Donderdag 24
November 1898.
No. 4826.
48e Jaargang.
Het Kanonschot
Stadsnieuws.
Uitgave
Firma A. H. VAN CLEEFP
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- cn Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post ƒ4.15. Advertentiën 16 regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale», oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers iO cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden do incassoerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 5 0.
Telephoon 19.
Jacob van Campen.
D' Aerts Boulicordewelcke uyt dc kunst
gheen gewin sochtmaer de naein 2, alsbouw-
meester beroemd, als schilder zeer gunstig
aangeschreven, is een van de niet weinige 1
vermaarde personen van wier afkomst en
jeugd men, om om zoo te zoggen, niets
weet. Van der Aa, nog altijd de biograuph
en welke uitgever zal in den tegenwoor
dige» tijd zich wagen aan een verbeterde
editie, die toch zóo dringend noodig is'?
Van der Aa schrijft van hein«geboren le
Haarlem of te Amersfoort, van ouders uit
den deftigen stand, legde zich aanvanke
lijk op de sciiilderkunst toe en deed, in
zijne jeugd eene reis door Italië met
dat gevolg, dat hij als bedreven bouwmees
ter in het Vaderland terugkeerde .en wel
omtrent 1028'. (Volgt een even onnauw
keurige opsomming zijner werken).
Wel vreemd is liet, dat, ondanks dc niet
voor tweeledige uitlegging vatbaar zijnde
woorden3) van zijn tijdgenoot en vriend Vondel
in do «Nachtegaal van Amersfoort" (1057)
men onzen Jacob van Campen tot een Haarlem
mer heeft gemaakt; en niet minder vreemd mag
het lieeten, dat zij die hem, zeer vermoedelijk
4 Maart 1058, het gedenktoeken in de Sint
Joris-kerk wijdden, alleen hebben vermeld,
wanneer hij overleed.
Nu rnen zich opmaakt om den 300sten
geboortedag van onzen vermaarden stadge
noot te herdenken men waant hem in 1598
of 1599 geboren zij het mij vergund, bier
mee ter doelen wat ik van hem weet.
Jacob van Campen werd geboren te Amers
foort en daar 22 Januari 1009 gedoopt.
Do aanteekening 4) in het Doopboek der
Ned. Hervormde kerk luidt: Den 22 January
heeft Gerrit van Campen sijn kint ten doop
ghehat. Hel kint heet Jacob. (In het boek,
loopende van 2 Februari 1593 tot 28 Octo
ber 1610. komt geen andere Van Campen
voor. De aanteekening Gerrit, voor Dieter
Naar het bekeude grafschrift van Vondol in do
Sint Joris-kerk.
Volgens de Haarleiuscho uitgaaf van Selirove-
Amersfoort bezingend, zegt dc dichtervorst:
l)c .Held van llainlenbroek, de bouwheer van do
Vorsten,
En t raadhuis t' Amsterdam, verhoorlykt hueron
lot
Want zij hem bande eu tooghde ucn haerjielrouwo
Om bou cn toekenkunst te heffen uit liet stof.
U Deze aanteekening werd o. n. ook meegedeeld
door nir. J. van der Leeuw in dc Amerrfoortteht
Courant van 13 December 1870.
Feuilleton.
Gerritsz, is weer een gewone lapsus van den
koster, die den naam inschreef om het doop-
geld te kunnen verantwoorden.
Van zijn ouders weet men weinig meer
dan dat zijn vader Pieter Gerritsz. en zijn
moeder Gerarda Claes Derentsdochter heette
en zij tien kinderen hadden, van welke vijf
jong stierven.
Zijn moeder werd 19 Januari 1005 be
leend met het adellijke huis «Randenbroek'',
dat sedert 1512 in haar geslacht was go-
weest, welk leengoed na huar dood overging
aan onzqn Jacob, haar tweeden zoon, wyl
de oudste zoon, Jan, kinderloos was gestor
ven.
Jacob liet het na aan zijn jongste zuster
Margriet, die daarmee 18 Februari 1658 werd
beleend en het 17 December 1600 overdroeg
aan Nicolaas Heerman, den toen meerdenarig
geworden zoon van haar oudere zuster Geer-
truyt en Jan Heerman waaruit tevens blykt,
dat de beroemde man de laatste manneltjko
alstammeling was van zijn geslacht.
Van Remmel zegt, dat hy ongehuwd ge
bleven is.
