Maandag 18 Juli 1898. No. 4789. 47e Jaargang. OP REIS. Twee regels. De ware Jacob. Binnenland. PHOENIX-BROÜ W ERIJ. H. MEÜRSING <fc Co. AMERSFOORT. Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. Oitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement, per 3 mannden 1.franco por post ƒ1.15. Advertentiën 1—regels 00 cent; elke regel meer 10 cent. Grooto letters naar plantsruimte. F .egale-, oflicieële- on onteigen ingsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers iO cent. Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gobracht. Bureau KORTEORACHT 6 0. Telephoon 10. Wij zijn gaarne bereid om, tegen ver goeding van het porto, aan geabon- neerden die voor korten ol langeren tijd op reis gaan, de Amerstoortsehe Courant en de bladen welke zij door onze tusschenkomst ontvangen', na te zenden. Opgave van duidelijk adres is vol doende. Re ochtendbladen van Vrijdag bevatten iet volgend tweeregelig berichtje »De luitenants Bosch en Foutje zijn uit den dienst ontslagen". Men weet wat deze beiden jonge mannen hebben i misdreven". Nadat eenige «bevriende" Atjehers gepoogd hadden, uit louter vriendschap, om enkelen onzer militairen te dooden of te verminken en onze troepen hen op hun beurt hadden onder 'toog gebracht, dat dit toch geen vriendschappelijke daad was, en «ie kampong stormenderhand hadden genomen en van «vrienden" gezuiverd, hebben deze beide jonge luitenants zich eenige voorwerpen van luttel waarde toegeëigend, gelijk dit steeds pleegt te gebeuren en voortaan altijd ook wel weer geschieden zal. Ditmaal is echter «rapport gemaakt" van het feit en, na een zeer lang onderzoek, is nu het vonnis gevallen. De le luitenants der infanterie E. G. E. Lïitje en H. G. F. Bosch zijn thans uit den dienst ontslagen. Had men niet genade voor recht moeten doen gelden Had men niet de beide jonge mannen, die gedurende het zeer lange on derzoek toch wel reeds genoeg voor hun vergrijp hebben geboet, voor het leger dienen te behouden Had men niet kunnen vol staan met hun een ernstige schrobeering toe te dienen, hen desnoods gedurende eenige jaren te doen stilstaan in de ranglijst 't Is maar te hopen, dat dit «gemaszregel" niet is van terugwerkende kracht, want dan zou het er maar leelijk uitzien voor de talloos velen, die in Indië gediend en hun wapenrek versierd hebben met allerlei krissen en lansen en sirih-doozen, die ze hebben «buitgemaakt". En in de Rijks-musea en op Bronbeek mogen dan óok wel verdwijnen de bordjes met «Geschenk van den heer die of die" of «Bruikleen van kolonel zus of zoo". Feuilleton. Ela en ik spraken samen dikwijls over het karakter van mjjn toekomstigen echtgenoot en zij vooral prees en roemde hem om zijn dapper heid, zyn ridderlijkheid, z\jn grootmoedigheid en zjjn onbaatzuchtigheid maar bovenal prees zij zijn ziele-adel. Hij was groot en edel in zijn voelen, verstandig en ernstig in zjjn denken, on verschrokken in zijn handelen. En de bron waar uit Elsa die wetenschap! putte Geen andere dan mijn mededeeling omtrent de weigering van Hans om eenige geldelijke belooning aan te nemen voor zijn heldendaad tegenover den stier. Hoe dikwijls wij samen die comedieBpeelden, iB niet te zeggen. Talloozc malen Maar net ver veelde ons nooit en wij hadden ons weldra met de personen geheel vereenzelvigd. De gedachte dat ik ooit met oen ander dan met Hans zou kunnen trouwen, kwam zelfs niet bij ons op. Dat zou heiligschennis zijn geweest! Wij hadden omtrent huwelyk