Donderdag 23 November 1899. No. 4930. 49e Jaargang. Binnenland. Oitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsad verten tien per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasBeerkosten in rekening gebracht Bureau EORTEGRACHT Telephoon 19. KENNISGEVING. „."".SS?,®®®8™11 WETHOUDERS van AMERSFOORT, 1 Fr86" -er kennis van de belanghebbenden, i«w, Jv -nkl'jk besluit van den 8 November a" ,19 goedgekeurd dat door de ge- nr Amersfoort aan vuur-, haven en tongeld rWn,i ukev.uren va" de rivier „de Eem" ge- lJ bet Jaar 1800 geheven wordt 50»/0 van bet bedrag bepaald bij het tarief, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 1 Mei 1830, No. 3. Amersfoort, den 22. November 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. 8CHIMMELPENNINCK. De Secretaris, B- W. Th. SANDBERG. Transvaal en Oranje-Vrijstaat. llild te Utrecht de vergadering L'i"u Comité, dat door de heeren ds. Lion mr' Uiterdijk eu prof. M. Noordtzij, zooveel mogelijk uit alle streken des lands on on- ueiscneiuen standen was samengeroepen, ten einde j le. overwegen, om „bij Vertegenwoordiging of Regeering dos Lands of bij beide er op aan te dringen, al het mogelijke te benroeveu, ten einde langs dip omatiokeii weg aan het bloedvergieten iu Ziuui-Ainka een einde te maken met behoud van de vrijheid en onafhankelijkheid der Zuid-AI'rikaan- scne Republieken Mr. Namiinga Uiterdijk, die met genoemde heeren, op verzoek der vergadering, het Bureau van het uoraité vormt, met bevoegdheid nog audereu zich te assumeeren, hield een krachtige en zeer toege juichte rede, waarin hij, op lal van gronden en met weerlegging van de ingebrachte bezwaren, opwekte tot verwerkelijking van het voorgestelde doel over te gaan. Van alle dcelcn des lands -ui uit verschillende standen waren meer dan twaalfho. derd betuigingen van instemming met dat doel ingekomen, waaruit afgeleid moet worden, dat het volk krachtig wenseht in dien geest op betamelijke wijze zich te uiten bij de Regeering. Warme sympathie, krachtige ernst, maar ook wijze bedachtzaamheid spraken zich uit in de breede dis cussie, die volgde. Geen Ministers wilde men omver werpen of gevaar van oorlog voor ons land doen ontstaan, noch zich begeven op het terrein van partij-politiek, maar in den wettigen weg bij de Overheid zijn gevoel uitspreken, zijn consciëntie ontlasten. Ook bleek uit een mededeeling van het Bureau, dat het van bevoegden kring de verzekering had verkregen, dat hetgeen het Comité beoogt, niet door de strijdenden in Zuid-Afrika zou worden afgekeurd, maar toegejuicht. Uit dien kring had het Comité mede vernomen, dat van andere voorname munnen in ons land, in overleg niet leiders daarbuiten, spoedig hier, in Frankrijk, Duitschland, Rusland, Noord-Awcrika en andere Rijken, een eenparige, internationale roep stem zal uitgaan tot de volkeren om tegen den gruwelijk onreehtvaardigen oorlog te getuigen op de beste wijze! De vergadering betuigde met dit doel haar warme instemming eu besloot om, in verband met dat pogen, een kort, maar krachtig adres te richten tot Feuilleton. DE EERSTE TWIST. 2-) Onmiddellijk na het souper gingen we naar onze kamers. We hadden namelijk twee ka mers, want ik ben er altijd op gesteld geweest, mij in mijn eentje te kunnen kappen en klee- denook als getrouwde vrouw wil ik die ge woonte volhouden. Maar de eene kamer was al net zoo koud als andere. Het was alsof het vuur bevroren was, en er bleef oub niet an ders over dan ons te ruste te begeven. Toen ik van ochtend wakker werd, had ik kiespijn en een gevoel, alsof ik doodverkouden zou worden. Alfred had keelpijn en was schor. Geen wonder. Eerst dachten we erover, bin nen te blijven, inaar het zitten in koude ka mers is nog veel erger dan het zich bewegen in de koude buitenlucht. We gingen dus tóch uit en hoopten te genie ten van het heerlijke panoramu, dat het gebergte ons zou aanbieden. Wc gingen naar buiten