p
r genegon is, wel willen verzoeken, te
onderzoeken of er niet een afdoende re
geling is te treffen, die aan al deze ver-
schillonde belangen zal ten goede komen.
De heer Van BylandtMijnheer de
VoorzitterDe quaestie van de Hoogere
Burgerschool te Amersfoort is heden en
ook vroeger uitvoerig besproken. Ik kan
I evenwel niet nalaten nog een enkel
woord aan het gesprokene toe te voegen.
Het is geen quaestie van een locaal be
lang, maar het belang van de geheele
streek is er bij betrokken, en nu hoop
ik, dat de Minister iets zal doen om die
zaak in het reine te brengen, hetzij door
die school te maken tot een Rijks-Hoo
gere Burgerschool, hetzij door te bewer
ken, dat de omliggende Gemeenten, die
daartoe in staat zijn, een subsidie zullen
verleenen, ten einde die school te ver
beteren om ze in den staat te stellen aan
de behoeften te voldoen.
Ik pleit vooral voor verscheidene ouders
uit de ten Oosten van Amersfoort gelegen
streek, die hun kinderen niet naar Utrecht
kunnen zenden, omdat de Burgerschool
aldaar ook overvol is, terwijl zij thans
gevaar loopen, dat hun kinderen van de
school te Amersfoort zullen worden ver
wijderd. Een groote moeilijkheid ik
wensch daarop de attentie van den Mi
nister nogmaals te vestigen, hoewel hij
het wel weet bestaat ook hierin, dat
de jongelieden, die van de eene Gemeei#
telijke Hoogere Burgerschool naar een
andere overgaan, opnieuw een examen
moeten doenalleen wanneer zij van de
eene Rijks-Hoogere Burgerschool naar
de andere gaan, worden zij direct zonder
examen geplaatst in de klasse, waarin
zij op de vorige school hebben gezeten.
Die jongelieden, die derhalve in Juli
examen hebben gedaan, zouden, wanneer
zij dus de school van Amersfoort moeten
verlaten, verplicht worden zich thans
opnieuw aan een examen te onderwerpen
om in dezelfde klasse te blijven.
Ik beveel deze zaak in de welwillend
heid van den Minister aan en hoop dat
hij op de eene of andere wijze een schik
king moge vinden en treffen, opdat vele
ouders in den omtrek niet in ongelegen
heid geraken, maar hun kinderen naar
Amersfoort kunnen blijven zenden.
De heer SmeengeMijnheer de Voor
zitter Ik wensch bij het door de beide
afgevaardigden gesprokene nog een en
kel woord te voegen, speciaal om het
volle licht te laten vallen op datgeene,
wat voorkomt in het ons toegezonden
adres uit Hilversum en geteekend door
vijf hoofden van scholen. Daarin wordt
er toch op gewezen, dat een verhuizing
naar Utrecht voor velen niet mogelijk is.
Ik noem bij voorbeeld de leerlingen die
komen uit Vesnendaal, Renswoude, Scher-
penzeel, Woudenberg enz., waarvan bijv.
die uit eerstgenoemde plaats verplicht
zouden zijn, eerst te wandelen naar de
Klomp, een afstand van 25 minuten, dan
per spoor te reizen naar Utrecht, I/2uur,
terwijl zij dan nog niet aan de Hoogere
Burgerschool zijn, maar nogruim 20 min
uten hebben te loopen. Het bezwaar van
den afstand en het tijdverlies is dus niet
te ontkennen. Een ander bezwaar van
zeer groot gewicht is het volgende.
Dat de Hoogere Burgerschool te Amers
foort floreert, vooral door het bezoek
van de kinderen uit de plattelands-ge-
meenten, heeft een bijzondere oorzaak.
