Maandag 17 September 1900. No. 5015. 49e Jaargang. Stadsnieuws. Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co. Export naar Oost- en West-Indië. UITGAVE FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f\.franco per post 11.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT 9- Telephoon 19- jlen seint ons uit Den Haag Naar wij vernemen, heeft Harer Majes- teits regeering aan den Nederlandschen •ousul te Lorengo Marque/. getelegrafeerd om president Kruger aan te bieden, hem lian booid van een iVederlandsch oorlogs schip naar Nederland over te brengen. Het antwoord van president Kruger wordt ingewacht. De noodige maatregelen zijn genomen, zoodat een Nederlandsche oor logsbodem binnen 5 ti 6 dagen na aan neming van het aanbod te Loremjo Mar- quez kan zijn. I)o wereldvrede. Kr is sedert den zomer van het vorig jaar zóóveel belangrijks on vreeselijks gebeurd als wilde de 10e eeuw geen afscheid nemen zonder diepe, helaasniet zeer bemoedigende, indrukken achter te laten dat men schier heelt vergeten wat op 29 Juli 1899 heeft plaats gehad. Wie herinnert zich nog, dat up dien dag in het «Huis ten Bosch" bij 's-Gravenhage door de afgevaardigden van schier allo beschaafde Staten eenige over eenkomsten zijn onderteekend, waarin, na een beraadslaging van ruim twee maanden, een aantal regelingen zijn geformuleerd in hel belang van denwereldvrede? Terwijl de schandelijke veroveringsoorlog, door Engeland in Zuid-Atrika begonnen, nog voortduurt en in Peking de legers der ver bonden groote mogendheden gelegerd zijn, zijn in Den Haag wederom de afgevaardig den. óok van Engeland en van de in China strijdende landen, bijeengeweest om de ak ten tot bekrachtiging van de overeenkom sten der »Vredes-couterentie" te deponeeren. /.ij hebben deze gelegenheid aangegrepen om den ontwerper dier conferentie, den nobelen Russisehen keizer, een telegram van hulde te zenden. Het moet voor den Czaar een moeilijk oogenblik geweest zijn, toen hij overwoog wat hij zou antwoorden. Was liet niet een hersenschim die hij na joeg bij het streven naar den wereldvrede, naar het voorkomen van oorlogen door be middeling, door arbitrage en dergelijke vre delievende middelen Hebben tie slagvelden in Zuid-Afrika en in het verre Oosten niet en streep gehaald door al de met zooveel moeite saamgestelde artikelen van de Haug- sche tractate n Toen bij de opening der doos van Pandora alle rampen en de oorlog was daarvan zeker niet de geringste over de aarde zich verspreidden, bleef toch éen ding op den bo dem achterde hoop Zoo ook in den geest van den Russisehen alleenheersclier en allen, die zijn edele he- i dodingen waai deeren. In zijn antwoord spreekt j hij de verwachting uit, dat de Haagsche tractaten »tot grondslag mogen strekken voor het grondvesten, zij het ook eerst m een verwijderde toekomst, van den wereld vrede, doel van alle Christelijke beschrving." Een wissel op een nog verre toekomst ge trokken ziedaar de eenige beteeken is van de Vredes-conferentie van 1899. Zekerzij die gelooven, haasten nietmaar hoeveel onrecht, ellende, verwoesting en bloed zal het. nog kosten alvorens die wissel ge honoreerd zal wordenHbld. De Donderdagavond ten Raadhuize ge-, houden 89ste openbare vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken werd bijgewoond door 5 leden en den Secretaris; de heer H. van Haselen was afwezig. Na het lezen en onveranderd vaststellen van do notulen der openbare vergadering van 9 Augustus, deelde de Voorzitter, de heer J. Ger. Kleber, mede dat ingekomen wa ren twintig jaarverslagen van verschillende Kamers in den lande, het jaarverslag van de H. IJ. S. M., een exemplaar Wetten en ver ordeningen binnenlandsche scheepvaart, een exemplaar Statistiek Gemeente-financiën zulien alle rondgezonden worden