Maandag 16
Juli 1900.
No.
4997.
49e Jaargang.
op reïsT~
De derde vrouw!
Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co.,
Export naar Oost- en West-Indië.
Uitgave:
Ifirma A. H. VAN CLEEF.F
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden 4.franco per
post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Groote lettere naar
plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
EORTEGBACHT
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
Brengt ter kennie van de ingezetenen, dat de
■Baad dezer Gemeente zal vergaderen op Dins-
Ijag, den 17. Juli aanstaande, des namiddags te
2 ure.
Amersfoort, den 14. Juli 1900.
I)e Burgemeester voornoemd
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
Wij zijn gaarne bereid om, tegen vergoe-
I ding van het porto, de geabonneerrlen die
I voor korten of langeren tijd op reis gaan, de
I Amersfoortsclie Courant en de bladen welke
I zij door onze tusschenkomst ontvangen, na
1 te zenden.
Opgave van duidelijk adres is voldoende.
Amersfoort in 1899.
v.
Aan het verslag van Toezicht op het La-
I ger onderwijs zij het volgende ontleend
1 Evenals in vorige jaren heeft de Commis
sie alle Lagere Scholen iu deze Gemeente
I geregeld bezocht.
I Burgemeester en Wethouders dienden bij
de Commissie een verzoek in, om een uit
gewerkt plan tot reorganisatie van het Her-
balings onderwijs. Na langdurige beraad
slaging stelde de Commissie voor om dit
1 onderwijs luer zóo in te richten alsdeCom-
I missie reeds eenige jaren geleden had aan
gegeven. Voor eenige onderdeelen verwees
I de Commissie het D. B. naar de inrichting
van dit onderwijs te Utrecht, met dit on
derscheid, dat de cursus hier een halfjaar-
lijksehe zou moeten zijn.
Een ander onderwerp, dat tot eenige be
spreking aanleiding heeft gegeven, was de
overbevolking van de Openbare Lagere school
3e soort aan de Koningstraat en van de
Openbare Meisjesschool.
In het plaatsgebrek in de school aan de
Koningstraat werd tijdig voorzien door het
huren van de Diaconieschool, waar het over
compleet aantal leerlingen dier school ge
bracht werd.
Wegens het groot aantal leerlingen der Meis
jesschool stelden B. en W. voor, de Meisjesschool
te verplaatsen naar de Jongensschool aan de
Heerenstraat en de Jongensschool naar de
Meisjesschool. De Commissie van Toezicht,
om advies gevraagd, verzocht de resp. hoof
den om in haar vergadering dit onderwerp I
met haar te bespreken. Met het oog op en
kele moeilijkheden adviseerde de Commissie
om, bij wijze van proef, de beide laagste
klassen der beide scholen te combineeren
en dit uit te strekken tot 2 klassen; deze
klassen te brengende le klasse onder éen
onderwijzeres en de 2e klasse onder éen
onderwijzer. Mocht evenwel de verhouding
van het aantal leerlingen op beide scholen
zoo blijven, dan achtte de Commissie het
wenschelijk om met het begin van den vol
genden cursus over te gaan tot omwisseling
der scholen.
Nog werd aan de commissie door B. en
W. om advies gevraagd inzake een request
van onderwijzeressen en helpsters in de hand
werken om verhooging hunner jaarwedde.
Op voorstel van H.H. Districts- en Arron-
dissements-schoolopzieners werd besloten, B.
en W. te adviseeren om op dit verzoek niet
in te gaan, omdat het onderwijs in de hand
werken alhier niet is wat het moet zijn en
volstrekt niet klassikaal kan worden genoemd.
Daar evenwel geen der leden van de com
missie zich bevoegd acht, over dit vak te
oordeelen, werd aan B. en W. in bedenking
gegeven een voorstel te doen tot uitbreiding
der commissie met 2 damesleden, bekwaam
om ook over dit vak te oordeelen. De Voor
zitter nam, in opdracht der commissie op
zich, zich voor dit onderwijs in verbinding
te stellen met een bekende specialiteit op
het gebied van klassikaal onderwijs in de
handwerken. Door ziekte kon deze dame
evenwel niet zoo spoedig komen, maar heeft
kennis gegeven, dat zij na alloop van het
examen in de handwerken zal komen om
deze zaak te regelen.
