Maandag 24
September 1900.
No. 5017.
49e Jaargang.
Binnenland
Feuilleton.
Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co.,
Export naar Oost-en West-Indië.
AMERSFOORTSCEE COURAIT.
UITGAVE
FIRMA a h van cleeff
te AMERSFOORT.
nn«?t en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f\.franco per
nnf 'Q J61 6 regels 00 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, ofiicieële-
rnoE 'Senin8sadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25; elke regel meel
ton ova i'00/ e^te^s naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos
ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij adveitentiëu van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9-
Telephoon 19.
kennisgevingen.
De Griffier der Provinciale Staten van Utrecht,
daartoe door de Gedeputeerde Staten van dat Gewest
gemachtigd,
brengt ter kenuu van de belanghebbenden, dat
de Rekening dor enkel provinciale en huishoude
lijke inkomsten ®n uitgaven over het dienstjaar 1898,
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 1 Septem
ber 1900, No. 64, alsmede de Begrooting dier inkom
sten en uitgaven voor bet dienstjaar 1901, goedge
keurd bij Koniuklijk besluit van 12September 1900,
Jio. 58, in gevolge Art. 100 der Provinciale Wet, ver
krijgbaar zijn gesteld ter Provinciale Griffie van
Utrecht, tegen betaling van 40 cents per exemplaar,
mowel voor de Rekening als voor de Begrooting.
Utrecht, 20 Sept. 1900.
De Griffier der Staten voornoemd,
C. R. MERKUS.
De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN
heelt ontvangen
1. De Jaarverslagen van de Kamers van Koophan
del cu Fabrieken over 1890 van Amsterdam, Del
den, Delfzijl, Dokktnn, Goor, 's-Gravenhage, Heuge-
Ido, Hoogezand en Sappenieer, Roermond, Veghcl,
Winschoten.
2. Consulaire Verslagen Nos. 27 tot 36, over de
maanden Juli en Augustus
3. Tijdschrift van do Ned. Maatschappij tot Be
vordering der Njjverheid, Juni en Juli 1900.
4. Statistiek van den In-, uit- en doorvoer gedu
rende de maand Juli.
5. Haudelstraeraten en tarieven van Invoerrech
ten in: Argentinië, Bahama eilanden, Barbados, Bel
gië, St. Christopher, Nevis, Ouafh. Congostaat, Co
lumbia, Duitschland, Engeland, Frankrijk, Grieken
land, Guatemala, Haïti, Hawaï, Lagos, Montserrat,
Forzie Philipijnen, Rusland,.Spanje, Triuidad.Tabago,
Venezuela, St. Vincent
0. Van de Centrale Commissie voorde Statistiek
a Bij<1 rage N. R. 1.Nederland tijdens de Fransche
inlijving.
b Jaarcijfers 1898.
Bijdrage N. R. II Gemeente financiën 1896.
7. Verslag van de Provincie Utrecht 1899.
8. Verslagen Kamers van Arbeid.
9. Verslag Ingenieur van het stoomwezen 1899.
10. Verslag Hollundsche IJzeren Spoorweg-Maat
schappij 1899
11 Verzameling van wetten en besluiten op de
Bitincnlandsehe scheepvaart.
Belangstellenden kunnen bovengenoemde Ver
slagen, enz. voor eeuige dagen ter lezing ontvangen;
t te vragen bij den onderteekeude
HERMs. P. VAN HASELEN,
Secretaris.
Amersfoort, 23 Sopt. 1900.
H. M. de Koningin en H. \1. de Koningin-
Moeder zullen 2Ü September van 's-Graven
hage naar »Het Loo" vetrekken en daar tot
omstreeKS Sint Nicolaas vertoeven.
