Maandag 10 jÜÊI Juli 1899. PHOENIX-BROÜWERIJ No. 4891. 48e Jaargang. OP REIS. JUDAS. Stadsnieuws. H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Uitgave A.. H. VAN CL E E FF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post 4.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KOBTEGBACHT 56. Telephoon 19. Wij zijn gaarne bereid om, tegen vergoeding van bet port o, aan geabon- neerden die voor korten ol langeren tijd op reis gaan, de Amersfoortsche Courant en de bladen welke zij door onze tusschenkomst ontvangen, na te zenden. Opgave van duidelijk adres is vol doende. KENNISGEVINGEN. De GEDEPUTEERDE STATEN der provin- cie UTRECHT, Gelet op art. 162 der Provinciale Wet; Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat het uitvoerig en beredeneerd Verslag van den toestand der Provincie over 1898, tegen be taling van fl ter Provinciale Griffie algemeen verkrgijbaar is gesteld. Utrecht, den 6. Juli 1899. De Gedeputeerde Staten voornoemd, SCHIMMELPENNINCK v. d. O. van N1JENBEEK, Voorzitter. C. R. MERKUS, Griffier. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Brengen bij deze ter kennis van de belangheb benden dat de Commissie bedoeld bij srt. 15 der Wet- op de schutterijen van den 11 April 1827 (Staatsblad no. 17) tot het onderzoeken vm en beslissen omtrent de redenen van vrijstelling en uitsluiting van den dienst bij de Schntterlj, te dien einde zitting zal houden ten Raadhuize de zer Gemeente op Zaterdag, den 15de Juli aan staande, 's namiddags ten half twee uui. En dal zij, die recht vermeenen te hebben op vrijstelling of uitsluiting van den schutterlijken dienst, op plaats en tijd voorschreven in persoon voor gemelde Commissie moeten verschijnen, onder overlegging van de bescheiden waarop zij hunne aanspraak gronden voorzooveel het andere redenen betreft dan lichamelijke ongeschiktheid. Amersfoort, den 7. Juli 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien art. 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezeten, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Woens Feuilleton. dag, den 12. Juli aanstaande, des namiddags te l'/i ure. Amersfoort, den 8. Juli 1899. De Burgemeester voornoemd F. D. SCHIMMELPENNINCK. Tanks zag bleek. Snel trok hij zijn pels uit en zette zich toen zóo, dat hij Judas goed in het gelaat kon zien. Ik wachtte al op u, zeide Judas met de eene hand over de andere wrijvend en zijn oogen neerslaand. Spreek Fransch, zeide Tanks in die taal, we zullen elkander dan beter verstaan. Heel goed, antwoordde Judas, mij is het natuurlijk aangenamer. U spreekt zeer goed Fransch, mijnheer, zeer goed. Tanks knikte bij dat compliment en bracht terstond het doel van zijn bezoek ter sprake. En vertel mij nu het een en ander van uw vriend Melstane, meneer Guinaud. Een oogenblik, als 't u blieftvóór wij over den armen Melstane spreken, moeten wij elkander eerst goed begrijpen, mijnheer. Ja. Wat wenscht u te vernemen 7 Judas zette zijn ellebogen op zijn knieën, warmde zün blauw-achtige handen boven het vuur en den detective onderzoekend aanziende met de groene oogen, vroeg hij Hoe heet u? Rixton. Goed, een mooie naam, meneer Tanks, zeide Judas met een spottenden glimlach. Ik hoor, dat u mijn waren naam kent, her nam OctaviuB zonder een spier van zijn gelaat te vertrekken, ik maak u mijn compliment over uw slimheid. Och, die is niet van beteekenis, hernam de Franschman, de schouders ophalend. Mijnheer Wosk heeft mij de courant voorgelezen, waarin het verhaal van de geheimzinnige zaak te Jarl- Vergiidoring van den Raad der gemeente Amersfoort op Woensdag 12 Juli 1899, des middags half twee. Punten vau Behandeling: 1. Onderzoek van den geloofsbrief en ver dere stukken betreffende het gekozen Raads lid mr. P. J. F. van Voorst Vader. 2. Voorstel betreffende de regeling van het Middelbaar Onderwijs. 3. Voorstel van vyf leden tot rioleering van wegen. 4. Voorstel van den heer Gerritsen tot het uitvaardigen eener proclamatie waarbij de eigenaars van woningen worden gewezen op het door den Raad genomen besluit tot on bewoonbaar verklaring van woningen en worden gewaarschuwd om terstond de noo- dige verbeteringen aan hun woningen aan te brengen. 3. Voorstel tot het verleenen van een pen sioen aan den heer J. C. F. Prikken, eervol ont slagen leeraar aan de Inrichtingen voor Mid delbaar onderwijs. 