Donderdag 30 Maart 1899. No. 4862. 48e Jaargang. Binnenland. Deed ik verkeerd? Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden 4.franco per post 1.45. Advertentiën 46 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Afzonderlijke nummers 40 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incassecrkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 5 6. Telephoon 19. Het volgend nummer zal in verband met het PAASCHFEEST reeds Zaterdagmiddag ver schijnen. Ook om te voorkomen, dat de exemplaren die per Post worden verzonden des Zon dags moeten worden besteld, verzoeken we beleefd, ad vertentiën voor dat nummer in te zenden vdor Zaterdag ochtend TIEN uur- Men meldt uit Baden-Baden aan het Haag- sche «Dagblad", dat HM. MM. de Koninginnen der Nederlanden 21 of 22 April te Biiden- weiler worden verwacht. De volgende correspondentie is ontleend aan een brief uit Kotaradja, voorkomende in de «Sumatra-Post" «Het gerucht bevestigt zich meer en meer, dat Oemar in het gevecht bij Oedjong Kala in den nacht van 40 op 44 Februari uu gesneuveld zijn. De hoofden uit het Meia- boescbe brengen wapens van Oemar met gouden gevesten naar den generaal. Zij ver klaren het lijk gezien te hebben. Ook Toekoe Ben Wailu bevestigde Oemar's dood. Zoolang evenwel onzerzijds het lijk niet gezien is, of andere bewijzen zijn dood bevestigen kunnen wij deze berichten niet ten volle vertrouwen. «De benden van Oemar zijn naar het biu- nenland teruggetrokken. Het 6e bataljon en de marechaussees zullen hen daar opzoeken, terwijl de generaal zich met de 3e compagnie van het 3de bataljon naar Tenom begeeft, om daar orde op de zaken te stellen". Hetzelfde blad bevat een telegram uit Kotaradja, van dezen inhoud »J)e Gouverneur keerde 25 Februari te Kotaradja terug. Colonne Van der Dussen blijft voorloopig Westkust. Benden van Oemar vooral in het gebergte verspreid. Dood van Oemar vrij zeker". De redactie vroeg telegrafisch nadere in- Feuilleton. 2.) Ik richtte den blik naar de dubbele rij popu lieren, welke het groote voor het „kasteel" ge legen grasveld omzoomden en waartusschen de heerlijkste bloemen bloeiden. Ik wierp mij in een fauteuil en begon weer te peinzen en te overleggen. Ik dacht aan mijn vrienden, aan mijn oude studiegenooten, waar van reeds verscheidene gehuwd waren of ten minste verloofd. Zij hadden mij brieven geschre ven, overvloeiend van geluk, doch langzamer hand waren die brieven bekoeld en herhaalde lijk had ik den indruk gekregen, dat zij be rouw voelden en hun vrijheid betreurden. Eenigen hunner waren gelukkig, vijf of zeB op zijn hoogst zeven. En de anderen Wat was er van die eenvoudige, bescheiden, schuchtere jonge meisjes geworden? IJdele, behaagzieke vrouwen I Grootje, grootje wat ben je begonnen I Daar viel mijn blik op mijn hond, mijn trou wen Tobie, die mij naar mijn kamer gevolgd was en ernstig op en neer liep. Toen hij zag, dat ik naar hem keek, kwam hij naar my toe om geliefkoosd te worden, en zag my met zijn groote. weemoedige oogen smeekend aan. Hou je veel van je baas, Tobie? vroeg ik, hem zacht over den kop streelend. 