Maandag 13 m Mei 1901.
No. 5083.
50e Jaargang.
Feuilleton.
USIMTHKiU.
Stadsnieuws.
PHOENIX-BBOIJWEBIJ.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
AMERSFOOETSCHE COURANT.
UITGAVE
firma a h van cleeff
te AMERSFOORT.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden fi.franco per
post 11.45: Advertentiën 46 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale-, oflicieële-
en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 4.25; elke regel meer
f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos
ten evenals afzonderlijke nummers 40 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
In verband met den
HEMELVAARTSDAG
zal bet volgend nummer reeds Woens
dagmiddag verschijnen.
Beleefd verzoek, de voor dat num
mer bestemde ADVERTENTIËN vóór
Woensdagmiddag TWAALF uur ons
te doen toekomen.
KENNISGEVING.
Inschrijving voor do Schutterij.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente AMERSFOORT brengen ter kennis van:
1" alle mannelijke Ingezetenen, geboren In het
jaar 1876,
2°. alle mannelijke ingezetenen, geboren in de
jaren 1867 tot en met 1875, die ofschoon in an
dere Gemeenten reeds ingeschreven, sedert de
inschrijving van het vorige jaar in deze Gemeente
zijn komen wonen
3». alle vreemdelingen, die sedert de laatste
inschrijving in de termen zijn gevallen, om als
ingezetenen te worden beschouwd;
dat zij zich ter Inschrijving voor de schutterij
hooren aan te molden tusschen den lóden en den
lsten Mei o. k., ter Gomeente-Seoretarle
dat voor die inschrijving dagelijks zitting zal
orden gehouden in het Gemeentehuis;
dat de geboorte-extracten der personen, die in
eze Gemeente geboren zijn, bij de inschrijving
uilen voorhanden zijn, terwijl zij, die elders doch
innen dit Rijk zijn geboren, zich eiken dag,
unnen aanmelden ter Secretarie dezer Gemeente
n einde hunne geboorte-extracten intijds kun-
en worden aangevraagd
dat eindelijk de registers van inschrijving
p 15 Mei aanstaande geopend en op 31 Mei
aaraanvolgende gesloten zuilen worden.
Wordende hierbij, ter voldoening aan artikel
van het Kouinklijk Besluit van den 21sten
aart 1828, Staatsblad No. 6, nog medegedeeld
eenige bepalingen der Wet op de Schutterijen,
luidende
Artikel 2, Als ingezetenen worden, met be
trekking tot de tot passing dezer wet, beschouwd
a. aile Nederlanders, binnen het Rijk hun
gewoon verblijf houdende;
b. alle vreemdelingen, binnen het Rijk woon
achtig, welke hun voornemen om zich aldaar te
vestigen, zullen hebben aan den dag gelegd, het
zij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij
door het werkelijk overbrengen van den zetel
van hun vermogen en de hoofdmiddelen van
hun bestaan
De tijdelijke uitoefening van een bedrijf of
handwerk in eenige ondergeschikte betrekking,
gelijk die van leerling, knecht, enz., kan op zich
zeiven niet beschouwd worden als een bewijs
1)
wel waard zijn, Lucy
„De meeste zijn voor geen goud te koop: ze zijn
oom meer waard dau zijn leven."
Wij stonden in het heiligdom, het antiquiteiten-
cu rariteitenmusenm van sir Evelyn lug-am, den
verzamelaar, 't Was een lang, laag vertrek, volge
propt met duizenden vreemde en merkwaardige voor
werpen, geborgon in kasten en vitrines of opgehan
gen aan de muren, eon bont allerlei, afkomstig uit
alle landen en alle tijden.
„Ik zie, dat je hier 6ok al diensten hebt bewezen,
Lucy," zei ik, wijzende op het handschrift van de
etiketten, welke op de voorwerpen geplakt waren.
„0 ja, ik holp oom daarmee. Soms brengen wij
hier samen uren door."
„Je oom weet nu toch zeker, welke de bedoeling
is van mjjn bezoeken hierf"
„Ja, dat geloof ik wel. Hjj vroeg mij van ochtend
naar je vooruitzichten. Ik vertelde hem toeD, dni
je assistent was in Parr's hospitaal, en hjj zei, dat
dr. Parr en hij oude vrienden waren."
„Parr zal spoedig zijn ontilag nemen en ik heb
alle hoop, dat do Raad van bestuur mij tot zijn op
volger zal benoemen, zei ik; als dat gebeurt, is mjjn
positie verzekerd."
„Ik zal zorgen, dat oom zjjn invloed aanwendt."
