Donderdag 2
Juni 1898.
No. 4776.
47e Jaargang.
Binnenland.
EEN VUURPROEF.
ültgave
Firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post f 4.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsad verten tien per regel ID cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 5 6.
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 8 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat
door hen aan H. C. A. nu Jong en zijne
rechtverkrijgenden vergunning is verleend
om een gasmotor te plaatsen in het perceel,
alhier gelegen aan den Weversingel, wijk
No. 42, kadastraal bekend onder sectie E.
No. 1120.
Amersfoort, den 31 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCH1MMELPENNINCK
De fd. Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
11. M. de Koningin beeft besloten bij te
wonen de sportbetooging op de renbaan te
Clingendaal, der Koningin aangeboden als
hulde van de Nedorlandsche sportvereni
gingen en welke hulde zal plaats hebben op
een nader te bepalen dag van de tweede
helft van September.
De viool-revue voor HH. MM. zal worden
gehouden op het Hollandsch Diep in den
omtrek van den Moerdijk, in de tweede helft
van September.
Bij de gister in de Tweede Kamer ge
houden eindstemming over het wetsontwerp
op den Persoonlijken dienstplicht waren alle
Ministers tegenwoordig.
Het werd aangenomen met 72 tegen 20
stemmen.
Tegen de heerenNolens, Van Vlijmen,
Michiels vau Verduvnen, Van der Kun, Smits,
Van den Bergh van Heemstede, De Ram,
Harte, Dobbefman, Truyen, Van Basten
Batenburg, Mutsaers, De Ras, LoelT, Merckel-
bach, De Bieberstein, Kolkman, Evertsz, Tra-
vaglino en Van Dedetc.
Tot de voorstemmers behoorde ook dr.
Schaepman.
Afwezig warende heeren: Retbaan Macaré,
Fokker, Tak, Bastert, Pijnaekcr Hordijk, Van
der Zwaag en Vermeulen.
Vervolgens werd zonder stemming aange
nomen het wetsontwerp nopens het pensi-
onneeren van tijdelijke ambtenaren.
De vergadering werd hierna gesloten en,
volgens mededeeiing van den Voorzitter, ge
scheiden tot waarschijnlijk Donderdag 9 Juni.
Feuilleton.
3).
In welken gemoedstoestand ik dit briefje heb
opgesteld, laat zich niet beschrijven. Ik liet het
aan mevrouw Von Büloff zien, die er zeer mee
ingenomen was en mij uitbundigen lof toe
zwaaide een lof die mij deed blozen van
schaamte.
Juist terwijl ik bezig was, het adres tc schrij
ven, riep zij uit:
Gauw, gauwDaar is hij
En mij nauwlijks den tijd latend, om mijn
vloei over het papier te halen, ging zij voort
Zie-zoo, dat is net op tijd klaar Geef
mij nu het briefje maar, dan zal ik het aan
stonds zelf op de post brengen.
Ik was zóo geagiteerd en beefde zóo geweldig,
dat mevrouw Von Büloll mij moest helpen om
den postzegel op het couvert te plakken en
slechts een paar seconden vóór de deur open
ging en Robert binnentrad, bad zij don brief
in haar zak gestoken en was zij weder kalm
gaan zitten, alsof er niets gebeurd was.
Zij sprak en schertste met inijn man, die even
als alle hoeren, haar bekoorlijkheden zeer op
prijs stelde, en na eenigo «ogenblikken
stond zij op en nam afscheid van mij. Robert
deed haar uitgeleide.
Gelukkig had ik daardoor tijd om wat tot
In het verslag der Commissie van Rappor
teurs uit de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal betreffende de wetsontwerpen tot
bekrachtiging van provinciale belastingen
over het loopende jaar is gevraagd een op-
gaai' van de provinciale-, gemeentelijke-, wa-
terschaps- en polderlasten, bier te lande ge
heven.
In een schrijven aan de Gedeputeerde
Staten der provinciën deelt de Minister van
Bitmenlandsche Zaken mede, dat liet zijn
voornemen is, bij de indiening der wets
voorstellen tot bekrachtiging van de over
1899 te heffen provinciale belastingen aan
dien wensch te voldoen, door het verstrekken
van cijfers, die zoowel per provincie als per
gemeente don belastingdruk per hoofd aan
geven, naar de raming der belastingopbrengst
over 1898, terwijl bij do vaststelling van die
cijfers alleen rekening zal worden gehouden
met de directe belastingen.
