Donderdag 25 Juli 1901. No. 5104. 50e Jaargang. Feuilleton. AIERSFQORTSCIE GOIIEAÏÏ FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden fi.franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel ineer 10 cent. Legale-, ofticieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke regel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU^ KORTEGRACHT 9- Telephoon 19. Herhaaldelijk ontvangen wij het verzoek, advertentiën bij de fami lie-berichten te plaatsen of een andere opgegeven ruimte er voor te reser veeren. Hoewel wij zeer gaarne met verzoe ken, in dit opzicht geuit, rekening llbu- den, kan een vaste plaats aan adver tentiën NIET worden gewaarborgd. Administratie „Amersf. Ct.'' KENNIS U V. V 1 N G. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat op '24, '25, 26 of 27 Juli a. s. schietoefeningen zullen worden gehouden vnn het Kort opde Hars- Bens. Er zal gevuurd worden in Oostelijke richting, inet kanonnen van groot kaliber (30 c.M.) bij welk vuur de roede tot op een afstand van 9000 M. van het fort onveilig ruoet worden be schouwd en waarbij geen vaartuigen ten behoeve van de veiligheid worden uitgelegd. Op de dagen waarop gevuurd wordt, zal van het fort een roode vlag waaien van minstens 6en uur voor den aanvang der schietoefeningen, alsmede eene gekleurde vlag, aangevende de rich ting waarin gevuurd zal worden. Bovendien zul len op den vuurdag groote waarschuwingsborden worden geplaatst aan den ingang der haven en op de batterij Yiscliuiurkt, vermeldende in welke richting dien dag gevuurd zal worden, terwijl bij het torpedo-magazijn, alsmede aan den in gang der haven, borden zullen worden geplaatst, waarop is aangegeven de beteekenis der gekleur de vlag, als volgtZwarte vlag beteekent Oost. Amersfoort, den 24. Juli 1901. De Burgemeester voornoemd, CELOSSE, Wetb., 1°. Br. Amersfoort in 1900. IX. In het verslag omtrent Nijverheid, Mandel, en Scheepvaart wordt aangaande de eerstge noemde niet veel gezegd, wat ook niet in het verslag over 1800 werd meegedeeld. De uitdrukking >de werkzaamheden waren ge lijk aan de vorige jaren" vormt scheeringen inslag voor bijna alle nijverheids-inrichtingen. Toch zegt het verslag, dat. de ny verheid kan geacht worden langzamerhand vooruit te gaan, hetgeen vooral het geval blijkt, bij de siga renfabrieken en tabaks-kerverijen; enkele in dustrieën hadden daarentegen te kampen met scherpe concurrentie. Tengevolge van de voortdurende uitbrei ding van de Gemeente en het verbouwen van verschillende panden binnen destad flo reerde ook de ambachts- en handwerksntj- verheid. Met genoegen kan worden medegedeeld, dat in den loop van het jaar *1000 een Ver- eeniging werd geconstitueerd tot oprichting van een Ambachtsschool, i De van hier naar het buitenland uitgevoer- i de artikelen bestonden in bier, boter, katoe- i nen- en linuen manufacturen, oliën, tabak, vee, i verfstoffen en zeeppoeder. Behalve Engeland, waarheen gcslachtescha- pen, lammeren, nuchtere kalveren en var- i kens worden gezonden, betrok geen ander I land van hier uit eenig vee. j De binnenlandsche handel liep voorname- lijk over: tabak,hout,schors;rijstemeel,gries j en grind, raap- en lijnkoeken, granen, hooi stroo, koloniale waren en manufacturen. Het aantal schepen, zoo van hier als her waarts gevaren, is als volgtJanuari 32 sche pen, metende 2045 tonnen, Februari 40 met 3376, Maart 163 met. 8776, April 107 met 8702, Mei 96 met 7637, Juni /4 met 5065, Juli 94 met 7563, Augustus 82 met 7045, September 110 met. 932. October 75 inet 6338, November 82 met 6803, December 06 met 5521, totaal in 1900 961 schepen, toe tende 80 192 tonnen. Bovendien hebben 371 schepen mot een gezamenlijke tonnenmaat van 26 431 tonnen, de rivier de Kern bevaren zonder hier ie havenen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken hield 8 openbare vergaderingen. Hel aantal ingekomen stukken bedroeg 49. Behalve de huishoudelijke werkzaamheden werden