Donderdag 30 November 1899. No. 4932. 49e Jaargang. Binnenland. Firma A. H. Oitgave VAN CLEEP.P te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f i.franco per post 1.15. Adverterciën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, olficieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht KORTEGRACHT Telephoon 19. kennisgevingen. De COMMISSARIS der KONINGIN in de Provincie UTRECHT, Gezien het besluit van Ileeren Gedeputeerde btaten der provincie Utrecht, in dato 23 No vember 1899, no. 34; ®el^, °P ,art. 11 'der Wet van den 13 Juni 18.)/ (Staatsblad no. 87), Brengt bij deze ter kennis van belanghebben den, dat de sluiting der jacht voor de provincie v' .onn18 bePaald °P Zaterdag, den 30 Decern- ber 1899, met zons-ondergang, met uitzondering echter van le. het schieten van Waterwild, aangeduid in art. 17 der aangehaalde wet, daar. waar het schieten van Waterwild geoorloofd is; 2e het vangen van Waterwild met slagnetten en liet vangen van Eendvogels in eene eendenkooi of een daarmede gelijkstaand toestel; 3e het schiaten van Houtsnippen; waarvan de sluiting later zal bepaald worden. En, ten einde niemand eenige onwetendheid hiervan voorwende, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is. Utrecht, den 25. November 1899. De Commissaris der Koningin voornoemd, SCHIMMELPENNINCK v. d. O. v. NIJENBEEK. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat blijkens circulaire van den heer Commissaris der Koningin dd. 23 November 1899, door zijn HoogEilelGestrenge voor het seizoen 1899/1900 permissiën worden verleend tot het houden van klop- en drijfjachten op wild, ook op spoorsneeuw, geldig voor den tijd, dat de jncht zal zijn geopend, waardoor het opgeven van bepaalde dagen in dezelfde week komt te vervallen. Tevens worden ook voor gemeld seizoen con senten verleend tot uitoefening der vischerij onder het ijs met alle geoorloold vischtuig. Amersfoort, den 27. November 1899. De Burgemeester voornoemd, E. L. VISSER, Weth, 1". Burg. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het door den Directeur van 's Rijks directe belastingen enz. te Amsterdam exeeutoor verklaard kohier No. 2 van de belasting op be drijst- en andere inkomsten over het dienstjaar 1899/1900 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 29. Nov. 1899. De Burgemeester voornoemd, E. L. VISSER Weth, 1°. Burg. Feuilleton. DE EERSTE TWIST. Alfred kwam van ochtend glimlachend in mijn kamer en deed alsof er niets gebeurd was. Nu, ben je uitgerust van alle vermoeienissen van gisteren? Ik vond zijn toon spotachtig en antwoordde zonder lachen O ja, ik ben heelemaal opgeknapt, ik voel mij heel krachtig. Hij glimlachte weer zoo eigenaardig. Voor het eerst zag ik hem koel en critisch aan, en de betoovering dieik vroeger gevoeld had, scheen geheel geweken. Deze overhemdgeschiedenis heeft mij geheel ontnuchterd. Ik kon er toch niets aan doen. Wat was hij woedendIk ril nog als ik er aan denk. Ik ben vreeselijk te leurgesteld. We gingen aan tafel, deden toen een wande ling, praatten over allerlei onverschillige din gen maar we voelden beiden, dat er iets tus- schen ons stond het hemdsknoopje. Toen we 's avonds uit de eetzaal kwamen, haalde Alfred het knoopje uit lijn beure. Ik heb het bewaard, zeide hij kalm, het kleine ding voor mij Ma'le«Tp"A,Sef. °3 niet, het er aan te naaien. Ik heb het hemd ""^Neen, ik zal het niet vergeten, antwoordde ;k kalm. Ik had al aan het kamermeisje ge- zegd, dat ze den knoop moest aannaaien en De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 8 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat door hen aan WILLEM SCHOUTEN en zijne recht verkrijgenden vergunning is verleend om een slachterij van varkens en een rookerij opterichten in het perceel alhier gelegen aan de Lieve Vrouwestrnat, no. 45 (oud, wijk F. No. 74), ka dastraal bekend onder sectie E. No. 309. Amersfoort, den 27. November 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, E. L. VISSER, Weth, 1° Burg. