Donderdag 14 Juli 1898. No. 4788. 47e Jaargang. OP REIS. Binnenland. De ware Jacob. 2)- Ditgave Firma A. H. VAN CLE EFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post f 1.15. Adverteotiën I0 regels CO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oiïicieële- en onteigeningsadvertentiëii per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers '10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 5 6. Talephoon 19. Wij zijn gaarne bereicl om, tegen ver goeding van l":t porto, aan geabon- neerden die voor korten ot langoren tijd op reis gaan, de Amersfoortsche Courant en de bladen welke zij door onze tusse hen komst ontvangen', na te zenden. Opgave van duidelijk adres is vol doende. ATJK2JM. De correspondent van de N. Rolt. Crl. to Batavia seinde Maandag a Men heeft vernomen, dat Pangliina Polini zich in de bergen bij padang 'l'idji bevindt. «Luitenant-kolonel Willems gaat er met'2 bataljons uit Segli heen. Een andere troepen macht gaat er heen van Reung-Reung uit." In de gister gehouden zitting der Eerste Kamer deed de Minister van Koloniën mede- deeling van het volgende telegram »Onder aanvoering van den Gouverneur van Atjeh, kolonel Van Heutsz, hebben onze troepen den vijand nabij Edi uit zijn stel lingen verdreven. De vijand liet 80 dooden achter. Aan onze zijde zijn gesneuveld 2 fuseliers en 1 inlander. »Voovts gewond éen le en éen 2e luite nant en 18 minderen. «Gisteren, 12 Juli, zijn onze troepen opge rukt in de richting van Pódir, ten zuiden van Edi." Volgens bij de familie ontvangen berich ten zijn licht gewond le luitenant L. E. E. Weijerinan en 2e luitenant H. A. Gerth van Wijk, beiden van de infanterie. De correspondent vau het Handelsblad seinde uit Batavia «Maandag heeft kolonel Van Heutsz met twee bataljons den vijand buiten Edi omsin geld. Van de Atjohers werden 80 man ge dood en velen gewond. Een aantal ontsnapte. «Onzerzijds bedroeg het verlies vier dooden (minderen) en zijn twee luitenants gewond." Uit Médan wordt over hetzelfde feit ge meld «Kolonel Van Heutsz heeft Maandag Teur.gkoe Tapa in Edi overvallen. De vijand nam de vlucht met achterlating van tachtig dooden. Aan onze zijde werden drie min deren gedood. De kluizenaar Teungkoe Tapa is bet hoofd van een bende partijgangers, «lie reeds op Feuilleton. Naar zijn naam gevraagd, antwoordde mijn Adonis, dat hij Hans Dietrich heette, de zoon was van den hoefsmid uit het dorp en negentien jaar oud. Hij was juist onder dienst gekomen. Mijn voogd vertelde hem wie ik was en drong er nogmaals op aan, dat Hans een belooning, ja liefst een zeer hoogt- beloouing zou vragen maar Hans wilde daar niet van hooren en zeide Praat me daar niet van, meneer, want dan ia voor mij de beele aardigheid er-af. De juffer zelfs heit me al bedankt, en zóo lief, dat ik het mijn loven lang niet zai vergeten, hoor! Dit laatste mot n knipoogje tot mij. Mijn voogd hielp mo in het rijtuig en Hans trad nader om afscneid van me te nemen. Nou, saluut, jullie.. 't ga-jo goed 1 zeide faiÈ We zien jo toch spoedig eens weer? vroeg mijn voogd. Kom je dezer dagen ee-s bij ons op het kasteel? Nee, meneer, dat zal niet gaan. antwoordde hij morgen moet ik bij mijn regiment zijn en ik kom pas over drie jaar terug. Het zal me een groot genoegen zijn, als ik de jufier nog even de hand mag kussen. Ik reikte hem onmiddellijk mijn hand. Zoo I.wel bedankt'tga u goed, jullie 1 En toen het rijtuig zich in beweging zette, den 4en Juli door overste Moorrees werd uiteengeslagen in een gevecht, waarbij de vijand 50 dooden achterliet, en aan onze ziji'..: éen officier en 14 minderen werden gewond. De bende, die zich na dit écligc weder verzameld had, is thans door kolonel Van Heutsz opnieuw en mol zware verliezen uiteengedreven. Het snelle en krachtige