Maandag 8 Augustus 1898. No. 4795. 47e Jaargang. OP REIS. DAGMEISJES. De ware Jacob. Binnenland. PHOENIX-BROU W ERIJ. H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers iO cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEORACHT 5 0. Tolephoon 19. Wij zijn gaarne bereid om, tegen ver goeding van liet porto, aan geabon- neerden die voor korten of langeren tijd op reis gaan, de Amersfoortsehe Courant en de bladen welke zij door onze tussclienkomst ontvangen' na te zenden. Opgave van duidelijk adres js vol doende. kennisgeving. W EEK MARKT. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat wegens de feestelijkheden op 2 September a. s., de op dien dag invallende Weekmarkt alleen voor boter en eieren op den Hol' zal worden gehouden en gocne uitstal li neen aldaar kunnen worden toegelaten, doch daar toe, na aanwijzing door den Mark meester, gelegenheid zal worden gegeven op de Beestenmarkt; terwijl voor oen handel in groenten 'net plein aan de Groenlenmarkt bestemd blijft. Amersfoort, den 3. Augustus 18118. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, E. L. VISSER, Woth, 1". Br. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Mevrouw Overberg woont in een fraai huis. Ze is een achtenswaardige dame en staat bij baar beide dienstboden goed aan geschreven. «Scènes met de meiden" komen in haar woning niet voor en ze stelt er prijs op, ook tegenover haar talrijke kennissen, den naam te hebben, dat ze haar ondergeschikten goed behandelt. Reeds lang had ze er over gedacht, het haar dienstpersoneel wat gemakkelijker te maken door een z. g. dagmeisje te nemen. Zonde al te groote kosten, die haar niet convenieerdcn, zou ze daar veel gemak van kunnen hebben. Naar de bel loopeu, bood schappen doen, en allerlei weinig beteekenen- de bezigheden, waardoor de keukenprinses en de binnenmeid telkens werden opgehou den, zou zoo'n aankomend ding evengoed kunnen doen. Feuilleton. 9). Nu werd ik een oogenblik vreeselijk in het nauw gedreven- Grauf René begon met zijn moeder Engelsch te spreken. Mijn eerste opwel ling was natuurlijk oin to zeggen, dat ik die taal verstondmaar een burgermeisje,dat Engelsch verstaat, zou natuurlijk argwaan hebben gewekt Bovendien waren reeds de-eerste woorden voor mij zóo belangrijk, dat ik de verzoeking niet kon weerstaan om ook naar do rest te luisteren. Wat een bijzonder lief en mooi meisje hebt u daar, moeder 1 zoo begon René. Vind-je? Ja, ze is niot onaardig, luidde het antwoord. Ze vertelde me ook juist, dat ze al verloofd is, met een hoefsmid of zoo iets. Hoe jammer 1 Jammer? Waarom? Zou je willen, dat zo wachtte tot een prins haar ten huwelijk vroeg Maar nu we tóch over trouwen praten, René Alweer hetzelfde moeder? U denkt zeker, dat ik toegcellijker zal zijn, nu u ziek is; foei, dat is misbruik maken van mijn goedheid en uw ongesteldheid I Neen, jongenmaar als men ziek is, denkt men natuurlijk aan de mogelijkheid van dood gaan, cn je weet wel, dat ik alleen rustig zou :unnen sterven, als ik wist, dat je goed en ge lukkig getrouwd was- Op zekeren dag las rneu de volgende ad vertentie Gevraagd Eeu Meisje, lol het doen van boodschappen enz. van 0-1 uur. Zich in persoon aan te molden bij Mevrouw Overberg, straat. Het (Tuurde niet lang of mevrouw was voorzien. Een net. handig meisje, de oudste uit een mlryk gezin, had ze gekozen uit de velen, die zich waren komen presenteeren. En !mt ging uitstekend mei Mina. Ze was gezeglijk en bijzonder aardig voor de kinderen, die allen reeds ter school gingen. Mevrouw had er heusch spijt van, dat ze er al niet lang eerder toe overgaan was, zoo'n meisje te nemen. En wat een gemak had ze er van Mevrouw was onuitputtelijk als ze daarover begon te vertellen. En ze raadde al haar kennissen aan, haar voorbeeld te volgen. «Toe Mina, maak voort, anders kom je te laat bij mevrouw. Hier heb je je boterham. Eet maar gauw op." Mina repte zich wat ze kon en at, terwijl ze haar jongste broertje aankleedde, een paar sneedjes oudbakken brood, waarbij een kopje slappe thee, als 't ten minste den naam van thee kon dragen, moest dienen om het slikken mogelijk le maken. Eindelijk fas'ze klaar; als ze vlug liep, kon ze nog juist om negen uur in haar «dienst" zijn. Het ging Mina niet gemakkelijk af dien dag. Ze was al mop, toen het eindeloos ge loop naar de voordeur pas begon. Eerst kwam de melk, daarna brood, groenten, enz., te veel om op te noemen. Tegen elf uur bracht de slager de hielstuk voor het t weede ontbijt en een halfuur later genoot, Mina van de heerlijke geur, terwijl ze een paar flinke boterhammen at. De gedachte aan de bief stuk was echter de oorzaak, dat ze haar volstrekt niet beter smaakten dan de oud-bakken sneden brood van 's morgens. Ontevreden heid bedierf haar eetlust. 