Donderdag 8 December 1898. No. 4830. 48e Jaargang. K0NINGIN in de Stadsnieuws. LEBEDKA. NEEN! Oitgave Firma A. H. VAN CLEEPF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte, [.egale-, oflicièële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 56 Telephoon 19. kennisgevingen. 8t?t!rirhet besluit ,v.a" Heeren Gedeputeerde 1898. no 5lP.rÜVmCW U''echt' in 1 December ^re.nqt ,b'j !lu,ze ter kennis van belanghebben- t .'."g d» j,lchl voor de provincie font 1S, hepaald op Zaterdag, den 31 December met «ototonaergang, met uitzondering echter le het schieten van Waterwild, aangeduid in m art. 1. der aangehaalde Wet, daar, waar het schieten van Waterwild geoorloofd is 2e het vangen van Waterwild met slagnetten en net vangen van Eendvogels in eene eenden kooi of een «laarmede gelijkstaand toestel ue het schieten van Houtsnippen waarvan de sluiting later zal bepaald worden. En. ten einde niemand eenige onwetendheid hiervan voorwende, zal deze worden algekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk Utrecht, den 3, December 1898. Do Commissaris der Koningin voornoemd, SCHIM MEI ..PEN NIN CK v. d. O v. NIJENBEEK. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op art. 6 der Hinderwet, Brengen ter kennis var« het publiek, dat een door de firma Berns Co. ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene /eeppoederfubriek, waarin stoom als be weegkracht wordt gebruikt, op het terrein ge naamd „het Kalfaveld" bij het kadaster bekend onder Sectie 1). No. 2037,, op de Secretarie der gemeente ter vissie licht, en dat op Maandag, den 19 December aanstaande, des voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Ge meentebestuur of van éen of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in te brengen. Amersfoort, den s. December 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMME1.PENNINCK. De Secretarir. B. W. Th. SANDBERG. Ter avondzilling vun den Gemeenteraad, gepresideerd door den lieer Burgemeester inr. F. D. graaf Schiinmelpenninck, waren Dinsdag alle leden tegenwoordig behalve de heer Garjeanne. Ook op «le publieke tribune was zóóveel belangstelling. «lat enkelen, die Feuilleton. (Een schets uit het Russische leven.) 3 (Slot). Serge werd doodsbleek en verliet ijling3 den salon, gevolgd door den knecht. Lebedka lag op het plein uitgestrekt bij haar nog vollen etensbak. Zij kon zich niet meer staande houdenzij hijgde, hapte naar adem en was zeer opgezwollen. Toen zij haar meester zag. wilde zij oprijzen, maar kon niet meer. Zij spuwde eenig water, terwijl haar fijne witte kop achterover viel. Ser«*e knieldp bij haar neer en liefkoosde naar, omringd door zijn bedienden, die sprakeloos, eerbiedig en vol deelneming toezagen. Allen hadden hun meester lief, en zij voorzagen dat hem iets zeer treurigs zou overkomen. Zacht streelde Serge den kop van Lebedka, die hem dankte met haar oogen: maar toen zijn liefkozende hand, over het yreesehjk ge zwollen lichaam strijkend, even de maag aan roerende, slaakte zij een pijnlijken kreet, en weder liep eenig water uit haar mond. Wat moet dat beduiden vroeg berge ontzet Ze heeft een gebraden spons ingeslikt. antwoordde de hondenknecht Van alle wreedheden, waarmede do menst het dier kiln kwellen, fa wellicht de» Je «I- sohuwelijkste. Geen tegengif ""JU1"* "f lwigcmc, wisse dood voorafgegaan dooi de vreeselijkste benauwdheden. eerst een inval in de Raadszaal hadden ge daan, doch spoedig door Gabriël-Vink uit dit Paradijs waren uitgeleid, zich met een