De toevloed van leerlingen naar die
school is vooral zoo groot geworden door
de welwillendheid dieï)irecteur en leeraren
aan den dag legden bij het vaètstellen en
uitvoeren van hun leerplan. Wanneer
van de zijde der betrokkenen werd mede
gedeeld, dat het wenschelijk was een
kleine wijziging te brengen in het uur
van aanvang of sluiting der school, of
wanneer om de eene of andere reden,
aan die plaatsen eigen, men gaarne had,
dat rekening werd gehouden met het
naar huis geven van werk, dan werd
daaraan welwillend voldaan. Ja, mijn
heer de Voorzitter, het is zóo ver ge
komen. dat de onderwijzers uit de om
geving ik noem den heer Kievits te
Nijkerk en anderen jaarlijks samen
komen, met aen Directeur en de leeraren
der Hoogere Burgerschool, ten einde te
zameu te bespreken wat doeltreffend en
wenschelijk is om zooveel mogelijk vruch
ten te plukken van het onderwijs door
de eersten en de laatsten te geven. Op
die wijzè sluit het onderwijs op de ge
won o scholen aan met wat op de Hoo
gere Burgerschool te Amersfoort met
zooveel succes verder wordt onderwezen.
Mijnheer de Voorzitter! Hqp is het
haast mogelijk, neen, laat ons gerust zeg
gen, het is ondenkbaar, dat die toestand
zal blijven indien de kinderen van het
platteland om Amersfoort naar de Utrecht-
sche school moeten.
Mot den besten wil zal de Directeur te
Utrecht, met zijn school met stadsieer-
lingen, niet kunnen volgen de gedrags
lijn, waarop ik wees en die zelke uitste
kende resultaten oplevert.
Ik zou den Minister ernstig willen
verzoeken, deze overwegingen niet licht
te tellen.
De heer Kuyper, Minister van Binnen-
landsche Zaken, zegt (na den heer Kete
laar geantwoord te hebben, die sprak
over ae Industrie-school te Arnhem)
Ik kom nu tot het werkelijk moeilijke
geval van de Hoogere Burgerschool te
Amersfoort. De reden van de geachte
sprekers, die daarover het woord voerden,
maakten een oogenblik den indruk op mij
alsof zij meenden die Hoogere Burger
school tegenover den Minister te moeten
verdedigen.
Maar wat betreft den samenhang van
die sohool met de behoefte aan middel
baar onderwijs, die in de omliggende
dorpen bestaat, meen ik dat die school
als zoodanig overbodig is.
Ik waardeer de Hoogere Burgerschool
te Amersfoort zeer, en beaam ten volle
hetgeen daaromtrent door de heeren
Smeenge en Van Asch van Wijck gezegd
is, dat aan het hoofd daarvan een uit
nemende Directeur staat, die goed uit
zijn oogen ziet en daardoor een stel
leeraren onder zich heeft, dat minstens
de vergelijking met dat van alle andere
Hoogere Burgerscholen doorstaan kan.
Men gaat te Amersfoort niet streng niet
>militairemont" te werk, maar verstaat
daar de kunst om met die Geldersche
en Utrechtsche burgers om te gaan en
heeft zoodoende de harten van die men-
schen weten te stelen.
Ik wensch, dat die school meer en
meer tot bloei kome, welke een zoo ge
heel exceptioneelen Directeur heeft.
Zou nu van mij een poging uitgaan om
aan dien Paradijstoestand, mag ik het wel
noemen, een einde te maken Neen, die
poging gaat uit van den Gemeenteraad
van Amersfoort; ik zoek juist dien Para
dijs-toestand te bestendigen. De Ge
meenteraad daarentegen zegt, dat als de
Regeering geen verhooging van subsidie
toestaat, moeten al de omwonende en
van buiten komende leerlingen ik kan
ze wel noemenforensen met een
grooten knip afgesneden worden.
Wanneer men den toestand van de
Hoogere Burgerschool te Amersfoort na
gaat, dan ziet men, dat ver in de om
geving geen andere Hoogere Burger
school te vinden is, binnen korten tijd
sporens door leerlingen te bereiken. Dit
heeft het eenigszins zonderlinge feit ten
gevolge gehad, dat alleen uit Hilversum
50 leerlingen naar de school te Amers
foort trekken; uit Baarn 11;uitBussum 11
en zelfs 9 uit Utrecht.
Men zal wel toestemmen, dat dit geen
normale toestand is. De vraag is der
halve gerezen of tusschen Amsterdam en
Utrecht niet een geschikte plaats gelegen
zou zijn om een Hoogere Burgerschool
te vestigen. Nu zou, wanneer Hilversum
gekozen werd, de vermindering te Amers
foort van het getal buitenwonende leer
lingen zeker op 60 kunnen geschat worden.