behandeld le. Een adres van de Kamer van Koop handel en Fabrieken te RottertWn, ten einde een betere dienstregeling op de spoorwegen te verkrijgen, voorzoover het personenver keer betreft. De Kamer besloot de algemeene strekking van dit adres bij den Minister van Water- J staat, Handel en Nijverheid te steunen, maar j tevens te wijzen op den toestand van het goederenvervoer, dat in de laatste maanden j van het jaar 1899 zeer slecht is geweest I zóo zelfs, dat bij de ingevallen vorst in De cember hel verkeer te Rotterdam bijna I geheel gestremd was, waardoor de handela ren in het binnenland groote schade hebben geleden. J 2e. Van Z. E. den Minister van Financiën een omwerp tot herziening van de tarieven van Invoerrechten, waarbij op vertrouwelijke Wijze werd gevraagd om zoo de Kamer opmerkingen of bedenkingen tegen dat ont werp had die kenbaar le maken aan Z. E. Dj Kamer besloot in geheime vergadering enkele opmerkingen ter kennis van den Mi nister te brengen. 3e. In zake een reorganisatie van het Con sulaatwezen. naar aanleiding van de bekende motie van den heer Van Raalte, werd beslo ten tot ondersteuning bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal van de adressen der 8.) Hel was geen treurige gevangenschap voor de twee vriendinnen en na een uurtje wisten zij al wie Burgemeester Arthur von Grollendorp was, dat hij piano speelde, veel van lozen hield, twee rijpaar den had en zich 's winters op zijn eenzaam iorp wel wat verveelde. Al pratend kou hij zijn oogen bijna niet Vt..i Erutna afhouden wat was zjj een aanvallig meisje! Toen zij zoo gracieus thee schonk, scheen zij hem een allerliefste kleine huisvrouw toe. Muur, ach Hoe kort slechts at>u zyn geluk duren De oudera der sehooue gevangeuou zouden komeu om hen met zich uiede te nemen, en dan was het uit met zijn gezellig theeuurtje. En nu reeds ver zocht Emma hem, of zij eeu poosje in een andere kamer een beetje nioclit uitrusten, omdat zij zich zoo moe voelde. Er zat niets anders op dan haar te verzoeken, hem naar den salon te willen volgen. Elize bleef alleen in de kamer, maar haar een zaamheid duurde niet heel lang, want eenige oogen- klikken. nadat Arthur en Emma 't vertrek verlaten badde.werd de deur geopend en de twee veld wachters duwden een vreemdeling binnen, een jon gen man met een rossigen baard. Hij was geheel in reiscostuum met een ronden, bruinen hoed en een dikken wandelstok. Zonder twijfel wns hij ook een misdadiger, dien de ijverige dienaren der wet ergens op heeter '.aad betrapt hadden. De jonge man scheen zichevenv. sl 't gchcele geval niet z vaar aan te trekken, want hij nam zeer vriendschappelijk afscheid van de veld wachters. „Ik dank u zeer, heeren," zeide hij lachend „voor uw geleide en als u soms in verlegenheid mocht komen, ben ik gaarne tot wederdienst bereid. Mag ik u een sigaar presenteeren Niet Nu zooals u wilt." „Neen van die edele mannen afscheid nemen, die mij hier- brachten, al was het ook tegen mijn zin en ouder geweldig ve-zet van mijn kant. Nu ben ik er hun daar zeer dankbaar voor, omdat ik daardoor het on schatbare geluk geuiet, mij in uw lief gezelschap te bevinden." Elize nam den nicuwaangckoroene, die haar door zijn voorkomen weinig vertrouwen inboezemde, van het hoofd tot de voeten op en wist niet, wat zij van hein donken moest Hij bemerkte dit en zeide.4 „Mijn eenigszins gederangeerd lichamelijk omhul sel, waaronder inijn geestelijk ik verborgen ligt, schijnt niet in uw siuaak te vallen. Maar mijn beroep ia van dien aard, dat ik 't niet helpen kan, als ik er soms wat slordig en onnooglijk uitzie. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat gaat het door bosch en veldvan nacht onder een boerendak, morgen in een hotel en soms ouder Gods vrijen hemel." „In de open lucht f" „Zooals 't valt. Dat kan -neu zoo nauw niet ne men. Een goed mes en in ieder geval een dikke Zustei'kamers te Amsterdam en te Utrecht. 