staan- plaatsje moesten vergenoegen. Alras bleek, dat de quastie der schoolvergaderingen deze buitengewone toeloop van hoorders had ver oorzaakt, want zóo was deze niet beëindigd of de dwaalsterren verdwenen weer uit het vrij enge aanhangsel van onzen Olympus. Nadat de Griffier, jhr. mr. B. W. Th. Sand- berg, de notulen had gelezen en deze z. h. st. aldus waren goedgekeurd, bracht de Voor zitter aan de orde de benoeming van een Secretaris der Gemeente ter vervulling van de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer W. L. Scheltus. Alle stemmen werden uitgebracht op jhr. Sand berg. De Voorzitter wenschte den nieuwbenoemde aanstonds hartelijk geluk. Dat deze geluk- wensch óok kwam van het college van B. en W. behoefde spr. niet te zeggende voordracht getuigt dit reeds. Maar tie wijze waarop de benoeming is geschied, reeds een groote eer onder gewone omstandigheden, is dit te meer wanneer zij gelijk hier berust op persoonlijke bekendheid met den benoemde. Spr. herhaalt, dat dit blijk van vertrouwen, door den Raad gegeven, zeer eervol is en weet zeker, dat de onderschei ding door den benoemde op den hoogsten prijs zal worden gesteld. Jhr. mr. Sand berg vraagt verlof een enkel woord van hartelijken dank te mogen spreken voor dit zóo onverwachte blijk van groot vertrouwen. Spr. is zich volkomen be rust van de ambtsplichten die op hem rus ten. Zijn vreugde wordt echter getemperd door een gevoel van weemoed bij de ge dachte aan hem met wien spr. ruim 5 ja ren samenwerkte, aan zijn hooggeachten leer meester, wiens nagedachtenis bij spr. steeds in hooge eere zal blijven. Hierna legt de nieuwbenoemde Secreta ris ie gevorderde eeden af in handen van den Burgemeester. Zonder discussie en z. b. st. wordt vervol gens aangenomen bet voorstel tot het ver- leenen van een aanvullings-crediet van f 312.76 aan het Dagelijksch Bestuur tot be strijding der kosten van de feestviering bij gelegenheid der inhuldiging van II. M. de Koningin, boven liet reeds daarvoor ver leende crediet van f1800. Daartegenover staat, oat van het crediet van f950, door den Raad toegestaan aan de Hoolcl-commissie voor de Huldigingsleesten geen penning is gebruikt. Tot üd van het college van Curatoren van Weet je 't zeker? vroeg Serge, bleek van verontwaardiging. Ik heb gezien hoe zii den koetsier berook antwoordde de bediende, die lafhartige Marsine heeft haar vermoord. Vergeef, heer, hernam hij. zich bezinnend een verschrikt dat hij een lijteigene een edelman had beleedigd. Ja, wel lafhartigstemde Manouroff toe. Omdat hij geen kans zag haar te krijgen, gunde hij haar mij ook niet langer. Moet zij sterven? vroeg hij. Ja, heer In hoeveel tijd? Drie of vier uren.antwoordde de knecht aarzelend, of, misschien eerst morgenZij is sterk en !t zal lang duren. Weet je zeker, dat er niets aan te doen ia? De lijfeigene schudde treurig het hoofd. Serge ging naar zijn kamer, laadde een re volver en ging er mede naar buiten. Lebedka had de oogen gesloten. Nu en dan kwam er wit schuim op haar lippendan kromp en gilde zij van pijn tot zij weer uit geput neerviel. Serge boog zich over haar heen. Hij weer hield niet langer zijn tranen, die bij stroomen op den schranderen kop zijner lieveling vielen. Vaarwelzeide hij, achoone Lebedka 1 Je was te goed te mooi.vaarwel 1 Hij kustte haar op het voorhoofd en schoot zijn wapen in haar oor af. Zij trildeon bewoog zich niet meer. Langen tijd hield Serge op zijn revolver een kogel voor Marsine. Slechts aan de tranen en gebeden