Maandag 15
Juli 1901.
De zijden japon.
PHOENIX- BBOU YVEBIJ.
No 5101.
50e Jaargang.
Feuilleton.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
VIJF GliLDi IIÜF.TE.
AUEESFOORTSCHE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
tc AMERSFOORT.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden /I.franco per
post /'1.15. Advertentiën 16 regeis 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële-
en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel meer
f 0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos
ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten,de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
K OKTEGRACHT 9
Tolophoon lil.
Amersfoort in 1900.
VI.
Omtrent de «Instellingen door of vanwege
de Gemeente beheerd," lezen we in het Ge
meenteverslag
Het aantal weezen in bet Burgerweeshuis
bedroeg op 31 December14 jongens en 5
meisjesbovendien werd nog 1 meisje ver
pleegd in het gesticht der Zustere van O. L. V.
hier. In' 1900 verlieten 3 wee/.en het
gesticht en werden er 6 opgenomen, van
wie echter 1 overleed.
7 jongens en 1 meisje bezochten de open
bare school 2e soort, 2 jongens de herha
lingsschool, 7 jongens eri 1 meisje de huis-
vlijtschool en 1 meisje de Anna Paulowna
bewaarschool. De meisjes ontvingen in het
gesticht onderricht in de nuttige handwer
ken en in de avonduren herhalingsonderwijs
van onderwijzeressen.
Door den Godsdientonderwijzer werd on
derricht gegeven aan de Nederd. Hervormde
weezen. Weezen van andere gezindten waren
niet in het gesticht aanwezig.
De gezondheidstoestand was zeer gunstig;
éen jongen werd met goed gevolg onder ge
neeskundige behandeling gesteld wegens ver
verkromming van den rug.
De financieele toestand mocht tengevolge
van het geringe aantal weezen, in het ge
sticht opgenomen, gunstig genoemd worden.
De herstellingen aan de gebouwen van het
gesticht moesten echter tot de noodzakelijke
worden beperkt.
Door lageren rentestandaard en mindere
opbrengst van landhuur zijn de inkomsten
van het gesticht aanmerkelijk minder dan in
vroegere jaren.
Aangaande de «Middelen door de Ge
meente aangewend tot leniging van armoede,
inzonderheid door onderwijs en werkver
schaffing" zegt het verslag
De kinderen van min- en onvermogenden
genieten kosteloos onderwijs aan de openbare
scholen.
Vanwege de «Vereeniging voor Werkver
schaffing" werd ook in 1900 geen arbeid te
verrichten gegeven.
Inrichtingen tot voorkoming van armoede,
door of vanwege de Gemeente bestaan hier
niet.
Behalve de armbesturen der verschillende
kerkgenootschappen bestaan hier de volgende
particuliere instellingen tot leniging van
armoede
Het Diaconie oude mannen- on vrouwen
huis der Ned. Hervormde gemeente. De ge
zondheidstoestand der verpleegden was in
het afgeloopen jaar zeer gunstig. Van de
vrouwelijke gasten zijn 2 overleden1 werd
opgenomen. Van do mannelijke verliet 1 het
gesticht wegens wangedrag, terwijl t gast
4 (Slot.)
„Muur jc kunt niet golooven, hoeveel berouw ik
heb. Ik was zoo trotseh en ofschoon ik zag, datje
diep gekrenkt was, gaf ik niet toe, oindat jc koel
werdt. O, die ellendige zijdeu japonnooit, neen,
nooit wil ik haar meer dragen. Ik zal ze verbranden.
Ik wil ook niet meer naar feesten en partjjeu. Wat
verveelde ik mij daar, ala je niet bij me wasDat
kan je je nauwelijks voorstellen. Gedurig moest ik
aan jou den', en. Soms kon ik mjjn verlangen naar
jou nauwelijks bedwingen, naar jou, lieven man Heb
je mjj nu] alles vergeven, Harold 7 O zeg liet
nog eens, dat ik je lief, aardig wijlje ben
Zij legde baar lmnd om zijn bals cn keek hem
lachend, met tranen in de oogen aan.
„Mijn lief, lief vrouwtje," zeide by verrukt, „Wie
zou lang boos op je kunnen zijn 7"
„Van nu aan wil ik geen zijden japonnen meer
dragen, Harold I"
„Neen, wijfje, dat gaat niet; zijde en sieraden hoo-
reu bij je, evenals bloemen bij de lente. Ik zie je
zoo greag mooi gekleed, dan ben ik trotseh op jo.