4e. Aan een adres van het Twenlsch Kolen- syndicaat, gevestigd te Hengeloo, waarbij op verschillende gronden verzocht wordt om le. tot een zoo spoedig mogelijke ontginning der Limburgsche steenkolenheddingen te geraken2e. daartoe ai vast goedgunstig te beschikken op de oudste door Nederlanders gedane concessie-aanvragen tot exploitatie der kolenmijnen in Limburg, werd besloten bij den Minister van W. H. en N. ondersteu ning te verieenen. 5e. Omtrent de lijst van kiesgerechtigden voor de Kamer werd advies gevraagd door Burgemeester on Wethouders. Geadviseerd werd tot doorhaling van een paar namen van personen, die niet de vcr- eischten hadden, voorgeschreven in art. 6 sub B van het Kon. besluit van 4 Mei 1896. Ge. Naar aanleiding van der Kamer gedane mededeelingen, dat in de Eem in de haven kom een paar ondiepten de scheepvaart be moeilijkten, verzocht de Kamer aan de heeren Burgemeester en Wethouders hieraan hun aandacht te willen schenken, waarop reeds spoedig de gewenschte opruiming van die ondiepten is gevolgd. 7e. Aan een adres van de Ned. Kamer van Koophandel te Londen, waarin gevraagd werd het crediteeren van den suiker-accijns non- dig voor de bereiding van jams uit vruchten, schonk de Kamer bij den Minister van Fi nanciën haar ondersteuning. 8e. Door Burgemeester en Wethouders werden aan de Kamer inlichtingen gevraagd omtrent de oprichting van Kamers van Ar beid, voor de bouwvakken en voor de ge notmiddelen. Ingevolge de ontvangen wenk werden tevens de patroons in die vakkeu door ons gehoord. Bij de toezending van het proces verbaal daarvan gaf de Kamer als haar ge voelen te kennen, dat, overwegende de goede verstandhouding tusschen patroous en werk lieden in deze Gemeente, zij zich geen voor stelling kon maken, dat thans Kamers van Arbeid hier noodig zouden zijn, doch dat zij niet per se tegen de oprichting zoude zijn in de tweede plaats achtte de Kamer, zoo tot oprichting werd besloten, eere indeeling in vier Kamers dan het meest gewenschten evenzoo een uitbreiding tot de naastomlig- gende gemeenten Soest, Woudenberg, Leus- den, Stoutenburg, Hoevelaken en Hoogland, met het oog dat die Gemeenten door dage lijks verkeer een belang hebben met Amersfoort. 9e. Door de Vereenigingen van Handela ren gevestigd te Groningen en verschillende Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland werden verzoeken tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal gericht, om het ontwerp van wet tot herziening van de Drankwet van 28 Juli 1881 te willen ver werpen en een nieuw ontwerp samen te stellen, waarin gelet werd op de eischen van billijkheid in de practijk. Van al die adressen werd besloten aan dat der Groninger-vereeniging en aan dat der Kamer te Dordrecht ondersteuning te verieenen. 10e. Op een schrijven van den Minister van Financiën om aan Z.Ex. mede te deelen namen van de jam-fabrikanten, die de Kamer tot voorlichting hebben gediend bij de on dersteuning dezerzijds van het adres der Londensche kamer (zie sub 7 hiervoor) werd door de Kamer geantwoord, dat geen per sonen door haar waren geraadpleegd, omdat hier geen jam-fabriekanten zijn, maar zij dit adres had gesteund, dewijl zij meende, dat de wenschehjkheid voor de hand lag. Aan de Kamer te Nijmegen werd op haar verzoek advies gegeven omtrent een persoon, die aldaar gevraagd had om tot makelaar te wordeu aangesteld. 11e. Door den Minister van W. H. en N. werd het gevoelen de Kamer gevraagd of het verieenen van eeu diploma aan bedie naars van stoomwerktuigen van zeer een voudige constructie ook aanbeveling verdient en op welke wijze dit zou kunnen geschie den. Besloten werd aan Z. Ex. te antwoorden, dat naar het gevoelen der Kamer een di ploma voor de bediening van dergelijke werktuigen geheel onnoodig is. Behalve voormelde onderwerpen, werd de ondersteuning nog gevraagd, voor a. Een adres van de Vereeniging van Ned. Werkgevers aan de Eerste Kamer der Sta ten-Generaal tot verwerping der Ongevallen wet. b. Een