De in den regel goed ingelichte Haagsche
briefschrijver van de »N. Gron. Crt." voegt
aan dit bericht toe:
Uit alle in de Hofkringen waarneembare
verschijnselen meen ik te mogen opmaken,
De beleende Juweelen
9-)
Dit wekte rnyn aandacht en nadat ik eenigen tijd
op het voetpad voor den winkel op- en neergegaan
was, ging tk zelf naar binnen en vroeg naar fyne
Mjlcn en metaalzagen, eigenlijk echter om mijn beide
vrienden beter te bespieden. Ik zag, dat zy over een
groote menigte werktuigen ouderhandelden, waar by
Todgers voor tolk speelde en de Franschman uit
koos en bestelde. Gelukkig waren er zooveel koopers
"i den winkel, dat ik hen zonder opzien kon bespie
den. Nadat ik my over bet doel van mijn bezoek
had vergewist, vroeg ik den patroon te spreken en
werd onmiddellijk in diens kantoor gelaten. Aan
dezen maakte ik my bekend, gaf hem over het doe
van mijn bezoek de noodige inlichting en verzocht
hem, my, zonder opzien te verwekken, zekerheid
te verschaffen welke werktuigen de Franschman in
kocht. Onmiddellijk zond hij een vertrouwden bed ton
de af, die weldra terugkwam met het bericht, dat do
Franschman een bijna volledig stel juweliers- en
goudsmidswerktuigen voor drie of vier personen
kocht en betaalde met engelsche bankbilietten. Dit
as voor mij voldoendedankend nam ik afscheid
en werd door den patroon zeiven tot aan de deur
uitgeleide gedaan, alsof ik een zijner beste klanten
ware. Todgers en zjjn metgezel schenen my niet
opgemerkt te hebbenzij waren te druk met hun
jnkoopen bezig. Mijn eerste gang was naar het nnasi-
hyzijnde bureau van politie, waar ik een rechercheur
r'eP en hem opdroog mij te volgen en de beide
personen, die ik hem zou aanwijzen, terstond oncier
'lat twijfel aan een spoedige verloving van
onze beminde Koningin, volkomen gegrond
is. Het zou mij niet verwonderen als 1901
ongeveer ten einde spoedde en H. M Haar
J-'f levensjaar bereikte, eer de natie met
het bericht van Haar aanstaand huwelijk
werd verblijd. Ik heb daarvoor éen ik
erken gaarne misschien zwakke maar toch
tamelijk practische reden. Het paleis van
wijlen Prins Hendrik, dat bestemd is bij het
huwelijk van Koningin Wilhelmina door de
Koningin-Moeder te worden betrokken, wordt
zeer langzaam voor dat doel in gereedheid
gebracht; men werkt gestadig aan de in-
en uitwendige verfraaiingen uitbreiding, maar
alles geelt den indruk, dat er met de voltooi
ing van een en ander nog maanden, mis
schien ongeveer een jaar gemoeid zullen zijn.
En als ik me herinner dat, nu omstreeks een
jaar geleden, toen de eerste geruchten over
huwelijksplannen der Koningin begonnen te
loopen, een zeer hooggeplaatst en uit den
aard van zijn positie met de aangelegenheden
van het Koninklijk Huis zeer goed bekend
persoon, mij op de deswege tot hem gerichte
vraag oin inlichting, antwoordde»Er is
geen sprake van naar alle waarschijnlijkheid
zal de Koningin niet voor de voltooiing van
Haar21ejaar in den echt treden", dan geloof
ik, «lat we vooreerst dit onderwerp, hoezeer
'took heel de natie ter harte gaat, veilig
kunnen laten rusten.
In de Donderdag gehouden vergadering
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
kwam in behandeling het adres van ant
woord op de Troonrede.
Aan het verslag ontleenen we het volgende:
De heer FRANSEN VAN DE PUTTE wil
van deze gelegenheid gebruik maken om
de regeering te vragen, eenige inlichtingen
te verstrekken over hetgeen geheel Europa
en meer in bet bijzonder ons land bezig
houdtTransvaal en China. Spreker heeft
de regeering niet vooraf van zijn voornemen
kennis gegeven, omdat hij geenerlei critiek
wil oefenen, maar slechts zeer objectief eenige
inlichtingen wil uitlokken.
Omtrent Transvaal stelt spreker de vol
gende vragen
Kan de regeering eenig licht verschaf
fen over de gevangenschap der Nederland-
scbe ambulance op Ceylon
Wat heeft de regeering in deze materie
verrichtEn met welken uitslag
Kan de regeering eenige inlichting ver
schaffen omtrent de uitzetting van ambte
naren der Neder!. Zuid-Afrik. Spoorweg maat
schappij en van andere Nederlanders
Is het waar, dat een Nederlandsch oor
logsschip naar de Delagoabaai is gezonden
orn president Kruger af te halen? Zoo ja,
wat heeft aanleiding gegeven tot dien stap
En nu China.
Den tien Juli heeft de Minister van Bui-
tenl. zaken hier medegedeeld, dat een oor
logsschip naar de wateren van China zou
worden gezonden, de Holland. Later zijn
tevens de Piet Hein en de Wilhelmina ge
zonden, waardoor Indië geheel van krach
tige schepen werd beroofd. Bestaat er bij
de regeering bezwaar orn mede te deelen
waarom dit is geschied? En kan de regee
ring ook zeggen hoelang, naar hare meening,
de afwezigheid van die schepen uit Indië
zal duren
De MINISTER VAN BUIT EN L A N DSCH E
ZAKEN (de beer De B e a u f o r t) zal, aange
zien hij op de beantwoording van de details
niet is voorbereid, zich bepalen tot de korte
mededeeling van de feiteD.
