Donderdag 6
Maart 1902.
DE DOLLE GRAAF.
No. 5168.
51e Jaargang.
Buitenland.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
AUERSFOORTSCHE COURAET.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden fi.;irancoper
post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-, officieële-
en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke regel meer
f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos
ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën var buiten de stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
Kostelooze-Inenting.
BU RGEM (CESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT.
Gelet op artikel 18 der Wet ran 4 December 1872
(Staatsblad no. 134);
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat voor
een ieder de gelegenheid tot koatelooie-inenting
wordt gegeven op den EERSTEN en TWEEDEN
MAANDAG van de maanden Januari, April, Juli
en October, telkens des namiddags te drie ure, in
de daartoe bestemde lokaliteit gelegen in w(jk F,
Breedestraat No. 21.
Gedaan te Amersfoort, den 3. Maart 1902.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. TH. SAND BERG.
Aangifte van verhuizing binnen
de Gemeente.
Do BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Overwegende, dat de bepalingen der door den Ge
meenteraad den 20. Mei 1862 vastgestelde Verorde
ning regeleude de verplichting tot het doen van
aangifte van verhuizingen binnen de Gemeente, niet
behoorlijk worden nageleefd
Herinneren den ingezetenen de op hen rustende
verplichting tot het doen van aangifte van verhuizlging
binnen de Gemeente en brengen daartoe by deze te
hunner kennis de bepalingen van gezegde Verorde
ning, welke luiden als volgt:
1. De hoofden van huisgezinnen of afzonderlijk
levende personen, binnen de Gemeente van woning
veranderende, zyn verplicht daarvau binnen éene
maand ten Itaadhuize aan den Ambtenaar, belast
met het by houden van het bevolkingsregister aan
gifte te doen.
2. Zij die het voornemen hebben te kennen ge
geven om de Gemeente te verlaten, en dientenge
volge een getuigschrift van verandering van werke
lijke woonplaats hebben ontvangen, zijn verplicht,
indien zij van dit voornemen afzieD, daarvan ter
plaatse en aan den Ambtenaar, in ait. 1 vermeld,
binnen éene maand na de dngteekeuing van liet af
gegeven getuigschrift, kennis te geven.
8. De overtreding van elke der bepalingen van
deze verordening wordt gestraft met eene geldboete
van ten hoogste zeven gulden.
Gedaan te Amersfoort, den 3. Maart 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
D' Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
Aangifte van Vertrek ait e van Vestiging
in de Gemeente.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Ge'et op het Koninklijk besluit van den 27stcn
Juli 1887 (Staatsblad No. 141) regelende de verplich
ting der ingezetenen tot het doen van aangifte voor de
bevolkingsregisters
Herinneren den ingezetenen de op hen rustende
verplichting tot het doeu van aangifte van vertrek
uit en van vestiging in de Gemeente, en brengen
daartoe bij deze te hunner kennis de bepalingen
van gezegd Koninklijk besluit, welke luiden als volgt:
1. Zij die op den dag der volkstelling in den
vreemde of in eene der koloniën of overzeesche be- j
zittingen van hel Rijk hebben vertoefd, geven bin- j
nen éene maand na hunne terugkomst hiervan ken-
nis aan het Gemeentebestuur.
Zij die bij die telling zijn overgeslagen, geven bin-
nen bene maand na den dag voor elke telling be-
paald, van dit verzuim kennis aan liet bestuur hun- i
lier werkelijke woonplaats. Voor de leden van huis
gezinnen rust de verplichting tot kennisgeving op j
het hoofd van elk huisgezin.
2. Zij die uit een Nederlandsche kolonie, eene
overzeesche bezitting of uil den vreemde hunne
woonplaats overbrengen in eene Gemeente binnen I
het Rijk, doen hiervan eene verklaring aan het Ge-
meentebestuur, vergezeld van het gebruikelijks ge-, j
tuigschrift voor hen die uit de koloniën ofbezittin-
gen, van een paspoort of reis- en verblijfpas of an- j
dere door de politie deugdelijk erkende bewijstuk-
ken voor hen die uit den vreemde komen.
