Maandag 18
December 1899.
PHOENIX-BOCKBIER.
No. 4937.
49e Jaargang.
Buitenland.
Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co., Amersfoort
S
oitgave
A. H. tak cleeff
te Amersfoort
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, ofiicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT
Telephoon 19.
K E N N ISGE V1N G E N.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
geaieii de mededeling van den Hear Commial
Sn"®'" U
27 December e.t. en 3 Januari 1900 den"S
len dag geopend ral inn voor den Inteer v.„ «L
derlnnd.ch vee met reeht.treeksehe beetemminv
naar de slachthuizen alsmede van paarden scha
pen en geiten.
Amersfoort, den 15. December 1899.
De Burgemeester voornoemd
E. L. VISSER.
Weth., 1» Br.
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT brengen Ier kennis van
FR KI) ER IK MEIJER
dat de zitting van den Militieraad voor deze
gemeente op Woensdag den 20 December 1899
des voormiddags te 10 uren, in het openbaai
wordt gehouden in de zaal genaamd „Groot
Kunstliefde" van het gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen aan de Mariaplaats te Utrecht,
in te gaan tegenover de Botermarkt, en beütemd
is tot het doen van uitspraak omtrent de re
denen van vrijstelling voor den militairen dienst,
die hij vermeent te hebben.
Amersfoort, den 16. December 1899.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER,
Wetb., 1» Br.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Ge/.ien artikel 18 der Verordening op het ge
bruik van de haven, grachten en beken,
Brengt ter kennis van belanghebbenden dat
het tot nadere uankondigring geoorloofd Is, zich
tusschcu 's voormiddags 8 uur en 's namiddags 4
nnr tc bevinden op liet ijs der binnengrach
ten en, wat betreft de buitengrachten, alléén de
gedeelten tusschen de Bloeuiendalsclie brng en de
Zwemschool en tnsschen de St. Andricsbrng en de
Algemoene begraafplaats.
Amersfoort, den 16. December 1899.
De Burgemeester voornoemd,
E. L. VISSER,
Weth., 1». Br.
Het «Nieuws van den Dag" had wederom
jl£t, voordeel, Vrijdagavond eenige officieele
telegrammen van de Transvaalsche Regee-
te kunnen meedeelen.
Feuilleton.
De groote bladen namen ze alle succes
sievelijk over. Het eerste komt ons echter
zóo belangrijk voor en geeft zulk een juisten
blik op den afschuwelijken rooftocht dien
Engeland thans weer onderneemt, dat we
het eveneens overnemen.
Want waarlijk, het is het bewaren en her
lezen overwaard.
Het is gedateerd van 4 November en luidt:
De papieren, 26 October gevonden te Dundee
door de onzen, bevatten een geheel doorwerkt
schema ontrent aanval op de twee RepubliekeD
en hare onafhankelijkheid, reeds aangevangen
in 1896, niettegenstaande de gedurige verzeke
ring van Engelsche zijde van gevoelens van
vriendschap tegenover Oranje Vrijstaat. Onder de
papieren komen voor portefeuilles met militaire
schetsen van verschillende wegen om van Natal
binnen Vrijstaat en Transvaal te vallen, samen
gesteld door majoor Grand, kapitein Melville en
kapitein Gale, onmiddellijk naden Jameson-raid.
Een andere portefeuille, gemerkt „geheim", is
getiteld: „Verkenningsrapport omtrent wegen van
aanval cn trekken door den Vrijstaat." Dit werd
samengesteld door kapitein Wolley van afdeeling
adreskantoor van informatie van het oorlogs
departement in 1897 en is vergezeld van een spe
ciaal memorandum geteekend door sir Redvers
Bulier om het geheim te houden.
