Maandag 20 November 1899. PHOENÏX-BOCKBIER. No. 4929. 49e Jaargang. Binnenland. DE IDIOOT. Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co., Amersfoort Oitgave firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, ofiicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 40 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KOBTEÖRACHT 9. Telephoou 19. J"J V"J«iag gehouden zitting van de Tweede Kamer der Staten Generaal is art. 4) dei; Ongevallenwet (waarbij bepaald wordt, dat uitsluitend verzekering bij de Rijksban!, ts toegelaten, met terzijdestelling van eigen risico en verzekering bij particulieren) aan genomen met 49 tegen 38 stemmenhet amendement-Lobman (overdracht aan par ticuliere levensverzekeringmaatschappijen) werd verworpen met 49 tegen 38 stemmen liet amendement-De Beaufort (eigen risico overgelaten door de werkgevers) met 56 tegen 38 stem mem Staatsblad 221 bevat het besluit van den 26en October 1899, betrekkelijk de lichting (Ier Nationale militie van het jaar 1900. Het aandeel in de lichting tot een totaal van 11000 man is voor de provinciën als volgt: Noordbrabant 1151, Gelderland 1310 Zuid-Holland 2387, Noord-Holland 2031, Zee land 400, Utrecht 514, Friesland 779, Overijsel 732, Groningen 678, Drente 316 en Limburg 636. Naar aanleiding van het verschijnen in enkele plaatselijke bladen van een publicatie van het Gemeentebestuur waarbij vrijwil ligers voor de Militie worden opgeroepen, schrijft het »Utr. Dbld dat Gemeente bestuur schijnt dus nooit iets vernomen te hebben van een Wet van 22 Juli 1899 (Stbl. no. 174) waarbij de in den vorigen winter veel besproken vrijwilligers bij de militie voorgoed zijn afgeschaft. De tweede ambulance door bet Ned. Roode Kruis naar het slagveld in Zuid-Afrika uit te zenden, /.al bestaau uit de heerendr. J. D. Koster, officier van gezondheid Ie klasse, tevens leider der ambulancedr. W. F. H. Schelkly, arts; 1.. M. Metz, assistent- geneesheer in het Ziekenhuis te Rotterdam voorts uit de volgende verpleegsters: J. L. 11. Slot, hoofdverpleegster, oud-directrice der pleegzusters van het Roode Kruis in het Ziekenhuis te RotterdamA. M. Drayton Let, ziekenverpleegster te RotterdamH. G. Westerbeek van Eerten, Roode-Kruis- zuster van het Haagsche Vrouwen-comité; H. E. Stoffers, hoofdverpleegster in het Wil- helmina-gasthuis te AmsterdamG. van Zevenhoven, particuliere verpleegster te 's GravenliageS. C. Charbon en mej. L.M. Hellemans, hoofdverpleegster in de ehirurgi- Feuilleton. Een episode uit den Oosterijkschen Successie-oorlog. 2. (Slot.) Doch de idioot gaf geen teeken, dat hij iets begreep van 't geen er om hem heen gebeurde. Maar, generaal, zeide de Koning, alles ge tuigt tegen uw vermoeden. Deze verwaarloosde, smerige, wezenlooze kerel zou een vermomde markies moeten zijn De generaal trok de das van den hals van den ellendige. Het was een gerafelde lomp doch ook de hals was niet, zooals de oude mi litair gehoopt had, blank. Integendeel hij was walgelijk smerig, vol roode puistjes... De Koning verliet de zaal; de grijze generaal volgde hem, na den adjudanten bevel te hebben gegeven, een oogenblik den man nog onder hun hoede te houden. Sire, zei de grijsaard, zoodra by met aen Koning alleen was, ik zweer u, dat ik mij met vergis. U is stijfhoofdig, generaal. - Neen, neen. Ik smeek Uwe Majesteit te blyven. Er zijn nog andere middelen, éeu vooral. Z Sire wij hebben een Franschraan voor ons. I)e man geeft zich niet gewonnen hij speelt lijn rol tot 't eindeU kent dit moed.g me - maar 't is spontaan lichtzinnig... Na eenige oogenblikken traden de beide man sclie kliniek te Rotterdam. Als verplegers behooren bij de ambulanceA. Etter en A. de Hooge, militaire ziekenverplegers, en E. Meuleman, uit het gesticht Briukgreve te Deventer. Administrateur is de heer D. D. Ihle, uit Haarlem. Ook deze ambulance zal vermoedelijk zes maanden uitblijven en dus omtrent Juni 1900 repatrieeren. De «Nieuwe Gr. Ct." schrijft «Naar wij vernemen, is het in een der Hollandsche bladen het eerst opgenomen bericht, als zou er onder de studenten voor het Fransch aan onze Universiteit een be weging zijn om den leerstoel voor't Fransch verplaatst te krijgen naar Utrecht, geheel onjuist. Noch bij den hoogleeraar Van Ha mel, noch bij de studenten is van een der gelijke beweging iets bekend" Zou dan toch deze excentriciteit,, voor