Deze verklaring geschiedt binueu éene maand na
hunne aankomst in de Gemeente.
3. De kennisgeving in de twee vorige punten
vermeld, gaat vergezeld van de noodige opgaven
om in de. bevolkingsregisters te worden ingeschreven.
4. Zij die liunne werkelijke woonplaats binnen
bet Rijk verlaten om die over te brengen naar eene
Nederlandsche kolonie, eene overzeesche bezitting
of naar den vreemde, doen hiervan eene verklaring
aan het bestuur der Gemeente, welke zij verlaten.
5. Zy die hunne werkelijke woonplaats uit eene
Gemeente vnu het Rijk naar eene andere Gemeente
overbrengen doen hiervan eene verklaring aan hel
bestuur der Gemeente die zij verlaten en waar zij
in liet bevolkingsregister zijn ingeschreven met opgaaf
der Gemeente, waar zij wenschen zich te vestigen.
Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift vau ver
andering van werkelijke woonplaats.
6. Ter plaatse waar zij hunne werkelijke woon
plaats overbrengen, doen zij uiterlijk hinneu éene
maand na hunne aankomst eene verklaring aan het
Gemeentebestuur, met overlegging van het getuig
schrift in het vorige artikel vermeid.
7. Elk hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk
binnen éene maand kennis aan het Gemeentebe
stuur van ieder lid dat in het huisgezin wordt op
genomen ot daaruit gnut, inwonende dienst-en werk-
boden daaronder begrepen. Omtrent die kennisge
ving geldt het by sub 3 bepaalde.
Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzonderlijk
levende personen, wanneer zy andere persoueu in
hun huisgezin opnemen.
Bestuurders vau instellingen, gestichten en inrich
tingen, niet staande onder het bestuur of toezicht
van het openbaar gezag, waar personen onder eenig
bestuur sameuwonen, geven maandelijks aan liet Ge
meentebestuur kennis van alle personen, die in de
samenwoning zyn opgenomen of daarvan zijn uitge
treden.
De verplichting vervalt, wanneer langs een ande
ren weg de vereiselile kennisgeving voor het bevol
kingsregister gedaan ie.
8. Onverminderd de bovenstaande voorschriften
is een ieder, door het Gemeentebestuur daartoe op
geroepen, verplicht tot het doen der opgaven, die
vereischt worden oui de bevolkingsregisters in te vul
len.
Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geld
boete van ten hoogste honderd gulden.
Gedaan te Amersfoort, den 3. Maart 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester.
WUIJTIERS.
De Secretaris.
B. W. Th. SANDBERG.
10).
Op de teenen trad Alex de ziokekamcr binnen.
Nora, die juist even ingedommeld was in haar groo
te n leunstoel, sprong op en uitte een gesmoorden
kreet vau verbazing, toen zij Lex daar vuil, niet ge
scheurde kleeren, verbit en ademloos voor zich zag
staan. Maar nog eer zij iets zeggen kon, vroeg hij:
„Hoe is het met haar?
„Beterzij slaapt en de koorts neemt af."
Nora ging met hem naar de andere kamer. „Jon
gen, waar kom-je vandaan
„Direct uit liet cachot."
Heoft men je dan een deel vau de straf geschon
ken 5"
Alex schudde niet een trotsch gebaar het hoofd.
„Hoe kom je er bij, Nora ik ben door het dak
venstertje ontsnapt en toeu langs de daken gekro
pen en daar ben ik nu."
Nora zeide niets, zij liet zich op een sofa neerval
len en bedekte baar gelaat met hare handen.
„Ben je boos, Nora vroeg Lei verschrikt. „Maar
ik kon het niet langer uithouden, Als Elvi nu eens
gestorven was? Nora ik kon het niet uithouden."
En mot zijn zwarte met roet bemorste handen, trok
hij de slanke, blanke vingers vau baar gelaat af.
