Maandag 23
April 1900.
4973.
49e Jaargang.
Binnenland.
Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co.,
Export naar Oost- en West-Indië.
Oltgave
rma A. H. VAN CLI
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
-,vv Post '145. Advertentiên 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letten naar
plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiên vac buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT
Telephoon 19,
KENNISGEVINGEN.
BURGEMEESTER van -AMERSFOORT,
;zien artikel 41 der Gemeentewet,
engt ter kennis van de ingezetenen, dat de
dezer gemeente zal vergaderen op Maau-
den 23. April aanstaande, des namiddags
ure.
mersfoort, den 20. April 1900.
I)e Burgemeester voornoemd,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
BURGEMEESTER der Gemeente AMERS-
RT,
stigt do aandacht der arbeiders, die in Duitsch-
werk gaan zoeken, op de verplichting zich,
hun vertrek daarheen, te voorzien van een
allteitsbewijs, zonder welke hunne pogingen
•uil mislukken en zij gewoonlijk als armlastig
de grenzen worden gezet,
t bewijs moet ter Secretarie der woonplaats
evraagd worden,
mersfoort den 20. April 1900.
De Burgemeester voornoemd,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
ERSFOORT,
el et op art. 204 der Gemeentewet,
ren te weten, dat liet primitief kohier der
tselijke directe belasting naar het inkomen over
dienstjaar 1900, goedgekeurd door Gedeputeerde
rn van Utrecht, in afschrift gedurende vijf
nden op de Secretarie der gemeente voor een-
r ter lezing ligt.
mersfoort, den 21. April 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
W. TH. SANDBERG.
i BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
ERSFOORT,
i art. 5 der wet tot regeling van den klein-
n sterkedrank en tot beteugeling van open-
dronkenschap
reugen ter openbare kennis, dat een verzoek-
'rift om vergunning tot verkoip van sterkedrank
(het klein bij hen is ingekomen van W. 11.
"WEMMER in het perceel Utrechtsche straat in
E. No. 24 en van G. GRAMSMA in het perceel
weg in wijk G. No. 10.
mersfoort, den 23. April 1900.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
W. Th. SANDBERG.
De Haagsehe correspondent, der sZutph.
weet mee te deelen, dat Koningin
ctoria met een langen brief heeft beant-
lüt'd het schrijven van onze Koningin, hou
nd verzoek, dat Engeland's Koningin al
t mogelijk zou doen om den Zoid-Afri-
:hen oorlog te voorkomen.
Feuilleton.
EN SPAANSCHE VROUW.
(Uit de biographic vau Sherlock Holmes).
Slechts weinigen van hen die om hem hen ston-
zoo eindigde Mac Eachin, zouden misschien
ir het Vrijheidsbeel zien, maar laten die wciui-
i dan, wanneer zij de groene baai invaren en een
et brengen aan ons Beeld, laten zij dan kuu-
uitroepen „Goddelijke vrijheid, uw verdedigers
i u getrouw geweest tot in den dood I"
Iet was stil na zijn woorden. Met tranen in de
;cn zagen de jonge mannen elkaar aan, diep over-
gd van het ernstige van het oogenblik, maar toen,
'tseling, richtten zij zieli op, hoog was hun hou-
ig on mot donderde stem riepen zij„Getrouw
in den dood I"
Toen wij weer boven kwamen, was het Beeld der
jheid verdwenen. Ook Amerika's kusten en de
ten van Sandy Hook waren niet meer te zien,
ar toch zou hot schitterend witte beeld blijven
iten voor die jonge mannen en het zou hun den
wijzen ter overwinning.
iolmes nam mij ter zijde. „Een mooi woord
den commandant, dokter, en nu hier, iu deze
igeving, voor de jonge mannen die ten oorlog
in, klinkt het niet zoo leelijk als voor onze Van
r Streets en Goulds. Dit zijn jonge mensclien. die
h zullen opofferen voor hun ideaal, terwijl uie-
nd, geloof ik, hetzelfde zou doen voor een
ïdvol goud."
Mae Eachin kwam tiaar oustoe. „Waarde vrienden,
j zijn volgens onze geheime instructies genood-
akt, direct door te stoomen naar Cadix, om ons
H. M. de Koningin heeft Donderdag mid
dag om 5 uur de leden van het buitenge
woon gezantschap der Zuid-Afrikaansche Re
publieken ten Paleize in bijzonder gehoor
ontvangen, waarbij ook de gezant der Zuid-
Afrikaansche Republiek, dr. Leyds, en den
vertegenwoordiger van den Oranje-Vrijstaat
buiten Afrika, dr. Hendrik Muller, vertegen
woordigd waren.