en liefc Arme jonge menschenmaai- ook arme ouders, die, met wie weet hoeveel opoffering, hun zoons hebben doen opleiden tot den officiersrang en nu zóo bun camera gebro ken zien. eigene, zeer onschuldige denkbeelden. Tweemaal beminnen mocht een rein vrouwehart niet en een zonde en schande was het een ander toe te behooren dan hem, die den eersten kus van de maagdelijke lipper had geroofd. Vooral Elsa's ideeën waren op dit punt zeer streng. Alleen reeds om by haar niet in ongenade te vallen, AT J BI*. De correspondent van de N. Rot. Cl. te Batavia seinde Donderdag «Te Edi werden bij een hinderlaag een adelborst en 8 matrozen gewond de vünnd vluchtte mot achterlating van '20 dooden «Van ileutsz is naar l'erlak." Het zV. v. d. D. ontving hot volgend tele gram «Kolonel van Heutsz is met het veertien de bataljon, bet korps maréchaussee en de lan dingsdivisie naar Edi vertrokken, om daar veertien dagen te blijven. «Ook vun Kotu Radja zijn driehonderd man naar Edi gedirigeerd. «lieden zijn de troepen van Edi uitgerukt." Ken officieel telegram, Vrijdag uit Atjeh ontvangen, luidt «Den twaalfden dezer is opgerukt naar Ke- dei l'erlak. Geen tegenstand ondervonden. «Alleen werden éen adelborst, vijf minde ren der landings-divisie en éen fuselier onge vaarlijk verwond door negen Atjehers, die in hinderlaag lugen, gewapend met donder bus en alle negen neergeschoten werden. Biykens van den Gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië ontvangen telegrapbische berichten zijn bij de jongste in Atjeh (Pe- dir en Edi) geleverde gevechten gesneuveld de van bet Nederlandsche leger bij dat in Indië gedetacheerde 1e-luitenant oer infan terie J. Goldenberg, de ziekenoppasser C. .1. Vanhese, en de luseliers A. van Loon, en K. Stapel. Aan bekomen wonden overleden korpo raal H. J. Dirksen en fuselier P. C. F. Hai- bach. Gewond zijn de 1e luitenants dor infanterie jhr. J. A. G. von Schmidt auf Altenstadt en Ij. E. F. Weyergang, en de 2e luitenants der infanterie J. F. van Kroon on II. A. Gorth van Wfjk, De Minister van Justitie heeft thans aan de Tweede Kamer ingediend hot Wetsont werp tob wijziging en aanvulling van de be palingen in het Burgcrlyk Wetboek, betref- lende de erkenning en wettiging van na tuurlijke kinderen en daarmede samenhan- gondoartikelon.alsmode van eenige bepalingen betredende het vaderschap en de afstamming van wettige kinderen. De uitvoerige Memorie van toelichting begint met er op te wijzen, dat in «Ie laatste jaren «le openbare meening krachtig is op gekomen tegen liet bestaande verbod vun het onderzoek naar hot vaderschap, en het volksgeweten verzet heeft aangeteek end tegen een wettelijke regeling die liet onschuldige kind verongelijkt. Uit naam der gerechtig heid en uil naam der zedelijkheid heeft men gevraagd: recht ook voor het onechte kind. Aan die vraag naar recht te voldoen, is het doel van het wetsontwerp. Het strekt uitsluitend om het onwettige kind de rechts positie te verschaffen, «lie in overeenstem ming is mei ons zedelijk bewustzijn, dat eenerzijds de ouders als ae natuurlijke ver zorgers hunner kinderen aanwijst, anderzijds verlangt dat iedereen verantwoordelijk zij voor zijn daden en hun gevolgen. Om het recht van hot kind is het te doen, niet om der vrouw aanspraken te geven. Het ontwerp staat gonocl op don grond slag van het geldende familierecht, waarin geen verandering wordt gobracht. Do invloed, (lion het huwelijk der ouders hooft op hun verhouding tot