Zy zagen elkander aan, de reactie na de lievige
spanning, waarin zy verkeerd hadden, trad in
omarmden elkander, en de tranen van don wil
onbezonnen knaap vermengden zich met die
het blonde jonRe meisje; tranen van vreugde, dat
Kon belangrijke bijdrage ler beoordeeling
van de waarde, die te hechten is aan de
opgaven van den Engelschen opperbevel
hebber over de verliezen, die aan de Boeren
irt het veld worden toegebracht, mag blijken
uit het volgende.'
Den 8en Juli 1901 waren er volgens Kit
chener's rapport in de «London Gazette"
in Transvaal, de Oranje-Rivier- en de Kaap
kolonie niet meer dan 13 50(1 Boeren in het
veld.
Volgens Kitchener's opgaven zijn er van
8 Juli 1001 tot 24 Februari 1902 niet minder
dan 373 Boeren meer gevangen, gedood, enz.
dan er waren.
Derhalve vecht het Britsche leger op het
oogenblik tegen een vijand, die niet meer
bestaat
De Transvaalsche Legatie te Brussel ver
zekert daarentegen, dat het aantal Bóeren-
strijdkrachten in hel veld thans nog 23000
bedraagt, samengesteld als volgt8000 Trans
vaalsche burgers, 4000 Oranje Vrijstaters en
11 000 Afrikaanders uit de Kaapkolonie en
Natal. De Legatie voegt er aan toe, dat de
Boeren voldoende voorzien zijn van wapenen
en ammunitie.
Wel opmeikelijk is het ook, dat nu blijkt,
dat het «ledige" konvooi dat uit Klerks-
dot'p de stapelplaats voor de colonnes
in Westelijk Transvaal kwam, begeleid
werd door seenige" kanonnen, 3 pompons
I en 4 maxims.
I Volgens de gedetacheerde berichten wer-
I den 630 Engelschen hij den aauval op dat
I konvooi buiten gevecht gesteld een aar-
dige dekking moet dat «leege" konvooi dan
j toch gehad hebben en rapporteerde Kit-
i chener zelf, dat 580 man sneuvelden, werden
i gewond uf gevangen genomen. Natuurlijk
I veel meer Boerendat spreekt van zelf.
I Toch schijnt men in Engeland te gaan
I begrijpen, dat bet zoo best niet gaat. De
j Minister van Oorlog heeft op een desbetref-
fende vraag in het Lagerhuis meegedeeld,
I «lat zich na den laatsten oproep om vrijwil-
j ligers slechts 36 officieren en 1460 man
hebben aangeboden.
«Morning Leader" verzekert, dat in de
nabijheid van Vicksburg 150 man der En-
gelsche Yeomanry op een verlaten heuvel
zijn geïnterneerd omdat het Engelsche op
percommando ze niet meer van wapens durft
voorzien. Alle soldaten zijn namelijk min
stens driemaal door de Boeren gevangen
genomen. De Wet zeide, dat hij van deze
troepen munitie in overvloed had bekomen
en wel in die male, dat hij deze niet hetee
vlugger had kunnen hebben, zelfs als hij
Engeland" telegrafisch om I ad gevraag®
Ds. W. de Leur, beroepen predikant
Eikerzee, hoopt aanstaanden Zondagochtend
vóór te gaan bij de godsdienstoefening ia
de Luthersche kerk hier.
Door den Aartsbisschop van Utrecht zul
Zaterdag in de kapel van het .Seminarium
der Oud-bisschoppelijke klerezie de viriP
kleine wijdingen toedienen aan den beur
Gouai'ii, die Zondag tot sub-diaken wordt ge
wijd, terwijl de heer W. Gul alsdan tot diakun
zal worden gewijd.
De militieplichligen der lichting 1902 uit
deze Gemeente vertrekken morgen naar
Utrecht om daar te worden ingedeeld.
Onze stadgenooten de jongedames M. G.
van Hal, A. J. Hamersveld en A.J.M. Hen
driks slaagden te Utrecht voor de acte Nat
tige handwerken.