Buitendien, ook ik heb schuld.. Ik bad zachter, lie
ver tegen je moeten zijn en ook eerlijk ik bad je
vroeger bekend moeten maken met mijn geldmid
delen, ia
werd opgenomen. Ultimo December waren
aanwezig 6 vrouwen en 11 mannen.
De vader en de moeder behartigden de
belangen der stichting naar vermogen.
Het Roomsch-Katholiek Liefdehuis. De
gezondsheidstoestand was bevredigend. Ge
durende den loop van het jaar zijn in
het gesticht opgenomen5 mannen en 10
vrouwen, vertrokken 4 mannen en 5 vrouwen,
overleden 11 mannen en 13 vrouwen.
Het St. Pieters- en Rloklandsgasthuis. De
toestand van het gesticht bleef onveranderd,
doch was financieel minder gunstig, doordien
een belangrijke herstelling aan het gesticht
moest geschieden, die dringend voorziening
eischte.
De gezondheidstoestand der verpleegden
was zeer bevredigend te noemen, daar in
bet geheele jaar slechts 0 mannen overleden
en geen vrouwen. Vader en moeder van
het gesticht kweten zich met ijver hun taak.
Het gesticht «de Armen de Poth". In
1900 kregen 151 gezinnen een wekelijksche
bedeeling van 1 K. G. tarwebrood, 3 K. G.
roggebrood en 1/4 K. G boter, terwijl aan
24 personen wekelijks en aan 150 personen
alleen gedurende de wintermaanden weke
lijks 3 K. G. roggebrood werd verstrekt.
Aan 38 gezinnen werd een woning gratis
in gebruik gegeven. De financieele toestand
van bet gesticht is zeer gunstig.
Het Roomsch-Katholiek Jongensweeshuis.
De gezondheidstoestand was zeer gunstig.
4 jongens werden opgenomen. Daar 1 jon
gen geplaatst werd in een tijdelijken dienst
te Utrecht bestond de bevolking van het
weeshuis uit 14 jongens.
Het Roomsch-Katholiek Meisjesweeshuis.
De gezondheidstoestand liet niets te wenschen
over. 2 Meisjes werden opgenomen. Andere
mutaliën hadden niet plaats, zoodat het aan
tal verpleegden thans 10 bedraagt.
Het Gereformeerde weeshuis. In den loop
van 1900 werden 3 personen opgenomen,
zoodat bet getal weezen daarmee tot 13
steeg, 6 jongen en 7 meisjes. De gezond
heidstoestand liet niet te wenschen.
De vereeniging tot uitdeeling van spijs
aan behoeftigen, gedurende den winter.
De inschrijving bracht op f 1487.40. Met
de spijsuitdeeling werd aangevangen Maan
dag 18 December 1899 en deze had gedurende
13 weken plaats. Eén week werden de
kaartjes gratis uitgereikt. Na de inschrijving
werd nog aan afzonderlijke kaartjes verkocht
voor f22.70, terwijl aan het lokaal voor
f690 aan spijzen gebaald werd. Aan de
commissie voor Kindervoeding wérd geleverd
voor f367.10.
De spijzen, die gekocht werden, bestonden
uit erwtensoep en dikke gortvoor kinderen
werden daaraan tot afwisseling éénmaal per
week capucijners en éénmaal bruine boonen
toegevoegd.
In het geheel werden uitgereikt 18 579
portiën.
De vereeniging «Liefdadigheid". Hoewel
de winter van het 7e werkjaar dezer ver
eeniging niet streng was, moest toch kracht
dadig hulp verleend worden aan zieken, we
duwen en ouden van dagen, zoodat de uit
gaven betrekkelijk hoog liepen. Jammer
genoeg is te melden, dat de financiën dit
jaar verminderden voornamelijk wegens
vertrek van eenige leden en het niet-ont-
vangen van buitengewone giften. Tengevolge
daarvan moet hel nieuwe jaar begonnen
worden met een tekort van f22.525. Niet
tegenstaande het zich laat aanzien, dat de
uitgaven in den komenden winter eer ver
meerderen zullen dan verminden, gaat het
Bestuur toch vol vertrouwen de toekomst te
gemoet. Aan spijsbriefjes werden dit jaar
slechts 1400 uitgereikt, meest alle ter uit
reiking toegezonden. Behalve deze reoht-
streeksche ondersteuning door de vereeniging
zijn door een 14-tal daines gedurende een
50-tal dagen voedzame spijzen verstrekt aan
zieken en kraamvrouwen,
De dames van kleeding beijverden zich
voor werkverschaffing aan vrouwen en liet
uitreiken van kleedingstukken aan verschil
lende gezinnen. Verschillende vereenigingen
en particulieren vereirekten opgave van door
hen bedeelden, waardoor dubbele bedeeling
zooveel mogelijk voorkomen werd.