Van Atjeh meldt men aan het »Bat.
Nieuwsblad", dat Nja Din, weduwe van Toe
koe Oemar, ons Bestuur heeft doen polsen
omtrent de voorwaarden, waarop haar on
derwerping zou worden aangenomen.
Haar moet geantwoord zijn, dat op haar
onderwerping niet veel prijs gesteld wordt,
doch dat, wanneer zij wil komen, ze min
stens eenige honderden van do indertijd door
haar echtgenoot aan het Gouvernement ont
nomen geweren zal moeten inleveren.
Het schijnt, dat Nja Din's invloed niet
hoog meer moet worden aangeslagen en dat
haar partij langzaam maar zeker is verloopen.
Dat het tijdstip voor de indiening van het
ontwerp van wet, houdende nadere bepalin
gen omtrent de Personeele belastig ontijdig
zoude zijn, wort door den Minister van Fi
nanciën in zijn Memorie van antwoord op
Het Voorloopig verslag der Eerste Kamer
betwist.
Voor de herziening der tabel vaste tijd
stippen te kiezen, zou den Minister weinig
toelachen.
Aan den terecht gestelden eisch, dat men
alleen daar moet verbeteren, waar het
der administratie bleek dat verbetering noo-
dig is, meent de Minister dat geheel is vol
daan.
Voor de verwondering, door onderschei
dene leden aan den dag gelegd wegens hef
voorgestelde omtrent de houders van ver
gunningen", bestaat werkelijk geen reden.
Met mededeeling van dit antwoord sluit
de Commissie uit de Kamer haar eind
verslag.
Het verluidt, dat aan het Departement
van Waterstaat een begin is gemaakt met
de herziening van de bepalingen voor de
Kamers van Koophandel en Fabrieken en
dat, in verband daarmede, van de besturen
der Gemeenten waar een Kamer is geves
tigd, door den Minister van Waterstaat een
gespecificeerde opgave is gevraagd van de
uitgaven voor de Kamers gedurende de laat
ste drie jaren.
Maart bracht f12 793 313 in 's Rijks Schat
kist, tegen 110 702 512 waarop het ramings-
cijfer voor éen maand is gerekend, alzoo
f2 090 801 méér dan de raming, en f408 193
rnéer dan in Maart 1899. Nu was Maart
1899 niet bijzonder gunstig; die maand
bleef bij haar naamgenoote van 1898 f015 013
achter en dat lag voornamelijk aan dezelfde
oorzaak die in :98 en nu in 1900, in omge-
keerden zin, de opbrengst deed stijgen, im
mers, gaan wij de verschillende hoofdgroe
pen na, dan blijkt, dat slechts éen een te
ruggang aanwijst, n.l. de Domeinen mei
f45 502, en dat al de overige min of meer
belangrijk zijn vooruitgegaan. De aanzien
lijkste vermeerdering vindt men bij de groep
accijnzen en bij die der indirecte belastin
gen de eerste gaf f 180 958 meer (tenge
volge van de hoogere opbrengst van de sui
ker), de tweede f106759 meer door de wis
selvallige bate van het successierecht, dat dit
maal weer eens gunstig was. In Maart 1899
waren 't juist de indirecte belastingen die
een teleurstelling gaven in vergelijking met
Maart 1898, toen juist ook èn het successie
recht èn 'Ie suikeraccijns zoozeer de schaal
ten goede deden overslaan, dat de ongun
stige invloed zich in Maart 1899 op het ge-
heele eindcijfer deed gevoelen. Zóo be
schouwd is de eind-uitkomst van Maart 1900
bijna 5 ton hooger dan Maart 1899
zeer bevredigend te noemen.
Daartoe hebben niet enkel de accijnzen
en de indirecte belastingen bijgedragen, want
méér werd ook verkregenvan de directe
belastingen f4642; van de invoerrechten
f120012; van den waarborg f 407 van de
posterijen f20010van de telegraien f10964;
van de loodsgelden f20 530.
Wij kunnen nu ook de uitkomst over
zien van het eerste kwartaal van 1900.