optreden van ko lonel Van Heutsz heeft dus ook hier succes gehad. De hoofd-commissie voor het huldeblijk aan II. M. ile Koningin-Weduwe, Regentes, zal op Maandag '8 Juli a. s., des namiddags ten twee ure, in de Raadzaal van het Stadhuis te Amsterdam een vergadering houden ter bespreking van de wijze waarop de aanbie ding van het huldeblijk zal geschieden. In alle provinciën in Nederland heeft zich in bijna alle gemeenten een plaatselijke com missie geconstitueerd evenals in Noderlandsch Oost-hidiö, in Ned. West-lndië. in liet bui tenland als: Vereenigde Staten van Nourd- Amerika, Argentijnsche Republiek, België, China, Duitse he Rijk, Frankrijk, Groot-Rrit- tannië en Ierland, Italië, Oranje-Vrijstaat, Europcesch en Aziatisch Turkije (Constan- tinopel en Smyrna), Zuid-AI'rikaansche Re ubliek en 'Zwitserland. In een album zijn vermeld al de namen der verschillende commissie-leden en daur- tusschen vindt men penteekeningen van his torische gebouwen enz, gezichten in Oost en West-lndië, de wapens der verschillende provinciën en gemeenten. Alles is zeer ar tistiek bewerkt door de calligralën de ge broeders Grevenstuk, te Baambrugge. Vele leden verklaarden bij bet afdeelings- onderzoek 'in de Tweede Kamer van bet wetsontwerp houdende wettelijke bepalingen tot. regeling van den Leerplicht, met leed wezen de indiening van dit ontwerp te hebben gezien. Met het middel, dat de Regeering wil bezigen om baar doel te bereiken, kon men zich in beginsel niet vereenigen. Het wetsontwerp heet te strekken tot invoering van Leerplicht maar, aldus betoogde men, betreft in waarheid de invoering van Schooldwang. Men achtte het al zeer onverstandig, na de invoering van den Persoonlijken dienstplicht, nu een zóo antipathiek voorstel te doen volgen als dat tot invoering van Leerplicht. Men wees et- op, dat een groot doel der werklieden tegen Leerplicht gestemd is en vroeg of het op den weg van het tegenwoordige Ministerie lag, een voorstel tot invoering van Leerplicht te doen. Volgens verscheidene leden mocht aan de invoering van Leerplicht niet gedacht worden, dan met voorafgaande of gelijktijdige verbe tering in du regeling van het Lager onder wijs. Dat dit wetsontwerp kort vóór de aan vaarding der Regeering door de Koningin werd ingediend, werd door sommige leden onpolitiek en onkiesch geacht. Door vele andere leden word daarentegen dit ontwerp toegejuicht en betoogd, dat 'lit geenszins strekt oin den Staat de opvoeding der kinderen in eigen baud to doen nemen. De indiening er van lag, volgens hen, zeker op den weg van bet tegenwoordig Kabinet. Kwalijk kon, naar men meende, als een dei- eerste belangrijke da len der Koningin, een waardiger maatregel voorbereid worden, dan de goedkeuring van een wetsontwerp, hetwelk bestemd is, de volksontwikkeling op krach tige wijze te bevorden. Vele leden bespraken de vraag of in Ne- j derland het schoolverzuim van dien omvang i is, dat daardoor de invoering van leer- en schoolplicht gerechtvaardigd is en kwamen tot de conclusie, dat het absolute schoolver zuim in tie laatste twintig jaren belangrijk i is verminderd. I Voor vele leden was een hoofbezwaar tegen bet wetsontwerp gelegen in de financieele gevolgen, en de aandacht werd hierbij ge- vestigd op verschillende onderwerpen, waar- I voor nieuwe uitgaven zullen worden vereiseht. j De bepalingen van het wetsontwerp welke I strekken moeten om behoorlijke naleving van den leerplicht te verzekeren, gaven tot vele bedenkingen en opmerkingen aanleiding. I Verschillende middelen tot verbetering I der voorgestelde, regeling werden aan de hand gedaan. Vele leden bepleitten de in- j stelling van plaatselijke commissies, aan j welke in de eerste plaats de zorg voor de i naleving der Wet zou zijn op te dragen. I Die com missiën zouden