bij de le den en later ook ten inzage liggen voor be langstellenden missive van den «Nederlandschen Werk- geversbond" in zake arbeid- en rusttijden houdende verzoek zijn request aan de Sta- ten-generaal te willen steunen in handen gesteld van de commissie ad hoe; een missive van de Kamer te Dordrecht in zake de onlwerp-Drankwet zal nader worden behandeld bij het in de vorige ver gadering aangehouden puntgoedkeuring dour B. en VV. van de rekening der Kamer over 1899 voor notificatie antwoord van B. en W. op de klacht der Kamer over ondiepten in de Eem, met rap port van den Gemeente-architect. In dat antwoord wordt toegezegd, dat de in den regel zeer geringe ondiepten zullen worden verwijderd Erkend wordt, dat de tonnen- inaat der schepen aanmerkelijk grooter is dan voorheen, doch het is onmogelijk, de haven in verband daarmee op behoorlijke diepte te brengen, wijl de toestand der kaai muren dit niet toelaat, gelijk bleek bij de opmetingen den 20 Augustus gedaan, waarbij o. a. bleek dat de diepte der Eem bijna overal 1.75 en op een enkele plaats slechts 1.60 M is. De heer Sinnige zegt, dat uit het ant woord van B. en W. duidelijk blijkt, dat de tonnenmaat der schepen evenals overal el ders ook hier aanzienlijk grooter is gewor den. Bed loevend acht spr. het, dat B. en W. de bakens niet hebben verzet toen het getij verliep en niet bereid schijnen, zulks nü nog te doen. Volharden zij in deze mee ning dan zal de waterweg naar Amersfoort op den duur onmogelijk blijken en de han- i del dus koinen voor zeer hooge spoorvrach- ten. Spr. zou wensclien, dat de haven flink werd uitgediept en dat de kaaimuren wer- j den vernieuwd. Dit zou den handel zeer ten I goede komen. i De Voorzitter merkt op, dat het punt thans niet aan de orde is en beter later te behandelen ware. Spr. vindt het reeds een zeer verblijdend verschijnsel, dat B. en VV. aanstonds achtsioegen op de klacht der Ka mer en zij een ernstig onderzoek instelden en verbetering toezeiden, en stelt voor het antwoord onder dankbetuiging aan te nemen voor kennisgevingwaartoe besloten wordt, nadat de heer Sinnige heeft gezegd, dat hij hoopt, dat de Kamer diligent zal blijven en te gelegener tijd op de zaak zal terug komen. Ingekomen zijn nog een missive van den Minister van Financiën ten geleide van het ontwerp tot regeling den invoerrechten zal circuleeren bij de leden en in een vol gende zitting worden behandeld ten slotte een missive van B. en W. dd. 3 September in zake Kamers van Arbeid hier ter stede, en wel voor de bouwvakken en voor de genotmiddelen, met verzoek om ad vies wordt besloten de belanghebbenden te hooreu en, na deliberatie in een volgende vergadering, advies uit te brengen. In behandeling komen hierna het verzoek om steun van de «Vei eeniging van handeleren" te Groningen aan de Tweede Kamer in' zake de ontworpen Drankwet., met een begeleidende missive van de Kamer te Dordrecht, welke dat adres steunde. De heer Visser zegt, dat het alle aanbe veling verdient, dit adres te steuneu. De heer Van der Zoo de Jong wenscht evenzeer, dat de Kamer het adres zal steunen in hoofdzaak omdat ieder gelijk moet zijn voor d£ wet en dus ook ieder wegens schuld zij het dan ook drank- schuld moet vervolgd kunnen worden. De heer Sinnige wil het adres óok steu nen, vooral omdat in het ontwerp zulke dra conische bepalingen zijn opgenomen tegen over neringdoenden. Voor Jangzame over gangsbepalingen zou spr. nog iets kunnen gevoelen, doch het stuit hem tegen de borst, dat door het ontwerp zoo op eens zoo veler bestaan vernietigd dreigt te worden. Met algemeene stemmen wordt besloten, het adres te steunen, waarna de vergade ring, welke te 7,45 aaqving, te 8.30 geslo ten werd. In besloten vergadering hoorde de Kamer nu, over het door werklieden-vereenigingen