's Middags moest Mina in de keuken helpen. De familie dineerde om vijf uur. Om vier uur, toen Mina naar huis ging, stonden al verschillende pannen en pannetjes te vuur. Mevrouw zelf was in de keuken geweest oin een pudding klaar te maken en had tegen Mina gezegd «nu Mina, 'tis vier uur, je kunt wel gaan." En ze svas gegaan, maar ook de heerlijke gedachten aan de beerlykc soep, die er al zoo smakelijk uitzag, toen ze op lust van Botje liet deksel oen eindje op den kant moest schuiven om het overkoken te voorkomen, ou aan al het andere, dat ze had zien klaarmaken of waaraan ze geholpen had, verlieten haar niet meer. De koude aard appels, die haar moeder van 'smiddags bewaard had, kon ze haast niet door de keel krijgen. Een zeer bekend gebouw is de Gevangen poort te 's-Gravenhage met haar vele her inneringen aan de folteringen, welke men in lang vervlogen dagen de beklagenswaur- digen deed ondergaan, die terecht of te on recht, in hechtenis waren genomen. Onder de vele strutlokalen, destijds in ge bruik, behoorde zoogenaamde «hongerkamer," het verblijf van «le veroordeelden, die den hongerdood moesten ondergaan. Een van stevig traliewerk voorzien doch overigens geheel open venster zooals duidelijk te zien is, eerst vóór weinige jaren dicht gemetseld bevond zich in de on- midellyl'o nabijheid van oen keuken, waar iederen dag allerlei gerechten werden klaar gemaakt. zoodat de geur van gebraden vleesch en andere uitgezochte spijzen het lyden der veroordeelden nog ondraaglijker maakte. Terecht koint een gevoel van afschuw by ons op, als we deze dingen hooren vertellen en we prijzen ons gelukkig, dat de tijden voorbij zijn, waarin dergelijke onmensclioly- ke wreedheden konden plaats hebben. Maar uw dagmeisje, mevrouw Overberg. Wat ik u bidden mag, mevrouw, stuur uw dagmeisje niet naar nuis voor ze baar deel heeft gehad van den maaltijd, dien ze heeft zien of helpen bereiden. Zou het te ver wonderen zijn als uw gedienstige, bij wie de begeerte naar een goeden maaltijd is opge wekt zonder dat die bevredigd wordt, zich op ongeoorloofde, zondige wyze trachtte scha deloos te stellen Zoudt gij u in dat geval van schuld durven vrypleiten Zoudt go het voor God kunnen verantwoorden als door uw toedoen uw dag meisje aan snoeplust leerde toegeven en aan diefstal gewend raakte Uw antwoord kan niet twijfelachtig wezen. Laat dan ook uw handelwijze er niet mee in strijd zijn. Ria AT JEI1. Aan do X. Roti. GW. wc .1 Donderdag uit Batavia geseind «Luitenant-kolonel Willems is Maandag morgen nuar Telok Soma wé vertrokken om er een legerkamp in te richten voor twee en een half balaillon, die een tocht gaan maken door Pasungan. «Tookoo Oemar en Panglima Polim, zyn op het oogenbltk, naar het heet, in Langga." Een deputatie van tal van leden uit de Commissie tot reorganisatie der Kamers van Koophandel werd Donderdag door don Minis ter van Waterstaat, Handel en Nijverheid ontvangen. De voorzitter der Commissie, do heer A. Hendrichs, schetste de aanleiding tot den arbeid der commissie, gaf verschillende mededeelingen omtrent de wijze waarop zy had gewerkt en verklaarde namens de com missie Imogen «rijs te stellen op de gelegon- heid door tien Minister gegeven tot persoon- lyko aanbieding en toelichting van net rap port. De Minister verkluarde reeds tydens hy deel uitmaakte van oen vorig Kabinet aan het onderwerp zijn aandacht te hebben ge geven hij hoopte thans in de gelegenheid to zijn een ook door hem noodig gooordeelde reorganisatie tot stand te brengen en be schouwde den arbeid der commissie, waarin ïl ki Uw ziekte ia gelukkig niet zóo ernstig, dat we aan doodgaan behoeven te denken. Morgen is u weer beter, hoop ik. Maar ik wil u nu nog wel eens pleizier doen en met u praten over