In de tweede plaats heb ik mij afge
vraagd of, wanneer Utrecht een nieuwe
regeling in dit opzicht aanbracht, dit niet
van invloed zou zijn op den tegen woor-
digen toeloop van buitenleerlingen naar
de school te Amersfoort. De gelegenheid
bestaat in gelijke mate om van Hilver
sum naar Utrecht te gaan als om van
Hilversum naar Amersfoort te gaan. Ik
ben reeds met Utrecht in onderhandeling
en ik meen dat daar een zeer ruime plaats
is te verkrijgen, om leerlingen van bui
ten de Gemeente gelegenheid tot school
bezoek te geven.
Ik trek daaruit deze conclusie, dat men
niet kan zeggen dat de toestand in even
wicht komen zal. Men kan niet zeggen
dat zich een blijvende toestand ten aan
zien van de Hoogere Burgerschool te
Amersfoort gevormd heeft. Ik blijf het
beschouwen als eqn punt dat zeer onze
ker is en dat nog aanmerkelijke wijziging
ondergaan kan.
Wanneer men nu staat voor een toestand
die nog niet tot vastheid is gekomen en
die aan groote schommelingen ondér-
hevig kan zijn, is het dan geraden defi
nitieve stappen te doen en ligt het dan
niet veel meer voor de hand, om te
trachten langzamerhand tot vastheid te
geraken en met definitieve maatregelen
te wachten totdat er evenwicht in de
toestand is gekomen
Moet in dien tusschentijd dan evenwel
niets ter zake worden gedaan Moeten
Barneveld, Veenendaal en zelfs Harder
wijk van hulp verstoken blijven Neen,
heb ik gedacht, de Gemeente Amersfoort
moet in staat gesteld worden, die Gemeen
ten te helpen en vandaar het subsidie-
voorstel van f5000. Wat wil dat hier
zeggen Op dit oogenblik zijn daar
134 buiten-leerlingen. Wanneer men het
schoolgeld daarvan berekent en daarbij
voegt f15 000 subsidie, dan levert dat
een inkomst op voor de Gemeente van
ruim f 23 000 en, den kostende» prijs van
eiken leerling stellende op f150, zooals
de Gemeente die zelf opgeeft, komt men
tot een totaal van uitgaven van ruim
f 21000. Wanneer dus mijn subsidie-
voorstel wordt aangenomen, dan worden
de werkelijke kosten die Amersfoort
heeft te maken voor de 134 buiten-leer
lingen geheel gedekt. Bovendien heeft
de Gemeente er nog dat voordeel van,
dat 70 kostleerlingen in do stad verblij
ven, wat, berekend tegen f500 per jaar
en per leerling, maakt een som van
f 35 000 die de Gemeentenaren in allerlei
vormen ten goede komt en ook van in
vloed is op den hoofdelijken omslag.
Ging men er toe over, nu reeds de
school over te nemen, dan komt eerst
aan de orde de vraagwelke conditiën
moeten er gesteld worden
Mijn ambtsvoorganger heeft indertijd
zeer gemakkelijke conditiën voorgesteld.
Toen die in den Raad aan de orde kwa
men heeft éen wijze in dien Raad ik
zeg niet dat er niet meer wijzen in zijn,
maar ik ben er maar éen op 't spoor
gekomen heeft éen wijze, de heer
Gerritsen, gezegdgeachte medeleden
aanvaardt die conditiëntast toe, dan
krijgt gij een Rijks-Hoogere Burgerschool.
Als de Raad daarnaar geluisterd had,
dan had Amersfoort zeker van mijn
ambtsvoorganger een school gehadmaar
de heeren zijn aan 't knibbelen gegaan.
Mijn ambtsvoorganger schreef aan de
Gemeente Amersfoort »dat het voorstel
om de school over te nemen in gunstige
overweging zou worden genomen, indien
de Gemeente zich bereid verklaarde om
het gebouw, met de zich daarin bevin
dende hulp- en leermiddelen en het meu
bilair kosteloos in gebruik te geven, de
noodige uitbreiding van het gebouw voor
rekening der Gemeente en ten genoege
van de Regeering tot stand te brengen
en een vaste jaarlijksche bijdrage van
f8000 te verleenen in de kosten ten be
hoeve van de bezoldiging van het on
derwijzend personeel", en voegde eraan
toe: >Indien uw Gemeente niet kan be
sluiten deze voorwaarden aan te nemen,
dan bestaat er bij mij bezwaar voor het
beoogde doel de noodige gelden aan te
vragen".