hun kinderen, is intact ge laten. Volgens het ontwerp dragon dan ook alleen de onechte door den vader erkende kinderen diens naamde door den vader niet erkende kinderen voeren den geslachts naam dor moeder en allen staan /.ij onder voogdij. Met betrekking tot het erfrecht der on- vvottige kinderen worden geen principieolo wijzigingen voorgesteld, Het wetsontwerp stelt zich op hetzelfde standpunt als do gel dende wet. Alluen bij erkenning kunnen aan het kind familierechten worden toegekend. De Minister wijst or op, dat do toestand ten aanzien van het onwottigu kind in vele opzichten onbevredigd is en dit kan verbe teren door aan dit kind recht te verschaffen, en door den onwettigen vader voor do go- volgen vnn zyn daad aansprakelijk te stellen. Grondslag eoner nieuwe regeling behoort te wezen, «lat de afstamming zelve rechtsbe trekkingen tussclien «Ie oudera en het on wettige kind in het leven roept, omdat zij is de natuurlijko bron «lier betrekkingen. Gelijkstelling van bet onwettige kiml met bot wettige in zijn betrekking tot de moeder, ligt cebter geenszins in «le bedoeling. Het stelsel van bu'ontwerp is dut, door het feit der onechte geboorte, rechten en ver plichtingen ontstaan zoowel voor den vader en de moeder als voor het kind«lat het niet-erkendo onechte kin«! niet meer zal zijn een rechteloos wezon, doch «lat het integen deel aan de afstamming zelve rechten ont leent. Deze rechten worden meer uitgebreid naarmate het kind nader tol hot familie verband wordt gebracht. Door de erkenning worden de hoogere rechten geschonken, die het ontwerp in zijn verschillende bepalingen omschrijft. Met het geheel begrip «onderzoek naar het vaderschap moet worden gebroken. De wet heeft slechts te omschrijven welke verplich tingen uit de afstamming voortvloeien en hoe dit feit des noodig kan worden bewezen. De verdediging vun het verbod naar het omlcrzoek, of van de regeling, welke aan hot onechte kind rechten tookont tegen zijn vader, besprekende, betoogt «Ie Minister dat do bezwaren ernstiger senfynen dan zij in- dordaud zijn, en in geen onkel geval kun nen zij rechtvaardige.), dat bet onechte kind nog langer onrecht worde aangedaan, dat de onechte vader nog langer van allo plich ten jegens zyn kiml worde vrijgesteld. Ten aanzien van de erkenning door den viulor Immlhaaft het ontwerp bet in do gel- moest ik meceive krachtens dien kus uls de aan staande echtgenoote van Hans beschouwen. Had ik het gewaagd om er ook maar in dc verte op te zinspelen dat ik, een rijke en adellijke erf dochter, mogelijk wol eens een boter huwelijk zou kunnen doen dan met den zoon van een hoefsmid, dan zou Elsa my stellig hnar vriend schap hebben opgezegd. Maar bovendien, waar om zou ik mij ook iets anders hebben voorge steld dan een toekomst nis mevrouw Diotricn Het was immers het grootste geluk dnt iemand zich kon denken ZooalB ik reedB zeide, voerden wc allerlei ver tooningen op, waarvan de afloop myn verloving met Hans was. Een vnn onze meest geliefde variaties op dat thema was do volgende Niet als een adellijke jonkvrouw, maar als een meisje uit zyn eigen stand naderde ik thans. Ik had mij vermomd en hield die vermomming eenigen tijd vol. Hij leerde mij kennen en lief hebben en verlangde my tot zijn vrouw. Ik was echter arm on zijn vader weigerde toestemming te geven tot ons huwelijk, op grond van mijn j nrmoedo. Hans was diep ongelukkig; hu zwoor j mij eeuwige trouw en zeide, ondanks alles, mij toch to zullen