uw geliefkoosd onderwerpvertel iue echter eerst eens, wat noemt ugoed cn gelukkig getrouwd zijn- Och, ik zou al heel tevreden wezen als ik wist, dat je getrouwd was met een braaf, jong, mooi meisje uit onze kringen. U verlangt veel, maar ik vraag nóg iets bovendien, liet eenige wat ik eigenlijk ver lang ia, dat ik miju vrouw lief heb en dat myn vrouw mij lief heeft. Als al het overige in orde is, dan komt dat van zelf. Ik weet iemand, die ik uitstekend voor je geschikt vind. En wie dan Je kent ons nieuw buurvrouwtje, de pas getrouwde Elsa von Litoff, O ja I een aardig vrouwtje! Welnu, zo heelt een vriendinnetje, freule Von Stern Altheim, over wie ze nooit is uit gepraat. Dat schijnt een heel lief meisje te zijnze is achttien jaar, heel mooi, en, wat ons lang niet onverschillig moet zijn in verband inet onzen eigen minder gunstig fi- nancieelcn toestand, zo is heel rijk- Zooals je weet, zijn onze goedoron zeer bezwaard.,. Maar ik weet ook, dut ik zonder de hulp van andoren ze vrij zal kunnen maken van alle lasten; ik heb niet voor niets mijn studiën ge maakt van land- en bergbouw. Als ik eenmaal onze rijke steengroeven in ontginning zul heb ben gebracht. Om dat goed te kunnen doen, zou zeker het vermogen van je vrouw jezeer van dienst wezen. Wel mogelijk, moeder, maar ilc denk er toch geen oogenblik aan om daarom een rijke vrouw te nemen. Ik heb u al ineer gezegd, dat ik alleen wil trouwen met de vrouw, die ik met heel mijn hart en ziel begeer, die ik boven alle anderen zal uitverkoren hebben, en nis ik die eenmaal gevonden heb, al is zy niet van hoogen stand of heeft zij geen cent in de wereld, dun zal ik haar en geen andere de mijne noemen. Ook tegen mijn wil, René? Laten we er niet weder over spreken, moe derlief we svinden elkander noodeloos op, zon der éen van beiden overtuigd te worden. Beloof mij ten minste écn ding, Renózoo dra ik weder gezond bon en wat sterker, is het mijn plan om op reis te gaan en eenige onzer familieleden te bezoeken. Ik ben dan in do na- hijheid der ploegouders van het bedoelde meisje on zou dan gaarne kennis maken met die familie. Beloof je mij, dat je dan met me mee zultguan Dat beloof ik u. En als je op haar verliefd wordt? Dan... nu dan... maar daar is niet veel kans op, want ik heb juist in den laatsten tijd een moisjo ontmoet, dat mij boven alle andere vrouwen uantrektzij is zóo mooi en lief, dat ik aan geen andere kan denken. Zoo En wie is dat «1h ik vragen mag Dat kan ik u niet zeggen, maar hot doet er ook weinig toewant het bedoelde meisje is zelvo niet moer vrij. Met ingehoudeu adem had ik zitten luisteren, cn ik weet niet waarom juist by de luutate woor den miin hurt sneller begon te kloppen. Was het omdat ik er een voorgevoel van hnd, dat ik dat bewuste meisjo was, of was hot een opwelÜDg van jaloezie, dat een andere dien gunstigen indruk op den jongen graaf kon gemaakt hebben? Een oogenhlik later zag ik in hoe dwaas het van me was om zóo veel belangstelling te koeste ren voor de liefdesgeschiedenissen van graaf René, ik, die verloofd was met mijn Hansmaar toch hield de gedachte aan den jongen graaf me veel bezig. Wat was Hij beminlijk en eenvoudig en hoe juist en verstandig dacht hn over een huwelijk ter wille van 't gold. Maar hoo moest het gaan, indion do gravin haar plan ten uit voer bracht om mijn pleegouders te bezoeken? I)an moest do zaak tusschca lluns en mij toch in orde wezen. In orde! Maar hoe? Nn hot er op aan kwam om al myn fantasieën tot werkelijkheid to maken, look me dat toch niot zoo héél gemakkelyk. Zou ik ooit tegenover de gohcelo wereld durvon vorklaren, dat ilc de vrouw wilde wordcrv van eon tuinmansknecht? Ik begon te voelen dat ik mijn krachten had overschatmaar wus ik niet reeds te ver gegaan om nog terug te kunnen treden Als het uitkwam welk geviuirlyk spel ik had gespoeld, zou ieder woldenkend mensoh my zeker veroordeelen en in de eerste plaats graaf René. IIy zou zeker vinden, dut ik my I voorgoed had gecompromitteerd. Neen, het eenige wat mij te doen overbleef, was voortgaan op den eenmaal ingeslagen weg cn dc zaak zoo spoedig en flink mogelijk ten einde te brengen mot andere woorden my zoo spoedig mogelijk verloven niet Huns. y Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1