„En dan, lieveling T"
Doch do deur werd geopend, en sir Evelyn kwam
birnen. De invallende schemering was ons gunstig;
k\i merkte onzo verlegenheid niet op. Ik voelde
mij niets op mijn gemak.
„Wat doe jelui hior in 't halfdonker 7" vroeg hjj
van het voornemen, om zich in dit Rijk te ves
tigen
Artikel 6, Elk jaar, vóór den eersten Juni,
zullen de ingezetenen, die op den lsten Januari
van net jaar hun 25ste jaar van ouderdom
zullen zijn ingetreden, zonder onderscheid of zij
vermeenen mochten al of niet tot de vrijgestel
den of uitgestotenen te behooren, verplicht zijn,
zich bij het Bestuur der Gemeente in welke
zij wonen, voor de schutterij te doen inschrij ven.
Artikel 7. Zij, die in meer dan eene Ge
meente hun gewoon verblijf houden, of den zetel
van bun vermogen hebben gevestigd, zullen tot
de innchrij ving flerplicb t zjjnbinnen uie Gemeente,
alwaar eene dienstdoende schutterij aanwezig is.
Bijaldien in die verschillende Gemeenten al
leen dienstdoende of alleen rustende schutterijen
bestaan, zullen zij zich doen inschrijven in de
Gemeente alwaar zij voor de Personeele belasting
zijn aangeslagen, en de ambtenaren in die Ge
meente, alwaar zij ambtshalve verplicht zijn hun
verblijf te honden.
Artikel 8. Die van hunnen ouderdom geen
voldoend bewijs geven, zullen door het plaatse
lijk bestuur worden ingeschreven'naar deszelfs
oordeel, onverminderd de bevoegheid van den
ingeschrevene om van zijn juisten ouderdom
nader te doen blijken.
Artikel 9. Die bevonden zullen worden zich
niet vóór 1 Juni te hebben doen inschrijven,
zullen door het plaatselijk bestuur ambtshalve
ingeschreven worden, en door den Schuttersraad
worden verwezen tot eene geldboete, terwijl zij
daarenboven, zonder loting, bij de schutterij zul
len worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat
er, tijdens de verzuimde inschrijving, geen rede
nen tot uitsluiting of vrijstelling te hunnen aan
zien bestonden.
Afgekondigd en aangeplakt te Amersfoort, den
3. Mei 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. Th. 8ANDBERG.
De wijzigingen in de thans door de Tweede
Kamer aangenomen Militiewet kunnen wor
den saamgevat in het volgende
Er zullen zijn acht lichtingen, in plaats van,
als thans feitelijk het geval is, zeven.
Iedere lichting zal bedragen omstreeks
47 500 man, terwijl thans de jaarlijksche lich
ting telt 11 000 man.
Van die 47 500 man zullen er 42 300 voor
eersten oefeniugstijd hebben 81/2 maand
fmet dien verstande, dal zij, die niet vol
doende geoefend blijken, twaalf maanden in
dienst kunnen gehouden worden) en 52 00
miliciens 4 maanden.
De loting geschiedt in de maand October,
de opkomst der miliciens naar hun garni
zoensplaats in Maart; hetgeen in de laatste
jaren ook reeds zoo was.
Eenige zoons zijn niet meer als zoodanig
vrij, terwij! de grootste helit van broeders
uit éen gezin dienstplichtig zal kunnen zijn.
Aan kostwinnende zoons zal, onder zekere
bepalingen, schadevergoeding worden gegeven
voor hun dienst als milicien.
Voor viermaanders zullen in de eerste plaals
in aanmerking komen de lotelingen, die aan
door de Regeering te stellen eischen van mi
litaire bekwaamheid en lichamelijke geoefend
heid voldoen. Indien het aantal van hen, die
aan deze eischen voldoen, niet overeenkomt
met het tot korte oefening in te lijven ge
deelte, heeft hij, die een booger nummer
bezit, den voorrang tot de toelating daarbij.
Van de 17 500 militairen, die de jaarlijksche
lichting uitmaken, moeten 15 000 manschap
pen vier maanden na hun eersten oefenings-
tijd dienst blijven doen (het blijvend gedeelte),
telkens 7500 van 15 Maart of 1 December
tot 45 Maart of 4 April, en daarna de andere
helft der 15 000 miliciens, dus, ook 7500 man
schappen, van 1 April tol 4 Augustus. Fei
telijk is dus de diensttijd 12 maanden voor
de z.g. 81/2 maanders en 8 maanden voor
de z.g. 4maanders.
