Donderdag 9 5EÖS Mei 1901.
EEN CAUSERIE.
No. 5082. 50e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
- - i -MUv,ü
AMERSFOORTSC3E COURAIT.
UITGAVE: Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden f\.;lrancoper rttrfa fT
post f 4.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële-
firma a h van cleeff ztt'unr'm'ë" f re!!el 15 cenl Reclames 1-5 regels1.25; elke regel meer imtfr,.r.t
I v.zo. ixroote letters naar plaateruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos- l*l'n u-
te AMERSFOORT *en evena's afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Telephoon 19.
Hij dit nummer behoort een Bijvoegsel. 1
Beleefd verzoek aan abon-
né's die verhuizen, ons, liefst
schriftelijk, linn NIÉUW
adres te willen opgeven.
KENNISGEVINGEV.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
brengen ter algemeene kennis, dat zij voorne
mens zijn, aan den Gemeenteraad voor te stellen,
tijdelijk aan den openbaren dienst te onttrekken,
on wel voor het tijdperk van 16 tot 30 October
1901
a. eene oppervlakte van hoogstens 400 M1. op
den Hof bij het Pepersteegje.
b. eene oppervlakte van hoogstens 113 M*.op
den Hof bij de Lavendelstraat.
c. Id. 400 M1. op de Appelmarkt.
d. Id. 225 MJ. op de Groenmarkt.
e. Id. 135 M1. op de Groenmarkt.
Id. 70 M!. op den Hof, nabij de VijverBtraat.
g. Id. 180 M1. op het Havik.
h.-i. Id. resp. van 50, 30, 30, 100 en 100 M'.
op den Hof.
Nadere inlichtingen zijn ter Secretarie ver
krijgbaar.
Zij, die tegen zoodanige onttrekking bezwaren
wenscben in te brengen, worden uitgenoodigd,
die vóór Maandag 13 Mei a. s. ter Gemeente
secretarie schriftelijk in te dienen.
Amersfoort, den 6. Mei 1901
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
door de Compagnieën van bet 5e bataljon 8e re
giment infanterie op Woensdag, Donderdag en
Zaterdag van elke week schietoefeningen zullen
gehouden worden in de Legerplaats bij Zeist waar
bij met scherpe patronen wordt gevuurd.
Dit schieten zal plaats hebben van omstreeks
8 uur v. m. tot 3 uur n. m.
Het terrein Zuidelijk en Zuid-Oostelijk van
de Legerplaats gelegen is op die dagen en uren
als onveilig te beschouwen.
De onveiligheid van het terrein wordt aange
geven door roode vlaggen op de kogelvangers.
Amersfoort, den 9. Mei 1901.
De Burgemeester voornoemd,
E. L. VISSER
Weth., 1» Bf.
De hoofdredacteur van bet „Weekblad" ia danig uit
zijn humeur. Hij heeft zich verplicht gevoeld, in
hoogst eigen persoon den slnds-reporter Jenson we
gens een, zooals hij zich uitdrukt, grove nalatigheid
(in Jeusou's oogen was 'tzoo erg niet geweest) een
geduchte schrobbeering te geven.
„Zie je," beeft bij gezegd, „iu jou positie, Jenson,
mag men niet nalatig zijn en moet men niets ver
geten enfin, 'tis wël; vraag nu maar aan me
neer Peterson, even hier te komen."
Jenson heeft een antwoord op zijn lippen, denkt
echter aan zijn positie, zijn half dozijn kinderen
en zegt niets, maar gaat heen om meneer Peterson
te waarschuwen.
„Meneer Peterson", zegt de hoofdredacteur, tol de
zen, den redacteur van letteren en kunst, die zich
nogal laat voorslaan op z(jn titel van doctor in de
letteren, „ik moet tegen morgen een causerie hebben."
„Een causerie vraagt de aangesprokene eenigs-
zins verschrikt, „Waarover?"