In verband daarmede zijn de Gemeente
besturen uitgenoodigd vóór 1 Juli aan Ge
deputeerden op eon staat, waarvan het mo
del is aangegeven, te doen toekomen een
opgaaf van hetgeen in hun gemeente, vol
gens de raming voor 1898. betaald wordt
aan lioofdelijken omslag of andere plaatselijke
directe belasting naar liet inkomen of de
vertering, aan opcenten op de grond- en de
personeele belasting, aan belastingen in natura
en aan waterscbaps- en polderlasten.
Bij Kon. besluit is benoemd tot vice-presi
dent van den Raad van Ned. Indië mr. T.
11. de Meester, administrateur der Generale
thesaurie bij bet Departement van Financiën,
die in Augustus naar Indië zal vertrekken.
Bij het Departement van Justitie zal eer
lang een technologisch ambtenaar worden
aangesteld die o.a. belast zal worden met de
keuze en beoordeeling van den arbeid der
gevangenen.
Voorloopig zal dus nog geen eind komen
aan den arbeid in de gevangenissen.
Voor het examen tot toelating als cadet
bij de Cadettenschool te Alkmaar hebben
zich 198 jongelieden aangemeld.
Er is ernstig sprake van om als opvolg
ster van prof. Halbertsma te benoemen tot
hoogleerares in de verloskunde en de leer
der vrouweziekten aan de Rijksuniversiteit
te Utrecht mejuffrouw dr. Catli. van Tus-
seheubroek. Minstens zal naar naam op de
voordracht prijken.
bedaren te komen en het was een uitkomst voor
me toen Robert, in plaats van weder binnen te
komen, slechts even zijn hoofd door de deur
stak en rnij toeriep:
Ik moet nog even in mijn kamer zijn. Maak
je in dien tusschentijd klaar, dan kunnen we
samen nog een eindje wandelenbinnen tien
minuten ben ik bij je.
Terwijl ik mij aankleedde, had ik ruimschoots
gelegenheid om tot kalmte to komen. Eer er
tien minuten verstreken waren, was ik mezelve
weder volkomen meester en dacht ik kalm over
de zaak nu.
Ik begon nu mezelven to overreden, dat er
eigenlijk niets kwaads in stak. Het was immers
maar een grap en nog wel een grap, die in ieder
geval ten goede zou komen aan het „Tehuis voor
Vrouwen"want ik was sterker dan ooit over
tuigd, dat mevrouw Von Büloff haar weddenschap
zou verliezen. Ik kon nu wel reeds bij mezelve
nagaan hoe de zaak zou loopen. Tegen zeven
uur zou, tegelijk met de couranten, de brief
worden binnengebracht. Robert zou hem eerst
vluchtig doorloopen, dan, niet begrijpend, hem
aandachtiger lezen en hartelijk beginnen tc
lachen. Iiij zou met dien brief bij mij komen
om samen met zijn Elly na te gaan, wie de
schrijfster wel zou kunnen wezen. IIij houdt de
geheele geschiedenis voor een grap en neemt er
verder geen notitie van. Of hij gelooft aan de
liefdesverklaring, maar blijft er volkomen onge
voelig ouder en verzekert mij, dat er maar' een
vrouw tor wereld is, wier liefde hij verlangt, die
van zijn Elly, en dat alle andere vrouwen hem
volkomen onverschillig zijn.
Wij gingen samen wandelen en kwamen kort
ln haar Militaire zaken" zegt de Amh.
Crt
liet wil er bij ons niet in, dat de Tweede
Kamer wijs heeft gedaan rnet het rechtsge
voel ten deele onbevredigd te laten door de
afstemming van het amendement-Van Rol.
Het is ongetwijfeld reeds véél, dat het onbil
lijke instituut der plaatsvervanging zoo goed
als verdwenen is uit onze wetgeving, maar
dat bij de Tweede Kamer de belangen van
de groote luyden nog zeer veilig zijn, mag
men, gelet op de bochtige betoogen om den
schijn van recht te redden, alleszins volhou
den.