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat blijkens mededeeling van den Commissaris der Koningin in deze Provincie van 27 Nov. 1899 (Prov. Blad 170) de invoer van melkvee uit Nederland naar België met ingang van 1 Decem ber e.k. langs het grenskantoor Santvliet weder om is toegelaten. Amersfoort den 30. November 1899. De Burgemeester voornoemd, E. L. VISSER. Weth., 1°. Burg. In een brief d.d. 25 October uit Pretoria aan de Haarl. Crt. verzonden, wordt mede gedeeld dat New-Castle den 14 October door het Hollanderkorps werd ingenomen en de vlag van het Vereenigd Zuid-Afrikagehescben. Deze viag is aldus: langs en onder het rood, wit en blauw is om de andere een strook oranje en groen; het oranje de kleur van den Vrijstaat, het groen de kleur der Zuid-Afrikaansche Repu bliek. Moge zij spoedig als de vlag der Vereenigde Saten van Zuid-Afrika wapperen. Welk uitvaagsel Engeland onder zijn troe pen heeft, kan wel blijken uit de volgende fragmenten van particuliere correspondenties: Uit een brief van een ambtenaar der Zuid- Afrikaansche Spoor, gedagteekend Pretoria 26 October: O! wist men in Europa, hoe eerlijk de Boer en hoe moorddadig de »rooinek" vecht, neen moordt, voorzeker dan zouden er stemmen opgaan voor het volk, dat vecht legde hem op de schrijftafel in Alfred's kamer, zoodat het meisje hem moest vinden als ze stof afnam. Alfred keek mij strak aan. Moedig beantwoordde ik zijn blik Het was een soort oorlogsverklaring. Toen ik vanmiddag in Alfred's kamer kwam, keek ik dadelijk of het knoopje er nog lag. Het was verdweenen. Waarschijnlijk had dus het kamermeisje aan mijn verzoek voldaan. Is mijn overhemd in orde? vroeg Alfred op strengen toon. Ja, antwoordde ik. Zijn gezicht helderde op. Bij gelegenheid zcfti ik hem wel eens vertellen, dat niet ik, maar het kamermeisje de knoop had aangenaaid. Het weer was redelijk. We reden naar de Prein. Alfred was zóo allerliefst, dat ik er wel een beetje spijt van had, hem zoo gefopt te hebben. Hij verbeeldde zich nu, dat hij maar had te beveleu om alles van me gedaan te Hij vergeleek mijn oogen met den hemel van Italië en met de klokjes van gentiaan. Ik ver gat heusch eenige oogenblikken Alfreds over hemden en hij oefende weer de vroegere beko ring op mij uit. We kwamen laat thuis en soupeerden in mijn kamer. Alfred was erg lief en fluisterde mij allerlei zoete woordjes in. Eindelijk ging hij naar zijn kamer. Met bonzend hart hoorde ik hem de lade der commode openschuiven. Ik wist, dat daar het overhemd lag. Eensklaps rukte hij de deur driftig open. Ik voelde, dat ik kippevel kreeg. Woedend riep hij voor vrijheid en voor recht. Wist inen, hoe door Engelsche lanciers rnet lanssteken de gewonden worden afge maakt; hoe men op het Roode Kruis schiet; hoe men Kaffers dwingt tegen witmenschen te vechten, enz. enz., men zou wraak schreeuwen en Engeland dwingeD, dat moor den te staken. Wist men, met hoeveel moed aan onze zijde gestreden wordt en met hoeveel laag hartigheid aan de andere, men zou wraak roepen. Doch van dit alles is zeker niets bekend, daar de telegrammen over Engeland moeten gaan. Uit een te 's Gravenhage ontvangen par ticulieren brief, van Pretoria d.d. 28 October: Gelukkig is het gevecht bij Elandslaagte van Duitschers en Hollanders tegen de En- gelschen beter afgeloopen dan eerst gemeend werd. Feitelijk zou er niets gebeurd zijn dan een paar dooden, als onze zwakke krachten eerder den aftocht haddeu. Tot hel laatste oogenblik is er echter gevochten, niet man tegen man, maar 10 Engelschen tegen 1 Hollander of Duitscher. Menig En- gelschman is bij dat gevecht met het geweer doodgeslagen. Van de 105 der onzen die gevangen genomen werden, was een deel gewond, die dus niet konden ontsnappen, maar 35 wisten te ontvluchten, door de dronkenschap van de Engelschen, die den buit, welken de Hollanders vroeger gemaakt hadden, bestaande uit bols en whiskey, op dronken, zoodat een vriend van mij met nog een paar anderen van dat dronkemanstooneel partij konden trekken om te vluchten. Een andere brief uit Pretoria bevat het volgende Zondagmorgen heb ik hier alle Engelsche gevangenen aan zien komen. Ze zaten net jes in de kleeren, maar tronies om van weg te loopen, zulke gemeene typen. Ze zijn op de Race-Court. De zieken lagen zóo in het hospitaal te vloeken, dat dr. Lingbeek ze er niet in wilde houden. Hel is gemeen, min volk. Lachend kwamen de Engelsche ge vangenen hier aan. Kranig hé, met pijpje of sigaret in hun mond. Die krijgen een shilling per dag, goeden kost, goede ligging, behoeven niet meer te vechten. Ziedaar het Engelsche type. Zooals bekend is, is in Engeland geen dienstplicht, geen staand le ger, maar alles uitschot der natie. In een paar brieven, die per laatste mail uit Pretoria ontvangen zijn, wordt, hoewel zij van verschillende personen zijn, gemeld, dat de Engelschen in het Noorden van Na- tal, kort na den slag bij Elandslaagte, ge schoten hebben op een trein van het «Roode Kruis.