„Och I dat doet er niet toe, als 't maar geen oud
gezeur is. U kunt bijvoorbeeld de eeue of andere
gebeurtenis uit onze dagen tot grondslag nemen.
A propos, baal en passant do „Morgenbode" eens
door wegens die krankzinnige kritiek over de dem
ping van de Kerksloot en geef ook de Spoorweg-
administratie een veeg uit de pan voor haar Middel-
eeuwBche vrachttarieven (het onderhoud met Jen
son schijnt bij den hoofdredacteur nog na te wer
ken) maar maak het vooral gemakkelijk te lezen
en vloeiend en... hm... tracht wat geestig te zijn"
„Ik zal m\jn best doen, meneer!" zegt de causeur
met iets weifelends in zijn stem, en buiten de ka
mer bromt hij„Ik wou dat de vent op de maan
zat met zjjn causerie, Jawel, schrijf maar eenszoo'n
ding op commando. Alsof een gestudeerd man op
commando een causerie kan schrijven evenals een
Ds. H. R. Snijders, Evang. Luthersch pre
dikant te Vlissingen, hoopt aanstaanden Zon
dag vóór te gaan bij de. godsdienstoelëning
in de Luthersche kerk hier.
In de Remonstrantsche kerk hoopt voor
te gaan ds. P. Eldering, predikant te Fried-
richstadt.
Bij de Dinsdag gehouden stemming van
leden voor het Kiescollege bij de Ned. Her
vormde gemeente hier, zijn herkozen de af
tredende ledenJ. J. Berends met 445, E.
S. Bijlelaar Sr. met 445, H. G. van Ginkel
met 437, G. f!. Hoogewerff met 392, C. Maas
met 436, L. Ruitenberg met 414, jhr. mr.
B. W. Th. Sandberg met 408, H. W. Vale-
wink met 410 stemmenen gekozen, ter
voorziening in vacatures, de heerenjh. mr.
T. A. J. van Ascli van Wijck met 254, A.
van Eeden met 252, H. C. van der Horst
met 250 stemmen, terwijl er een herstem
ming moet plaats hebben tusschen de heer-
ren T. van Hoogevest die 239, en J. Bolk,
die 228 stemmen verwierf.
Op de heeren J. van Eeden, E. G. Drenth
en S. van Huyzen werden resp. 223, 196 en
188 stemmen uitgebracht. De volstrekte meer
derheid was 240.
Bij de Tweede Kamer is thans ingekomen
liet ontwerp van wet betreffende de droog
making der Zuiderzee.
Het brugje over de Beek bij de Van Asch
van Wijck-straat is thans gelegd en nage
noeg gereed.
Onze stadgenoot de heer J. van Loenen
Martinet is thans, behalve voor Bussum en
Weesp, voorloopig Kamer-candidaat voor Uit
geest en voor Beverwijk.
Bij de te Utrecht gehouden examens zijn
alsnog de geslaagd de volgende stadgenooten
de jonge dames M. C. Twin en L. M. A.
Wedemeijer en de heer J. Kliest, voor de
acte-onderwijzeren de heeren E. C. J. Kuy-
per en C. C. Nijhofl voor de acte vrije- en
orde-oefeningen der gymnastiek.
Bij Kon. besluit is met ingang van 1 Juli
op bet door hem daartoe gedaan verzoek
gedresseerde olifant op bevel op pjn achterste poo-
teu gaat staan."
Steeds peinzend over zijn causerie, gebruikte Pe
terson 't middagmaal in zijn gewoon restaurant en
gaat daarna naar buis.
Hij bewoont een paar kamers in een doodstille
straat in een der nieuwe wijken met geen ander uit
zicht dan op een hoogen tuinmuur die in zjjn grauwe,
troostelooze eenvormigheid tamelijk wel een denk
beeld weergeeft van de onzalige eeuwigheid.
Hij trekt zijn huisjasje aan, steekt een sigaar op
en gaat voor zijn schrijftafel zitten. Nu zal bij ideeën
zoeken.
