Donderdag 29
December 1898.
No. 4836.
48e Jaargang.
Doktersleven.
Stadsnieuws.
Uitgave
Firma A. H. VAN CL EE FF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post 4.15. Advertfiitiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Afzonderlijke
nummers iO cent.
Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht.
Bureau
KOETEGRACHT 5 6.
Teleplioon 10.
K E X N18 U E VI N U.
KOSTE l.OOZ E-IX ENTING.
AmSSf mr™ «'^HOUDERS van
1u-oelet; op !irlikel 18 l!er Wet vnn 4 December
18<2 (Stnatsbliid No. 134);
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze
inenting wordt gegeven op don eersten en twee-
oen Maandag van de maanden Januari, April,
Juli en October, telkens des middags te drie
ure. in de daartoe bestemde lokaliteit gelegen aan
de Breedestraat. wijk F. No. 133.
Gedaan te Amersfoort, den 21. December 1898
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
F. 1). SCIIIMMELPENNINCK.
Do Secretaris,
B. \V. Th. SAN DB ERG.
OUDEJAARSAVOND.
Een rare dag, een wonderlijke dag, die
laatste dag van het jaar. Hij is wel zuiver
een gedachteubeeld immers met onze waar
nemingsvermogens kunnen we niets bijzon-
dors aan hem ontdekken/Dat hij de laatste
van bet jaar is, riemen wij in goed gelooi'
aan, in goed vertrouwen, dat de geleerden
liet wel weten en zij er niet het minste be
lang bij hebben ons iets op den mouw te
spelden/Alleen, hij is in den regel nog wat
triestigcr dan zijn voorgangers of volgers.
Wij verbeelden ons dat ten minste.
liet is tie oudé waarheid. De dingen zijn
slechts voor ons, naar dat wij met onzen
geest en ons hart er vorm en kleur aan
geven. Weesniedroefd, en op den zonnig-
sten zomerdag heeft de zon voor u licht en
glans en warmte verloren; maar dat onuit
sprekelijke zaligheid voor een oogenblik uw
hart doortintelt en zulke oogenblikken
zijn er locii ook, al mogen ze te tellen zijn,
in dit droeve aardsche leven en liet som
berste landschap wordt voor u gekleurd met
rozenroden lichtglans en do kortste, somberste
dag is u een profetie van een langen, zon
nige» dag, die komt, komen moet en komen
zal, vol sprankelende, warmte en licht ver
spreidende zonnestralen.
Neen hij is in werkelijkheid niet anders,
de Oudejaarsavond, dan vele vroegere en
na hem komende dagen. Laat de zon schijnen
en de musschen in uwen hof tjilpen, als ver
wachten zij dra de lente, hij blijft voor ons
de laatste dag van een jaar dat sterven gaat.
Een wondere dag. s Morgens en ook op
den middag gaat alles zijn gewonen gang;
maar langzamerhand komt er zeker gevoel
Feuilleton.
over ons alsof wij er nu een eind aan moeten
maken. De dag moet kortor, de avond langer,
liet werk moet aan kant.* Wij willen rustig
bij eikander zijn in het ouderlijke huis, bij
vader en moeder als dezen ons nog ver
zeilen op den levensweg, en, gingen zij reeds
en zeiden ons vaarwel of met onze kin
deren. Het is of er een halt is van den snel
trein onzes levens, wel kort van duur, maar
waarvan wij dan ook volop willen genieten,
geen seconde verzuimen.
Zijn wij niet geheel afgestorven aan het
zielleleven onzer ouders, onzer vaderen, die
evenals wij slechts voor een spanne tijds op
deze aarde hebben vertoefd, dit leven hebben
doorleefd, die evonals wij hebben gejubeld
en geweend, geleden en gestreden en zoo
menigen nacht de moede oogen smachtend
ten hemel hebben geslagen om uitkomst te
zien. een straal op te vangen, al ware het
maar óen enkelen, van het Eeuwige licht, dan
willen wij cn gaan wij op naar ons bedehuis.
Wellicht zijn wij er geheel aan ontwend,
er vreemdeling geworden, maar al bereikt
het meer of minder gevoelvolle woord van
den prediker ons hart niet, de oude melodie,
die het kerkgebouw doorruischt, dringt door
in ons oor, in ons hart.
Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als
een schaduw heen! Ach, wij vinden, waar
wij staren, niets bestendigs hier beneèn!
Neen, niets bestendigs. Vader, ging heen,
en moeder weende bittere tranen, en het
scheen of nimmer meer oen vroolijke lach
haar zachte lippen zou plooien. En ofschoon
de tijd het ieeil balsemde en nog wel eens
een enkele maal een lach haar oogen dood
stralen, ach, het was een lach door tranen
been. En ook zij ging. En wij werden vaders
en moeders, en kinderen zaten orn onzen
disch; zij klommen op onze knie, zij zongen
hun kindergekweel, en ook gingen enkelen,
soms allen, waar grootvader en grootmoeder
óok reeds heengegaan waren.
Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen ais
een schaduw heen En wij met hen en ook
onze idealen, unze jeugdige heerlijke droom
beelden van reinheid, oneindige kennis, on
uitsprekelijke zaligheid.
Daar verneemt ons hart weer den orgel
toon, en hartoolroerend ruischt het liedSnelt
dan jaren, snelt vrij henen, met uw blijdschap
en verdriet! Welk een ramp ik rnoog be-
weenen, God, mijn God verandert niet!
En wij nemen ons voor, als God ons het
leven laat en wij nog eenmaal een Oude
jaarsavond mogen beleven, het nieuwe jaar
zóo te doorleven, te doorwerken, zóo lief te
hebben de onzen, dat wij, zoo wij het nu
niet konden of slechts ten (leele, dan van
De Sehotsche döktVr Moe Lure was zeer gezien
„ntiOnteii. Hij bezocht ze steeds trouw,
W,Ir» cokinUi uitgestrekte dal mt elkander
ndiu En dat «aren -onis eindjes: twintig j
wem niitiönten van hem en de
n',jl°" r a i^ntcn «as ongebaand bij sneeuw- I
•Vi.tniï en 't>- 'midden van hagelbuien lmd hij dwars
over de l" i te dwalen, onbegaanbare bossohen te
i i..„Ui v-'.'n -lonnilclitigsten nacht had hij
111 ,.>rd te ki .men twee nialen had hij een
hn! 8e -broken ver van huis. zondof eenigÓ hulp
v. c eeliten «eg was afgedwaald was hij
Vird in een kuil gevallen en had zich
!'-1 u", L.'.1.1 verbrijzeld, en talloos waren de gc-
u" waarin hij hij"" even groote ongelukken
va"1 ,D wij „i||c„ <en geval vertellen
gekn -e" „Sieraad van zijn stand
«aardser I
waardce
""!z'i"r Nntiie
ïClinaphorder «jp c
,1,. dokter, reeds
Wegrijden.
„Daar J
Op
v.iin «eet.
dit oogen
beid tegel
honden
Mm' 1-0
heter worden vroeg een
.tuituigen winteravond, toen
in den zadel gezeten, wilde
in liet dal, goeu meuseh
and. die haar redden kan I
-- hij hield er niet van,
ii en liij gevoelde zich op
locl'd owr zijn machtcloos-
lw gewoonlijk meer had van I
li ci"n niciiscb, weende. Dat
was zelfs Mac Lure te veel en I7jj barstte los
„Geloof je dan, Jat ik Annic zou laten sterven, als
ik er iets aan doen kon Ik heb ze gekend als
kind, als meisje en als moeder. Zeg, denk je, dat
:i, erdedigd aan mijn vijand, dien ik sedert
hij afscheid, zijn hand op don
schouder van den troostcloozou man cij.zelftrooste
loos om zijn onmacht.
„Er tóch", zoo redeneerde Mac Lure tegen Jess,
zoo heette zijn pinrd, „en tóch, «Is Annie een her
togin was, dan tehoefde zij niet te sterven. Daar is
iemand die hoar redden kan. Zeg, heertje, ik zei,
dat ik alles gedaan had, wat ik kon, maar dat is
gelogen ik luk niet alles gedaan. Vooruit, wc
moeten van avond er nog op uit. Ja, je bent moi
troost je. mijn jongen, de baas is óok dood op
maar jc hebt me nooit in den steek gelaten, je
zult het nu ook niet doenkomaan, de weg is niet
zoo erg moeilijkin draf, mijn goed dier. Je kent
den weg, wc moeten naar Drumshugh".
Drumshugh w een rijke hoer, ecu eenzaam levend
man, die, zooals men zeide, op een shilling dood
bleef en een ki r niets gunde als hij van een andere
een half pond meer hoopte te krijgennaar Mac
Lure en Druuisisigh kenden elkaar.
„Hoeveel is eruoodig?" zei de boer.
„Honderd pond".
„Honderd pond, die vent weet ook van geld
Honderd pond voor óen dag werkens! Maar enfin,
dut moet hij wflonal was het. tweehonderd pond.
wij mogen niei «in geld een mensch laten sterven
Schrijf een telegram. Mile Lure, de jongen kan het
wegbrengen en morgenochtend zullen wc den won
derman zien
En terwijl Nl.ic Lure een telegram schreef aan
sir George, lijarts van II. M. de Koningin den
ecuigen die Annie redden kon maakte Dramshugh
heeler harte kunnen instëmmen met het lied
des geloofs, dat men voor ons zong, toen wij
als kinderen heul en troost zochten en von
den aan het warm kloppend ouderhart.