j Hulpbank. In het boekjaar loopendë van
I 1 Januari tot 31 December 1900 zijn ver
strekt 47 voorschotten, verdeeld als volgt
10 a f300, 4 a f250, 4 a 1200, 5 a f150,
2 a f 140, 2 a f 130, 1 ii f 125, 1 a f 120,
10 a f 100, 1 a f60, 3 a f50, 2 a f40, 1 a
1 f30, i a f25 tot een gezametijk bedrag van
j 171380.
j De winst- en verliesrekening bevat de
volgende cijfers; Ontvangsten: batig slot
van het 2e boekjaar t 188.92, aan rente
f319.51, bedrag van het Reservonds op 1
Januari 1900 f 457.90; totaal füdG.23.
UitgavenTeruggegeven rente aan de
leeners 1 10.315, advertentiekosten, drukwerk
en plakzegels f20.045, bezoldiging van den
Penningmeester over 1900, met inbegrip
van provisie over 1899 1*00.09, loon aan uen
Bode over 1900 1 25, fooi aan den Concierge
van het Raadhuis fl, rente van tijdelijk
opgenomen kapitaal f2, 2e dividend aan
deelhouders a 4°/o f189, winst, bestemd tot
Reservefonds f466.82; totaal f771.27, zoo
dat het voordeelig aldo bedraagt f 194.96,
die ter beschikking van aandeelhouders voor
uitkeei'ing van dividend zijn.
Hel kapitaal der Hulpbank was op 31
December 1900 saaingesteld uit f4500 door
22 aandeelhouders bijeengebracht en f466.82
Reservefonds, benevens het batig saldo A
f 194.96.
i Het Ziekenfonds telde op 31 December 459
I leden, waarvan belmoren tot de afdeellng A.
(ongehuwden a 10 cents per week) 132, B.
j (gehuwden zonder kinderen a 121/a cent)94.,
C. (gehuwd en met minder dan 4 kinderen A
j 15 cent) 146, D. (gehuwden met 4 of meer
i kinderen a 20 cent) 87.
Aan wekelijksche contribution werd by bet
j einde des jaars ontvangen f 64.25, terwijl het
totaal der contruliën over 1900 bedraagt
f3138.525.
Buitendien ontvangen aan renten van be
legde contrubutie t 30, bijdragen van leden
voor verloskundige hulp f. 1.25, uitgegeven
Reglementen f8.80, totaal f3223.575
De uitgaven bedragengeneesmiddelen
f882.88, verloskundige hulp f 175.25, instru
menten Ï6.50, administratiekosten f353.45,
totaal f 1418.08.
Van het te verdeelen overgebleven saldo
ad. f1805.495 ontvingen de goneesiieeren *U0
of f722.195, de heelmeesters 3/10 ot f541.65,
de apothekers 3^10 of f541.65, totaal f1805.495.
Het Reset-velonds bedroeg op 31 Decem
ber f 1143.49, in de Rijks-Postspaarbank be-
legd.
In den loop van het jaar leed de instelling
een zeer groot verlies door het overlijden
van den heer J. C. Leinweber, die sedert tal
van jaren riiit de meeste nauwgezetheid als
Secretaris der vereeniging had gefungeerd.
In zijn plaats werd benoemd de heer G. F.
„NseD, neeD, ik alleen heb schuld. Arme man en
je hebt ioo hard moeten werken
„Och," zeide hij „mijn arbeid viel mij goinakkeljjk,
want ik had steeds jou beeld voor oogeu, jou en
onzen lieven jongen. Dat verleende mij een gehei
me kracht." Plotseling bracht zij de hand aan het
hoofd, alsof zij zich iets zeer gewichtigs herinnerde.
Een lief glimlachje speelde om haar mond.
„Ik heb een idee," nep zij, van vreugde stralend,
„en het hangt slechts van jou af, hot tc verwezenlij
ken. O, stem er in toe," zeide zij, liefelijk vleiend
baar hand door zijn haur strijkend.
„Laat maar hooron," zeido hij lachend.
„Jc weet, ik schrijf een goede hand. Dat heb je
zelf gezegd in de dagen, toon je mjj nog compliment
jes maakte!"
Hij lachte en knikte.
„Je begrijpt mjj, Harold. Ik wil je secretaris wor
den. Dan kunnen we samen werken. Dat zal heer
lijk zijn I"
Hij trok haar naar zich toe.
„Dus mijn plan bevalt je?" fluisterde zij.
