Maandag 2 October 1899. PHOENIX-BROÜWERIJ No. 4915. 49e Jaargang. Binnenland^ H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.franco per post 1.15. Advertentiën 1G regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT Telephoon 19. KENNISGEVING. Do KAMER van KOOPHANDEL en F ABP IE REN heeft ontvangen De Jaarverslagen van dc Kamers van Koophan- dol over 1899 te: Amsterdam, Dokkum, Hoorn Kattvijk, Nijkerk en Winschoten. 2. Consulaire verslagen Nos. 33 tot 38, over Au gustus en September 1899. 3. Maaudbladen van de Maatschappij van Nijver heid, Augustus on September 1899. 4. Statistiek In-, uit en doorvoer, Juli 1899. 5. Tarieven van Invoerrechten in: Bahama-eilau- deu, Engelsch Inilië, Cypres, Eritrea, Fransche Nederzettingen m de Oceanen, Guatemala, Haiti, Japan, Noorwegen, Rusland, Zwitserland en Tunis, jggj Verslag van do NederlaudsclieZeeviscberij over Belangstellénden kunnen bovengenoemde ver slagen ivoor eenige dagen ter lezing ontvangen aautevragen bjj den onderketeekende, Herins. P. van Haselen. Amersfoort, 27 September 1899. Secretaris. Blijkens een mededeeling in het «Oranje- boek", dour den Minister van Buitenland- sclie Zaken aan de Kamers toegezonden, heeft het voorkomen van Mond- en klauw zeer hier te lande belet, nieuwe concession voor onzen veeuitvoer te erlangen, maar toch heeft van 1 Januari tot 1 September de uitvoer van vee naar België bedragen 32 731 runderen, 4094 varkens, 35 468 scha pen en 11570 lammeren, dus te zamen 83 803 stuks vee. Ongerekend het gesmokkelde. Eindverslag is uitgebracht over het wets ontwerp houdende nadere bepalingen omtrent de Personeele belasting De Commissie van Rapporteurs verklaarde akte te nemen van de toezegging van den Mi nister van Financiën, dat in de Memorie van toelichting eener eerlang in te dienen wets- voordracht., zal voorkomen de beantwoording van hetgeen in het Voorloopig verslag is op gemerkt omtrent de vvenschelijkheid van wij ziging der Wet op het Personeel op de ver schillende in dat verslag genoemde punten. Het Nederlandsche «Roode Kruis" is druk bezig de Zusterverenigingen in Zuid-Afrika van bet noodige te voorzien. Reeds werd veileden jaar een collectie ambulance-arti kelen naar Zuid-Afrika gezonden voor de daai' op te richten vereeniging. Ter com- pleteei'ing van hetgeen men heeft, ging Za terdag weder van Amsterdam uit een groote collectie naar Transvaal voor de Vereni gingen aldaar. Feuilleton. De in de Troonrede toegezegde ontwerpen van wet op de bevordering, de non-activiteit eu het ontslag van officieren en op de pen- sionneering van officieren, onderofficieren en mindere militairen, zoowel van de zee- als van de landmacht, zijn bij den Raad van State aanhangig gemaakt. Uit het Jaarverslag van de vereeniging «Trouw aan Koning en Vaderland" blijkt, dat ter gelegenheid van het Kroningsfeest aan oud-strijders zijn verzonden feestgaven tot een bedrag van f 3532.50. Enkele nieuwe verzoeken om ondersteuning konden worden toegestaan, waartegen echter veel meer on dersteunden door den dood on f vielen, zoodat het aantal thans bedraagt 310 (tegen 408 in 1898) met een totaal-ondersteuning van f25 028. Met dankbaarheid maakt het jaarverslag melding van het feit, dat op de Begrooting voor 1899 weder een bedrag van f 25 000 werd gebracht, terwijl de in de maanden October en November gehouden collecte i'7248.795 opbracht tegen 6882.09 in het vorig jaar. Ten slotte wijst het verslag op een vooruitgang van het saldo met t'6000. Ter waarschuwing deelt de »N. Gron.Ct" mede, dat dezer dagen twee te Groningen gevestigde milicien-verlofgangers voorgedrag- gen zijn om, wegens het niet tijdig doen afteekenen van hun verlofpas, op grond van artikel 137 der Militiewet weer in werkeüj- ken dienst te worden geroepen. Het