4 lichtingen omtrent de zekerheid van Oemar's dood en of zijn lijk gevonden was. Daarop kreeg zij weer het volgende telegram uit Kotaradja «Oemar's lijk niet opgegraven, daar graf plaats niet kon worden bereikt. Dood wordt als vaststaand aangenomen". Zoodra de Gouverneur van Atjeh aan de Westkust de banden vrij krijgt, en het we der het toelaat, zal een exursie worden on dernomen naar liet rijkje Meureudoe aan de Noord-Oostkust, Welks Vorst zich tijdens de Pedir-expeditie geeornpromiteerd heeft met wijlen den ex-Panglima prang besar. Naar wij vernemen, is liet in de jongste Troonrede toegezegde wetsontwerp tot verbe tering der woningtoestanden gereed en heeft het reeds bet Departement van Binnenland- sche Zaken verlaten om door den Raad van State te worden in onderzoek genomen. Schier eiken dag vindt men tegenwoordig in de buitenlandsche pers berichten over de aanstaande in Den Haag te houden Vredes conferentie, die kant noch wal raken. Zoo bijv. wordt er gesproken van een ver zoek der Russische Regeering om de uitnoo- digingen nog niet te verzenden en de confe rentie voor eenigen tijd uit te stellen. Van zulk een verzoek of van zoodanig uitstel is hoegenaamd niets bij onze regeering bekend. Men kan in den loop van de volgende week de verzending der uitnoodigingen te gemoet te zien de vertraging daarin is eenvoudig 't gevolg van het ovei'leg over den juisten vorm en de dag der bijeen komst van de conferentie bepaald op 48 Mei. Vooral ook de deelneming van den Paus aan het vredes-congres blijft een bron voor allerhande verbalen in sommige bladen. Er is van de uitnoodiging des Pausen geen sprake geweest van het oogenblik, «lat beslo ten werd, alléén de mogendheden bijeen te roepen die een staand leger onderhouden. En zelfs gescheiden daarvan herinneren wij er aan, dat de Paus aan geen enkele der groote diplomatieke congressen, na 4870 ge houden, heeft deelgenomen; noch aan aie voor de anti-slavernij-conferentie, noch aan die voor de regeling van het internationaal privaatrecht, om er slechts enkele te noemen. Van een uilsluiting is hier dan ook geen sprake. Vad. In geen ander land van Europa wordt zóo krachtig geijverd tegen de drankellende als in Noorwegen. Vóór 4840 was het distillee- ren daar vrij voor iedereensedert heeft men wettelijke bepalingen ingevoerd, die langzamerhand verscherpt zijn, totdat in 4896, dank zij de krachtige geheelonthoudersbewe- ging, de Wet op het plaatselijke verbod in wer king kwam, welke aan meerderjarige man nen en vrouwen het recht toekent in hun ge- meentede productie en den verkoop van sterke drank te verbieden. In 44 steden is thans de drankhandel verboden Onderstaand lijstje geeft een overzicht van het drankgebruik per hoofd en per jaar in Noorwegen, alles herleid tot drank met 50 pCt. alcohol 18161840 16 Liter. 1841—1849 10 1850—1854 6.4 1855—1880 5.2 1881—1885 8.4 1886—1895 3 1896—1S98 2.2 In Nederland bedraagt het. drankverbruik per jaar en per hoofd (kinderen en zuige lingen inbegrepen) nog bijna 9 Liter Nu de Regeering maatregelen beeft ge nomen om het jeneverrantsoen voor de ma rine en het Indische leger belangrijk te ver minderen, vraagt V. in bet «Ned. Dagblad", wat men van de deskundigen te denken heeft, die altijd beweerd hebben, dat dit niet kon Als de deskundigen maar willenals zij eerst meer zelf genoeg zedelijk ontwikkeld zijn om te begrijpen wat past, dan zullen zij, meent schr., niet naar argumenten gaan zoeken om te pleiten vóór het behoud van onzedelijke gebruiken. Ook bij deskundigen komt het minstens evenveel op karaktei aan als op verstand. Het is bovendien uit een zuiver verstan delijk oogpunt volkomen onverklaarbaar, hoe officieren nog beweren kunnen, dat jene ver de krachten opwekt, terwijl iedereen, die wel eens op een warmen dag heeft moe ten mareheeren, uit ervariDg weet, dat zelfs een glas bier een verlammenden invloed uit oefent. Wie heeft ook ooit gezien, dat wielrijders, roeiers