6. Voorstel tot vermeerdering van het per soneel der openbare Lagere school 3e soort (Koningstraat) met éen onderwijzer en tot het huren van een lokaal om te voorzien in het gebrek aan ruimte aan die school. 7. Vaststelling van het le suppletoir Ko hier Ier Inkomstenbelasting, dienst 1899. 8. Bepaling der huurwaarden van de vrije woningen van eenige ambtenaren, krachtens art. 5 der Pensioenverordening. 9. Bepaling van den pensioengrondslag van den heer G. F. G. de Kruijn, Leeraar aan het Gymnasium, krachtens art. 13 der Pensioenverordering. 10. Benoeming van twee Regenten van het Burgerweeshuis, uit de voordracht van het college van Regenten ontvangen, le wegens periodieke aftreding van mr. P. J. F. van Voorst Vader, 2e wegens vertrek van dr. P. Groeneboom. Misschien is 't de herinnering waard, dat heden vóór 25 jaar het gedeelte Oosterspoor Amsterdam-Arnersfoort werd geopend. De geheele lijn tot Zutphen werd geopend op 1 November 1875. In het belang van de wandelaars is aan de plaatselijke Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer" toegestaan, eenige wandelpaden op den Amersfoortschen berg, nabij het Paviljoen, af te sluiten voor ruiters. Met ingang van beden is ten Postkantore hier ingevoerd een nieuwe en veel verbe terde regeling der bestellingen. Door de nieuwe regeling der vijfde bestel ling, die voortaan 9 uur stadstijd uitgaat, zijn ook de Korte Bergstraat en de Wiihel- mina-straat gebaat. Een verdere uitbreiding is voorshands niet doenlijk en óok niet zoozeer noodig. Dat de bestellingen heden vertraging on dervonden, moet worden geweten aan de vele verkiezings-biljetten. Onze stadgenoot de beer W. P. Koopman verspreidde met den heer Richard C. van Haaren, te Arnhem, een circulaire, waarin zij de wenschelijkheid uiteenzetten, dat. er een »Algemeerie Nederlanösche coöperatieve Bond van pluimveehouders» worde opgericht, omvattende allen, die van de pluimveehou derij hun hoofd- of bijverdienste of liefheb berij maken. Zij roepen de Boerenbonden zoowel als de Vereenigingen en de particu lieren op, die in hun woonplaats het iniati- tief willen nemen voor het beleggen van vergaderingen. Men richte zich tot den heer Vr" Haaren over het beleggen van die vergaderingen; de heer Koopman is bereid het onderwerp hoenderij en coöperatie in te lelden. Uitslag der overgangs-examens aan het Gymnasium alhier: Bevorderd van klasse I tot klasse II onvoorwaardelijkF. W. Feijen, P. de Graaff, A. C. Groeueveldt, A. H. Guddee, H. W. J. de Jong, R. W. van Lijnden, W. J. van Melle, H. van den Nieuwenhuizen, A. J. Harbrink Numan, J. M. G. Numans, P. J. F. van Voorst Vader. voorwaardelijkB. J. van Garderen, C. P. van Rossereniet1. Van klasse 11 tot klasse 1H: onvoorwaardelijk: R. Th. A. leCavelier,J. H. Rolandus Hagedoorn, I. J. van den Helm, G. J. HoogewerlT, R. P. van der Mark, J. W. F. Neeb. voorwaardelijkA. Dekker, A. Th. Neeb, VV. J. de Vrij; niet: 5. Van klasse III tot klasse IV onvoorwaardelijkG. Bolkestein, P. van der Eist, G. van Montfrans, C. G. Reijnders, J. F. van Wijk. voorwaardelijkJ. J. van Melle, J. van der Oord, M. J. L. Taets van Amerongen niet2. Van klasse IV tot klasse V onvoorwaardelijk: H. D. J. Bodenstein, W.P. Vis, H. Hijzen, J. E. H. van Nagell, L. Rinkel. voorwaardelijk: E. Lagerweij, H. S. J. van der Fher, P. H. Versteeg; niet: 1. Van klasse V tot klasse VI onvoorwaardelijk: H. W. L. de Beaufort, J. K. H. de Beaufort, E. E. G. Joakim, J. J. van Leeuwen, G. van Ramshorst, J. C. Th. i Scheffer, C. J. Weilbach, A. B. te Winkel. voorwaardelijkL. Moolhuizen, C. M. van Voorst Vader; niet1. Deovergangs- en de toelatings-examens aan de Hoogere Burgerschool alhier hebben van 1 tot 7 Juli plaats gehad. De uitslag der overgangs-examen is de volgende hester staat, en daarin wordt een mijnheer Tanks als detective genoemd, Hij is aan het bezit van het doosje pillen, dat mijn arme vriend bij zich had. Een vreemdeling komt bij mij en toont mij dat doosje en daarom zeg ik, die vreemdeling heet Tanks. Heb ik gelijk of ongelijk Groot gelijk. Dus u hebt de courant ge lezen en is nu op de hoogte van alle bijzonder heden Volgens de courant heeft mijn vriend zelf een einde aan zijn leven gemaakt. En hoe denkt u er over Ik weet het niet, antwoordde Judas, de schouders weer ophalend en zijn oogen wijd opensperrend. Wat denkt u mijnheer? Tanks dacht eenige oogenblikken na, vóór hij antwoordde. Hij wenschte Molstane's verleden te leeren kennen en niemand kon hem beter op de hoogte brengen, dan de jonge man, die met hem in hetzelfde huis gewoond had. JudaB echter was geen gewoon man en blijk baar niet van plan, iets los te laten zoolang hij niet precies op de hoogte was van hetgeen Tanks wilde. Tanks wautrouwd.