* O, als de gevangenen weer eens vrij zyn, dan zal er nog wat gehoord worden! Niet alleen dooden en levenden, zelfs ge wonden en stervenden werden geplunderd de heer Bijleveld, leeraar aan't Gymnasium te Pretoria, lag gewond op het slagveld en hem werd alles ontroofd, ook 14 pond aan geldcommandant Koch, later gestorven in Natal, werd 40 pd. ontroofdde heer dr. Coster lag op sterven; ook hij werd ge plunderd. Nog een staaltje van ongelooflijke wreed heid een man werd ook van alles beroofd en toen riepen de Engelsche soldaten »o Goen toen de man een eindje weg- geloopen was, scholen ze hem voor de grap dood Van de gevangenen, die hier zijn, is ook alles afgenomen horloges, geld, sleutels, mesjes en zakdoeken. De heer Mantel werd den bajonet op de borst gezet«Your watch or 1 kill you''. Een moest zijn schoenen uittrekken vooi' de roovers om hun te laten zien of daar ook geld in zat. Zelfs trouwringen moesten afgegeven worden. Ja zelfs werd een ge wonde de vinger afgesneden om den ring te nemen Zijn dat onmenschelijke daden of niet Nooit, nooit had ik gedacht, dat de Engel schen zulke beesten konden zijn Officieel zijn de mishandelingen der «rooi- baadjes" bevestigd en bemoeien er zich de consuls mede. God geve, dat de Europeesche mogendhe den zich nu ook met dit zaakje zullen bemoeien. Het Indische gouvernement heeft, gelijk bekend, gelden beschikbaar gesteld om een I gedenkteeken op te richten voor degesneu- j velden en dit te plaatsen op Lombok. Dit 1 monument is Zaterdag v*an Amsterdam per s.s. «Prins Hendrik" verzonden. Het voetstuk bestaat uit 3 treden ter ge zamenlijke hoogte van 1 Meter en gemaakt van Belgische blauwe hardsteen. Daarop is geplaatst een basement van gepolijst don ken ood graniet, ter hoogte van 2 Meter. In de voorzijde zijn met groote vergulde let- ters de volgende woorden aangebrachtEere Nu heb je tóch dien knoop niet aan mijn hemd genaaid I Ik dachthet kamermeisjeik heb het haar toch gezegd stotterde ik. Waarom laat je zoo iets aan een vreemde meid over? Je hadt het zelf moeten doen! Hier, naai dadelijk den knoop aan En hij wierp mij het overhemd voor de voe ten. Nu wera ik op mijn beurt boos. Mijn bloed kookte en ik zeide Alfred, als je mij op die wijze behandelt, krijg je niets van mijn gedaan l Dat zeg ik je eens en voort altijd l Hij ging vlak voor me staan. Ik herkende hem nauwelijks; zijn neusvleugels trilden, zijn wenkbrauwen waren gefronst en zijn bovenlip krulde zich. Ik heb het recht, op dien toon tegen je te spreken, als je niet doet wat je plicht is, zeide hij. Ik beveel je dien knoop aan te naaien Ik ben je meid niet, zeide ik, nam het overhemd, en legde het in zijn kamer. Schel jij de kamermeid. Ik sloot mijn deur en draaide den Bleutel om. Ik liet nu aan mijn tranen den vrijen loop, maar ik was blij, dat hij ze niet gezien had. Ik voelde, dat ik mij goed gehouden had. Maar toch was ik diep ongelukkig. Mijn ideaal, mijn Alfred, had mij ruw en onbeschoft behandeld. Hij had beweerd met mij te dweepen en tóch verlangde hij van mij, dat ik zijn ondergoed in orde zou houden l Het is nacht. De maan rijst boven de Son- nenwende. Alfred heeft beneden, geloof ik, ge biljart. Hij is laat naar bed gegaan, zonder zich om mij te bekommeren. Ik voel mij vreeselijk verlaten. O, was ik maar nooit getrouwd l Waarom moet ik onge lukkig zijn Ik heb toch nooit iemand kwaad gedaan. Zijn wij vrouwen wezenlijk niet anders dan slavinnen Alfred is net als alle andere mannen, een groote egoïst, een tiran. Hij heeft, mij alleen getrouwd om een slavin te hebben: maar dan heeft hij zich vergist! De volle maan staat boven den bergtop en kijkt mij verbaasd aan. Ik ben diep ongeluk kig, maar ik voel mij sterk. Alfred is vandaag een bergtoer gaan maken met een heer, dien hij gisterenavond in de bil jartzaal heeft leeren kennen. Hij liet mij dood eenvoudig alleen en zei koelAdieu, tot straks. Voor zijn vertrek schelde hij nog het kamer meisje en gelastte haar te zorgen, dat zijn wasch- goed terugkwam. Ik bleef alleen en schreide natuurlijk. Toen wachtte ik ongeduldig op de waschvrouw, die maar niet kwam. Alfred kon toch beBt rijn boord voor een enkele keer met een speld vast steken. Ik kon het niet over mijn hart ver krijgen, het knoopje aan te naaien. Ik ging alleen aan de table d'höte en praatte met een heer en een dame, moeder en zoon De oude dame moest voor haar asthma in hooge lucht zijn en haar zoon hield haar in zijn Paaschvacantie gezelschap. De jonge man was vol oplettendheden voor zijn moeder. Ik ben overtuigd, dat hij later goed voor zijn vrouw zal zijn. (Slot volgt).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1