Bij oudervinding weet hij wat dat wil zeggen,
ideeën zoekenDie dingen komen nooit ü-propos,
maar meestal als je ze heelemaal niet kunt gebrui
ken. En zoek se eens! Honderd tegen éen, dat je
er een vindt.
Ideeën zoekenMet hetzelfde resultaat zou je in
den tuin kunnen gaan en trachten een petroleum-
bron to vinden.
Zoo zit de arme causeur een half uur te mijmeren
en denkt met bewondering aan de herseneD van
menschen, die altyd ideeën in overvloed hebben.
Als hij maar eerst een begin bad, een punt vau
uitgangdan zou by vanzelf wel verder komen.
Plotseling kijkt hjj op, als een halfslapende hond
die een vlieg wil vangen. Hij meent een idee te
hebben. Helaas I 't Was er maar de Bchaduw van.
De vlieg laat zich niet vangen. Intusscben komt
zijn fantasie in werking, maar toovert hem slechts
schemeringen, onduidelijke beelden voor den geest,
en na een uur is 't papier voor hem nog zoo blank,
nu jazoo blank als een vel wit papier zjjn
kan.
Nu begint het te regenen. Niets ter wereld is
meer in staat om zijn humeur uit he£,evenwicht
te brengen en zjjn fantasie te verhinderen haar
vleugels uit te slaan.
En verdraaid I Altijd begint 't te regenen als hij
een causerie moet schrijven. Op dat oogenblik denkt
hij ër sterk aan, zijn betrekking er aan te geven
en zich in droge zomers als regen maker te verhu-
ron. Hij behoeft immers maar het plan op te vatten
zoo'n causerie te schrijven en onmiddellijk worden
de sluizen des hemels geopend.
Hy laat liet gordijn zakken en steekt de lamp
eervol ontslagen als schoolopziener in het
arrondissement Amersfoort dr. K. W. van
Gorkom, te Baarn, die dat ambt ruim 16
jaar met groote toewijding en zeldzame»
tact vervulde.
Omtrent bet gouden feest van den heer
W. F. Enderlé, vooral voor de oudere Amers-
foortei-s een goede bekende, schrijft de »Nij-
kerksche Crt" o. a:
Een halve eeuw welk al een onafzien
bare tijdruimte, als men er vóór staat, en
toch óok welk een spanne tijds als ze na een
werkzaam leven achter ons ligtwat een
rijkdom aan ervaringen, wat een schat van
zegeningen, maar ook. wat al teleurstellin
gen en moeilijkheden bergt ze in haar schoot,
't Moet een chaos van gedachten wezen,
waardoor men bestormd wordt, als men even
stil staat op zijn levensweg en achter zich
zien mag op een arbeid van vijftig jaren.
Dat voorrecht smaakte Zondag de heer
W. F. Enderlé, die vijftig jaren, waarvan
sedert 1 October 1854, dus 47 jaar te Nijkerk,
als organist het kerkgezang met zijn statige
orgeltonen heeft geleid. Vijftig jaren zijn
voor hem heengegaan zonder zijn liefde voor
de kunst in hun stroom mee te voeren. Het
is bij hem nooit geworden, zooals bij velen,
een doen zonder bezieling, uit kracht van
gewoonte; integendeel, zijn geest bleef im
mer frisch. Zijn meesterschap over zijn in
strument verzwakte niet en bij menige gods
dienstoefening werd men «gegrepen in't ge
moed" door zijn zielroerend orgelspel.
We bezitten in den heer Enderlé een or
ganist van ongewoon talent. Trouwens niet
enkel als organist verdient hij ieders waar
deering. Hij is een in alle opzichten dege
lijk en ernstig muziekonderwijzer, waarop
Nijkerk met recht trotsch mag zijn. Groot
is het aantnl leerlingen, dat van zijn uitste
kend onderwijs heeft genoten.