geuit verlangen tot het oprichten van twee Kamers van Arbeid, achtereenvolgens pa troons welke daaibij belang hebben en wel: het Dagelijksch Bestuur van de Vereeniging van Patroons in de Bouwvakken wevers, brood- en koekbakkers en vleeschhouwers; brouwers, graanhaudelaren en handelaren in koloniale waren sigaren-fabrikanten, tabaks- kervers, boter-fabrikanten, kofterfabrikan- ten en zeeppoeder fabrikanten en manufac turers. Van de 26 genoodigden waren er slechts 11 opgekomen. Gelijk hierboven vermeld, zullen de ver klaringen eerst in een volgende zitting wor den saamgevat tot het rapport, dat B. en W. ten deze verlangen. Mr. H. T. s' Jacob. Griffier ter Gemeente- Secretarie hier, is met ingang van 1 October benoemd tot schoolopziener in het arrondis sement Rhenen. Volgens hel «Bat. Nbld" is een beslist gunstige wending gekomen in de ongesteld heid van onzen vroegeren stadgenoot den luite nant der cavalerie van het O. I. leger James de Koningh, doordat zijn bewustzijn meermalen AMERSFOORT. Feuilleton. De beleende Juweelen 7.) .Uit het onderzoek der nalatenschap bleek, dat zijn bezittingen verre boven de waarde beleend «aren cu de overledene zelfs zóo diep in schulden slak, dat er voor zijn familio niets meer overbleef dan net huis, waarin hjj gewoond had en waar zijn over- blijveudou slechts een naakt toevluchtsoord en ver der niele vonden. De vcDnootcu van ruijn vader «aren over zijn handelwijze zóo gebelgd, dat *0 niets meer met ons wilden te doen bobben slee rus een enkele vriend bleef ons over, die ons niet voor den misstap van vader liet boeten, maar bij was in Jndit. Mijn moeder bezat juweelen en zilverwerk, lamiliegedenktstukken van groote waardebuiten deze echter en de meubelen, die haar vader baar mede ten huwelijk had gegeven, konden wy vol trekt niets meer ons eigendom noemen. Het duurde niet lang of de plotselinge schrik begon zijn wer ing op moeder uit toe oefenen, en ik kon van tyc 'ni tijd bomerken, dat zij niet geheel by baar r ver; «laml was en als een krankzinnige sprak, totdat zy eindelijk in een soort hopeloozc ktndschbeid ver- Tlel. Alle zorg, zolfs die voor mijn hulpelooze jonge moeders, rustte nu op mijn schouders, en wat nog "«er was, op mij lag óok do verplichting (want daarvoor hield ik het) den schijn van ouzenvroege- ren welstand op te houden. Toen begon die ont- «ettende strijd tuascben fierheid en armoede, waar- Vun K\j ïi met al uw ervaring geen begrip kuntm - ken. Geloof mij, Mr. Forrester, ik heb inenigen nacht i in avondgezelschappen doorgebracht en mijn moe- der middelerwijl onder het toezicht eener diensbode j gelaten, terwijl mijn hart bijna van verdriet dreigde te bersten en er tóch menige glimlach verscheen op i mijn lippen, een glimlach die slechts diende om mjjn inweudigen hevigen strijd te verbergen. Het weinige baar gold, dat ons na den dood van I vader overbleef, was weldra verteerd, hoezeer mijn 1 moeder het ook uitzuinigde, en toen moest ik mijn toevlucht nemen tot Mr. Simpson. In het eerst, be leende ik b(j hem eenig zilverwerk, later juweelen en zoo verdween de eone schat na de andere uit ouzo handen, in do ijdolc hoop dat het een of ander ge lukkig geval onzen nood aan onze welgestelde bloed verwanten in Frankrijk zou bekend maken, zoodat zij ous uit onzen vertwijfeleudcn toestand redden on weder in staat stellen zouden, op dien voet te leven, welks aebijn op te liouden mij zoo vreeselijke opofferin gen bad veroorzaakt. U zeide mij, dat u getuige ge tuige geweest is, toen ik de doekspeld beleende 7" „Zoo is bet miss Vermont; destijds zag ik u de eerste on eenige maal vóór dezen avond!' „Ik bid u, herinner mij niet moor aan deze tweede ontmoeting! hernam z(j met een huivering, terwijl een donker schaamrood haar wangen kleurde. Ver goot