„Uitstekend. Wie zou een dergelijk aanbod af
slaan 7 En reeds morgen kan mijn secretaris begin
nen met mijn iaatste manuscript in orde te brengen.
Maar mijn handschrift is zeer onduidelijk. Mis
schien kau je het niet lozen."
„Ik zou het uiet kuunen lezen 7 En je brieven
dan vroeger, toen wjj verloofd waren T Uit die wou-
dorljjke hanepooten kon ik ook wel wijs wordeu.
Alle geleerden schrijven zoo. O, Harold, wat ben
ik trotseh op je, trotseh er op je vrouw te zijn. Ik
weet wel, dat vele vrouwen mij benijden. Marie
zeide eens, dat je mettertijd professor zult wordeu, en
daaraan twijfel ik ook uietmaar dau," zeide zjj
sclialksch lachend, „dan word ik professorsvrouw.
Ja fle zal dau de eenvoudigste, gelukkigste proïes-
sorsvrouw in 't geheele land ziju 1"
„Je bent een lief kiud," zeide hij gelukkig.
„Neen, een kind moet je me niet meer noemen,"
zeide zij ernstig. „Heb slechts een weinig geduld
met mij, want ik wil voortaan je vrouw zijn, in den
rechten zin van het woord."
Het was zom-iï en het badseizoen in vollen gang.
1 De zon schitterde aan den hemel en zond hnarstra-
len op de lachende tuude nedereen zacht koeltje rim-
pelde de goltjes der zee en de helmplanteu op de
I duinen wiegelden heen en weder.
I De badgasten deden wandelingen door hot duin
en langs liet strand, of kortten zich den tijd met in
een ruimen badstoel gezellig met elkander te zitten
I praten, terwijl de kinderen op hun blootc voetjes
door het water pintsten of kuiltjes in 't zand groe-
ven.
Op ongeveer een half uurtje afstaiuls van het bad
hotel had een wandelaar, als er tenminste zoo ie
mand bij deze warmte geweest was, oen lieflijk
schouwspel kunnen genieten, waut op een duin za
ten twee bevallige jongedames in een elegant zo-
mercostuum. Die dametjes zagen er lief uit, dat zou
de gele nijd zelfs van hen moeten getuigen zij za
gen er zells zeer lief uit. Als zy dit i.iet gedaan had
den, zou ik deze geschiedenis niet verhaald hebben,
want ik schrijf alleen maar over dames, die door de
natuur'inot tii, iiuc dei'lijlc li.'.h-ebl /.•ju. of In t moest
wezen, dat zij bijzonderlijk zucht en goed waren, an
dat waron deze twee gok, zooals ieder mij zul toe
stemmen, die hot geigen heelt, hen ie kunnen.
Emma, de oudste, was een paar centimeter lan
ger dan haar vriendin Elizo en was volgons het re
gister van den Burgelykeu stand negentien jaar oud.
Elize daarentegen had nog slechts achttien zomers
beleefd en stond in leeftijd dus eenige maanden
ten achter hij haar vriendin, zonder daarom oenigs-
zins afgunstig op haar te zijn. De t wee muisjes had
den al sedert hun kinderjaren vertrouwelijk met
elkaar omgegaan eu zoo luidden tij ook nu „uuen
een ontdekkingstocht in do duinen ondernomen.
Eiuma zat op 't mulle duinzand er. hield al la
chend haar sierlijke parasol boven haar aanvallig
kopje. Elize lag i.oo lang zij was op den grond en
lachte óok, zoodat hieruit, volgons de regelen der
logika, hel besluit te trekken valt, dut ze alle twee
luchten eu daar hadden zo ook volop roden toe.
Ze hadden namelijk luchtknateolcn gebouwd en uit
de zeo was de fata m irgana van toekomstig geluk
omhoog gestegea en had hun allerlei lieflijke beel
den laten zien, waarbij do portretten van twee nooit
aauschouwuc, onbekende idcaaliuauhen de hoofdrol
speelden.
Zoo recht gezellig hadden de twee meisje» mot el
kander zitten babbelen, alsof er geen ongeluk in dit
jammerdal was. Helaas, zu dachten niet aan wat Schil
ler in zijn „Lied von der ülocke" zegt, dat tucn met
men do macht van het noodlot geen verbond
kan sluiten eti het ong.luk vaak met rasscho schre
den nadert. Ditmaal whs hot ongeluk reeds gena
derd en wel in de gedaante van tweè ruwe, forsch
gebouwde veldwachters met hoogc laarzen aan.
Wordt i'Tfoli/t.)