zomer-herstellingsoord voor pleegzus ters te Werkhoven, van de «Wilhehnina- Vereeniging", zal omstreeks half October gesloten worden om in de lente weder te werden geopend. Dezen zomer werden 25 zusters verpleegd. »Ik wens alle ouwe maats die nu nog misérie hebbe, dat ze maar hier zitten mog- ten zo als ik" Dit getuigenis van een ouden bootsman, verpleegd in de «Prins Hendrik-stichting" te Egmond-aan-Zee, spreekt voldoende voor den onbezorgden ouden dag, die in deze in richting aangeboden wordt aan zeevarenden, wanneer zij geen «merg meer in hun kno ken" en «geen pit meer in hun boddy" heb ben. Wij lazen den geheelen brief in een re- clameboekske, waarin het Bestuur der instel ling een beroep doet op alle goedgeefsche landgenooten omdat er wel plaats genoeg is voor menig braaf Janmaat, maar geen geld genoeg voor hun verpleging. Moge dil beroep niet ijdel wezen en de Directeur, de heer G. E. A. van Hall, weldra met vele gaveu worden verblijd' Als Burgemeesters censuur op de tooneel- stukkeu gaan uitoefenen, komen ze gewoon lijk, wat men noemt, met de klompen op het ijs en meestal met den kous op den kop thuis. De Burgemeester van Den Bosch zou daarvan kunnen meepraten. Veelal weten ze zeiven niet veel van het door hen verboden stuk, maar handelen op gezag van onge noemde anderen, en als late.zooals verleden jaar in de «Voerman Henschel''-geschiedenis gebeurde, op een besluit moet worden terug gekomen, dan staan zij alleen voor de schande en het tooneelgezelschap voor de schade. In Den Bosch, men zal het zich herinneren, vond »La Belle Hélène" genade in dezelfde oogen, die «Voorman Henschel" uitbanden. In Den Haag heeft zicb nu het eigenaardig geval voorgedaan, dat een stuk, door den vorigen Burgemeester verboden, door den tegenwoordigen ongemoeid werd gelaten. Het betrof het befaamde drama «Dreyfus", dat thans als »Dreyfus-Zola-Picquart" avond aan avond volle zalen trekt. bedekt, waardoor onbekenden buiten den rechten koers raakten. In het belang van visschers en schippers zullen al die «bij vuren" onzichtbaar gemaakt worden, zoodat de beide heldere bavenvuren weer hun diensten kun nen verrichten. Te 's Hertogenbosch heeft de «Neder landsche vereeniging van Postzegelverzame laars" vergaderd. In beginsel werd besloten tot het houden van een postzegeltentoonstelling en aan het Bestuur overgelaten, een commissie van voor bereiding te benoemen, aan welke tevens werd overgelaten te bepalen, waar en wan neer de tentoonstelling zal gehouden worden. Herhaaldelijk werd door de Zuiderzee- visschers, die de haven van Urk wilden bin nenkomen, geklaagd over de vele «lichten", die dan zichtbaar werden. Winkellampen en straatlantaarns aan den open zuidkant van het eiland werden niet of onvoldoende Voor het vervullen der betrekking van voorzanger bij de Ned. Hervormde gemeente te 's-Graveland worden solicitanten opgeroe pen door het Polderbestuur aldaar. In de «Opr. Haarlemmer Crt." schrijft een occasional «In onzen haastigen tijd van fiets en fin de siècle veroorloven hoe langer zoo meer ad verteerders zich halve woorden en enkele be ginletters, om hun wenschen zoo goedkoop mogelijk bekend te maken en vorderen ze van den lezer een lijdroovende inspanning ter ontcijfering van zin en bedoeling. «Wellicht verschijnt eerstdaags in de eene of andere courant nog een advertentie van den volgenden inhoud: «Een n. Heei P. G. van m. 1. z. b. b. h. h. z, m. Jan. 2. g. k. met Pens. bij een besch. g. z. k. m. t. 1. en v. g. g. v. op bill. cond. Br. fr. I. X «Onlangs zag ik ten Postkantore een brief met bet adres: te A'dam in debus werpen, alsof de beambte nu maar raden moest: Am sterdam, Appingedam of Ablasserdam. «Zoo zal men later gemakshalve Z'dam voor Zaandam, Zwammerdam of Zeddam en L'darn voor Leerdam of