het, want ik zal God vurig bidden, dat Hjj zelfs de herinnering daaraan voor altijd uit mjjn geest banne. Kunt gy my nu gelooven, na hetgeen ik u verteld heb, Mr. Forrester, als ik u verzeker, dat wy dikwerf dagen long werkelijk honger heb ben geleden 7" Ik zag verstomd op en zy ging voort. „Hoor my tot liet einde,! Niet de honger gaf my die onzalige gedachte in, bij welker beproefde uit voering u my ontmoet hebt. Noen, liever ware ik ver hongerd, want ik gevoel, dat een vorder leven na verloren deugd, mulat men eerst liet speeltuig van verkwistende losbollen is geweest en dan door hen met voeten wordt getreden, voorwaar een hol op aarde moet zijn! Een in mjjn oogen minder schul dig doel dreef my tot dit ougcoorloofde offer. Mijn arme, dierbare moeder, die haar einde nabij scheen gekomen, is weder bij volle bewustzijn en schreit onophoudelijk om die doekspeld, eon oud erfstuk onzer familie, dat ook het eerste geschenk was, waarmede vader haar na de verloving verblijdde en waar zij derhalve hooger prijs op stelt dan op al het andere wat zij bezit. Haar gejammer over het vermeende verlies van dit kleinood maakte mij byna waanzinnigja, bet moet werkelijk waanzin geweest zijn, die mij aangreep, want nu nog klinkt haar stem in mijn oor om nog éen enkele maal dit sehoonc aandenken aan myn vader, bet dierbaarste voor baar ter wereld, te zien. „Het was mij onverdraaglijk, baar steeds naar die doekspeld te hooren verlangen en daarbij te welen dat bel mij onmogelijk was, baar terug te bekomen. Eindelijk liep ik het huis uil eu rende de straat op; ik wist nauwelijks wat ik deed of wilde en toch had ik hel vreeselijke bewustzijn, dnt ik op het punt stond, mij in den afgrond der zoude te werpen om den laasten wensch mjjuer stervende moeder te verullen 1 „In deze gemoedsstemming vondt u mij; ik dank de Voorzienigheid, dat uw aanwezigheid my voor het verderf bewaarde. Ik verzeker u, Mr. Forrester wy allen lijden gebrek aan het onontbeerlykste. Mijn broeders zyn nu, hoop ik, te bed en inge slapen, maar zy zyn hongerig to rust gegaan. Ik heb beden nog niets genuttigd en myn moeder, die sedert haar jeugd aan een leven van weelde ge wend is, heeft gebrek aan de meest gowone levens - middelen en uiettemin ben ik overtuigd, dat zy en myn broeders liever verhongerd waren, dan dat zy vernomen hadden, wat u lieden avond heb ont dekt." In den beginne verhaalde zy haar geschiedenis tamelijk bedaard, maar hoe meer zij het einde na derde, des te meer verhief zich haar stem, des te haastiger en zenuwachtiger stiet zij de woorden uit en haar laatste uitdrukkingen klonken bijna als een wilde kreet, zóo opgewonden was zij. Toen zij ge ëindigd had, verborg zij weder het gelaat iu haar handen on brak opnieuw in weenen en snikken uit. Eenige minuten bleef ik stil zitten nadenken over dezo zonderlinge onthulling, doch het was nu geen tjjd tot overdenken, maar tot handelen ik schelde derhalve en bestelde eenige spijzen, daar zij aanvan- kolyk elke ververscbing had geweigerd. Het kostte my de grootste moeite, haar tot eten te bewegen; zij wilde, zeide zy, niets boven baar moeder en broe ders voor hebben, die óok honger moesten lijden. Eindelijk gelukte hot my, haar begrijpelijk te maken, ■lat zij noodzakelijk eten moest, omdat toch op baar de zorg voor allen rustte. Nadat zij een weinig ge geten en een kop tbee gedronken had, verklaarde zy, dat zij zich beter gevoelde; ik nam derhalve mijn hoed en maakte mij gereed te.vertrekken. „Ik zal u thans naar huisgeleiden, miss Vermont, zeido ik het is hoog tijd, dat u om uw moeder thans terugkeert. De doekspeld zal uw moeder morgen te zien krijgen. „Is dit u ernet!" vroeg zy begcerig, stond op en wischte haar oogen af. (IFordf vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1