De uitbreiding van het personeel der school
j met een Se onderwijzeres maakte, dat er in het
1 gebouw der Meisjesschool gebrek aan ruimte
j kwam. Daarom was het noodig om de 4e
en de 2e klasse onder te brengen in een paar
lokalen der Jongensschool aan de Heerenstraat,
waar ze werden gecombineerd met de jon- I
gens van het le en het 2e leerjaar. Sedert
het in werking treden dezer regeling is
van den kant der ouders hierover geen klacht
vernomen.
In den bop van 4899 verlieten 27 leer
lingen de school en werden 30 Dieuwe leer
lingen toegelaten. Op 45 Januari 11. bedroeg
het aantal leerlingen 441.
In het begin van 1899 bedroeg het
aantal leerlingen der Openbare Jongens
school 130.
Er vertrokken 54 leerlingen terwijl 42 nieuwe
leerlingen werden toegelaten, zoodat op 34
December 1899 de school werd bezocht door
418 leerlingen.
Het aantal buitenleerlingen bedraagt 5,
uit de Gemeenten Barnevela, Resteren, Rens-
woude en Leusden.
Het schoolverzuim had steeds om wet
tige redenen plaais. Drie leerlingen zijn
door ernstige ziekten genoodzaakt geweest,
geruimen tijd de school te verzuimen éen
dezer drie is overleden.
In den loop van het jaar werden 6 school
vergaderingen gehouden.
Met Mei is een deel van het aangebouwde
in gebruik genomen.
Door de combinatie van de beide laagste
klassen der Jongens- en Meisjesschool wer
den met September de beide ledigstaande
lokalen van het nieuwe gedeelte eveneens
gebruikt.
Door de benoeming van een onderwijzer,
die met Mei in functie trad, is het Hoofd
der school niet meer aan een bepaalde klasse
bebonden.
Het aantal leerlingen der Openbare school
2e soort, aan de Hellingstraat, bedroeg op
45 Januari 246, n.l. 420 jongens en 426
meisjes65 nieuwe leerlingen werden toe
gelaten n.l. 30 jongens en 35 meisjes45
jongens en 35 meisjes verlieten de school.
Het ongemotiveerd schoolverzuim was ge
ring.
Het aantal leerlingen der Openbare school
3e soort aan de Beekstraat daalde van 603
tot 587. Een van de redenen hiervan is het
vertrek van leerlingen, wier ouders slechts
tijdelijk in de Gemeente woonachtig waren.
Vele leerlingen verlaten te vroeg de school.
Ook het schoolverzuim is niet gering. Door
het groot aantal leerlingen, dat in 4899 met
Mei toegang lot de school gevraagd heeft,
is meer dan een klasse met nieuwe leerlin
gen gevulddaardoor kon, bij overplaatsing
naar een hoogere klasse, niet altijd gevraagd
worden of de leerlingen voldeden aan de
eischen, gesteld in het leerplan. Gevolg is,
dat de school niet kau staan op bet peil
waarop zij moest staan.
Aan het Herhalingsonder wijs werd met
34 December deelgenomen door 25 leer
lingen.
Het aantal leerlingen der Openbare school
3e soort aan de Koningstraat bedroeg op
4 Januari 321 en steeg in den loop
van 4899 tot 343, nl. 495 jongens en 448
meisjes.
Wegens gebrek aan plaats konden bij de
toelating in Mei 32 kinderen niet worden
toegelaten doch zij vonden plaats in het lo
kaal van de Diaconieschool. Daarom werd
een 7e klasse aan de school in de Koning
straat toegevoegd.
In de lagere klassen is het schoolverzuim
gering, in de hoogere klassen iets meer, maar
toch moet de opkomst bevredigend worden
genoemd.
Het gedrag der leerlingen was goed.
Eén leerling is overleden. Enkele nieuwe
lingen moesten om hoofd- en huidziekten
voor eenigen tijd worden verwijderd. Ove
rigens was de gezondheidstoestand goed.
In 't algemeen waren de vorderingen
der leerlingen voldoende.
Aan de school wandelingen, door den on
derwijzer Verburg in zijn vrijen tijd gehou
den, werd met graagte deelgenomen.
Het schooltuintje bleef in goeden staat.
De leermiddelen werden door den heer
Arrondissements-schoolopziener verrijkt met
Feuilleton.