vele studiegragen zoo zéér lastig, worden bestendigd Ten betooge hoe weinig zich tot dusver de behoefte aan een groote leening ten be hoeve. van Nederland doet gevoelen, heeft de Minister van Financiën aan da Tweede Kamer eenige cijfers meegedeeld over den stand der vlottende schuld. Er zijn dit jaar obligatiën der voormalige Rhijnspoorwegrnaatschappij afgelost ten be drage van ruim 3 millioenverder zijn 14 ton besteed tot uitvoering der spoorwegover eenkomsten met België en er is nog 14 ton gestort voor de deelneming van den Staat in de Noord-Ooster-Locaalspoorwegmaat- schappij. Te zamen maakt dat bijna 0 mil lioen uit. Toch bedraagt de vlottende schuld thans, na aftrek van bijna 8!/2 millioen waarvoor Indië in debet is, nog geen 5J/4 millioen en dat cijfer zal in de eerstvolgende weken wellicht verminderen. De resultaten der adresbeweging tot ver krijging eener betere salarieering der open bare onderwijzers (door hoogere Rijks-uit- keering aan de Gemeenten) zijn zeer bevre digend. De commissie, bestaande uit Burgemees ters, schoolopzieners, Hoofdbestuurders van den Bond van Ned. Onderwyzers, de Ver- eeniging van Hoofden en het Ned. Onder wijzers-Genootschap, zal bij den Minister van Binnenlandsche Zaken audiëntie vragen. Aan H. M. de Koningin zullen de belangen schriftelijk worden voorgedragen. De aandacht van het publiek wordt er in de «Staatscourant" op gevestigd, dat frankeer zegels, briefkaarten en briefomslagen van vroegere uitgiften dan van 1898/99, voor zoover die niet reeds vroeger zijn ingetrok ken, met ingang van 1 Januari 1900 buiten omloop worden gesteld, en dus, na dien datum, waardeloos zijn voor de frankeering •.an brieven en andere stukken. Brieven en andere stukken, geheel of ge deeltelijk met die zegels gefrankeerd en op of na 1 Januari 1900 ter post bezorgd, worden derhalve als ongefrankeerd of onvol doende gefrankeerd beschouwd en met het verschuldigde port belast. De bovenbedoelde frankeerzegels, brief kaarten en briefomslagen worden na 1 De cember niet meer verkrijgbaar gesteld en kunnen na 1 Januari tot 1 Juli aanstaande tegen frankeerzegels, respectievelijk brief kaarten en omslagen, van gelijke waarde der uitgiften van 1898 en 1899, worden ingeruild. Reeds worden opmerkingen gemaakt dat de nieuwe briefkaarten niet geheel voldoen. Bij het gebruiken van kopieerinkt zuigt het papier den inkt zóo in, dat men het ge schrevene dikwijls niet kopieeren-kan, wat vooral voor menschen van zaken hoogst on aangenaam is. De booten van de Koninklijke Pakketvaart" Maatschappij tusschen Batavia en Singapore zullen, te beginnen met 16 December, niet meer aansluiten op de Rritsche mailbooten van Brindisi naar Hongkong en Shanghai en terug, maar op de Duitsche mailbooten van Bremerhaven, resp. Hamburg, over Napels naar Shanghai v. v. Te rekenen van 8 December zullen dien tengevolge des Vrijdags om de 14 dagen met de genoemde Britsehe pakketbooten alleen brieven en andere stukken kunnen worden verzonden voor Atjeh en onderhoorigheden, Sumatra's Oostkust, Palembang, Riouw, Bauka, Billiton, en de Z. W. afdeeling van Borneo. Daarentegen zullen dan, te rekenen van 27 November, des Maandags om de 14 dagen met den trein van 12.40 a. van Amsterdam naar Antwerpen, langs den weg van Napels, met de Duitsche rnailbooten brieven en andere stukken voor alle plaatsen in Nederlandsch- Indië worden verzonden. Een suppletoire verzending langs den weg van Napels geschiedt op die dagen met den trein van 6.07 a. van Amsterdam naar Ant werpen. De commandant van het Koloniaal werf- depót te Harderwijk ontvaogt aanhou dend verzoeken van buitenlanders, vooral van Duitschers, Oostenrijkers en Zwitsers, om zich te mogen verbinden voor Transvaal. In het buitenland schijnt dus nogal een ver keerd begrip te bestaan omtrent de verhou ding van ons land tot Transvaal. Naar de «Arnh. Ct." verneemt, mag om streeks half December de behandeling der zaak-Hogerhuis bij den Hoogen Raad ver wacht worden. Als vermoedelijke datum wordt 13 December genoemd. Op het oogenblik zijn in Nederland 600 officieren, 4000 soldaten en 100 maatschap pelijke inrichtingen van het «Leger des Heils In 1898 werden 600 000 Strijdkreten ver kocht en 94224 uren besteed met het af leggen van huisbezoeken 1 325 481 perso nen hebben in dat jaar de vergaderingen bijgewoond. De Burgemeester van Bergen-op-Zoom schijnt