De heer Enderlé gaf er de voorkeur aan,
zijn gouden feest slechts iu huiselijken kring
te herdenken. We moeten dit billijken, maai
de jubilaris zal ons niet besóhuldigen van
onbescheidenheid, waar we ons nu gedron
gen gevoelden tot het uitspreken van onze
dankbare hulde.
Nog vele jaren blijve hij gespaard voor
zijn gezin en voor de kunst.
We kunnen aau het bovenstaande nog
toevoegen, dat de heer Enderlé 5 Mei 1851
aan, zoodat hii ten minste den regen en dien eeuwi
gen tuinmuur niet meer ziet.
Dat helpt, 't Is nu veel gezelliger in de kamer
en zijn goede luim keert terug. Hij glimlacht zelfs
over zijn regenvrees eu ziju regenmakkersplannen.
Als hij den regen eens tot punt van uilgang voor
zijn causerie nam?
Maar „geen oud gezeur," had de hoofdredacteur
gezegd, en wat is er nu meer afgezaagd dan het
weer
Dat's waar; hij moet schrijven, vloeiend, en gees
tig nog wel, over de demping van de Kerksloot en
de vrachttarieven. Van beide zaken weet by onge
veer evenveel als een Eskimo van het contrapunt;
maar dat is minder. Gelukkig behoeft men geeu
verstand te hebben van de dingen, waarover men
een causerie schrijft.
MiddeleeuwBche vrachttarieven had de hoofd-re-
dacteur gezegd. Op een paar eeuwen komt het dan
ook niet aan, meent Peterson en hy begint
„Reeds Koning Salomo heeft beweerd, dat er niets
nieuws onder de zon is, en toch was toen de wereld
nog bijna nieuw, ten minste veel nieuwer dan nu.
Als Koning Salomo in onzen tijd leefde en expedi
teur was, zou hy met veel meer recht deze gevleu
gelde woorden kunnen gebruiken, want onze spoor-
weg-adminstratie heeft zulke antieke vrachtbrieven,
dat zy schynen te dateeren uit de dagen toen Ko
ning Salomo nog niet „mama" kon zeggeu. Daaren
tegen zou hij misschien wel iets nieuws hebben kun
nen vinden in de allerdolste kritiek vau de „Mor
genbode" berreffende de dempiug van de Kerksloot.
Dat blad beweert namelijk o. a., dat bij demping
de geheele sloot droog zal worden. Werkelijk nieuw
en origineel. Maar 't is sedert langen tijd dan ook
het eenige nieuws dat de „Morgeubode" voor haar
abonneuten heeft gehad."
Zoover gekomen, houdt de causeur op en leest
het geschrevene na.
't Is onzin, dat ziet hy wel in, maar wat moet
hy doen Do causerie moet morgen klaar zijn en,
kom ik over de hond, kom ik ook over den staart,
denkt hij en vervolgt zijn opstel; citeert hier, geeft
een anecdote daar, schermt met woordspellingen eu
bon-mots en na een uur of drie sluit hij het't laat
ste woord met een vette krul.
Over 't geheel genomen, is 't nog zoo kwaad niet,
als organist bij de Nicolni-kerk te Utrecht
benoemd werd en hij indertijd zijn opleiding
genoot bij den bekenden organist van de
Domkerk aldaar, den lieer Nieuwenhuyzen,
dien hij ook dikwijls in deze betrekking rem
placeerde. Gedachtig aan deze feiten vierde
de heer Enderlé zijn jubileum in de morgen
godsdienstoefening in de Domkerk, door be
speling vaD het orgel.
De heer H. Hommes, kommies 4e klasse
van 's Rijks directe belastingen, is van hier
overgeplaatst naar Bunschoten.
Aan de Amsterdamsche Beurs was Dinsdag
ter teekening voor belangstellenden gelegd
het volgende adres, gericht aan den Minister
van Binnenlandsche Zaken:
»De ondergeteekenden, allen schippers, be
varende de Eem, geven met den verschul-
digden eerbied aan Uwe Excellentie te ken
nen, dat het in de laatste tijden herhaalde
lijk is voorgekomen, dat de Eem bloedrood
en ook anders gekleurd is geweest tengevolge
van verfstoffen, die Amersfoortsche fabrieken
in den stroom loozen.