14).
naar HENRYK SIENKIEWICZ,
schrijver van „Quo Vadis enz.
hi (lcn salon hcerschte diepe stilte, die alleen af
gebroken werd door het fluisteren van Kazia. Ik
vroeg, haar te mogon omhelzen zij fluisterde
Papa ziet ons.
En daar begon „papa" overluid te lezen
De schilderij van ouzcn bekenden kunstenaar
Svyatetski, „Dc laatste ontmoeting" werd heden
door dr. Byalkovski aangekocht voor 1500 roe
bel.
- Dat is zoo, merkte ik op, Antek verkocht het
van ochtend.
En ik wilde weer Kazin omhelzen en weer hoorde
'k haar fluisteren:
Papa ziet ons.
Onwillekeurig keek ik naar Suslovski. Ik zag
z'jn gelaat op eens veranderen hij hield zijn hand
hoven de oogen en boog over den „Vlieger."
Wat kon hy toch zoo belangrijk vinden
Wat is er vader? vroeg mevrouw Suslovski.
Hij stond op, kwam twee pas Danr toe, stond stil,
doorboorde my niet een blik en begon met ineen
gevouwen handen le knikken.
- Wat is er? vroeg ik.
- Kijk, hoe leugen en bedrog altijd op dokaak
gesteld worden, antwoordde Suslovski plechtig. Myu
waarde heer, lees dit tot het einde, als gy geen
schaamtegevoel meer hebt.
Hierbij maakte hy een beweging, alsof hy z.cti iu
2,jn toga wikkelde en gaf mij den „Vlieger. Ik
Da,n het blad nan en mijn oog viel op een stukje,
waarboven stond Een minstreel uit de Ukraine.
Ik voelde mij verlegen worden en las
AMERSFOORT.
Eenige dagen geleden kwam in onze stad een
vreemde gast, in de gedaante van een afgeleefden
minstreel, die bezoeken breugt bij stadgenooten, uit
de Ukraine afkomstig, om almoezen bedelt en als
dank liedjes zingt. Men beweert, dat onze welbe
kende en gevierde tooneelspeelster Eva Adami bij
zonder belang in hem stelt; hij werd met haar in
een rijtuig gezien, niet langer geleden dan van och
tend. In het begin van zyn verblijf hier ter stede
vertelde men het wonderlijke praatje, dat een on
zer beroemdste artisten zieh in de kleeren van den
minstreel gestoken had en zoó, zonder de aandacht
te trekken van echtgenooten en bedienden, gemak
kelijk toegang vindt tot de boudoirs onzer dames.
Wij zijn overtuigd, dat gerucht ongegrond is, al was
het alleen om de reden, dal onze diva nooit zou
toestemmen iu een dergelijke kennismakking. Zoo-
als ons gebleken is uit onze nasporingen, kwam de
oude man inderdaad uit de Ukraine. Zijn verstand
is wat verzwakt, maar zijn geheugen is nog uitste
kend.
Duivels 1
Suslovski was zóo nijdig, dat hy geen woorden kon
vindeneindelijk gaf hy lucht aan zyn overvloed
van verontwaardiging
Welke nieuwe leugen, welke verontschuldi
ging tracht jo uit te vinden om je gedrag te rechtvaar
digen Hebben wij je niet vandaag in die vieze
kleeding gezien Wie is die minstreel
Die ben ik, antwoordde ik, ruaar ik begryp
niet, waarom u dat zóo schandelijk vindt.
Kazia trok ray nu den „Vlieger" uit de hand en
begon het stuk te lezen. Suslovski hulde zich nóg
dichter in zyn toga van verontwaardiging en begon
W-Cr Nauwelijks heb je de drempel van een eerzaam
huis overschreden, of daar brengje weder verdorven
heid met je mede, en vóór je de echtgenoot bent
van dit ongelukkige kind, bedrieg je baar in ge
zelschap van vrouwen van wuft karakter; je vertrapt
nó reeas haar vertrouwen en het onze; je verbreekt je
woord en voor wie? Voor een tooneelkatje.
Nu werd ik toch óok woedend.