Dit is de wijding van den Oudejaarsavond,
dat hij ons tot rusten noodt, vredig en vol
verlustiging; tot rust, die ons vraagt, voor
een oogenblik de bezige, reppende handen
in den schoot te vouwen, het gereedschap
ter zijde te leggen, den studeerstoel terug
te schuiven van de schrijftafel, om ons terug
te trekken uit dit woelige leven en ons over
te laten aan den weemoed van herinneringen
zonder tal.
De vergadering van den Gemeenteraad.
Dinsdagmiddag van kwart vóór twee tot half
drie gehouden onder voorzitting van den lieer
Burgemeester, mr. F. D. graafScliintmelpeii-
ninek. werd bijgewoond door 12 ledenaf
wezig waren met kennisgeving de heeren
Tromp van Holst, Kleber, Gerritsen en Van
der Want, benevens de heer Van Reek.
Na het lezen en z. h. st. arresteeren der
notulen werd overgegaan tot stemming over
het in de vorige vergadering aangehouden
voorstel-Gei'ritsen ton aanzien van liet. request
der werklieden van de Gemeente-reiniging
om loonsverhooging.
De Voorzitter deelde vooraf mee, dat
kort vóór de opening dezer vergadering Item
ter hand was gesteld een schrijven van die
werklieden, ter begeleiding van een loonstaat.
Spr. had geen bezwaar hiervan mol eden ling
te doen, olsohocyi dit niet geheel on al for
meel juist is, doch slechts onder beding, dat
geen discussie hierover meer wier gevoerd.
Uit dit staatje block, dat bij een werktijd
van 51 '2 's ochtends tot 8lj2 's avonds in
den zomer, en van 0 'soclitensjtot 7's avonds
in den winter, tekens met 2 uttr^voor schaft
tijden, het loon bedroog van f7 ol I'4.25 per
week en thans, na do. jongste verheuging, is
gebracht van i'7.25 tot f 5. Do 3 oudste werk
lieden hebber 14 jaar, de 3 jongste 8 jaar
dienst bij de Gemeente.
Vóór het nogmaals renvoyeeren naar de
Reinigings-coinmissie stemden de heeren tnr.
Prikken, Van Kalken, Van Eek, Croockewit,
tnr. Van Zijst on tnr. Hevligerstegc-n stem
den de overige 6 leden, zoodat de stemmen
wederom staakten en het voorstel dus als
verworpen word beschouwd en het request is
gedeponeerd ter Secretarie.
Aan de orde kwam een voorstel tot liet
doen uitbreiden van liet buizennet der wa
rnet inspanning van al zijn schrijftalent itlcn wissel
in orde, die sir George's arbeid verzoeten zon.
Mac Lure was geroerd! „Ik verzoek een gun,,
zei hij, „jc weet, ik heb mi geen gq|d, maar'sta i
toe 50 pond te beschouwen als aan mij geleendik
zul ze beetje bij beetje lorruggeveu. Ik hel recht
om mee te betalen".
De lezer vindt wellicht, dat sommige menschen
er rare rechten op na houden, en de lezer heeft ge
lijk maar ziet u, die doktor bezat weinig levens
wijsheid, hij was maar een eenvoudig man, óok ge
boren in liet .Sehotscho dal, waarvan wij spreken
en hij iiad in al die veertig jaren praktijk geen tijd
geluid om veel te lezen.
Den volgenden ochtend kwam sir George. Ilij zag
in Mae Luro aauvankelijk een pakjesdrager
kunnen nu niet spreken over diens uiterlijk, i
't was erg weinig deftig en sir George was
lijfarts van de Koningin. Toch, er was iets in
oog van Mae Lure, dat sir George opviel en
stiju gedachte aan oen pakjesdrager terugbracht.
Jess was gespannen voorden dogear van Drumshugh
en Mae I.ure pakte sir George netjes-n vóór de kou
on de tocht begon, II jj was niet gemakkelijk die
tocht, en sir George niet op zijn gemak, als het
over hoogten en laagten, dwars over weilanden en
door plassen gingmaar Mac Lure stelde licm ge
rust en zeide, dat hij 's ochtends in de vroegte den
weg al had verkend en van elke bijzonderheid op
de hoogte was.
„En bovendien zeide hij dit hier betcekont
niets; maar de brug over dc Tochty is weggeslagen
en nu moeten we niet paard en rijtuig door d
vier. Dat is een lastig karweiZie, daar aai
overzijde staat Hillocks, «lie is hier goed bekend,
want Iiij woont hier vlak bij, die zal ons wel wijzen
waar wij heen moeten. Doe me nu liet pleizior
neem de iiistrumcntenkist in «Ie handen en houd
topleiding in den Nsuirder-slrnatvveg, dut wil
zeggen tot de lsrullielische begraafplaats.