Ad 1. Ook de regeering heeft 't pijnlijk
aangedaan, toen zij vernam, dat Nederland-
sche geneesheeren van de ambulance aan
hun werkkring onttrokken werden en ge
vangen genomen zijn. Aan onzen gezant is
dadelijk opgedragen, zich aan het Dep. van
Buiteul. zaken te Londen te vergewissen van
't gebeurde, opheldering te vragen en zoo
mogelijk de invrijheidstelling te verkrijgen.
Uit de inlichtingen door den Minister van
BuiLenl. zaken te Londen gegeven, bleek dat
er feiten van zeer ernstigen aard plaats heb
ben gehad1°. dat bedoelde personen naar
de linie hadden medegenomen een aantal
brieven van compromitteerenden aard, of
schoon zij hadden beweerd brieven van slechts
onschuldigen aard mede te nemen. De Mi
nister heeft daarop laten aandringen op over
handiging van het rapport van dr. Koster
aan onzen consul te Kaapstad. Het antwoord
daarop liet zich lang wachten, tengevolge van
wel te begrijpen vertraging. De minister
drong daarom nader aande Engelsche re
geering spoorde de autoriteiten te Kaapstad
aan om spoed te maken en nu heelt de mi
nister juist bericht ontvangen, dat het rap
port thans is overhandigd.
Omtrent de gevangenschap zelve blijkt
uit de bij de regeering ontvangen berichten,
dat deze dragelijk was.
De Minister wijst er op, dat het Roode
Kruis een instituut is van internationalen
aardde personen die daarbij werkzaam zijn
behooren zich aan de internationale regelen
,te houden. De regeering zou het zeker be
treuren, wanneer ae hier bedoelde personen
zich, uit overmaat van ijver, aan schending
van die regelen hadden schuldig gemaakt.
Dit moet nog blijken.
Wat de uitzetting van de ambtenaren der
Zuid-Afrikaansche Spoorweg Maatschappij be-
tref, zegt de minister dat de Engelsche re
geering daartoe de bevoegdheid, had Het kan
echter zijn dat de w ij z e van uitzetting
minder oordeelkundig was en daardoor on-
noodig schade heeft veroorzaakt. In dit ge
val zal vergoeding moeten geschieden en de
regeering voor de Nederlandsche onderdanen
moeten optreden. De daaromtrent inge
brachte klachten zijn aan een nauwkeurig
onderzoek onderworpen. Het dossier is
echter van zeer grooten omvang. Voor
enkele kan de minister reeds de Engelsche
regeering op nadere bespreking voorbereiden.
Wat president Kruger betreft, was der
regeering by informatie gebleken, dat de
president wegens gezondheidsre
denen naar Europa zou vertrekken, zonder
dat hel nog vaststond waarheen. Uit
differentie voor den persoon van president
Kruger heeft de regeering daarop het aan
bod gedaan om hem hierheen te brengen,
en dit aanbod is aangenomen.
De uitzending van drie schepen naar China
is geschied op aandrang van verschillende
zijden bij de regeering. De instructie aan
AMERSFOORT.
bijzonder opzicht te nemen. Ik geleidde hem naar
den bovengenoemden winkel, wees hem door het
venster mijn personen aan en beval hem, den volgen
den ochtend den uitslag zijner naaporingen te zenden
aan den Hoofd-inspecteur in Scotland-Yard.
Iemand dien ik met Carbonnel arm in arm had
gezien, was bij mij verdacht: nog meer werd mijn arg
waan gevoed door het uiterlijk vau den Fransch
man zeiven en het kwam my zeer opvallend voor,
dat juist deze een inkoop van juweliorswerktuigen
deed voor meer personen, hoewel hierin eigenlijk
niets verdachts stak. Ik weet niet waarom mij deze
persoon zoo vreemd voorkwam, maar wij politie
mannen zijn uitgeleerde physiognomisten en hebben
een fijnen neus voor spitsboeven.
Of ik mij vergist heb, zal het vervolg toonen.
In het voorbijgaan liep ik even bjj mijn vriend
Ward aan om te vernemen of er niets nieuws over
den juweelendieftsal was uitgelekt en hoe de laatste
geschiedenis met de zilveren borden was afgeloopen.
Alle bemoeiingen van Ward om de dame op te spo
ren, waren vruchteloos geweest.
De cab had tot na middernacht in Gloucesterstreet
gewacht, zonder dat zich iemand had aaugemel-1.
Ook waren in den geheelen omtrek geen verdachte
persoon gezien. Zeker was daarom de cab bij zijn
verschijnen in Gloucesterstreet slechts een teekeu
voor de medeplichtigen der „dame" geweest om
hen te waarschuwen en van het mislukken harer
pogingen kennis te geven.