Mijn waarde heer, zei ik, het is nu genoeg met
uw mooie woorden. Die dame is my meer waard
dan tien van die leugenachtige Cato's zoonis gij. Gij
zijt nog niets voor mij en weet nu, dat gij mij ver
veelt! Ik heb nu genoeg van u en uw pathos, met j
uw Hier kon ik geen woorden meer vinden, maar
ik had ze niet noodig, want Suslovski deed zyn jas
en vest open, alsof hij zeggen wilde „Stoot toe
hier is mijn borst!"
Maar ik dacht niet aan steken ik verklaarde al
leen, dat ik wegging, dat ik anders misschien nog
meer tegen hem zou zeggen.
En werkelijk ging ik weg, zonder iemand goeden
dag te zeggen.
De frisscne wind verkoolde myn verhit hoofd. Het
was 0 uur en de avond erg rustig. Ik moest wande
len om weer op myn verhaal to komen, daarom
liep ik naar de Belvedère-laan.
De vensters van bet huis van Hela waren donker
blijkbaar was zij niet thuis. Ik begreep mijzelf niet,
dat ik my daarover teleurgesteld gevoelde.
Als ik haar schaduw maar op de gordijnen gezien
had, zou ik kalm zijn geworden, manr zooals het
geval toen was, dreef mij de woede weder voort.
Wat ik dien Ostrynski had kunnen doen, als ik
hem gezien had, wist ik zelf niet. Gelukkig washy
geen man, die bang is, zich te verantwoorden.
Maar op den keper beschouwd, welke grief kon
ik tegen hem hebben Het artikeltje was met helsche
handigheid opgesteld. Ostrynski loochende, dat de
minstreel een vermond schilder was; hij kwam,als
het ware, op voor Eva, maar tegelyktyd verklapte
hij het geheele geheim aan Hela. Blijkbaar wilde
hy Eva bij Hela in een slecht daglicht stellen; hij
nam wraak op mij voor Kazia, en maakte mij nog
belachelijk op de koop toe.
Als hij nog maar niet beweerd had, dat mijn ver
stand verzwakt wasDe teerling was geworpen. In
dc oogen van Hela was ik belachelijk. Zij las óok
den „Vlieger."
Wat al roezemoes en ellende voor Eva! Wat
moet die Ostrynski in zijn vuiBtje gelachen hebben
Ik moest er bepaald wat aan doen, maur als ik wist
wat, hadden zy mij in de redactie van den „Vlieger"
kunnen opnemen
Ik ging eerst den raad inwinnen van Eva. Zij trad
toen op ik wilde naar den schouwburg gaan en
haar na afloop spreken.
Het werd tijd.
Een half uur later was ik iu haar kleedkamer.
Eva zou dadelijk klaar zijn; intusschen keek ik
rond.
Onze schouwburgen staaD, zooals bekend is, niet
hoog aangeschreven wat meubileering aangaat. Een
kamer met witte muren, twee gaspitten, die heen
en weer flikkerden door den tochteen spiegel, een
waschtalel, een paar stoelen, en in den eenen hoek
oen rustbank, waarschijnlijk het eigendom van de
diva ziedaar de kleedkamer. Voor den spiegel
ontelbare toilet-benoodigdheden, een half opgedron-
kon kop koffie, doozen met rouge en wit, potlood
voor de wenkbrauwen, eenige paren handschoenen,
met den vorm van de hand er nog iu, en een paar
valsche vlechten aan de zijmuren tal van costumes,
wit, rozerood, donker, licht en zwaar, op den grond
twee groote doozen vol kleinigheden, die bij dames-
kleeren hooren. De kamer rook erg naar poeder.
Wat eeD rommel, alles in der haast neergegooid
Wat e$[\ menigte kleuren en schaduwen, welk een
prachtige lichtspeling van die bibberende gasvlam
men 1
Het was een schildery daar zat teekening in. Na
tuurlijk was er niets meer dan in een gewone dames
kleedkamer, maar toch scheen het vertrok door het
een of ander een soort heiligdom daar hing een
bijzondere lucht met een eigenaardige bekoring. Bo
ven die wanorde, die chaos en rommel, tussohen
die vuile muren zweefde de inspiratie der kunst
Ik hoorde een verwijderden donder van byval.
Het was afgeloopen. Door de muren heen verstond
ik het geroep van „Adanii! Adami!" Een kwartier
ging voorbijzij schreeuwden nog steeds.
Wordt xtrvolg.)