Deze wet zal op een nader door de Regee
ring te bepalen dag worden ingevoerd.
Of zij, die in de inaand October zullen
moeten loten, aan de nieuwe bepalingen on
derworpen zullen zijn, is nog niet zeker. Het
is echter niet onwaarschijnlijk. Althans wan
neer de Eerste Kamer nog in dezen zomer;
dus r.a Pinksteren, de Militiewet met de Wet
op de Landweer mocht behandelen, hetgeen
wel te verwachten is.
Uitstel van opkomst kan desgevraagd twee
malen per jaar worden verlengd.
Zij die bij de bereden wapens gediend
hebben, zijn vrij van dienst bij de Landweer.
De regeling der Landweer bepaalt, dat de
landweerlieden in de acht jaren twee maal
6 dagen zullen worden opgeroepen.
Na vijf jaren zal de Schutterij verdwijnen
en de Landweer optreden als leger-reserve,
tevens belast met de handhaving der inwen
dige orde, waar die dreigt verstoord te wor
den, of waar die is verstoord.
Ds. H. J. ter Haar Romony, predikant bij
de Ned. Hervormde gemeent6 hier, heeft het
beroep naar Doetinchem aangenomen.
Ds. Bakker, van Bunschoten, hoopt Hemel
vaartsdag des avonds te 6 uur in »De Zaaier"
hier vóór te gaan bij de godsdienstoefening
der Chr. Gereformeerde gemeente.
Iemand, die onbekend wenscht te blijven,
heeft de leden der Gereformeerde kerk A
verblijd met de toezegging van een geheel
nieuw kerkorgel.
Dat men eerst dan iets naar de volle waarde
leert schatten als men het ontberen moet,
hebben de stadgenooten in de afgeloopen
week ervaren bij de groote schoonmaak van
den Lieve Vrouwe-toren.
Eerst, toen de wijzer stokstijf op kwart
vóór achten stond, kwamen de werklui veel
te vroeg op hun werk (menige huismoeder
heeft een hard woord moeten hooren, dat
ze manlief zóo lang te bed liet) en zij die
's avonds om acht uur voor de eene of an
dere vergadering waren geconvoceerd, kwa
men veel te laat.
Later, toen de wijzer maar op tien minu-
teu vóór eenen bleef staan, liep menig scho
lier strafles op voor te Iaat komen.
Nog later, toen de klok even vijf uur bleef
wijzen, werd in menig gezin veel te Iaat
gedineerd omdat de heer des huizes te laat
thuiskwam.
Nu is aan al dien onregel een eind, want
niet voorgeweude strengheid.",,Mijn BóëT wat in de i
war brengen T"
„Neen, meneer, uw schatten rijn volkomen vei
lig, wat ons betreft," rei ik haastig.
Sir Evelyn lachte.
„Dat geloof ik best, mjjn jongen. Je liadt andere
dingen, die je interesseerden. Vergeef mij, dat ik
je verdacht van belangstelling voor mjjn antiquitei
ten. Maar ik moet je toch eens wat laten zien. Kom
even mee naar de studeerkamer; Lucy kan onder
wijl wat thee voor ons zetten."
Toen wij in de studeerkamer kwamen, opende de
baron een prachtig ingelegd kabinet en haalde daar
uit een lang, dun voorwerp, gewikkeld in papier.
Eer hjj het papier er af naui, draaide hjj de gaslamp
op, zoodat een helder licht op de tafel viel. Toen
maakte hij, met bevende vingers en fonkelende
oogen, het papier los, en er kwam een prachtige
wandelstok van heel zonderling maaksel voor den
De stok was gemaakt van een zwartblauw, glinste
rend materiaal en keurig bewerkt in den vorm van
een slang de onheilspellende, gezwollen kop vormde
het handvatsel. Sprekend was de schitterend-schub
bige, kronkelende slangenhuid nagebootst; beweeg
lijke (likkerglans op de duizenden gladde vlakjes
gaf de illusie van een levend gekronkel.
't Was een buitengewoon mooi staaltje van Indi
sche handwerksnijverheid.
„Mooi, hé 7" vroeg de baron, met de eigenaardige
zelfvoldoening van den liefhebber-bezitter, „Ik ge
loof, dat die smaragden echt zjjn," zei hjj, op de
oogen in den kop wijzeud.
vlekkeloos uitl antwoordde ik bewon
derend. Die stok is bepaald een zeer kostbaar stuk.'
streelde met zjjn bli"
blikken den nieu-
De oude man
wen scbat.