«Alzoo is dit wederom het geval geweest
gedurende een gedeelte van de maand Mei
van dit jaar. De ondergeteekenden maken
zich bezorgd, dat ook chemische stoffen in
dezen stroom worden geloosd, die niet voor
het oog waarneembaar zijn, en het water
voor menschen en dieren schadelijk maken.
«Daar het Uwer Excellentie wel bekend is,
dat de schipperij bijna overal het water, waar
in zij vaart, moet gebruiken, zoo niet, als
meestal het geval is, tot voedselbereiding en
als drinkwater, maar altoos tot het afwas-
schen van vaten enz., meenen de onderge
teekenden de aandacht Uwer Excellentie op
deze toestanden te moeten vestigen, teneinde
zulke maatregelen zullen worden bevolen, dat
het leven en de gezondheid van zoovelen on
zer niet zullen worden ten offer gebracht
aan He kleine geldelijke besparing van een
enkelen fabrikant, die de afvallen zijner fb-
briek in een sterfput dient te vernietigen."
Bij Kon. besluit is in zijn rang overge
plaatst bij het regiment grenadiers en jagers
de le luitenant D. Postma, van het 5e regi
ment infanterie.
Aan het te Zwolle af te nemen eind
examen der Hoogere Burgerscholen in Utrecht
zegt hij bij zichzelfer zijn eeu paar goede zetten
in en dat is teu miuste iets. Maar nalezen doet hy
zijn product niet; hij vindt het ounoodig, den sla-
penden hond der zelfkritiek wakker te maken.
Den daarop volgenden middag wordt hij weer bij
den hoofd-redacteur geroepeu.
„U fieeft gisteren geen gelukkigen dag gebad,"
zegt de gestrenge chef, „het geheel is triviaal en wa
terachtig."
De schuldige draait aan zyn horlogeketting en
zwijgthij denkt aan den regen.
„Intusschen," vervolgt de redacteur, „wat u zegt
van de „Morgenbode" is nog zoo kwaad niet. 't Is
wel is waar niet geestig maar doet er niet toe. Een
dagblad behoeft niet verantwoordelijk te zyn voor
alles er wat iu zoo'n causerie gejegd wordt, en komt er
onaaugenaamheid door, dan is dat voor uw re
kening. Maar dit hier," en hy wijst op des schrij
vers besten „zet, deugt volstrekt niet. Begrijpt u
dan niet, dat onze geheele koopmanswereld daar
door in opstand komt?"
Rrrrschteen dikke haal door wat Peterson
meende, dat het meest zou pakkeD.
„En deze tirade," weer wyzeude op een ander ge
deelte, „kon veel krachtiger zijn, 'tls niet kwaad,
maar er zit geen gloed in (weer denkt onze schrij
ver aan den regen). Wacht eenshoe kunnen wij
dat het best veranderen Zoo 1 nu heb ik het," en de
„baas" verbetert Peterson's beste woordapelir.g^ooda-
nig, dat er geen touw moer aan vast is,to kuoopen.
De correctie gaat naar de zetterij en de causerie
is gereed.
Twee dagen daarna zat Peterson in een restau
rant. In zijn nabijheid hebbeu een paar heeren een
tafeltje ingenomen. Een van hen leest zyn cause
rie iu het Weekblad.
„Bahzegt hij geeuwend en legt de courant
neer,) „bah I wat een nonsens 1"
„Die causerie vraagt eeu ander, ja I die heb ik
óóit gelezen, 't Is onbegrijpelijk, dat iemand die
zich litterator noemt en moest kannen schrijven
over alles wat zich tussc'ien hemel en aarde bevindt,
nog niet eens iets kan produceeren, wat de moeite
van 't lezen waard is."