zijner moeder dankt Marsine, die ellen deling. het, dat hij nog leeft. het Gymnasium, ter voorziening in de va cature, ontstaan door het bedanken wegens gevorderden leeftijd door pastoor Van Vloo- ten, wordt alsnu met algemeene stemmer benoemd prof. J. J. van Tbiel. Aan den benoemde zal hiervan kennis worden gegeven. Aan tie orde komen de adviezen van de Commissie van Toezicht op het Lager onder wijs en de betrokken schoolopzieners nopens de Schoolvergaderingen, met concept-Regle ment. De Voorzitter opent de algemeene discussiën. Mr. Prikken zal niet behoeven te zeg gen, dat hij met zeker genoegen gezien heeft, uat de Commissie van Toezicht dan toch ein delijk diende van advies over een zaak, die spr. sedert October des vorigen jaars zoo herhaaldelijk ter sprake bracht, te meer niet nu dit advies gunstig luidt, evenals dat van de schoolopzieners. Aanvankelijk vond de zaak eenige tegenkantingzij heeft dit ge meen met alle nieuwigheden; men beziet ze te veel door een vergrootglas en ziet dan te veel ruwe kanten. Maar de zaak is niet nieuw te Groningen en te Zutphen is ze reeds lang ingevoerd en werkt ze gunstig. Men leze den »Bode" van 9 April 1898. Er schijnt vrees bestaan te hebben voor een ongeoorloofde inbreuk op de ambtstaak der Hooiden; spr. acht die vrees denkbeeldig; art 21 der Wet op het Lager onderwijs re gelt den taak en den plicht der Hoofden en van dien plicht kan ook uit dezen maatregel geen afwijking volgen; het Hoofd blijft verantwoordelijk en moei zijn positie weten te handhaven. Indien door de school vergaderingen het prestige zou worden on dermijnd, dan meent spr. dat dit prestige reeds weg was vóór zulk een vergadering. In haar Memorie van Toelichting zegt de C. v. T. dat zij «heeft gemeend te moeten toegeven aan den wensch van velen". Zij handelde dus niet uit vaste overtuiging, maar gaf toe aan zekeren drang. Spr. acht uit minder juist, evenmin als de zin »de verga deringen kunnen aanleiding geven tot be spreking van onderwerpen welke van belang zijn voor het onderwijs". De vergaderingen zijn volgens spreker de bron. niet de aan leiding. De C. v. T. concludeerde echter, dat de vergaderingen niet dan heilzaam zullen zijnhierbij sluit spr. zich volkomen aan. Bij de verdere behandeling wil spr. gaarne toelichten de kleine veranderingen, welke hij amendeerde. Do lieer Celosse, Wethouder van O n d e r w ij s, verheugt zich over de iuge- nomenheid welke mr. Prikken tooifde met het voorste], maar toch moet hij dezen de illusie en de groote zelfvoldoening ontnemen, dat hij de auteur van tl it voorstel zou wezen. De C. v. T. heeft reeds lang vóór mr. Prik ken pogingen daartoe aangewend; mr. Prik ken hamerde er wel op en bij herhaling, maar de omstandigden vertraagden het rap port. Eén lid was geruimen tijd ongesteld de schoolopzieners konden niet steeds ter vergadering komen, enz. Doch bij de C. v. T. beeft de overtuiging bestaan en zij han delde niet onder zekeren drang. Spr. is het volkomen eens met mr. Prikken wat aan gaat diens interpretatie van art. 21, maar wat betreft diens bereids ingediende amen dementen meent spr. nu reeds te mogen zeggen, «lat ze wel achterwege hadden kun nen blijven. Volgt de artikelswyze behandeling. Bij art. 1 diende mr. Prikken een amende ment in, hiertoe strekkend, dat óok verga deringen kunnen worden gehouden wanneer 3;.j van het aantal onderwijzers zulks aan vraagt, bijv. ter behandeling een er belangrijke zaak, die h. i. geen uitstel gedoogt. Wethouder Celosse verklaart