Nu, wat niet in eens kan, moet dan maar
in tweeën verkregen worden, al mag niet
verheeld, dat de behouders, geen goede sier
maakten op «Ie bres toen zij, onder aanvoering
van Borgesius, den aanval afsloegen.
Er was inderdaad thans een ongezochte
gelegenheid aanwezig om althans gelijkheid
voor de wet te betrachten, waar nog zóo groote
zorg gebaard wordt dour de maatschappelij
ke ongelijkheid buiten de wet.
Ontmoedigend is bet in ieder geval, te
hebben ervaren, dat de wettelijke bevoorech-
ting van bet kapitaal gemakkelijker op een
verkiezingsprogramma schijnt le kunnen
worden uitgeroeid, dan haar in werkelijkheid
door te voeren.
Ontmoedigend vooral, waar zeifs geen po
ging is gedaan om de belangen van de kleine
luyden in bescherming te nemen tegen ei
genaardige praktijken, over éen waarvan wij
onder deze rubriek rnet nadruk den staf ge
broken en weike wij gestaag op de kaak
gesteld hebbeu.
Ontmoedigend en ergerlijk, waar men eener-
zijds te hoop loopt om te verhoeden dat de
gegoeden ook aan het vuile werk in het leger
hun vingers zouden besmetten, en anderzijds
zonder protest laat doorgaan een belasting
heffing van den kleinen man ten bate van
liet kleedingfouds, zóo ongemotiveerd en zóo
onrechtvaardig als maar zelden is aanschouwd.
Van het begin der opkomst dezer lichting
tot beden toe is van ieder man een dagelijksche
korting gelieven ten bedrage van 30 procent
zijner soldij. Voorwaar geen kleinigheid voor
onze arme drommels, die vaak nog 10 procent
voor „borden wasschen" en ook bet noodige
voor hun «naaizakje" den «poetszak", ja soms
nog een kleinigheid voor «pluisjes", liederen
van Janmaat, enz. hebben op te dokken.
Wij schreven vroeger reeds, dat, zonder
tegenbevel van den Minister van Oorlog, deze
korting ten behoeve van liet kleedinglbnds
minstens moet doorgaan tot 1 Juli a. s. Er
is dus nog een maand overig om althans een
I deel, zij 't een klein deel, van het onrecht
goed te maken.
I Wij rekenden vóór, dat het kleedingfonds
j per dag, ruw gecijferd, opstrijkt driemaal.
I honderd gulden, hetgeen in de nog restende
30 dagen een kleine 10 mille saam is
I Wij vragen tbans andermaalis dat billijk?
I De vraag stellen, is haar beantwoorden. Of
i moet de opheffing van den maatregel bij
j geval wachten tot de persoonlijke
j dienstplicht is ingevoerd
Dan gaf generaal Eland zich toch inderdaad
al te zeer bloot.
Aangaande het verzoek van mr. Hovy om
krachtens zijn bul van de Vrije Universiteit
I op Gereformeerden grondslag als advocaat
en procureur te worden ingeschreven, heeft
de Hooge Raad beslist, dat de vraag, of
iemand den vereischten graad van doctor in
de rechten bezit, alleen in de wetten en
verordeningen op het Hooger onderwijs haar
beantwoording vindt, inzonderheid in de Wet
van 28 April 1876, bij welke het doctoraat
of de graad van meester in de rechten als
doctoraat in de rechtswetenschap is geregeld.
Aan dat doctoraat is de bevoegdheid om
zich als advocaat te doen inschrijven ver
bonden en daaronder kan volgens 's Hoogen
Raads beslissing alleen worden verstaan het
doctoraat van de drie Rijks-Universiteiten
en van de onder eenige voorwaarden daar
mede gelijk gestelde Gemeente-Universiteit
te Amsterdam.
Om bovengemelde redenen is voorts onjuist
geoordeeld de bewering, dat het Reglement
van orde en discipline voor de advocaten en
procureurs recht geeft om als advocaat en
procureur te worden ingeschreven op grond
van het doctoraat van de Vrije Universiteit.
Mr. Hovy heeft inmiddels Krachtens zijn
bul van de Gemeente-Universiteit te Am
sterdam dpn eed als advocaat en procureur
voor den Hoogen Raad afgelegd.