- Judas. Zijn gelaat, zijn geheel voorkomen boezemde hem afkeer in, en hij wenschte, dat Judas niets van j zijn vermoeden bemerken zou; maar zonder Judas te vertellen, dat hij Axton verdacht van den moord, zou Judas zeker niets mededeelen. Guinand doorzag Tanks en maakte een einde aan diens aarzeling door te zeggen Mijnheer vertrouwt mij niet, dat merk ik wel. Mijnheer zou gaarne alles weten, maar zelf niets vertellen, maar dat kan mijnheer niet verlangen. Denk u zelf in mijn geval. Ik ben Franschman en dus man van eer. Mijnheer weet alles, maar ik Het is mogelijk, dat ik óok iets weet. Indien mijnheer openhartig met mij spreekt, wil ik óok openhartig zijn. Jules Guinaud is een man, die recht door zee gaat. TaDks begreep, dat hij vertrouwen schenken moest en anders even onwetend weer zou ver trekken. Goed, zeide hij. Ik zal u mijn vermoedens meedeelen, maar ons onderhoud blijft natuutlijk geheim. Judas legde zijn eene hand op zijn mond en de andere op zijn hart, ten teeken van zijn stil zwijgendheid. Nu, zeide Tanks norsch, ter zake. De cou ranten vertellen, dat Sebastiaan Melstane zich zelf van kant maakte, maar ik beweer, dat hij vergiftigd is. Begrijpt u dat? En door wien? Dat wil ik nu juist ontdekken. En mijnheer heeft vermoedens? Ja. Melstane had een doosje bij zich, waarin zich, toen hij u verliet, twaalf pillen bevonden. Van zes pillen kan ik nagaan waar ze ge bleven zijn, dus moesten er zes overblijven maar er zijn tr acht. Ik begrijp u, zeide Judas snel; twee pillen moeten er door een onbekende bij gedaan zijn. Die twee pillen bevatten vergif. De arme Mel stane nam éen van die pillen in en stierf, en nu heeft mijnheer de pillen bij d$n dokter ge bracht om de twee eruit te zoeken. Juist, precies, zeide Tanks verwonderd over desnelheid waarmede de assistent de zaakdoorzag. Ja ziet u, blind ben ik niet hernam Judas, en nu wenscht mijnheer te weten, wie die twee pillen erin gedaan heeft. Juist, en om daar achter te komen, moet ik van u alles omtrent Meletane's leven hier vernemen, antwoordde Tanks, zijn notitieboekje te voorschijn halend. Judas keek peinzend in het vuur, toen naar Tanks. Ik weet niet, waarmee ik beginnen zal, zeide bij langzaam, qIb woog hij ieder woord. Ik heb mij de zaak zóo gedacht Mijn arme vriend Sebastiaan was artiBt, geen groot artist irfji 1 jj l>i m -1 ;i goede schilderij onderscheiden. Talent bezat hy Zes maanden geleden ontmoette hij te Londen miss Marson, de dochter van een zeer rijk man in deze stad. Mijn vriend werd zeer verliefd op die jonge dame, dat kon ik mij zeer goed be grijpen. Hier teruggekeerd, zocht hij haar op en zeide: ik bemin u, maar hij verneemt, dat miss Marson verloofd is met den rijken mijn heer Spolger. Mijn dappere Sebastiaan lacht daarover! Hij woonde in dit huis en vertelde mij alles. De vader van miss Marson was woe dend en verbood mijn vriend met zijn dochter te spreken of aan haar te schrijven. Maar de engel in menschengedaante was haretochtelijk verliefd op mijn vriend. Zij vond gelegenheid hem te ontmoeten en aan hem te schrijven zon der dat de vader het bemerkte. Toen nam op een dag zekere mijnheer Axton zijn intrek in dit huis. Roger Axton? vroeg Tanks haastig. Juist. Kent u hem? Dat i8 vreemd, zeide Judas als tot zichzelven. Ja, ja, ik ken hemverder, verder, zeide Tanks met een ongeduldige beweging. Wel, deze mijnheer Axton wa9 verliefd op de mooie miss Varlins. Hij kwam daar aan huis en was bovendien de vriend van den vadet. De arme Sebastiaan en deze mynheer konden het niet samen vinden. Mijnheer Axton verried aan miss Varlins, dat Melstane en miss Marson elkander zSgen en schreven. Miss Marson werd naar Wight gezonden; Axton begaf zich in Au gustus ook daarheende arme Sebastiaan bleef verlaten achter. Toen zijn geliefde terugkwam, bevond zij zich in gezelschap van miss Varlins en hij vond geen enkele maal gelegenheid haar te spreken. Toen beleedigde Sebastiaan den heer Axton, noemde hem een spion, een schurk, en Axton vertrok in October. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1