Leidschendam gaan schrijven De Gemeenteraad van Barradeel heeft be palingen op het wielrijden vastgesteld, waarin o. a. te lezen staat; dat in het vervolg de fietsers bij de nadering van een met paar den bespannen voertuig, op minstens 25 M. afstand hiervan af moeten stijgen, en zich opstellen naast hun fiets ter zijde van den weg, tot zoolang de paarden zijn gepasseerd 1 Of' ook deze Verordening zal worden goed gekeurd, staat te bezien. De «Kampioen", wijst er op, dat de meeste wielrijders er een verkeerde manier van trap pen op nahouden, die niet alleen ongymnas tisch maar ook op den duur vermoeiend is HET „CURARE". 2.) Ik weet niot of mijn mede-studenten in hetzelfde geval verkeerden, niaar wat mij betreft, was het in derdaad de eerste maal, dat ik VRn liet „curare" hoorde spreken, dat destijds uog geheel nieuw was in Europa, Onze professor keek langzaam rond om tech vooral te genieten van do verbazing, die hij blijk baar bij ons had opgewekt, en begon toen in de meest bloemryko taal en met opgeschroefde bewoordin gen, uit te weiden over de inboorlingen van Zuid-Ame- rika, die met hun pijlen den aether klieven en daarmede de vlugge vogels uit de wolken en den machtigen bison in het binnenste der oerwouden als door den bliksem getroffen ter aarde doen storten". Hij besloot dc dichterlijke inleiding, die al'ija zijn voordrachten voorafging, met de woorden „Deze pijlen zijn met „curare" vergiftigd." Inleiding en slotrede waren bij zijn lezingen al- tjjd de voornaamste vruchten van zijn geestwaar liet feitelijk op aan kwam, las hij doorgaans voor uit verhandelingen en tijdschriften, die hij voor dat doel had verzameld en gerangschikt. Dien dag nu beloofde het onderwerp interessant te zullon worden, vandaar dat wij geduldig de re- thorische ontboezemingen »nn „professor Dulca mara" volgden. Hij begon met een grootschc beschrijving van liet fiesta de las juvias (Feest des Veigifs), waarbij de voor bereiding van het curare benoodigde slin- gerp'anlen veiznmeld worden. Daarna beschreef bij de verschillende hypothesen over de samen.tel- lingeu van het vergif, dat sommigen als geheel plantanrdig, anderen als een mengsel van planten, mieren eu slangen beschouwen, ofschoon men hier omtrent nog in volkomen onzekerheid verkeert, daar het geheim der samenselling alleen aan de artsen, of beter gezegd, aan de toovenaars der wilde Stammen bekend is. Vervolgens beschreef hij de werking van het cu rare, dat, langs den natuurlijken weg in den maag gekomen, onschadelijk is, maar door inspuiting of verwonding in het bloed gebracht, doodelijk wordt. Maar het curare volbrengt zijn taak evenals een goedhartige heraut de bevelen van een onverbid- j delijk strengen Vorst, door den dood te doen in- treden bij wijze van een „zaeht en rustig inslapen", j riep professor Dulcamara uit, en overgaande tot liet practische gedeelte der lezing, beschreef hij de j bijzondere verschijnselen van dit sterven, die wij j spoedig zeiven zouden waarnemen. Dit was het brandpunt van de verhandeling. De professor haalde uit zijn zak een doosje te voorscb jn, opende het op plechtige wijze en liet ons twee vergiftigde pijlpunten zien, die hij van een uit Znid-Amerika terugkeerenden reiziger ten ge schenke had ontvangen. Toen gelastte hy den amanuensis het konijn te brongen, dat hij voorde proefnemingen had bestemd, waar.,p hij het diertje even in den rug prikte, zon der dat het ophield met zijn groote, schitterende oogen rond te sijken en angstig de lichtroode neus vleugels te bewegen. Maar weinige ooger.blikken later ging het lang zaam naar een hoek van de zaal, zette zich tegen den muur neder en legde de ooren op den rug, als g;ng bet slapen. Het bleef volkomerustig, maar dook lioe langer zoo meer ineen; de beenen weigerden