Er is een begin gemaakt met de decoratie
enz. van de Nieuwe Kerk op den Dam te
Amsterdam, voor de inhuldiging van H. M.
Koningin Willielmina. De gewone godsdienst
oefeningen in ilit gebouw zijn gestaakt en
tot het oogenblik dier plechtigheid blijft de
kerk voor het publiek gesloten.
Tengevolge van den oorlog tussehen Spanje
en Amerika worden voorloopig kleine pakken
voor de Kanarische eilanden, Cuba, Porto-
Rico en de Philippijnen niet meer ten uit
voer aangenomen.
voor het etensuur thuis. Onze stemming was
zeer opgewekt en ook aan tafel spraken wij
druk en vroolijk.
Na een sigaar te hebben opgestoken, stond
Robert van tafel op, zeggende
Weet je wat jij nu doen moest, kindlief
Terwijl ik aan mijn werk ga, waarvoor ik zeker
wel anderhalf uur noodig heb, moest jij nu ein
delijk eens aan mama schrijven. Je hebt haar
nog altijd niet geantwoord, en als je het nog
langer uitstelt, krijg ik het op inijn rekening.
Doe dat dus nu en groet haar voor mij.
Hij gaf mij een kus en ging naar zijn kamer.
Ook ik verliet de eetkamer en ging naar den
salon, waar mijn schrijibureautje staat. Ik begon
met het doosje papier dat ik pas gekocht had,
zorgvuldig weg te bergen en nam ander papier
voor me, om daarop aan mama te schrijven. Dat
was echter geen gemakkelijke taak, want ik
moest over geldzaken schrijven, waaromtrent
mijn moeder Robert en mij had geraadpleegd.
Ik was al een paar maal aan begonnen de vorige
dagenmaar, niet gewend om zulk soort van
brieven te schrijven, was ik telkens blijven
steken in de hoop dat mijn man mij wel te hulp
zou komen. Onnoodig te zeggen, dat het mij in
deze oogenblikken moeilijker viel dan ooit, maai
er móest nu een eind 'aan komen. Bovendien
zou liet een goede ulleiding voor mo zijn inden
tijd, die nog moest verloopen vóór de post zou
worden binnengebracht. Ik begon dus te schrij
ven en schreef er maar dapper op loszoo latei-
mocht blijken, dat ik het niet goed had gedaan,
dan zou Robert me wel helpen de fouten le
herstel leu.
Nog eer een uur verstreken was, had ik mijn
brief af en ik begon nu, in steeds grooter spanning,
de post af te wachten. Telkens en telkens weder
ging ik bij mij zelve na, hoe mijn brief ont
vangen zou worden. Eindelijk bleef ik pal voor
het venster staan, totdat ik den brievenbesteller
zag aankomen. Mijn hart bonsde hoorbaar toen
er gescheld werd, kon ik niet op mijn beenen
blijven staan. Ik hoorde den knecht de brieven
uit de bus halen en er mee naar boven komen.
Hij ging regelrecht naar de kamer van mijn
man.
Toen was alles weder stil en bleet stil.
Te vergeefs wachte ik op Robert. Hij dacht
er blijkbaar niet aan, met den brief naar mij
toe tc komen Of zou hij hem misschien
nog niet gelezen hebben Was hij mogelijk te
zeer verdiept in zijn gewoonte niet. Andere
avonden ging hij altijd dadelijk zijn brieven le
zen of liep hij vluchtig zijn couranten door zoo
dra zij binnen waren gebracht.
Er verliep een kwartier, een half uur, maar
alles bleef stil.
Ik kon het niet langer uithouden I 't WaB
om krankzinnig te worden, want terwijl ik mij
eerst zoo geagiteerd had oiudat ik mezelve
schuldig gevoelde tegenover mijn man, begon
ik me nu voor to stellen, dat mevrouw Von
Büloff wel eens gelijk kon hebben, dat Robert
volstrekt niet volkomen ongevoelig was voorde
hartstochtelijke woorden eener mooie vrouw.
Ik trachtte mij een denkbeeld er van te ma-
keu hoe het gegaan was en hoehetverdergaanzou.
(Wordt vervolgd).