en ik zal 6ok doen wat ik wil. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1