zich daar tegen. Indien bet meerendeel der onderwij zers zulk een bespreking noodig acht, kan het gerust vertrouwen, dat het Hoofd aanstonds zal vergaderen. Ook acht spr. de redactie der C. v. T. beter. De beer Gerritsen ondersteunt het amendement-Prikken, waar er wellicht nog Hoofden zijn, die niet gevoelen, dat de ver gaderingen worden gehouden in het belang der school. Er is bovendien geen bezwaar tegen de opneming. Nu zijn er, naar spr. meent, geen tegenstanders van deze verga deringen, doch in de toekomst zou een Hoofd zich kunnen dekken achter het Reglement er geen vergadering na houden buiten de voorgeschrevene. Wethouder Celosse zegt, dat mr. Prik ken reeds herinnerde aan de schoolvergade ring te Groningen, die werden ingevoerd met 22 legen 8 stemmen in dat Reglement is slechts sprake van 2 vergaderingen per jaar, wier bijwoning verplichtend is; Amers foort geelt dus al meer en spr. kan zich niet voorstelle, dat eenig Hoofd zich niet zou haasten met het beleggen eener vergadering ook al is hij niet ingenomen met hei ver plichtend stellen daarvan. Graaf Schimmel penninck wil, doch niet als Voorzitter van deze vergadering, een enkel woord in het midden brengen. (1) Zeg, nichtje! Wel Kijk me eens aan! Wat is er nu weer te doen Lieve tijd' Mag dan je neef niet meer vragen, dat zijn achoone nicht de wonderbare sterren harer oogen. Enz. enz.komt er nog meer ZekerIk wilde je wat vragen. En? Een heel belangrijke vraag. Dat is? Zeg, nichtje, heb je nooit.aan trouwen gedacht Ik.aan trouwen Nog nooitnooitnooit Ik heb gezworen, nooit, in geen geval, onder geen enkele voorwaarde te trouwen. Ei, dus gedacht heb je er toch wel aan? Wat? Ik spreek toch duidelijk? Ik zei je, dat ik gezworen heb. Precies. Dus je wilt pleegzuster worden Wat? Of actrice. Dat kon Of als zendelinge naar China gaan. Wees ge waarschuwd, nichtje, dat de Chineezen heel on gezellige lui zijn. Ongezelliger dan jij toch niet MerciWat overigens je eed aangaat, laat ik je tot je troost zeggen, dat alle jongedames van jou leeftijd dien afleggen, en later als een knappe, jonge heer haar zegt: „Juffrouw, ik heb ulief; houdt u ook van mij dan roepen ze„Ja, Ja!" Zoo? Nu, ik zou iu dat geval zeggen„neen I neen nogmaals neen Maar nichtje, bedenk toch oens: zoo'n nette jongen, met een knevel en mooie blonde haren (de mijne zijn ongelukkig aan den rooden kant). Zei je iets? Niemendal. O, ik dacht het.Waar had ik het ook weer over O, jamooie blonde haren, en vroolijke blauwe oogen. De jouwe ziju groen Maar dat weet ik immers wel! Wie spreekt er nu van mijWat kijk je mij aan? Ik dacht, dat er een mug op je neus zat; maar hij is al weer weg. Nu, als dan zoo'n jongmensch zeiGeachte juffrouw, mag ik de eer hebben, uw hand te vragen Dan zou ik zeggen: „Neen, neen,meneerdat mag u niet 1" Maar nichtje, als hij zei„Ik houd toch zoo vreesdijk veel van ukan u niet, een klein beetje van mij houden Dan zou ik zeggen „Neen, meneer, ik heb een hekel aan u Lieve hemel, nichtje! Als hij dan toch zóo veel van je hield, dat hij zonder jou niet leven kon... als hij geen anderen wensch had, dan jou te hebben, en... en... als hij gaarne wach ten wil en tot alles bereid is. zou je dan maar Aldoor „neen" zeggen (Jók als hij je vraagt, vragen zou, bedoel ik. 't Kan mij niet schelen, wat hij vragen zou; ik zou toch niets anders zeggen dan „neen" Foei, nichtje, voor zóo liefdeloos had ik je niet gehouden. Die anne jongen Wordt vervof"-1^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1