De Raad besloot echter dat niet te
doen en meende er andere voorwaarden
voor in de plaats te moeten stellen.
Nu heeft men te Amersfoort beweerd,
dat in die f8000 nog begrepen waren
gelden voor de Burgerdagschool.
En wat de gebouwen betreft, zou men
het tegenwoordige gebouw in eigendom
willen geven en daarbij eenige lokalen,
aanbouwen, die ook zouden moeten die
nen voor de Burgerdagschool en enkele
lessen van het Gymnasium.
De zaak is dus afgesprongen. Men
heeft te Amersfoort het onderste uit de
kan willen hebben en toen is hun het
lit op den neus gevallen. De zaak is
blijven hangen en door de wijziging van
het Ministerie niet in gunstiger positie
gekomen, want het was wel bekend, dat
mijn geachte ambtsvoorganger meer be
reid was dan ik om de Gemeentelijke
Hoogere Burgerscholen te converteeren
in Rijks-Hoogere Burgerscholen.
Ik zal nu zeggen, waarom men zoo
bijzonder gaarne ziet, dat de Gemeente
lijke Hoogere Burgerscholen geconver
teerd worden in Rijksscholen.
Het is bekend, dat mijn geachte ambts
voorganger heeft weten te verkrijgen dat
er f 60 000 werd toegestaan voor verhoo
ging van de tractementen der leeraren
aan de Rijks-Hoogere Burgerscholen.
De Heer DruckerU heeft daaraan als
lid der Kamer medegewerkt.
De heer Kuyper, Minister van Binnen-
landsche ZakenIk denk, dat de heer
Drucker wel onderscheid zal gelieven te
maken tusschen het initiatief van een
Minister en de medewerking van een lid
der Kamer; hij zal daarin wel een zekere
gradatie willen opmerken.
Tengevolge nu van het toestaan van
die f60 000 is er een zekere strooming
onder de leeraren bij de Gemeentelijke
scholen gekomen, om ook van de Ge
meenten hooger traktement te krijgen, of
wel de converteering van de Gemeente
lijke- in een Rijks-Hoogere Burgerschool
door te drijven, iets wat van hun stand
punt zeer begrijpelijk is.
Wat wordt ons nu door Amersfoort
aangeboden
Een gebouw. Maar wat is dat voor
een gebouw Het is een volstrekt on
mogelijk gebouw. Wanneer hier ooit
werd aangedrongen op sierlijken, weel-
derigen bouw als middel om de scholen
goed te maken, zou men zeker op
Amersfoort als exempel kunnen wijzen,
dat oen beste school in een geheel on
voldoend gebouw gehuisvest kan zijn.
Het gebouw te Amersfoort is indertijd
ingericht voor een 60 k 70 leerlingen.
Boven in het gebouw bevindt zich een
portaal, waarop 7 lokalen uitkomen. Op
het oogenblik wordt daar aan 150 leer
lingen les gegeven, waaronder 50 meisjes,
die door elkaar moeten kroelen om den
weg naar beneden te vinden, waar nau
welijks plaats is voor 20 30 jongelieden
om te staan.
Wanneer ik dit gebouw overnam, mijn
geachte ambtsvoorganger zal dit wel wil
len toestemmen, dan zou het geen jaar
duren of men zou met den eisch komen
van een nieuw gebouw, daar het niet
langer bruikbaar zou blijken.
Nu is men wel van plan om een paar
lokalen bij te bouwen, waardoor eenige
verbetering zou ontstaan, maar op den
duur zou de toestand toch onhoudbaar
blijken en alles er op wijzen, dat men
in een overgangstoestand verkeert. Van
daar dat ik mij heb afgevraagdHoe
zal ik Amersfoort helpen Zou ik op het
oogenblik niet het verstandigste doen
wanneer ik Amersfoort zóo hielp, dat
geen opofferingen van de Gemeente meer
noodig waren De beantwoording dier
vraag bracht mij tot aanbieding van een
hooger subsidie dan de Gemeente tot dus
verre genoot, en wel ten bedrage van
f5000, waarmede ik, naar mij voorkomt,
zeer mild ben, vermits ik ten opzichte
van de Hoogere Burgerscholen een an
dere richting ben toegedaan dan mijn ge
achte ambtsvoorganger. Ik heb intusschen
toch tegenover Amersfoort niet karig
willen zijn. Vijf duizend gulden subsidie
voor zulk een plaats is metterdaad een
som die iets beteekent^ en wanneer die
som nu zelfs zoo hoog is dat zij met het
andere subsidie er bij, plus de schoolgel
den den kostenden prijs van het onder
wijs der buiten-leerlingen dekt, welke
reden is er dan voor de Gemeente om te
zeggen dit kan zoo niethet moet anders
worden er moet een andere weg worden
bewandeld.