niet van halve maatregelen te hou den. weder verkrijgbaar het zoo gunstig bekende nen weder binnen. Gedurende hun afwezigheid had de idioot gehuild, geschreeuwd, gelachen, onsamenhangende woorden uitgeroepen„Hohrr, hohrralsof hij iemand riep. Hij was bang geworden voor een ganzepen, die in een inkt koker stak en had willen wegloopen, doch men had hem gedwongen midden in ae zaal te blij ven. Zooals hij daar nu stond, wekte hij deer nis bij iedereen, zonder uitzondering. Sire, zeide de generaal zachtjes, wij zullen dezen man doen confronteeren. Hij is te Ver sailles bekend als een liefhebber van vrouwen. Er is hier een dame uit Halberetadt, ex-hof dame van Koningin Lesczynska, die al de ge zichten kent der edelen die zich aan 't Fransche hof bewogen. Ik heb haar laten roepen, Sire, en als 't U behaagt, zullen wij baar in tegen woordigheid van den Markies brengen. Laat zij binnenkomen. Twee knechts openden een deur en de dame trad binnen; een nog mooie vrouw van middel baren leeftijd. Mevrouw, kent n dezen Franschman vroeg de koning. De Duitsche keek den idioot oplettend aan. Neen, Sire, zeide zij vast. Dank u, zei de generaal, wij zullen u straks terugroepen. Wil als 't u blieft door de andere deur vertrekken Zy moest daarvoor de zaal in de breedte over steken en den gevangene voorbijloopen. Een vlieg, die gonzend rondvloog, zette zich op bet gordijn. Men hoorde haar niet meer, zij scheen te luisteren. De dame raakte den idioot even aan, strui kelde, uitte een kreet, vielDe idioot ver anderde plotseling van gelaat, trachtte haar op te vangen, en zeide: Pardon, gravin De markies had zich verraden. De Koning stond doodsbleek op. De vrouw verdween door de aangewezen deur. Lichtzinnige Franschenzeide een Btem. Men hoorde het rumoer van geweerkolven, het geehuifel van schoenen, en worstelen op den binnenhoftoen een kreet, de stem van mar kies De Kervescop de Coadille, helder en door dringend „Vive le Roi Dan een salvo van twintig geweerkogels in éen lichaam Begraaf hem met militaire eer, zeide de Koning, ondanks alles getroffen tot in 't diepst van zijn gemoed. DE EERSTE TWIST. i-) We zijn op onze terugreis en zullen spoedig weer te Weenenzijn. We hebben wel een prach tige reis door Italië gemaakt, maar Alfred wilde graag nog een paar dagen op den Sem- mering doorbrengen om te genieten van zijn geliefde bergen. Florence en Venetië zijn heer lijk mooi. Abbazia, is verrukkelijk, maar mijn man heeft zijn Alpenland boven dies lief en daarom wil ik er in net vervolg ook mee dweepen. Het was juist zonsondergang toen we aan het kleine station Sommering uitstapten en in den omnibus van het hotel plaats namen. Het was koud. De bergen lagen nog onder sneeuw be dolven en een ijzige wind blies door de ravijnen. Onmiddellyk na onze aankomst in het hotel, nadat we onze kamers besteld hadden, gingen we naar het terras om toch nog even te ge nieten van het prachtige schouwspel, dat het landschap ons aanbood. De besneeuwde bergtoppen, door den rooden gloed der ondergaande zon beschenen, waren indrukwekkend schoon en nog grootscher wae de pracht, toen korten tijd later de volle maan den Sonnewendstein bescheen, welke zich in vloeibaar zilver scheen te baden. Het was bo ven iedere beschrijving schoon en maakte een diepen indruk op ons. Wij waren geheel alleen en liepen zwijgend, arm, in arm, op en neer. Eigenlijk hadden we op onze geheele reis nog niet zóo genoten. Wij spraken niet. En waartoe zouden we ook gesproken hebben. Ik wist immers precieBwat er in Alfred omging Wij zijn immers éen..éen van ziel en éen van geest! Maar plotseling bemerkte ik, dat Alfred bib berde van kou, en ook ik was half verkleumd, want zooals ik reeds zeide, het was zeer helder, maar fijn koud en wij hadden geen pelzen bij ons. We hadden ze hier anders best kunnen gebruiken. Rillend van kou, maar vroolijk en lachend kusten wij elkaar en gingen toen naar binnen om te soupeeren. Daar binnen was echter geen spake van een zaamheid. Het was zelfs stampvol in de eetzaal. Alfred ergerde zich geweldig daarover. Hjj had gehoopt, dat we alleen of ten minste bijna alleen zouden zijn op den Semmering, maarnjj had vergeten, dat het Zondug was en op Zon dag muken veel Weeners een uitstapje naar het gebergte, en zorgen Maandag vóór Beuretijd weer thuis te zijn. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1