adres van de Kamer van Koophan del en Fabrieken te Utrecht aan den Direc teur-Generaal der Posterijen om een verlaagd tarief voor briefkaarten in plaatselijk verkeer. c. Een verzoek van de Kamer van Koop handel en Fabrieken te Zwolle aan den Mi nister van Financiën om meer muntbilletten van f lO in omloop te brengen en om munt billetten van f5 aan te makfn. d. Een ad rei van den Ned. Bond van In- dustriëelen cn Handelslieden te Rotterdam aan den Minister van Justitie tot wijziging van art. 337 Wetboek van Strafrecht, ten einde een betere bescherming te verkrijgen van den industrieelen eigendom. e. Een verzoek van den Christelijken Boe renbond in Noord-Brabant aaD de Tweede Kamer tot verhooging van iuvoerrechten op verschillende voedingsmiddelen. Welke alle voor kennisgeving werden aan genomen, omdat de Kamer wat sub. a be treft, het niet wenschelijk achtte, bij gebreke aan beter, dat de door de Tweede Kamer aangenomen Ongevallenwet verworpen werd „Een nes? Een stok Elize ging een paar passen achteruit. Dat was een verschrikkelijk inenschWat een redeneeriugen Wat een kleedingEen fra Dinvo- lo! Zou zij om hulp roepen Maar neen, hij zou toch niet durven probeeren hier in huis. „Sedert ik S. verlaten heb," ging hij voort, maar Elize viel hem in de rede. „Komt u uit S. riep zy doodelijk ontsteld uit. „Ik heb er tijdelyk verblijf gehoudeu 't beviel er mij best Nu was er geen twijfel meer aan hy was het, de Roode Adolf, de sp:tsboef, die acht dagen geleden uit de gevangenis te S. ontsnapt was, die overal ge zocht werd en wiens signalement in alle couranten stond opgegeven. Ze herinnerde zich nu ook, dat zij dezen man eergisteren in 't was bosch tegenge komen, waarop hij haar zelf opmerkzaam maakte. „U ziet," zeide hij, „dat wij oude kennissen zijn" en hij kwam een beetje dichterbij. Elize ging veiligheidshalve achter een stoel slaan en voelde angstig, cf ze haar horloge nog wel had. „Blijf daar," riep zy met nadruk uit, „nu weetik wie ge zijt. Ge komt uit S. „Ik had reeds 't genoegen, u dit mede te deelen." „O, ik weet wel, dat ge voor niets terugdeinst, maar ik ben niet zonder bescherming. Eén schrede, éen beweging en ik roep om hulpWilt ge de reeks uwer misdaden met een nieuwe vermeerderen?" „Neem me niet kwalijk, juffrouw, als ik u even in de rede val," sprak de vreemdeling, „maar het is ray, trots alle mogelyke inspanning, niet gelukt, de snelle vlucht uwer gedachten en woorden te vol gen en dus acht ik de vraag niet ongepast, voor wien u me eigenlijk aanziet?" „Gy hebt uzelf verraden; ge zyt de Roode Adolf," Nu zag de onbekende op zijn beurt het jonge meisje verbaasd en verbluft aan. Eindelijk barstte hij in lachen uit. Dat meu hem voor den beruchten dief hield, was meer dan jolig en hij gevoelde reeds grooten lust, de rol van den Itooden Adolf te spelen, toen de Burgemeester de kamer binnenkwam, tot groote vreugde van Elize, wier le.endige phantasie haar de bloedigste taferee- Ion voor oogen spiegelde. De vreemdeling wendde zich terstond tot Arthur. „Ik heb de eer u goeden avond te zeggen," zeide hij, „en als ik niet in een behoorlijke kleediug ver schijn, hoop ik, dat ge dit wijten zult aan <le lange reis, die ik te voet heb afgelegd, en aan de ijverige heeren veldwachters, met wie ik 't genoegen heb gehad, kennis te maken." „Op welken grond beeft men u gearresteerd?" vroeg de Burgemeester. „Op grond van miju belangstelling in hetVorste- l'jk jachtslot: ik zat er te schilderen, toen die ke rels mij opeens in mijn kraag pakten." „U is dus „Eeu van die vei waarloosde menscben, die hun tijd zoek brengen met de voorwerpen uit de natuür en de hen omringende wereld met kleuren na te bootsen, zonder dat het ooit gelykt op het origi neel." „Dus schilder?" vroeg Athur. „Ja en sterk ouder verdenking, de losgebroken Roode Adolf te zyn, voor wien deze jonge dame mij ten minste houdt." Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1901 | | pagina 1