Onder de eigendomspapieren van «Randen
broek" waren in 1817 nog veie origineelo
leenbrieven voorbanden(Je oudste ervan
dagteekende van 3 November 1425. Thans
is op «Randenbroek" van eigcudomsuapieren
geen enkel spoor meerliet zal echter
wel de moeite loonen, in het Provinciaal
archief te Utrecht eens te gaan snuffelen in
de stukken betreffende de Sticlitsclieleenfin.
Daarbij is o. a. een taxatie der vaste goederen,
door den grooten bouwmeester nagelaten en
waarin diens onroerende goederen geschat
zijn op f32000.
We zijn nu nog ruim tien jaar verwijderd
van een mogelijk herdenkingsfeest van den
300sten geboortedag van den vermaarden
Amersfoorter en er is dus tyd te over om
eens goed te gaan zoeken voor hem, die een
monographic zou willen wijden aan den
schepper van »'s weerelts achste womler" en
diens werk.
Hij leerde eerst schilderen en de mid-
J) Do fraaiste aanteekening van dien aard vond
ik wel te Amsterdam te weten in het Doopboek der
Oude kerk, op 10 Juni 1018. Woordelijk luidt zc
Wist niet to sougeii hoe 't kiuts moer en vaers naeui
was, noch oock hoe 't kiut sou geuoemt worden.
Sij verwachten de vaderiek ging nne 't koor of
hy qunm, en oft kint gedoopt is en weet ick uiot;
mijn staot voor, dat se herman scjjde.
Een weinig verder teukende de zelfde nauwkeu
rige koster goedsmoeds aan „De lay uytgeveeeht",
ten gevolge wanrvnn oen hiaat van een paar maan
den ontstond I
delen waren er in ovorvloed deel <:on
kunstreis naar Italië, wnurhoon hij in den
zomer van 1624 vertrok, doch kreeg daar
aanleiding om zich uitsluitend to wydenaa» de
bouwkunst; een niet zeldzaam verschijnsel
in dien tijd.
Hot Muuritshuis te 's- Gravenbage (ge
bouwd in 1040, doch tot don grond afge
brand in 1704); bet Trippenhuis te Amster
dam het huis van Jfuyhchem, op het Plein
te 's-Gruvenhugedat van Huydecoper van
Maursevetn, ojf de Keizersgracht te Amster
dam het huis Nieuwburg (bekend door het
vredes-congres van Rijswijk in 1097, maar
voor de Amersfoorters niet minder door het
zoo kunstvaardig en smaakvol 'geel geverfde
gevelsteentje aan het woonhuis van mevrouw
Van Mansvelt, aan de Muurhuizen A. 290)
en bovenal liet Stadhuis (sedert Lodewjjlc
Napoleon, Paleis) te Amsterdam, waarvan
de eerste steen werd gelegd in het Vredes
jaar 1048, zijn naar zyn ontwerpen gebouwd
ook de praalgraven van Marten Harpertszoon
Tromp, in de Oude Kerk te Delft, en van Jan
van Galen, in de Nieuwe kerk to Amster
dam, zyn evenals vele lusthuizen naar zijn
plannen gemaakt. Zóo «Randenbroek", dat
omstreeks 1042 naar zyn plannen word
herbouwd en in de pluats kwam van het in
1029 door de benden van Montecuculi ver
woeste huis; maar ook de Oranjezaal in 't
Huis ten liosch bij Den Haag.
Hij woonde op «Randenbroek" en begaf
zich vandaar naar de plaatsen waar bij over
bouwwerken moest spreken of toezicht hou
den op den arbeid der architecten hij bouwdo
dus zelf niet, gelijk dit thans door don archi
tect geschiedt. Dit mag dan ook wel oen
reden zijn geweest -- het zij hier terloops ge
zegd dat een deel der eer van het Arn-
stcrdamsch Stadhuis werd overgebracht op
Daniel Stalpert, die in 1048 werd benoemd
tot architect, onder toezicht van Van Campen,
voor den bouw van het Stadhuis. Ily moest
slechts zorgen, dat het werk werd uitge
voerd naar het ontwerp van Van Campen
en de daarvan in 't net gemaakto tcekeniu-
gen, aityd volgens hun uitlegging door den
ontwerper. Stalpert had op zyn beurt weder
zes opzichters onder zyn bevelen, die op de
goedu uitvoering moesten lotton en die weder
van hem afhingen, gelyk hy van den ont
werper.
Jacob van Carapen overleefde do voltooiing
van dezen reuzenbouw noggeen twee jaar, daar
by 13 September 1057 te Amersfoort over
leed eu daar 20 September in do Sint Joris-
kerk werd begraven.