huwen. Ik ging heen, maar keerde kort daarop terug in myn kostbaarste klecdij en ik omschreef die dan altyd als van purper fluweel met hermelijn omzoomd of wel van licht blauw satyn met parelen geborduurd gezeten in een met vier paarden liefst schimmels bespannen rijtuig, voorzien van een marokijn lederen portefeuille, waarin myn millioen was geborgen, en hield dan stil voor de smederij van den hardvochtigcn vader. Juist was zijn zoon by hem om voor dc loatsto maal een po ging te doen om mijn hart tQ VWmurwCD. Ongemerkt trud ik binnen en hoorde dan do volgende woorden, die Ifilwi ook weder verrukke lijk schoon wist te zeggen tot den grooten bron zen kandelaber, die mijn toekomstigen schoon vader moest voorstellen. Vader I riep zy hartstochtelijk uit, wat ik u bidden mug, wees barmhartig I.Ik kan zon der huar, zonder myn Orethe niet leven.Wat? U schudt het hoofd U weigert Maar woet dan vader, dan het leven vun uw eenigen zoon er mede gemoeid is! Indien zij mijn vrouw niet mag worden, dan spring ik in het water, vader. of ik doorsteek my met een dolk...of ik brong mij door vergif om liet loven! Maar «le kandelaber liet zich door al did be dreigingen niet vermurwen. Kn juist als llans zich wilde vorwydoron,trad ik dan in ul myn heerlijkheid do sclmmolo woning binnen. I luns herkende mij ommidilollyk en viel mij mot een vreugdekreet to voet ter wijl de kandelaber, die my niet herkende, heel eerbiedig zyn mutsje afnam voor «Ie voorname dame. Daarna volgde «lo ontknooping, die zeer gemak kelijk word gemankt door net produceeren van mijn millioen. Hans was dan buiten zichzclven vnn blijdschap dit tooneel speelde Elsa ook weder voortreffelijk do vader weigerde niet langer zijn toestemming en wij knielden, z\jn zegen afsmekend, voor hem (uen kandelaber) neder. Naarmate wy ouder werder, werd ons spel veel minder kinderachtig, maar in hoofdzaak bleef het toch hetzelfde. We waren wel zoo wys geworden, dat we van een statiekoets en hei me lijnen kleedoren niet meer spraken, manr het fotul vnn do zauk, myn liefde voor IInns en myn bestemming om mevrouw Dietrich to worden, bleef onveranderd. Intusschen wuren er bijna drie jaar vorloopen sedert myn redding en naderde do tyd waarop myn verloofde don dienst zou verlaten. Elsa on ik waren dames geworden en werden door ver schillende jongelui ijverig het hof gemankt. Ik gaf nnn dio heertjes vry duidelyk to ken nen, dat ik niet het minste plan hnd om te trou wen, en over het algemeen behandelde ik hen met een onverschilligheid, dio soms tot onbe leefdheid oversloeg. Myn hart was immers niet meer vry I Elsa was oen byzondor mooi meisje geworden en Reen wonder dat haar aanbidders legio waren. Zij was echter nogal coquet en schepte l>y zonder groot genoegen er in de jonge heeren, die by ons uun huis kwamen, het hoofd op hol to brengen. En waarom zou zij ook niet? Zn was immers volkomen vrij! Op hnur lippen bad nog geen kus gebrand als «lie, welke m|) ten minste in haar oogon voor altyd do vrijheid van kiezen had benomen 1 Kr was «lus geen enkele reden waarom zij geen keus zou doen uit «lo jongelieden van onzen stand. Zij zou bnroncs of gravin worden en niet, iils ik, do vrouw vnn een ccnvoudigen burgerman. Het duurde dan ook niet lang of Elsa was verloofd. Zy zou de echtgenoote worden van een baron Von Litolfl, een knanpen, jongen man, dlc heel rijk was en uitgestrekte goederen bezat. (Wordt vervolgit).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1