maar zie!... alle bergtoppen waren in nevelen gehuld en de be roemde weg van ons hotel naar bet booger ge legen hotel was zóo slikkerig en onbegaanbaar, dat we in vredesnaam maar terugkeerden en be sloten, op het terras heen en weer te wande len maar op het terras tochtte het geweldig, gingen naar binnen. De conversatie- en de lees zaal van het hotel waren vol menschen en inet een zucht trokken we ons terug in onze koude, H. M. de Koningin, met afschrift aan de lste en de 2e Kamer der Staten-Generaaleen adres, dat niet een in bijzonderheden afdalend betoog zal bevatten, maar dat een kort welsprekend woord, een angst kreet van het geweten tegen het gruwelijk onrecht wil laten hooien; een bede, dat Let II. Majesteit behagen moge, op naar Hare wijsheid juisten tijd en beste wijze, langs diplomatieken weg krachtig te beproeven, dat aan den zoo onrechtvaardig door Engeland den Republieken opgedrongen oorlog spoedig een einde moge komen, met behoud en bevestiging yan de vrijheid en de onafhankelijkheid der Zuid-Afrikaanscbe Republieken. Dit adres zal binnenkort publiek gemaakt worden in alle couranten. Zoo men wil, kan men in alle Gemeenten zich daarbij, onder een korte formule dan aansluiten en thans reeds zioh bij voorbaat daartoe organiseeren. Wat mogen onze kinderen lezen? Eon belangrijke vraag welke ouders en onderwijzers hebben te beantwoorden, is wel deze»Wal mogen onze kinderen le zen Het aantal kinderwerken, dat in de laatste 20 jaren in allerlei vortn en grootte is ver schenen, is bijna niet te tellen. Honderden van kinder-auteurs en ijverige uitgevers zor gen er voor, dat de leesgrage jeugd van alles en over alles kan lezen. Over het algemeen is het uiterlijk dei- kinderwerkjes zeer aantrekkelijk keurige bandjes en rijke illustraties, goed papier en duidelijke lettervorm tnaken, dat deze boek jes er op liet oog zeer aangenaam uitzien. Nu zijn papier en lettervorm twee zaken, die werkelijk voor de hygiëne van het oog van zeer veel belang zijn, doch op zichzelf maken zij een kinde'-boek nog niet tot een goed boek. De hoofdzaak is de inhoud. En wie in de gelegenheid is geweest, met een aantal kinderboeken kennis te maken, weet, dat lang niet alles, wat als kinderlectuur het licht ziet, aanbeveling verdient. Er is veel kaf onder het koren. Kinderboeken kunnen op de richting van het kinderlijke denken en willen, op de vor ming van het gemoedsleven grooten invloed uitoefenen. Een schat van nuttige kennis van menschen en zaken kan er, in voor kinderen geschikten vorm, in worden aan gebracht, eerbied voor het goede, voor groole en verheven daden, afschuw voor het kwade er door worden gewektnuttige lessen, die in den vorm van zedespreuken gewoonlijk over de hoofden en harten heengaan, zullen in den vorm van een boeiend kinderverhaal, als een i morale en action" blij venden in druk tnaken. Vele kinderhoeken zijn echter liet lezen niet waard, andere voor kinderen totaal on geschikt, zelfs verderflijk. Wie geroepen wordt een schoolbibliotheek samen te stellen en voortdurend te com- pleteeren, en daardoor genoodzaakt is ken nis te nemen van de kinderlitteratuur van onzen tijd, heeft dikwijls de ervaring kun nen opdoen, dat er heel veel van de pers koint, dat maar liever voor altijd in de pen "an would-be kinderschrijvers had moeten blijven. Gelukkig, dat we tegenover de vele prul lige, slechte ofgevaarlijke kinderboeken kun nen stellen een schat van kinderlectuur, die voldoet aan alle paedagogische eischen, die men aan kinderverhalen mag en moet stellen. Met het oog op liet aanstaande St. Nico- laasfeest hebben de boekverkoopers in hun étalage-kasten weer massa's kinderhoeken met keurige handen uitgestald, goede naast slechte, zeer aanbevelenswaardige naast verwerpe lijke. Honderden exemplaren zullen eerst daags door ouders en vrienden worden ge kocht om daarmede kinderharten te ver blijden. Nu weet ik bij ervaring, dat