„Heeft u die hieroglyphen wel opgemerkt aan den
achterkant van den knopt" vroeg hjj weer.
Ik volgde zjjn wijsvinger on ontdekte oen paar ka
rakters van een mi- volkomen onbekende taal.
„Ik zal 't wel kunnen outcjjforen," zei de heer
Ingram; „'t is Hindoe. We zullen 't met het woor
denboek eens nakjjken."
Hij schreef de letterteekens op een stukje papier
en bad juist het woordenboek van een plank geno
men, toen de meid kwam waarschuwen, dat de thee
klaar was.
In zjjn ijver nam bij boek en papier mee naar don
salon, waar Luyo met de thee wachtte. Wij von
den daar ook Lucy's neef, Dick Foster, die een vi
site kwam maken.
Foster en ik kenden elkaar, maar niet intiem
een jong advokaat, met veel sportliefhebberij, hoeft
weinig gemeen met een jong medicus, die hard
werkt om een positie te krjjgen. Hij behoefde niet
te leven van wat hij verdieudezijn oom Ingram
gaf hem een mooie toelage. De jonge man kon
echter heel wat aan, en ik had wel eens rare ge
schiedenissen gehoord van geldcrisissen, waaruit hjj
zich niet dan met veel moeite gered bad.
Het gesprek aan de theetafel vlotte niet erg, voor
al wijl sir Evelyn er geen deel aan nam hij zat ge
bogen over he' strc-'je papieren te bladcr°n in
het dikke woordonboek. Nu en dan mompelde hij
wat in zichzolven.
Eindelijk sloeg hjj bet boek dicht en richtte vroo-
lijk 't hoofd op.
„Ik heb hetzei hij. „De stok bevat een geheim,
naar bet sohjjnt. Wat denk je, dat de letters betee-
kenen, HeringT"
„Ik heb er geen flauw idee van 1" antwoordde ik
glimlachend.
„Wel, er staat ongeveer: „Druk de vingers op
mjjne oogen, en ge weet het geheim." Er moet dns
op de oogen van smaragd gedrukt wordenwaar
schijnlijk gaat de knop dan open Schenk rajj
nog een kopje thee in, Lucy, dan ga ik het ga uw
eens onderzoeken I"
Haastig dronk hjj zjjn kopje uit en ging heen
met den jjver van een schooljongen, die iets ont
dekt heeft.
Toen hjj de kamer uit was, keek ik Foster lachend
aan maat ik ontmoette niet den luohtigen
blik van gewoonlijk; hij i
pijn had.
ï~heel bleek en alsofEq
„Je bent niet goed, man 1" riep ik. „Wat scneelter
aan
Ook Lucy zag bezorgd naar haar neef.
„Ik voel me niet lekker, zoi hij, en 't klonk, of
hij zeer moeilijk sprak. Ik wou liever wat in de
frissehe lucht gaan, als je 't niet kwalijk neemt,
Lucy."
„Wat ziet hij er slecht uit, Tom," «ei Lucy, toen
hij weg was. „Dat is al een dug of w»t zoo; maar
hij wordt boos, als je er nanr vraagt."
De studeerkamer was vink boven den salon, waar
wjj zaten. Flotseliug hoorden wij boven ons iets als
een gesmoorden kreet. Toen net vallen van een
zwaar voorwerp daarna diepe stilte.
„Sir Eveftn heeft een mg» luk gekregen riep ik,
opspringend. „Bljjf hier, Lucy, dan ga ik even
kijken."
Meteen was ik al in de gangik snelde de trap
op en deed zonder gedrnisch te maken de deur van
de siudeerkamer open.
't Eerste wat ik zag, was de oude man, beweging
loos op den vloer uitgestrekt. Naast hem lag de
vreemde stok, waarvan het haudvatsel was losge
maakt, zoodat de nauwe holte er uitzag als een ge
weerloop.
Mij bukkend om den ouden man te hulp te ko
men, ontwaarde mijn oog plotseling den doodeljjken
inhoud van den stok eeu kleine, blijkbaar woe
dende slang, die kronkelde over de borst van den
baron.
Ik deinsde terug, gedreven door do alles) beheer-
scbende zucbt naar zelfbehoud, en greep uit een
porseleinen standaard een stok met een solieden
knop. Door een vlugge beweging wipte ik de slang
vau het lichaam op den grond en begon toen met
den knop van mijn wapen op de kleineD, venjjnï-
gen kop te hameren, die welura brak als een eier
schaal, waarna het reptiel roerloos bleef liggen.
Dit was 't werk vap een paar seconden.
(Slof volgt.)