ol andere sportslieden, het waagden vóór of tijdens een zware inspanning alcohol te gebruiken? Zij zullen, juist omgekeerd, reeds dagen en weken te voren, elk gebruik van spiritualiën vermijden. Dat begint een aardig gangetje te loopen te Amsterdam, zegt het Nieuwsblad; elke dag brengt een nieuw bericht van een Ge- Het goede dier drukte zich tegen mij aan, en kwispelde met zijn staart. Zeg, wil je een anderen meester hebben Het verstandige dier richtte zich plotseling op, wendde den kop naar het venster en begon te brommen. Ook ik keek naar het venster. Twee dames te paard galoppeerden het park hek binnen. Snel verborg ik mij achter het gor dijn. Ik herkende ommiddellijk mevrouw De Stahl, maar mijn geheele aandacht was ge vestigd op de naast haar rijdende amazone, een slanke, buitengewoon elegante jonge dame, wier gelaat ik echter helaas niet kon onderscheiden. Tobie had zijn voorpooten op de vensterbank gelegd en was even nieuwsgierig als ik. Voor de stoep sprong het jonge meisje be hendig uit den zadel, bracht snel haar kapsel in orde, dat was losgegaan, sloeg de voile terug en bekeek het huis, dat zij sinds haar prilste jeugd niet had teruggezien. Nu kon ik haar ge laat duidelijk onderseheiden. Sapristi, dacht ik, wat is ze mooi! Grootje kwam dc stoep af om haar vriendin tegemoet te gaan. Hartelijk omhelsde zij het jonge meisje. Toen verdwenen zij in huis. De vermoeide paarden werden door een stal knecht weggebracht. Daar voelde ik links van my iets bewegen. Tobie! riep ik vroolijk, houd je goed kameraad! Je meesteres is gekomen. En ik begaf mij naar den salon. Wij werden aan elkander voorgesteld, en deze ceremonie liep veel eenvoudiger af, dan ik had gedacht. Groetje bezat het talent, haar gasten meentcraadslid, dat niet meer gekozen wil worden. Daar hebben wij nu al mr. Schöl- vinck, mr. Pijnappel, den heer Kouveld, dr. Voute, den heer Hovy, terwijl ook wijlen de heer Van Ogtrop nog vervangen moet wor den. Let eens op, dat daar de beste namen onder voorkomenSchölvink, Pijnappel, Voüte, Hovy Natuurlijk vraagt iedereen waarom en aan een oiïicieel antwoord op die vraag ontbreekt het dan ook nietdrukke bezig heden gezondsheidsredenengevorderde leeftijd, enz. Maar er is geen meuscb, die zich door die officieele reden laat misleiden men voelt, dat voor de ineesten een andere reden moet bestaan, een die, naar men vree zen moet, te avond of morgen mannen als de beeren Hugo Muller en Van Nierop óok aanleiding zal geven om zich niet meer be schikbaar te stellen. De ware reden is, dat velen langzamer hand beginnen volop hun bekomst te kry- gen van bet «baantje" van Gemeenteraads lid. Een hoop werk, een bitter klein beetje satisfacatie ende verantwoordelijkheid voor tal van besluiten en daden, waaraan men niets kan toe af afdoen, omdat zij het gevolg zijn van vroegere besluiten, maar welke verantwoordelijkheid een ernstig man nochtans te zwaar kan gaan worden. Dat laatste is het ergste. De financieele toestand van Amsterdam is verre van rooskleurig; leening op leening is in de laatste jaren gesloten en de schulden last steeg tot een cijfer, waarmee een Staat al een heel aardig figuur zou maken. Het proces met de vroegere directie der Gasfabriek dreigt nog altijd aan de Gemeete een aardigen stuiver te zullen kostende Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij doel óok baar best en men kan het haar toch eigenlijk niet kwalijk nemenom de overneming van haar bedrijf aan de Ge meente zoo duur mogelijk te staan te doe ko men is het wonder, dat