De kosten worden geraamd op f2700, waar
van de Gemeente gedurende 3 jaar 1O0/°
heeft te dragen als garantie voor een water
verbruik van ten minste 1 270.
De heer G r o o c k o w i t, zeide, in de con
cessie gelézen te hebben, «lat 10"/,) wordt ge
heven indien de leiding wordt gelegd in do
kont der Gemeente en vraagt of liet nu be
doelde terrein óok behoort tot de kom der
Gemeente.
De Voorzitter antwoordt, dat de kom
zich inderdaad uitstrekt tot de bedoelde be
graafplaats.
De heer Croockewit dankt voor (le
inlichting en verklaart dan ook geen bezwa
ren te hebben.
De Voorzitter vermoedt evenmin be
zwarenhij kan geen Insist antwoord geven,
doch meent, «lat reeds in '89 de kom zich
zoover uitstrekte.
Hot voorstel wordt nu aangenomen z. h st
Alsnu volgde een reeks benoemingen we
gens periodieke aftreding.
Benoemd ol' liever herbenoemd werden
tot herschattcr der drank-lokalen de heerC.
Boudeslein tot Curator van liet Gymnasium
ds. D. P. M. Graswinkel: tot li«l van de
commissie van Toezicht op het Middelbaar
onderwijs dr. A. II. van Drielder C. van#^
T. op het Lager onderwijs «Ir. H. J. Reynders;
tolleden van het Burgelijk armbestuur de
heeren 11. \V. van Esveld en B. A. Siddré;
tot leden van do Commissie van Fabricage
de hoeren C. T. van Boek, H. J. Croockewit
en G. P. A. Garjeannetot leden van de
Commissie voor de Gemeente-reiniging de
heeren C. T. van Beek en II. W. van Esveld
tot adviseerende leden «lier commissie de hee
ren 1). van der Werlfon N. Wolfswinkeltot
liil van de Gezondslieids-commissie mr. J.
Heyligers.
Tot Regent van het Burgerweeshuis, ter
voorziening in de vacature, ontstaan door
het overlijden van den heer W. L. Scheltus,
werd bij tweede stemming gekozen mi'. P.
J. F. van Voorst Vader met 7 stemmen, tegen
4 op den heer A. M. Tromp van Holst. Bij
de eerste stemming, aan welke de heer Crooc
kewit abusief deelnam. werden uitgebracht op
mr. Vader 7, op den heer Tromp 5 steramen.
Tot onderwijzeres aan de openbare Meis
jesschool le soort werd alsnu metalgemeene
stemmen benoemd mej. T. Wybrandi, thans
in gelijke betrekking 1c Leeuwarden. Met
de benoemde stonden op de voordracht mej.
J. H. van Omtne, te Drummen, en mej. P.
H. Kuylraau, te Putten. Haar jaarwedde werd
vervolgens z. h. st. vastgesteld op f725.
En '1'.««li a-s«-iT7:êi\«t. later
tot aan dc banken toe, pint? het er onder en de
bodem van de Tochlv was niet gelijk aan een par
ketvloer; er was levensgevaar en Hillocks stond te
schreeuwen on gaf allerlei aanwijzingen en Mac Lure
zag nuav Jess. Het word sir George te bang. Zijn
deftigheid vergetend, stond hij op in de car en riep
„Mac Lure, ik eiseh, dat je temig gaat. Ik zou dwaas
zijn ills ik zoo mijn leven nog langer waag".
„Ga zitten", riep do Schot niet donderende stem
„ge moet tiw plicht doen; vandaag gaat go door de
Tochty".
Sir George voelde het overwicht van den onoog-
lijken collega. -
De overtocht werd volbracht. S^^reorgc was wer
kelijk een knap man, Annie werd gered en den
volgenden ochtend, toen sir George in de wacht
kamer le klasse op don trein zat te wachten, kwam
Mae Lure met de instrunxontkist, die hij op tafel
zette, en.den wissel van Drumshugh, dien hij er
naast legde.
Sir George nam den wissel en.„collega" zei hij,
„Je hebt reden, mij een lafaard te noemen, maar
geldzuchtig ben ik niet: ik ken «le geschiedenis
van den wisselzie daar.en hij verscheurde het
kunstwerk van Drumshugh.
En toen de trein wegreed, riep hij nóg- uit het
portier: „Mac Litre, geef mij nog eens do hand,
misschien zien we elkaar nooit weer maar Ik zal
nooit vergeten, dat ik «ie eer gehad heb, u te ont
gloor je dat", zei Drumsbugh. dieaau het siatiou
stond, tegen een paar van zijn vriemlen. „Hoor je E
dat
„Hoera rriepci
Onze Mae Lm
anderen zieke.