„De peer is nog niet rijpen als zij rijn is, zal
zij wel van zelf atvallen", zeule Ward. Vooreerst
boud ik Red SpurgeonS in het oog, die bijzouder
mild is in den laatsten tyder moet iets gebeuren
wat ons helpen kan, hem weldra onschadelijk te
maken".
„Ken je De Carbonnel?" vroeg ik aan Ward.
Den kleinen franschen tafelschuimer met de
kromme beonen, den speler, den vriend van Anna
Fairley 7 Dat geloof ik 1" riep hij uit. „Zeker ken
ik hem, reeds sinds vele jaren. In den beginne
zwierf hy in Westend roud en verzamelde inteeke-
ningen op voorlezingen over Fransche en Italisan-
sche dichters, die hij houden wilde en misschien
ook gehouden heeftdaarna zag ik hem in Pim-
lieo onder de lakkeijen en huisknechts, later leerde
ik hem kenDen als de „huisvriend" eener oude we
duwe, die een logement had in Chiswellstreet, Fins-
burysquare, en nu is hy een gemeene gauwdief,
die het hoofdzakelijk op rijke moederzoontjes heeft
gemunt, om die in gezelschap zijner bevallige ge
zellin uit te plunderen. Hij heeft bij my wat op
zijn kerfstok, waarmode hij bij een gunstige gele
heid eens zal worden ingezeept."
„En Amy? Hebt je die óok niet op je lijst, Ward"
„O ja, zeker. Voor ongeveer drie maanden ver
lokte zij een jongen Rus van goeden huize, maakte
hem dronken en stal zijn brieventasch. De beroofde
kwam bij mij en klaagde zijn ik..,'1 Een mijner
lieden had de dame herkend, die hij bij zich in
den cab had gehad en zoo haalden wy bij Amy de brie
ventasch on het uurwerk af, vöor zij nog den cre-
dietbrief op Baring Brothers gebruikt had, die er
in lag. Op een paar vyfponds-biljetten na kreeg onze
Petersburger zijn eigendom terug en wilde haar niet
aanklagen, opdat zijn naam niet in de couranten
zou worden genoemd. Op die wijze kwam dit zaakje
niet iu behandeling voor het Hof, maar zy moest
voor mij een verklaring onderteekenen, dat zij den
heer N. N. voor bankbiljetten twintig pond schul
dig was en zoo heb ik haar aan het lijntje, als zij
nóg eens zulke kromme sprongen maakt."
„Bravo, Ward I" zeide ik, „dit kunststukje zal ik
onthouden. Dat kan in dergelijke gevallen zeer goede
diensten doen. Nu wil ik je een mededeeling betref
fende Carbonnel doen, die je misschien van nut kan
zyn
Ik verhaalde hem myn ontmoeting met de drie I
bewuste personen en verzocht, mij op de hoogte te
houden van den speler.
Den volgenden ochtend kreeg ik door onzen chef
een bericht van den agent, dien ik den Fransch
man en Todgers had nagezonden, ongeveer van den
volgenden inhoud
„3.10. Voor het magazijn van M. in Leadenhal-
streot post gevat 3.20 de aangewezen heeren ge
volgd beiden droegen pakjes; Cornhill,Princestreet
Moorgatestreet, Finsburyplaee, enz.traden binnen
in een klein fransch liotel in Providencestreet,
haalden een koffer, namen een cab en reden naard,
Little-Suttonstreet, Coswell, waar zij voor no. 27
stil hielden en uitstegen van het dienstmeisje ver
nomen, dat de gebaarde Franschman de eerste ver
dieping met vier kamers bad gehuurd.
„5.42. Beide heeren weder uitgegaan, op den
hoek van Aldergate en Barbican in een omnibus
gestapt, naar de Bank gereden, vandaar naar Sou
thern Cross, een restauratie, waar zijn een anderen
kleinen Franschman afhaaldentoon te voet naar
een koffiehuis in Maidenlane, waar zy aten. De
Engelsehtnain betaalde voor do anderen.
„8.10. Een dienstmeisje brengt den kleinen
Franschman een briefje. Alle drie gaan in een
naburig huis no 31, waar zij blyven tot 12.18.
Engelschman eu groote Franschman scheiden in
Broad-streetEngelschman gaat Highstreet in
Franschman High-Holborn, waar hij by politie-agen-
ten en naciitwachts den weg vraagt, tot hy Little-
Suttonstreet heeft bereikt, waar hij zijn woning op
zoekt.
„Heden acht uur een koperen plaat aan de deur:
„J. Jall'ard, juwelier en graveur. Hier wordt Fransch
gesproken." Dc groote Franschmam is M. Jaffard.
8.40. Nog niet uitgegaan."
Dit was mij voorloopig genoeg.
Wordt vervolgd.)