(1)
Do heer Munter, oud-fubrikant van vioolsnaren,
had een aardig kapitaaltje verzameld en besloot
om op een nangenamen stand van zijn rente te
gaan leven. Jleel toevallig ontdekte hij op een
ochtond, toen hij doelloos dc eene straat uit de
andere inwandelde in de Rue do la Seine apparte
menten, die hem onmiddellijk zeer toelachten.
Zeven kamers op de vierde verdieping voor
vierhonderd vijftig gulden, was oen spotprijsje
en vreezond dat de eigenaar er toe zou besluiten,
na eenigon tijd meer te vragen, huurde hy de
kamers voor negen jaar.
Do familie Munier ontdekte dagolijka nieuwo
aangename eigenschappen van hun woning. Zij
genoten er de weiverdienclj rust, waarnaar zij
zoo verlangd hadden. Mevrouw Munier ging
des ochtends naar de markt en verrichtte haar
boodschappenMunier las in zijn „Studeerku-
mer" zijn courant en Louise, de dochter, speelde
haar gamma's.
Zn zette zich in den regel reeds 's ochtends
om nnlfacht aan de pianoom elf uur hield ze
op om te (lejeuneerentegen een uur hervatte
zij do studio, om eerst tegen zes te eindigen. De
yver, waarmede zij zich op do muziek toelegde,
was inderdaad prijzenswaardig.
Munier wist, toen hij de kamers hnurde, niet,
dat er boven hein ee schilder woonde, een
leerling van de „Ecgle des Beaux-arts", een jong-
mensch met eon inkomen van twaalf of veer
tien honderd gulden. Wanneer men drie-en-twin
tig jaar is, mag men wol een beetje ploizier
maken, vooral als men de middelen bezit om
de kosten daarvan te bestrijden. Onze vriend
Max zoo hectto hij ging nooit vóór twee
uur naar bed en stond dus laat op. Dut is be
grijpelijk men kun niet om zes uur uit do
vecren komen, als men er om twee uur eerst
inkruipt. Hij stond dus lunt, heel laat op.
Munier bewoonde ecnigen tijd de vertrekken,
welke hy voor negen jour gehuurd had, vóór hy
tot ontdekking kwura, dut de schaduwzijde niet
ontbruk.
Gedurende do drie mnandon, dat de vierde
verdieping onbewoond geweest wns, was de schil
der do gelukkigste van allo mensehen gowuest
bij kon tot den middag in zijn bed blijven lig
gen, zonder in zijn sluup door eenig gerucht ge
stoord to worden.
Op zekeren ochtend echter werd hy door een
ongewoon geluid wakker. Het was negen uur.
Hij luisterde; ja, dut geluid kwam van be
neden het waren gamma's.
Hij trok do dekens over zijn hoofd, hopend
weer te zullen inslapen. Onmogelyk. Eindelyk
kon hij het niet langer uithon 'en en stond hij
op. Hij kloeddo zich uan, liep in zyn atelier op
en noor, wierp een raam open on ademde de
frissche morgenlucht in. Dat gotjingel bonedon
mankte bom afschuwelijk zenuwachtig cn het
scheen nooit to zullen ophouden; regelmatig,
eentonig ging het maar steeds door.
Maar dat is om gek te wordenriep Max
De aanteekening in hot Rograafboek luidt
[verkocht] Aon u' ErlTghenamen van sal
Jacob van Campen, twoo grafsteden ghelegen
in de Noordtkerek, Teerstebuen,t'llegraft,
f100.
FREDRR1K8.
Namens II. M. do Koningin-Moeder is
andermaal een tliuke bezending luizen en
konynen toegezonden aan de gustelingon in
het St. Dieters- on llloekhuids-gasthuis hier.
Het bedrag, door H. M. de Koningin-
Moeder op 31 Augustus geschonken ten be
hoeve jian de algemcenearmen hier ter stede,
is dmv het Rurgerlijk armbestuur omgezet
in wollen dekens en brood en in de Woens
dagavond gehouden vergadering als extrn-
uitdeeling uan de door baar bedeelden uit
gereikt.
Door den Commissaris der Koningin in
dit gewest is bepaald, dut ook voor het sei
zoen 1898/99 consenten zullen worden afge
geven tot uitoefening der Visschery onder
liet ys met alle geoorloofd vischluig.