de ernstige mannen in den Raad, die dat alles zien aankomen zonder het te kunnen keeren, er de voor^ keur aangeveo, zich maar terug trekken? De ratten verlaten het schip Bewijst dit altijd, dat het schip zinkende is Misschien nietMaar het beengaan van man nen als Hovy, Pijnappel, Voüte, Schölvinck, Neyt, Kouveld, geeft toch niet den indruk, dat net Gemeentescheepje een erg gunstigen koers zeilt. En als wij dan in gedachten na gaan, wie er onder deze omstandigheden zooal in aanmerking zouden kunnen en willen komen voor de openvallende plaat- op hun geraak te brengen. Ofschoon ieder van or.B precies op de hoogte was van het complot, hielden wij ons dood onschuldig en spraken over allerlei onbeteekende zaken. Ik kon niet nalaten, telkens een blik te werpen op mijn aanstaande en mijn bewondering steeg van oogenblik tot oogenblik. Grootjes gelaat straalde en als haar gasten het niet zagen, wierp zij uiij blikken van ver standhouding toe. Mijn jeugdige aanstaande vrouw wa3 inder daad zeer mooi, veel mooier nog dan zij mij op het eerste oogenblik had toegeschenen. Ik was als betooverd en voelde mijn liefde ont waken. Tobie zat, volgens gewoonte, naast mij, met den kop op mijn knie en terwijl ik sprak, streelde ik zijn kop. Zonder dat ik het be merkte, verwijderde hij zicb van raii en drukte zich vertrouwelijk tegen mijn aanstaande. Met een heftige beweging stiet zij hem van zich af. Foei, akelig beest, riep het jonge meisje, terugdeinzend in haar stoel. Een emmer koud water had mij niet beter kunnen ontnuchteren. Mijn trouwe Tobie was niet mooi, ofschoc.. hij op dat oogenblik op een leeuw geleek, maar do woorden „akelig beest" kreukten mij diep. Waarom had zij mijn trouwen vriend van zien gestooten Hij was zoo goedig naar haar toe gekomen, had als 't ware om haar vriendschap gebedeld.Zij was zoo mooi, zoo bekoorlijk. Zou zij geen goed hart hebben? Deze overpeinzingen duurden slechts zeer kort. Tobie legde zich verschrikt onder de tafel. Het dejeuner was gereed. Grootje en n De Stahl begaven zich naar de eetzaal. Ik bood het jonge meisje mijn arm en wij volgden. De maaltyd verliep zeer vroolijk. Wij werden steeds vertrouwelijker en spraken zoo ongedwon gen met elkaar als oude vrienden. Na afloop van den maaltijd begaven wij ons weer naar den salon en van dat oogenblik deden wij beiden, onwillekeurig zou ik haast zeggen, ons best, ons van de beste zijde te toonen. Wij vertelden kleine gebeurtenissen uit ons le ven waarbij wij ons zelf niet in het ongunstigste licht plaatsten. Ik liet Tobie kunstjes doen, waarin hij eerst weinig lust toonde, maar toch spoedig weer pleizier had. Hij sprong tusschen mijn armen door, zocht voorwerpen, die wij ver stopten, blafte op de maat. Toen zette zy zich aan de piano en zong met een lief stemmetje eenige liederen, waarin het woordje „liefde" her haaldelijk voorkwam, dat zij met nadruk uit sprak, terwijl zij een smachtenden blik op mij wierp.Vervolgens sprak zij over de muziek, en verklaarde Glück zeer hoog te stellen, en Haydn en Mozart niet minder. Nu en dan vond zij gelegenheid een woord van een Griekschen filosoof aan te halen, glimlachend, zonder een zweem van pedanterie. En zoo pratend stapelde zij al den riikdom van haar geest voor ons op; mijn bewondering steeg van oogenblik tot oogen blik; maar een gevoel van angst maakte zich tegelijkertijd van mij meester. Helaas, zeide ik tot mijzelf, ik zie maar al te duidelijk, dat ik harer niet waardig ben. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1