Er is in de afgeloopen drie maanden to
taal ontvangen f28 837280, tegen een ramings-
cijfer van f32107 537, dat is dus f3270257
minder. Verleden jaar waren wij op ulti
mo Maart echter f4758 011 ten achter (bij
een lager ramingscijler) en in 1898 f 4084873
(evenzeer bij een lager ramingscijfer). Wij
hebben derhalve dit jaar een voorsprong
van bijna anderhalf millioen in vergelijking
met liet vorige jaar. De opbrengst over
het eerste kwartaal van 1899 was f26 491 243
en thans f2 346 017 meer.
Trokken wij de tot dusver ontvangene
f28 837 280 af van het ramingscijfer over
het volle jaar f 128130150, dan zouden wij
met f99592 870 over de verdere negen
maanden het eindcijfer reeds bereiken, dat
is dus gemiddeld 111063630 per maand
Welnu, Januari, gaf f9 335 057. Februari
f8 569000, Maart f12 793313, en men weet,
dat, hoe verder liet jaar vordert, des te meer
doorgaans de avans stijgt ten nadeele der
raming.
Na den dood van luitenant Nix is het Ne-
derlandsch-lndische leger bij de strijdende
Boeren slechts door een attaché, luitenant
Asselbergs, vertegenwoordigd, terwijl het
Nederlandsche leger is vertegenwoordigd,
door een kapitein en een luitenant.
Het voornemen zou bestaan, de open ge
vallen plaats we Ier te doen vervullen door
een ander officier van het Indische leger.
Reeds moeten zich sollicitanten hebben aan
gemeld.
Door den Rijks-waterstaat is thans een be
gin gemaakt met de voorloopige werken
voor de haven van Seheveningen.
De Hooge Raad der Nederlanden heeft
het verzoek om revisie van de gebroeders
Hogerhuis afgewezen.
Daarbij is o. a. overwogen, dat noch de
verzoekers, noch het nader onderzoek in
eenig opzicht hebben aangetoond of waar
schijnlijkheid gemaakt, dat P. van Dijk tij-
AMERSFOORT.
daar te voegen bij het eskader van commodore J
Schley dat, zooals gij weet, Cadix blokkeert. Hot
spijt inij nu u medegenomen te hebben, want onze
tocht zoo alleen, zonder kruisers en torpedobooten
kan zeer gevaarlijk worden. Men had mij zoo vast
gezegd, dat wij een pleizierreisje naar de Filippijnen
zouden maken, dat ik meende u te mogen meene-
men, doch nu zijt gij de dupe van die valsche zet- I
ten, want een dokter kunnen wij niet missen."
„Commandant", antwoordde Holmes in mijn plaats, I
„ofschoon natuurlijk mijn vriend Watsou deze reis
niet medegemaakt zou hebben ter wille van zijn
vrouw, moeten wij ons echter nu in het onvermij
delijke schikken, maar zullen ook ouzen plicht tot
in het uiterste vervullen.
„Daar twijfel ik geen geen oogenblik aan," zeido
Mae Eachin, „maar toch is dit voor mij een ellendig
geval. Enfin, wij zijn allen slechts werktuigen van
het lot; ik iioop alleen, dat de ondergang van dit
mooie schip niet een van de schakels zal z(jn van de
ketting van oorzaak en gevolg. Maar ik moet nu
weg, gij komt b\j me dineeren, hedenavond, niet
waar? Tot straks dus."
Ik ging met Holmes het schip eens bekijken. De
ziokeuknmer en de apotheek hadden wij reeds ceni-
go dagen te voren ingericht, zoodat wij allen tijd
hadden. God gave, dat dit zoo gebleven ware, al
ben ik niet een vijand van iets uitvoeren.
Holmes was van alles volkomen op de hoogte.