Behalve deze zijn er speciaal uitgevoerde
kaarten van deze Republiek en den Vrijstaat,
aantoonende alle natuurlijke bijzonderhedenook
een verder geheim rapport van communicaties,
in Natal ten Noorden van Ladysmith, inslui
tende een memorandum over de hoogte welke
Laingsnek zou bestrijken. Verder een kort mili
tair rapport over Transvaal, in Indië gedrukt
in Augustus, hetwelk zeer belangrijk bleek. De
blanke bevolking wordt daarin geschat op 288000
waarvan de uitlanders 80000 tellen, waaronder
30000 van Britsche afkomst, welke cijfers de
autoriteiten beschouwen als te zijn nader aan
de waarheid dan door Chamberlain medegedeeld
in het Huis der Gemeenten.
Een ander rapport schat, dat 4000 Kaapsche
en Natalsche kolonisten in geval van oorlog de
zijde der Republieken zullen kiezen. De kleine
bewapening der Republiek zou bestaan uit 62 950
geweren, terwijl de Boeren niet zoo strijdvaardig
zouden blijken als in den Vrijheidsoorlog en niet
zulke goede schutters zouden zijn. Omtrent
pretoria- en Johannesburg-forten wordt gezegd,
dat de Britten daarvan weinig" denken. Een
ander geheim rapport, getiteld: „Militaire aan-
teekeningen over de Hollandsche Republieken
in Zuid-Afrika," alsmede vele andere papieren
zijn gevonden, doch nog niet nagegaan; deze
zullen worden opgezonden naar Pretoria. De
Vrijstaatsche burgers zijn nu meer dan ooit
overtuigd, dat het de juiste politiek voor hen ia
geweest om thans met deze Republiek samen
te vechten en zij zegg»n dat zij, na dit rapport
te hebben gezien, indien mogelijk met nög meer
beslistheid zullen vechten.
Kan het schandelijker?
Terwijl Engelsche officieren (natuurlijk
niet uit, eigen beweging, maar op last van
hun Regeering) den veldtocht voorbe
reiden, in 1896 en onmiddellijk na de half-
olficieele strooptocht van Jamesonterwijl
de Engelsche Regeering betuigingen geelt
van vriendschap en een rol vervult in de
Haagsche Vredes-comedie bewerken Rho
des, Chamberlain en de Engelsche troonop
volger den oorlog, die alléén strekken moet
om de diamantmijnen te vermeesteren.
En de arme Engelsche soldaten worden
ten doode gedreven onder het motto «voor
de Koningin en het Keizerrijk".
En de Boeren die hoe ook beticht van
barbarisme en onmenschelijke daden al
ler sympathie hebbeu door hun gedrag te
genover den vijand, hun heerlijk Godsver
trouwen en hun moed, vallen bij de verde
diging van hun vaderland of worden ver
minkt door het oorlogstuig dat de «meest
beschaafde natie" zich niet ontziet te ge
bruiken in een krijg tegen blanken.
Maar het woord van Bismarck zal be
waarheid worden «Engeland gaat ten on
der door zijn hebzucht".
Reeds sedert Tl October woedt de krijg
en het Engelsche leger, grooter dan ooit een
macht in de meest bekende Europeesche
oorlogen heeft gestreden, heeft nog niets
verricht dan «schitterende overwinningen"
te behalen, die den volgenden dag neder
lagen bleken. Van de beste troepen zijn «le
moedigste mannen buiten gevecht gesteld,
gesneuveld, gewond of gevangen; de dap
perste officieren deelden hun lot. De ver
schillende legerkorpsen zyn achtereenvol
gens ingesloten door den «alomtegenwoor
dige!] maar nimmer zichtbaren "vijand".
Straks staat de geheele Kaap-kolonie op -De
bittere ironie der busjes zoate chocolade zal
ook hieraan wel niet ten goede komen.
Engeland heeft getoond, dat het niets ver
mag tegen een blanken vijand een negende
divisie wordt geformeerd, maar bij de ze
vende zijn reeds «le cadetten ingedeeld als
officier. Wat de vloot van de «eerste zee
mogendheid ter wereld" is, blijkt telkens
uit het stranden en verloren gaan der
transport-schepen.