Uit zeer goede bron verneemt het #Utr.
Dagblad", dat het eerste bericht, volgens het
welk Minister jhr. Van Asch van Wijck een
betrekkelijk lichte operatie heeft ondergigjl,
niet juist was. Tengevolge van een maag
zweer bestond er een pylorus-strictuur. Ue
operatie was moeilijk en gevaarlijk. Voor-
loopig is de toestand van den lijder bevre
digend. Er is kans op volkomen herotel,
maar de vraag is of de krachten voldoe ide
zullen zijn om een periode zonder goede
voeding nog te verduren.
Tot dusver is de toestand bevredigend.
Het vertrouwen van prof. Narath op spoe
dige beterschap van zijn patiënt blijft bestaan.
We vestigen de aandacht van belangheb
benden op het communiqué van den Gïu-
verneur der Kon. Militaire Academie omtrent
b'j die inrichting nog niet opgevraagde por
tretten uit de jaren 1840—1852, dat o. a.
ter lezing hangt in de Societeitszaal san
«Amicitia".
Bij het 5e regiment infanterie zijn o. a.
aangesteldtot fourier de sergeant 'V.
Goinga en tot sergeant de korporaal G. Argelo.
De jongeling C. Dry ver heeft bij let
5e regiment infanterie aangegaan de ver
bintenis als adspirant-vaundrig voor het Be-
serve-kader.
het kind, dat zij beiden zóo lief hadden, be-
houden was.
Zóo trof Krocktr hen aan hij nam Nora's hand
in de zijne en streek haar over de zachte bloude j
lokken. „Nora, ween niet." zeide hij aangedaan. „Je j
hebt hel leven van myn kiud gered, laat ons nu blij i
zijn."
Zij kwam weldra weer tot kalmte en maakte haar
hand uit de zijne lostoen deelde zij hem mee, wat
Alex weer had uitgevoerd. Krocker schudde het
hoofd.
„Jongen, jongen, hoe zal het nog met je gaan
Misschien wordt je nog eens een flink huzaar, die
voor niois staal. Nu zai mij wel niets anders over
blijven, dan mijn invloed bij den rector aan te wen
den, en te trachten jn kwijtschelding van straf to
bezorgen. Maar je gaat het hun: niet uit, eer ik te
rugkom, begrepen
Nora zng hem dankbaar aan en Krocker de daad
bij het woord voegend, nam pet eu sabel en ging
naar den rector.
Elvire kon nu reeds in bed zittende spreken, en
Nora kwam alleen nog beuedon wanneer Krocker,
door dienst of andere zaken, gedwongen was het
buis te verlaten; dan hield zij Elvire gezelschapen
zorgde er voor, dat het haar aan niets ontbrak. Kroc
ker verheugde zich tegenwoordig altijd op het voor
uitzicht, wanneer hij thuis kwam, de slanke, jonge
freule aan het bedje van zijn kind te zien zitten.
Als hij dan binnenkwam, moest eerst nog altyd
liet verbaal ten einde verteld worden, of hel spelle
tje uitgespeeld worden. Dikwijls vroeg hij zich af, of
die lieflijke vrouwegestalte werkelijk dezelfde Nora
Ilastetten was, wie hij in den tuin haar Fransche
lessen had overhoord. Was hij dan met blindheid
geslagen geweest, dat hij niet had gezien, hoe zy
van kind tot vrouw was opgegroeid
Eu zy had bewezen, dat zij niet slechts uiterlyk
gerijpt was. Kon hij ooit ziju schuld aan haar
afbet ilen Het werd hem warm om het hart als hij
aan haar dacht. Kleine NoraIly had haar deu
laatsten tijd zoo lief, zoo innig liet gekregen. Hoe
eenzaam zou het iu zijn huis zijn, als Elvi beter was
en Nora in het goheel niet meer kwam. Dan zou
hel alleen vau het toeval afhangen of hij haar nu
en dan nog een» ontmoette.