geheel ofaithans voor een deel zijn saam te stellen uit de ouders van schoolgaande kinden. De Minister 'van Justitie heeft thans aan de Tweede Kamer ingediend bet wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de bepalin gen in liet Burg. Wetboek betreffende de erkenning en wettiging van natuurlijke kin deren en daarmede samenhangende artikelen, alsmede van eenige bepalingen betredende het vaderschap en de afstamming van wet tige kinderen. Staatsblad no. 107 bevat de Wet van 2 Juli 1898, tot nadere regeling van de pensioen aanspraken der weduwen en weezen van burgelijke ambtenaren, vóór of op den lOden December 1898 overleden, gepensionneerd of op wachtgeld gesteld. De Staals-Courant van lieden bevat de Wet tot wijziging der Militie-wet nopens den Persoonlijken dienstplicht. Bij 'le Regeering zijn. zoo wordt beweerd, i met het oog op de Inhuldigingsfeesten, reeds ma-veer 2000 aanvragen voor den Neder- landschen Leeuw en over de 3000 voor de Üranje-Nassau Orde ingekomen. Men denkt echter, dat e.- niet meer dan 000 personen gedecoreerd zullen worden. Voor velen zal i de feest»veek dus een teleurstelling met zich I brengen. Dat er nog zeer veel gebrek is aan predi- I kanten bij de Ned. Hervormde kerk,blijkt hier- uit, dat er enkele gemeenten reeds 28 en 23 I jaren vacant zijn, o. a. de gemeente Waver- 1 veen in Utrecht, en Spijk, in Zuidholland. De Kristal Gasgloeilicht Maatschappij te Amsterdam heeft het middel gevonden om gas te ontsteken, zonder dat daarbij van lucifers als anderszins gebruik behoeft ge maakt te worden. Zooals men weet, wordt dit óok verkregen door een platina-plaatje te bevestigen bij den brander, doch dit schijnt niet duurzaam genoeg te zijn. De nieuwe methode is hoogst eenvoudig, [let kousje is hetzelfde dat voor gewoon gas gloeilicht wordt gebezigd. Aan beide zijden er van is echter een dun staafje gedrenkt met een oplossing, waarvan de samenstelling een geheim is. Even nadat men de gaskraan geopend heeft ziet men de beide staafjes gloeien en het gas wordt van zelf ontstoken. Vooral voor winkeliers, die in hunne kas ten licht ontvlambare artikelen uitstallen, is de vinding van gewicht, daar het manoeuvree ren met een stok waaraan een spirituslicht verbonden is, steeds een gevaarlijk werkje blijft. Met volle instemming nemen wij het vol gende «woord van buide" uit het Vaderland Op dezen dag, waarop de eerste Neder- landsche Tentoonstelling van Vrouwenarbeid wordt geopend, voegt een woord van warme buide aan baar, die tien moed hebben gehad nam hij zijn put af, wuifde ons toe cn bleef ons nastaren zoo lang bij kon. Al dien tijd biet-fik met mijn zakdoek zwaaien en toen ik hein niet meer kon zien, zonk ik met een diepen zucht achterover in de kussens, in het zalig bewustzijn, dat ik. beminde. Ik bemindeEn dat wou wat zeggen met mijn romantischen aard Om te beginnen vond ik' mezelve plotseling heel wat gewichtiger en belangwekkender geworden. Het was me, alsof ik een wijding had ontvangen. Ik was niet meer dezelfde, die ik gisteren was; ik was een geheel andere geworden en koesterde eerbied voor me zelveBovendien, mijn levenslot was beslistik zou de vrouw worden van Hans Dietrich Aline Dietrich zoo zou ik in de toekomst heeten. En 't was een zalige toekomst, die mij wachtte. Want ik wil bet eerlijk bekennen, die kus was iets onbeschrijflijk heerlijks voor me geweest, en ik stelde mij het leven als de vrouw van Hans Dietrich voor als een onafge broken voortzettiug van dergelijke kussen.On- noozele die ik was! Sedert dien dag leefde ik jaren achtereen in voortdurend dwecpen. Mijn liefde was mijn eenige gedachtehet was om zoo to zeggen mijn opstaan en naar bed gaan. Ik beschouwde me zelve als de vrouw van Hansen in mijn gedachte regelde ik daarnaar mijn geheele