Door den generaal-inajoor, inspecteur van
den geneeskundigen dienst der landmacht,
zyn aangewezen otn Gedeputeerde Staten
in de provincie Utrecht by te staan by het
geneeskundig onderzoek van lotelingen en
schuiterpliclitigenals lid den dirigeerenden
officier van gezondheid 1o klasse kolonel C.
W. W. van Walsem, chel van het Militair
hospitaal, en als plaatsvervangend lid de
officier van gezondheid lo klusse dr.il. Zee-
huisen, beiden te Utrecht.
Een der te Utrecht verschijnende bladen
bevat het volgende bericht uit Amersfoort:
Naar wij vernemen, worden pogingen aan-
Sewend tot de oprichting vun een Yolksbnd-
uis alhier en moet reeds een Bestuur be
noemd zyn. Zooals bekend, heeft do voreoni-
ging «Gemeentebelang" hiertoe don «erttao
stap geduun.
wy twyfelon niet of de pogingen van do
ondernemende personen, die zich deze zaak
aantrokken, zullen gaarne gesteund worden,
duur een Volksbndluiis langzamerhand een
eisch des tyds wordt en dus iti liet belung
der pluals gu-iclil mug worden.
Als 't slechts waar was.
uit. Daar moet ik een stokje voor steken.
lly luisterde weer. Ja, nu hoorde hn duide
lijk, dut hot gamma's waren, niets anders dan
gamma's.
Wacht, ik zal jullie 6ok wut muziek ge
ven I riep hij woedend uit en hij begon in zün
atelier rond to springen, stoelen, tafels, ezels,
alles om te werpen, borden stuk te gooien, houts
blokken over den vloer te rollen en een helsch
leven ann te rechten mot alles wat onder zijne
hunden kwam.
Plotseling zweeg do piauo.
JuiSt wilde hy weer onder de dekens kruipen,
0111 tot rust to komen, toen er uun de deur werd
geklopt. Hy opende die en een zijner vrienden
trad binnen.
Wat is hier gobourd? vroeg deze, verwon
derd in het wanordelyke vertrek rondziende.
O kerel, spreek er niet van, antwoordde
Max mot een zucht. Hier beneden me huist een
monster, dat om zeven uur al op do piano be
gint te trommelen.
Dat moet vreeselijk zyn I
't Is om gek te worden, zeg ik je, on om
hot niet langer te hooren, bou ik zelf wut leven
gaan maktn. Luister, daar beginnen do gamma's
weer. Ik hoopte n), dut ik or con vind aan ge
maakt had.
Zal ik je ecu beetje helpen? Ik houd er
wel van, dun bool eens door ulkuar to gooien.
Best. Ik kan nu tóch niet meer slupen.
Uier, neem jij de tang, ik heb hier een houten
hamer. Vooruit maar.
Eu een uur lang richtten zij met hun bolden
I zulk een helsch leven aan, als er nog nooit
in de Rue do la Seine vernomen wae.
Eindelijk waren zo uitgeput en besloten ze te
gaan dejeuneerun om nieuwe krachten te ver
zamelen.
Op de trap ontmoetten zij een gezet boortje,
dat zoor opgewonden bewegingen met do armen
maakto en zoor driftig scheen.
Dat is toch :\l te erg riep hy. Is nio dat
een huis voor een fatsoenlijk mensch I Maar ik
zal me by den eigenaar beklagenDie schilder
moet er uit; dat is zeker, 't Is een schande!
Wat is er gebeurd, mijnheer? vroeg Max,
inwendig lachend.
Verbeeldt u eens, hoeren, dat sinds
uur de bewoner van de verdieping boven as
zulk een helsch loven gemaakt heeft, dal we
ieder oogenblik vreesden, het plafond te zul.cn
zien instorten. Mijn vrouw cn ik hebben nu en
dan den spiegel moeten vusthoudon. on vor-
scbeidene van do platen, die tegen don wund
hingen, zijn naar beneden gevullen.
BS gebroken vroeg Max.
In gruzulmonten, mijnheer, in gruzolmenten.
Het glus ligt in onze kuuier gezaaid I
Prachtig !««cidu Max.
Wut blieft u vroeg het hoertje.
Ik zeideallemachtigdaar moet iets aan
gedaan worden.
Plotseling deed zich weer dezelfde regelmatige,
eentonige muziek hooren, die hem uit den slaap
had gewekt.
Wat is dit,? vroeg Max, door dat geluid
zóo driftig wordend, dat hy het mannetje wel
van de trup had willen gooien.
{Slot volgt.)