„Herinner jij je de Oregon" nog, Watsou zooals
hij daar lag in de New-Yorkbaai Die zwarte, drij
vende massa met zijn sombere lijnen en zijn drei
gende kanonnen Welnu, bezie deze commando
toren eens. Ga maar naar binnen. Hier staat de
commandant, wanneer hij een ernslig gevecht moet
leiden. Een mooie kamer, hè? Het lijkt wel een
gioote brandkast, niet waar? Die dikke muur;
waar heb je wel ooit zoo'n stevige gezien Het is
dan ook wel noodig, want de schat dien hij bevat,
is do oer van de vlag, en de dieven die hem stelen
willen, komen aankloppen met een bous van 5000
K.G. op den vierkanten centimeter. En kijk nu
eens liior (loor die nauwe spleet naar de twee groote
30-centimeter kanonnen. En zie dit kleine knopje
hier iu den wand, ivanneer de commandant daar
op drukt, zullen die twee vriendjes daar dood en
verderf uitstorten op den vijand. Zie verder rond
naar al die seinen. Dit sein, en van beide machi
nes zullen de schroeven beginnen te draaien en
de opeengehoopte II 000 paardekrachien der ma
chines zullen het schip voortbewegen mot een 16-
mijls vaart. Maar hier, hier heb je het wreedste,
liet verschrikkelijkste van al de werktuigen. Hier,
dit sein onder het eenvoudige woordje „Ram" en
de hand welke het stuurwiel bedient, zal te be
schikken hebt en over een macht waarvan vroeger
skvl ts de Goden zich bedienen konden. Do scher
pe stalen voorsteven van ons schip van 10 000 ton
water verplaatsing, met een 16 mij Is vaart voortge
dreven door 11000 paardekrachien, zal een gat ma
ken in de. zijde van het vijandelijk schip. Geen pant
ser zal die vernieling kunnen tegengaan, geen macht
is dan in staat om het einde van een dusdanig
schip to voorkomen. Het vijandelijk schip zal on
herroepelijk verloren zijn.
„Maar wat denk je wel van den commandant, den
man in wiens handen af die verschrikkelijke wape
nen zijn gegeven Wat een zenuwgestel, wat ecu
zelfbeheersching hij moet hebben, wanneer éen
misgreep den ondergang van zijn eigen schip kan
ten gevolge hebben
Zoo pratend brachten wij den middag door, en
ook de overige dager vloden heen, kalm en een
tonig. Ik zal maar niet de gehcele reis vertellen
alleen wil ik de beschrijving van dc laatste dagen
van ons mooi slagschip geven. Het is een kopie
van het dagverhaal van onzen commandant een
stuk, dat ik heb kunnen overschrijven eon paar da
gen na het beroemde gevecht van den „Oregon"
met den „Pelayo".
Het was 2 uur den volgenden dag toen de uit
kijk een vreemd schip sigualecrde. Kort daarop
ondcrscheiddeu wij het vaartuig als te zijn een van
de nieuwste Spaansehe kruisers. Een goede verre
kijker deed ons 2 torpedobooten ondekken, naast
hem stoomend. Ik begreep dadelijk wat onze vriend
uitvoerde en ik verlangde óok een vluggen kame
raad te hebben om hem achterna te zetten, maar
ik was nu eenmaal niet zoo gelukkig. Na ons goed
geïnspecteerd te hebben, ging de vreemdeling er
weer met volle vaart vandoor Hem te volgen, was
onmogelijk, öok al bezat ik de meerde -, 4 knoopen,
want mijn instructie was anders.
Gedurende den geheeleu nacht stoomden wij O.
Z. O. en onze eenige ontmoeting we een Engelsch
stoomschip, van Liverpool naar Valparaiso, dat ons
seinde, een Spaanscb eskader te hebben ontmoet,
bestaande uit een slagschip, een kruiser en zes tor-
pedobooten. Wij dankten onze goede nabureu en
vervolgden met de grootste voorzichtigheid onzen
weg. ik begreep, dat de Spanjaarden een verster
king vun de Amerikannsche vloot voor Cadix met
een slagschip als de „Oregon" niet gewenscht acht
ten en dus zouden trachten ons op te vangen.
Den volgenden dag was het een prachtige mor
gen toen de uitkijk een vreemd schip signaleerde
op ongeveer 12 mijl afstand. Wij waren niet lang
iu onzekerheid. Binnen minder dan 10 minuten
kwamen niet alleen de vormen, maar ook de vlag
van den vreemdeling voor den dag, en de kleuren
van de vlag waren zulke, dat het mijn plicht was,
zc in elk geval neer te halen.
Het schip was mij bijna even bekend als de vlag
die hel droeg. In deze dagen van uitgebreide vak
litteratuur en vak-photogrupliie zou liet zeer vreemd
zijn, wanneer ik niet de drie schoorsteenen en de
formidabele lijnen van onzen tegenstander had her
kend.
[Wordt vervolgd.)