toekomst. Dat er zich in die toekomst bezwaren of hin derpalen zouden kunnen voordoen, nam ik in het geheel niet aan. Ik was immers gewend, in alles mijn eigen zin te doen. Wie zou mij be letten de stein van mijn bart en mijn roeping tc volgen Dat mij, een freule VonStern Altheim, overwegingen van niaatsehappelijken aard terug moesten houden van het sluiten van een huwe lijk met Hans Dietrich, kwam geen oogenblik in mij op. Mijn liefde stond te hoog om zulke bezwaren te laten gelden! NV el achtte ik het mogelijk, dat nier. mij zou bemoeilijken, maar in het ergste geval zou ik geduld oefenen tot mijn meerderjarigheid. Intuscnen zou me dat wel ha'rcl vallen, want ik vond de drie jaren, die ik mo voorgenomen had te wachten (omdat Hans ge- durende dien tijd toch onder dienst moest blij ven) reeds heel lang, en alleen de gedachte dat ik zelve toch nog te jong was om reeds te kun nen trouwen, troostte me. Het spreekt van zelf, dat mijn voogd cn zijn goedhartige vrouw niets mochten weten van mijn zielstoestand, maar ik had een vriendin, mijn nichtje Elsa, voor wie ik mijn hart gerust kon uitstorten t-n aan wie ik mijn geheim dan ook onmiddellijk toevertrouwde. Elsa was verrukt over miju mededeelingen. Zij bewonderde en benijdde me, toen ze hoorde dat ik „beminde". Dezelfde gevoelens van eerbied, die ik voor mezelve was gaan koesteren, be zielden ook haar. Zij zag tegen mij op als iemand die ver boven haar stond; zij voelde zich klein en nietig naast mij. Zij beloofde me, dat zij mij zou helpen, steunen zooveel in haar vermogen was, dat zij zich geheel aan mij zou wijden en voor zich zelve van alle liefde afstand deed. 1 let was haar voldoende de vertrouwde te mogen zijn van zulk een grootsche liefde, zieli to mogen koesteren in de gelukszon van een beroemd liefdespaar. Want, dat bet lot en de liefde van Hans en Aline in de geschiedenis zouden voort leven et nalB die van Paul en Virginia, van Hero en Leander en van Abelard en Heloise, daaraan twijfelden wij geen oogenblik meer. Elsa, die mij zoo volkomen begreep, die met en voor mij voelde, Elsa werd mij te eenen male onmisbaar en ik wist te bewerken, dat zij steeds een groot deel van het jaar bij mij doorbracht, om samen te leeren en opgevoed te worden. Zij was letterlijk een aangenomen zuster voor me cn in onzen vrijen tijd speelden we onverander lijk hetzelfde spelletje. Dat spel bestond daarin, dat Elsa Hans voor stelde en ik Aline op den leeftijd van achttiea jaar. Wij verzonnen allerlei voorvallen en toe standen, waaruit de ontmoeting, de herkenning en ten slotte liet huwelijk van dat romantische paar kon voortkomen. Nu eens veronderstelden we, dat llans als jager op mijn kastesl in dienst was getredendan weer, dat ik, na het uitbreken van een oorlog, als liefdezuster naar liet slagveld was getrokken cn toevallig den beminden man verpleegde, die gewond was geworden. Een en kele maal lieten we hem doodelijk gewond zijn, maar dat was heel treurig en ernstig, en ik stortte dan zóóveel heeto tranen, dat ik niet een behuild gelaat aan tafel moest komen en mijn voogd zich ongerust over me maakte. Maar Elsa stierf ook zoo prachtig mooiHet zieltogen, de brekende oogen, de laatste adem, niets ontbrak er aan. Daarentegen had zij er ook uitstekend goed slag van om een vroolijk einde aan de ont moeting te maken. Op lu-t oogenblik, dat ik mij I aan Hans bekend maakte als het jonge meisje, dat haar leven aan hem te danken had en ik j mezelve en mijn niilltoen als het ware op een I presenteerblaadje mijn redder aanbood, dan wist zij zulk een heerlijke kreet te slaken en zich met i' zooveel geestdrift, aan mijn voeten te werpen, dat ik het toppunt van mijn geluk reeds meende bereikt te nebben. (Wordl vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1