In Engeland zelf wordt de algemeene
opinie wakker. Ook daar gelooft men er
niet langer aan, dat de Boeren half-wilden
zijn en dat hun Pers is omgekocht. De
transporten gewonden en verminkten doen
de oogen opengaan van het misleide en in
rouw gedompelde volkniet lang zal het
meer duren of liet eischt verantwoording
van het schandelijke Driemanschap, deze
groot-aandeelhouders van de «Chartered",
dat dezen oorlog forceerde.
En wanneer dan het militair overwicht
van Engeland in het buitenland voor ten
minste de eerste halve Eeuw is gefnuikt;
wanneer het binnenland in rep en roer
is Ierland geeft reeds het voorbeeld
dan zullen de groote Mogendheden hun
«tot hiertoe en niet verder" doen hooren,
zich verkneuterend over de nederlaag welke
de groote langvinger heeft geleden.
Moge dit woord spoedig worden gesproken.
Aan de nieuwe ook door het veranderde
formaat veel verbeterde uitgaaf van de
«Alinanach de Gothu" voor 1900 ontleenen
wij omtrent de weerbaarheid der Zuid-Afri-
kaansche Republieken de volgende cijfers
De Zuid-Afrikaansche Republiek heeft een
artilleriekorps ter sterkte van 29 officieren,
83 onderofficieren, 288 man, waarbij behoort
een telegraafkurps van 1 officier en 15 man
I te zamen 416 man. Voigens een telling, in
i 1894 gedaan, zijn bovendien 26299 manne-
I lijke inwoners verplicht in oorlogstijd het
weder verkrijgbaar het zoo gunstig bekende
EEN SPAANSCHE VROUW.
(Uit de biogrnphie van Sherlock Holmes).
2). I
,Laten we er liever van avond na ons bezoek
bij' Van der Street over praten bij zulke din
gen speelt de „haute finance" dikwijls een zeer
groote rol. Overigens raad ik je aan, vanmid
dag even een Encyclopedie te raadplegen
Op dit oogenblik waren we bn een breede
straat, vol kantoren en banken. Ona«r t voor
bij rijden, wierp Holmes er een blik in.
Watson. Hier wordt nu over he wel en
wee van millioenen menschen beschikt, hier
slaat de polsader van de tegenwoordige samen
leving. „BussineBS and bussiness forever „za
d"!z'oü 'waiislreet oorlog willen',jj 'nog
ale het cr in ziet een goeden bodem voor epe-
C°En'Vk?™ «n"lÖ 'Ni" (-"S
ik in flikkerende wapenrusting, vol schittering
van goud en zilverGaande 1.1*1^
van glans on luister, hun zwaard trekkend en
oorlog brengend onderde menschen ;;ook niet on
der volkeren, van hun arbeid wegloopend, alles
huisgezin en werk vergetend, om na lange on
derdrukking op te staan en in éen gezamenlijk
élan den strijd voor vrijheid en onrecht te gaan
strijden, of den lang gekoesterden ouderlingen
haat te gaan beslechten in feilen kamp; maar
ik zag Beursheeren, in hun zwart lusteren kan
toorjasjes, achter hun schrijftafels en lessenaars
en ontcijferend, met koel verstand en klaren,
kouden oogenopslag, wat voordeeliger zou zijn
oorlog of vrede.
En uit hun kantoren zag ik opstijgen zilve
ren, nauw zichtbare draden en zich verbreiden
over de huizen al verder en verder, zich verlie
zend voor het oog en overspannend het heele
land met een fijn net van zilveren kracht-
lijnen.
En ik zag hoe ze uit hun kantoren de samen
leving in beweging brachteD, hoe er door de
pers een agitatie ging, boe het volk in beroe
ring kwam, hoe er een steeds stijgende gisting
ging door het land, als ze op fijne knopjes
drukten en-de Beurstrillingen voortjoegen door
de zilveren krachtlijnen.