Krocker had er nooit aan gedacht, voorde tweede
maal in het huwelijk te treden. Hij was met zijn
eerste vrouw zeer gelukkig geweest en de herinne
ring aan haar had gemaakt, dal die gedachte nooit
by hem was opgekomen. Nu word het bem plotse
ling klaar, hoe eenzaam zyn leven eigenlijk was en
hoe Elvi iets ontbeerde, dat hij haar met alle mo
gelijke liefde niet geven kou. Eu wie kou wel de
ledige plaats aan zijn zijde beter iDneinen dan Nora?
Maar zijn zij er iu toestemmen T Zou zij, zoo jong,
zoo mooi, er toe kuunen besluiten een weduwnaar
haar baud te reiken er de plichten eener moeder
bij zijn kind te vervullen
Op zekeren middag kwam Krocker tamelijk laat
t'huis. Elvire sliep rustig en er begon reeds weer
een flauw blosje op de bleekc wangen te komen.
Nu viel zijn blik op Nora; ook zij was in haar stoel
ingeslapen, maar door een onvoorzichtige bewegiug
van hem ontwaakte zij. Zij glimlachte, eu ging op
de teenen naar het zijvertrek.
„Wy zijn waarlijk beiden ingeslapen," zeide zij,
„maar Elvi is vandaag by zonder vroolyk eu opgewekt
geweestik geloof, dat zij weldra geheel hersteld
zal zyn".
„Ja," antwoordde Krocker ernstig, „en dat heb ik
jou alleeu le danken, Nora"
Zij mankte een afwerende bewegiug met de hand:
„Weineen, ritmeester, hoe komt u daarbij Maarnn
moet ik weg; goeilen avond en groet Elvi voor mij,"
Hij nam de hem aangeboden hand en hield die
vast. „Wil je nog even waohten, Nora? Hoe denk
je eigenlijk, dat het gaan zal als Elvi weer heeie-
inaal beter is? Kom je dan nooit meer bij ons?"
Zy keek verlegen voor zich neer en trachtte te
vergeefs haar hand los ie muken. „Neen, nntwootd-
de zij eindelijk, dan hebt u mij niet meer uoodif
„Zoo? Meen je dat werkelijk? Ben je erdati nog
niet van overtuigd, dat Elvi je iederen dag, ieder n ir
van haar leven noodig heeft, ook als zy weer be
ter is?"
„Nu, zij kan immers altoos bij ons komen," ant
woordde zii aarzelend
Hij glimlachte even. „En als ik nu majoor wotd
en van hier weg moet, wat dan Neen Nora, je rooot
wat beters bedenken. Ik zal je iets zeggen." Hy booj.
zich tot haar neer en drukte haar hand nog vaster.
„Kotn hij ons, Nora,lieve, lieve Nora geef mijn kind
terug wat zij verloren heeft. Geef ons het geluk weel
wil je, Nora."
Een oogenblik was het doodstil in de kamer, toeo
hief zij liet hoofd op, zag Krocker aan en zeide zacht:
„Ja, ter wille van Elvire." Toen richtte hij zich ia
zijn volle lengte op ei» liet haar hand los. „Neen,
niet ter wille van Elvire, om miiueutwillel Ik h«b
je lief, Nora; het leven zonder je is voortaan geei
leven meer voor me, maar ik wil niet, dat je tot
mij komt als de verzorgster van mijn kind, inair
als mijn vrouw, als de gezellin mijns leveus, die El
vire lief heeft, juist ouidat zij myn kind is. Wil je
dat doen Nora?"
Hij had haar handen weer gegrepen en zaghaii
smeekend aan en toen zij haar oogen tot hem ojt-
sloeg, sprak daar zooveel geluk nii, dat een andir
antwoord eigenlijk niet meer noodig was. 11 ij drukte
haar aan zijn hart en kuste het fijne gezichtje. Ea
tegeu hem aangeleund vond Nora nu ook woorden
om hem te zeggen dat z(j hem lietbad cn dut zij Ut
hem wilde komen om zyueutwillc.
(Wordt i.)