vele ouders bij de keuze van kinderlectuur met de groot ste zorgvuldigheid en lofwaardige nauwge zetheid te werk gaan, doch niet allen zyn voldoende op de hoogte om een goede keuze te doen eu zóo zullen ook dit jaar weer vele prullige en ongeschikte werken in hauden der kinderen geraken en, wat het ergste is, gelezen worden ook. In liet belang onzer kinderen ben ik zoo vrij, de aandacht te vestigen op een werk, getiteld»Wat mogen onze kinderen le zen?" Hot bevat een duizendtal beoor- deerlingen van in de laatste jaren versche nen kinderboeken. Een commissie uit bet Ned. Onderwijzers Genootschap heeft den j niet gernakkelijken en zeer te waardeeren I arbeid verricht, de kinderlectuur van onzen j tijd te toetsen aan de eischen, die men aan goede kinderboeken moet stellen. In be knopte» vorin wordt van elk hoek gezegd, I waarom het aanbeveling verdient. Het be vat tevens een register, behelzendea. eun j opgaaf van de boeken voor jongens en tneis- I jes heneden 0 jaar, van tot 8 jaar, van 8 j tot 10 jaar, van 10 tot 42 jaar, van 12 tot 1 14 jaar en boven 14 jaarh. een lijst van werken uitsluitend voor meisjes van 10 tot 12 van 12 tot 14 jaar en boven de 44 jaar; c. een lijst van uitsluitend jongensboeken voor den leeftijd van 40 tot 42, van 42 tot 44 en hoven 14 jaar. Ik zou wenschen, dat men, alvorens zijn keuze van een ol' ander boekwerk te be ongezellige kaniers. Alfred, die zich juist van dit verblijf op den Semmering zoo ontzaglijk veel had voorgesteld, was er bepaald mismoedig over; ik zelf ben gelukkig veel opgewekter van aard. Hy riep uit: In plaats van waar en groot genot, vinden we hier niets dan ellende en ergernis, zoodatje tot de conclusie komt Dat we om dat alles niets moeten geven, viel ik hem in de rede, maar bedenken dat we samen innig gelukkig zijn. Je hebt gelijk kindlief zeide Alfred toen. Wij zijn natuurlijk onder alle mogelijke omstan digheden volmaakt gelukkig I Wy hebben elkan der en verlangen niets anders Nu is het nog vóel erger. Niet alleen klettert de regen tegen de ruiten van ons hotol, maar het sneeuwt af en toe ook. Alle bergtoppen zijn volkomen onzichtbaar. De meeste logés zijn vertrokken, maar toch zijn er nog enkelen, die ook de laatste dagen van hun Paaschvacantie hier willen doorbrengen. Alfred heeft ook nog deze heele week verlof en we hopen altyd nog, dat er mooie dagen zullen volgen. Bovendien, we zaten zoo gezellig bij elkander op onze ka mers (waar nu ten minste voor betere tempe rate i' -«ordt gezorgd) en ik zou haast zeggen, dat hoe harder de wind loeit, des te inniger wij elkaar omhelzen en des te luider wij samen lachen. Ondanks de vreeselijke sneeuwjacht, die bui ten heerschte, is dit tóch de schoonste lente, die ik nog in mijn leven genoot. Ik moet hier loch nog eens even neerschrijven hoe onuitspre kelijk groot tnijn geluk is. Nooit had ik dur ven droomen, dat mij zulk een zalige toekomst wachtte. Soms vraag ik me wel eens af, waar aan ik dat te danken Heb. Want al zie ik er nogal goed uit en ik heb een zeer knap figuui tje, meisjes zooals ik zijn er toch honderden en ik mag den hemel danken, dat A heeft uitverkoren, t Alfrod juist mij Maar Alfred is ook een ideaal van een man. Hij is groot en slank, heeft donkere oogen, met een dweepende uitdrukkingzijn gelaat is wel wat bleek, maar daardoor nog interessanter, vooral met dien fraaien donkeren knevel. Ilij heeft zwaar donker haar. Wat zijn karakter betreft, is hij een door en door poëtische na tuur, een beetje opgewonden en zenuwachtig, wat vooral merkbaar is als hij spreekt over dingen die hem bijzonder getroffen hebben mooie verzen, indrukwekkende nati'urtafereelen, in éen woord alles, alles wat zijn schoonheids gevoel streelt. Hij is hartstochtelijk van aard. maar alleen in den goeden zin van het woord hij ken heerlijk vertelleD, hij schrijft artikelen voor een paar tijdschriften en is medewerker aan een groot blad. Toen