En het was me, of ook ik de koude trillingen
in me -oelde overgaan, of ook mij de zilveren
krachtlijnen gingen omspannen, met hun fijn
net, of al die huizen op me afkwamen en me
wilden verpletteren en verstikken met hun duf-
uiterlijk van „zaak" -kantoren. Ik voelde me
zoo klein "bij de straat met zijn strakke lijnen
en zijn aanzicht, dat zoo weinig bravoure had.
O, Holmes," zei ik, „als er dan oorlog en
oorlogwee moet zijn, laat er dan toch iets an
ders achter schuilen, iets van glans en geest
drift en poëzie, maar niet dat, niet dut 1" en ik
wees weer naar Wallstreet.
Holmes, zwijgend, met een somberen trek om
zijn mond, keek 6ok naar Wallstreet.
En in de Broadway heerschte steeds dezelfde
levendige drukte.
De luxueuse, prettig aandoende huizenmassa's
waren eerst wat ver, kwamen dan goed in 't ge
zicht en verdwenen weer. En daarachter kwa
men weer andere in deze grootsche, breede etraa',
waar urie mijlen lang luxe-huizen en paleizen
van weelde en vermaak elkaar afwisselen.
En Broadway baadde in zonlicht. En overal
het zelfde prettige leven, het geroezemoes van
stemmen, rijtuigen, bellen, hoorns, trams, van
geheel New-York, dat zich daar rendez-vous
scheen te geven.
Maar over Broadway heen, in de vrije hooge
lucht en de stralende zon, zag ik weer de fijn
zilveren krachtlijnen, van alle kanten komend
en zich verdichtend als draden van éen reus
achtig telephoonnet en ik wist, dat ze samen
kwamen in Wallstreet en Southstreet, en weer
kreeg ik een sombere gevoel van machteloos
heid tegenover de koude, strakke macht van het
levenlooze geld.
Maar Holmes, die mijn gedachten raadde, zei
„Kom, nu val je het toch te zwaar op
„Maar vindt je het niet afschuwelijk", barstte
ik uit, „dat edelmoedigheid, vaderlansliefde,
toorn om verdrukte vrijheid niets zouden zijn
dan wat handig speculeeren van geldmenschen?
Herinner je je niet Whitmnnn's lied van het
zingend Amerika, van dat groote werkende volk,
blij zijn arbeid verrichtend op eenvoudige, flinke,
openhartige manier? En dan het denkbeeld te
hebben, dut alles overspannen en beheerscht te
zien door fijne draden, die hun krachtcentrum
hebben in de kantoren van Beurskoningen".
„Maar", zei Holmes, „dat kan best samengaan.
Amerika kan best jou Amerika zyn van Whit
mnnn's nobel vers, terwijl toch zijn optreden,
en gros genomen, een uiting is van het fijne
spel van Beurskoningen".
Ik wil bekennen, dat ik Holmes verbluft
aankeek.
„Kom, ouwe jorgen, zit er nu niet te veel
over te soezen", zei hij, me een hartig tikje op
den schouder gevend„laten we er liever van
avond na ons bezoek bij Van der Street nog
eens een boom over opzetten. Onderwijl wip
pen we hier van de tram af en wandelen we
verder naar Fifth-averue".
Het volgende oogenblik waren we ook in de
vroolijke foule opgenomen en mijn omgeving
absorbeerde me.
Het opwekkende van de levendige stemming
die er heerschte, miste, toen we ons er middenin
bevonden, ook op ons zijn uitwerking niet en
joeg de muizenissen omtrent de volksbewegin
gen, uitingen van Beursspeculaties, oorlog of
niet, uit ons hoofden.
„Ik heb nog een paar zaken af te doen," zei
Holmes, toen we aan ons hotel aankwamen.
„Je zult op mijn kamer vinden een Encyclope
die van Miller; sla daarin wat op over Cuba.
Dat kun te pas komen."
Ik vond het deel van de encyclopedie en was
spoedig in de lectuur verdiept.
(Wordt vertolgd).