Wat is nu dat andere, dat Amersfoort
aangeeft
De wijzen in den Amorsfoortschen Ge
meenteraad zeggen, om het nu maar
platweg uit te drukken, dat zij niet op
een schopstoel willen zitten, dat zij een
vasten, blijvenden toestand moeten heb
ben, die ook hun Gemeentelijke financiën
in een zekeren staat brengt. Terwijl de
evenwichtstoestand voor de school nog
niet bereikt is, wenschen zij dus reeds
den toestand daarvan voor de Gemeente-
financiën in evenwicht gebracht te zien
en aile risico te schuiven op den Staat.
Zij stellen voor, de school Rijkszaak te
maken, zoodat het Rijk ook zal te zor
gen hebben voor een betere inrichting.
Wat wil dit nu zeggen
Stel, dat er een nieuw gebouw noodig
is, dan zal de Gemeente de daarvoor
noodige f85 000 moeten betalen, maar
dan volgen de eischen voor meubelen,
leermiddelen, enz.wij weten hoe dat gaat,
zóodat de kosten enorm zullen stijgen.
De leeraren komen ook, wat hun even-
tueele pensioenen betreft, voor rekening
van het Rijk en ook dat kost geld.
En wanneer ik in Amersfoort alles op
een grooten voet heb ingericht en er komt
straks in Utrecht een tweede Hoogere
Burgerschool en alsmede in Hilversum
zulk een instelling, terwijl de Directeur
uit Amersfoort weggaat, zoodat er een
andere geest op de school komt en een
deel der leerlingen verloopt, en men daar
dan met 80 a 90 leerlingen blijft zitten,
wat dan? Dan heeft het Rijk groote
kosten gemaakt om een inrichting te krij
gen voor 200 k 300 leerlingen, terwijl er
feitelijk nog geen 100 overblijven, zooals
in het Noorden op meer dan éen plaats
is geschied. Wat zal er dan gebeuren?
Dan gaat men, om de leege plaatsen aan
te vullen, allerlei jongelieden, wier ouders
geen middelen hebben, gratis toelaten en
zoo worden dan de banken gevuld.
Ik heb de verantwoordelijkheid daar
voor niet op mij willen nemen, waaruit
echter niet volgt, dat ik niet bereid zou
zijn om, zoodra de zaak in Utrecht is
gedecideerd en met Hilversum onderhan
delingen zijn gevoerd en ik voor Amers
foort over den toestand in de toekomst
zal kunnen oordeelen, nader met die
Gemeente in overleg te treden. Maar als
de Raad dier Gemeente dreigend optreedt
tegen de Regeering en zegtals gij niet
handelt zooals ik wil, dan bedank ik u,
dan ga ik van de buitenleerlingen f150
schoolgeld heffen dat is de kostende
prijs van het onderwijs dan zal ik,
van inijn zijde, daaraan niet toegeven,
want dat zou zijn het verplaatsen van
do leiding van het Departement, van het
Torentje naar het Stadhuis te Ama|Bfoort,
en daartegen hoop ik te waken, zoolang
ik hier sta.
De heer SmeengeMijnheer de Voor
zitter Ieder zal wel willen gelooven,
dat ik na het betoog dat de Minister
ter zooeven heeft geleverd, geen poging
zal doen om hem nog tot andere ge
dachten te brengen.
Daarom behoef ik mij echter nog niet
stil te houden, zooals een van de leden
hier in mijn nabijheid aanmerkt. Al wil
de Minister dadelijk niet in gunstigen
zin beslissen, hij wil vorder overwegen,
en daarom kan hot zijn nut hebben, nog
een paar punten te roleveeren, waarvan