wij geëngageerd waren, heeft mama mij zóóveel preeken gehouden over den ernst van het leven, de beproevingen en de plichten der vrouw, dat ik soms bang werdmaar waarschijn lijk is mama nooit zoo gelukkig geweest, of zou zij het heelemaal vergeten zijn? Verdriet,ergernis, onaangenaamheden zijn voor ons grappige din gen, want wij hebben immers elkaar en dat maakt alles goed, zelfs kiespijn, heesohheid en natte voeten. Alfred had geen lust om aan de table d'hóte te palen, dit zeer aanbevelenswaardige boek ging raadplegen. Het is uitgegeven by Tan Brink De Vries te Amsterdam en kost slecht 80 cent. Iedere boekhandelaar moest het, dunkt my, in zijn winkel ter beschikking van het publiek voorhanden hebben, en men moest zich bij iederen koop vooraf het werk ter mzage^doer^geven^^^^^^^^^^^^^^ De correspondent van de »Arnh. Ct." meldt, hoe H. M. de Koningin ongeveer den dag doorbrengt en haar werkzaamheden verdeelt. Tegen 7 uur in den ochtend staat H. M. meestal op om te half negen met de Koningin-Moeder na een hartelijke begroe ting het ontbijt te gebruiken. Een innige verstandhouding heerscht tusschen Moeder en Dochter. Om 9 uur beginnen de werkzaamheden, die het Staatsbelang vorderen, conferenties mot verschillende heeren van het Kabinet enz. In den regel gaat II. M. daarna te circa 44 uur paard rijden in de omstreken van Apeldoorn. Te half éen wordt het tweede ontbyt ge nuttigd, eveneens met H. M. de Koningin- Moeder alleen en des zomers, behoudens zeer slecht weer, altijd buiten op 't balkon voor of achter het Paleis. 's Maandagsmiddags om 2 unr conferentie met een paar Ministers en de andere mid dagen dikwijls besprekingen met professoren, zooals prof. De Louter enz. In den namiddag om 3 of 4 uur maakt II. M. bijna zonder uitzondering een wande ling te voet in het park ol de Soerensche bosschen, welke wandelingen zich dikwerf zeer ver uitstrekken. Om half vijf wordt de thee gebruikt en om half zeven gedineerd. Een paar maal in de week diueeren Mil. MM. met gevolg en eenige gonoodigden, anders alleen. Een groote regelmaat beheerscht in alles de levenswyze van onze Koningin, Zelf stipt op tijd, verlangt zij dit ook van haar per soneel, voor wit zy zeer minzaam is en steeds de meeste belangstelling en hulp bij ziekte en dergelijke toont. De avond wordt meestul tuin lectuur ge wijd en om 41 uur is het goheele Paleis in II.il. M.M. de Koningin en de Koningin- Moeder keeren 30 dezer te 's-Gravenhage terug. eten en we aten aaneen tafeltje apart, 8, la carte. Overal tochtte het vreeselyk. Die hotels zyn alleen r mooi weer ingericht. Alfred was uit zijn humeur, omdat de menschen zoo naar ons keken. Ik geloof, dat hij een beetje een ruzie maker is, maar daar houd ik wel van en Al fred staan die gefronste wenkbrauwen zoogoed. Ik lachte om zijn boos gezicht en toen begon hij óok te lachen. liet eten was erg slecht. Ik geloof, dat de kellner ons de kliekjes van de table d'hóte voor zette. Alles was koud, en de kellnor morste saus op Alfred's vest. Weer keek hy vreeselyk boos en ditmaal kostte het mij meer moeite hem lot bedaren te brengen, maar eindelijk helderde zijn gelaat weer op. Na het eten riep Alfred mij op zijn kamer. Hij had ias en vest uitgetrokken en droeg pan- tollcl). Hij wilde zich warmer kleeden, want onze Kamers waren kouder uan ooit. Ik keek wel wat vreemd op over zyn négligé op klaar lichten dag. Een man ziet er, zoo half aange kleed, heuseh niets mooi uit. Ik had van Al fred gedaeht, dat hij ook wat meer om het do- corum zou gegeven hebben, muur ik vrees, mij in dat opzicht zeer in hem vergist te hebben. Ily rommelde in zijn koffer, hualde zyn onder goed door elkaar en zeide Lieveling, wil je dut knoopje eeiiB aan mijn overhemd zotten? Het hangt nog maar aan een draadje. Kom, die knoop is heelemaal niet noo- dig, zei ik, en t hindert niets of hy los zit. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1