hun dienst eu eindelijk zakte ook de kop ten slotte viel het geheele lichaam als verlamd op de zijde. Zes minuten nn (1e verwonding was het konijn dood, zonder schreeuwen, zonder rochelen of stuiptrekkingen, die door den minsten p\jn of doodsstrijd ongewijfeld zouden zijn veroorzaakt. Gedurende de proef had de proffeasor ons verschil lende voorbeelden verteld, waarbij steeds gebleken was, dat de daad daar vergiftiging met curare zacht en rustig intrad. Het meeste belang had ons de beschrijving inge boezemd van den dood van een man, die in de nanteekeningen van Waterton over het curare in een wetenschappelijk tijdschrift voorkomt. Twee Indianen waren in een bosch aan het jagen een van beiden spande zijii boog en schoot een rooden aap, die zich boven in een boom bevond. Het schot was bijna loodrecht. De pijl bereikte den aap niet en wondde in het terugvallen den arm van den Indiaan even den elleboog. Deze wist dadelijk, dat het met hem gedaan was, en zeide tot zijn makker, terwjjl hjj op den boog wees „ik zal hem nooit meer spannen". Daarna ontdeed hij zich van den bamboe-koker met vergif dien hij om den hals droeg, legde hem met boog eu pijlen op den grond, strekte zich er naast uit, zeide zijn vnond vaarwel, en zweeg voor immer. Wij hadden ons allen verdrongen om de tafel van den professor, waarop het doodc konijn gelegd was, en ik bevond mij toevallig juist naast mijn mededinger Rosario. Toen ik dit bemerkte, kon ik een gebaar van afkeer uiet onderdrukken en wendde ik mij zooveel mogelijk af om zijn aanra king te ontwijken Hij echter was geheel verdiept in de beschouwing van den tweeden pijl van den professor, die zijn verhaal van de jagers juist be sloot met de woorden van Waterton „Het is een gevoelig gemoed een troost, te weten, dal het slacht offer niet gcieden heeft, omdat het curare, in het Indiaanscb „wourali" genoemd, het leven zacht en pijnloos vernietigt". Bij dit gedeelte van zijn verbaal gekomen zijnde, scl. 'en onze gastheer vermoeidzijn voordracht werd slepend, alsof het uitspreken der woorden hem groote inspanning kostte, en het was duidelijk, dat hij gaarne van dit onderwerp ware afgestapt, dat hij met zooveel vuur was begonnen en dat hem nu deed sidderen. Maar wij luisterden' zóo aandachtig, onze oogen waren met zooveel inspanning op hem gevestigd, en er heerschte een zóo volmaakt stilzwijgen toen hij ophield met spreken, dat hij begreep reeds te ver te zijn gegaan om zich nog te kunuen terugtrekken. Hij wisclite zich hel zweet van het klamme ge laat, dronk weder een weinig cognac en vervolgde: De nieuwsgierigheid deed mij mijn afkeer over winnen en ik nadere Rosario. Ik wachtte met on geduld tot h(j den pijl zou neerleggen om hem op mijn beurt te bekijken, en ik boog mij over hem heen om hem te doen begrijpen, dat hij zich Wt haasten moest. Ziende, dat dit niet hielp, zeide ik ecnigszins dringend: „Als gij klaar zijt Hij toonde zich hierover niet geraakt, keek mij een oogenblik aan met een eigenaardige uitdruk king in de oogen, en antwoordde op de hem eigene valsche. zoetsappige wijze, terwijl hij mij den pijl overreikte: „Als gij hem wilt bezien neem hem dan maar." Maar toen ik de hand uitstrekte om hem over te nemen, maakte hij niet den pijl plotseling een zoo danige beweging, dat de punt mij in de palm van dc band drong. Een kreet van schrik ontsnapte a'- len aller blikken, aller handen waren op mij gericht uitroepingen van ontsteltenis vermengde# zicb met verwenschingen, verwijten en bedreigingen. Allen sproken en gesticuleerden dooreen, terwijl de pro fessor, die liet meest ontdaan was, wanhopig met de vuisten op de tafel sloeg, steeds schreeuwende: „Ongelukkige, gij licht hem gedood, gij hebt hem gedood!" Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1