Zaterdag 24 Mei 1902. DE DOLLE GRAAF. PHOENIX - BKOUWEKIJ. Na. 5(93. 51e Jaargang. Feuilleton. Stadsnieuws. H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Export naar Oost- en West-Indië. iMERSFOORTSCHE courant. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post /'1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, ofticieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/11.25; elke regel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advortentiën var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Telephooa lit. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vim Amers foort brengen ter kennis van belanghebbenden, dat Dinsdag, den lOden Juni 11102 vim des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur ten Stiulhuize gelegenheid bestaat tot het inleveren van opgaven van candida- ten ter verkiezing van éen lid van den Gemeente raad van Amersfoort in het Ilde district, ter voor ziening in de vacature, ontstaan door de ontslagname van don heer G. P. A. Garjeanne. De formulieren van de opgaven van candidaten zijn ter Secretarie gedurende 14 dagen vóór- en op den dag der verkiezing kosteloos verkrijgbaar. Deze opgaven moeten inhouden de namen, de voorletters en de woonplaatsen van de candidaten en onderteekend zijn door minstens 9 kiezers uit gemeld district. De stemming en de herstemming, zoouoodig, zijn bepaald op respectievelijk 28 Juni en 1 Juli e.k. Amersfoort, den 22 Mei 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, B. W. SANDBERG. Woningstoestanden te Amersfoort, (Vervolg.) Uit de pneming uitsluitend van woningen van 1 tot 3 kamers blijkt dat 82.08 °/0 met 3510 bewoners liggen aan straat of gracht, en 17.92% met 704 bewoners in poort of slop. Van de laatste waren geen, van bet totaal aantal woningen 0.297 onbewoond. In blok I wa''en aan straat of gracht ge legen 87.137 pet., in poort of "lep 12.863 pet.; in blok II 84.45 en 15.55 pet.; in blok III 78.19 en 21.81 pet. Blijkbaar geeft men over 't algemeen de voorkeur aan het wonen aan straat of gracht, boven dat in poort of slop. Geen der 1010 woningen bleek aange sloten aan de waterleiding. Van Blok I hadden 68 of 28.21 een eigen pomp, terwijl 136 of 59.43% van Ge- meentepompen en 36 of 14.93% van parti culiere pompen gebruik maken, terwijl 1 gezin zich nu bij den een, dan bij den ander van water voorziet. Dit laatste is bij 8 ge zinnen in blok II het geval, terwijl in dat blok 100 of 35.33% een eigen pomp, 127 of 44.87 eon Gemeenlepomp en 48 of 17 een particuliere pomp gebruiken. In blok lil hebben 84 of 17.28% een eigen pomp, 255 of 52.47 gebruiken een Gemeentepomp en 145 of 29.83 maakt gebruik van een particuliere pomp, terwijl 2 gezinnen zich bedienen van regenwater. In geen enkele woning was een kamer lager dan 1.50 M.; in blok 111 hadden echter 3 woningen kamers beneden 1.75 M. Een hoogte van ten minste 2.90 M. werd echter als «voldoende" beschouwd en deze werd slechts aangetroffen bij 84 van de 241 of 34.85in blok 1, bij 64 van de 283 of 22.61 in blok 11 en bij 135 van de 486 of 27.78% in blok 11). In blok 1 vond de Commissie 30 éenkamer, 6 tweekamer en 0 driekamerwoningen be woond door 1 persoon 19, 22 en 1 floor 2; 7, 16 en 1 door 38, 28 en 3 door 44, 22 en 2 door 5; 4, 14 en 2 door 60, 14 en 0 door 7; 5 éenkamerwoningen (let wel en 19 tweekamerwoningen en geen enkele driekamerwoning bewooad door 8 perso nen 8 tweekamerwoningen bewoond door 9; 1 tweekamerwoning bewoond door 10; 3 door 11 en 1 door 12 personen totaal 77 éenkamerwoningen bewoond door 265, 154 tweekamerwoningen bewoond door 781 en 10 driekamerwoningen bewoond door 48 personen. In blok II woonden 299 personen in 97 éenkamerwoningen, 772 in 163 tweekamer woningen en 106 in 22 driekamerwoningen. In dit blok zelfs 14 personen in éen twee kamerwoning. In blok III woonden 389 personen in 116 éenkamerwoningen, 1475 in 336 tweekamer woningen en 138 in 27 driekamerwoningen. Het gemiddeld aantal bewoners bedroeg in blok 1 voor éeukamerwoningen 2.66, voor tweekamerwoningen 5.67, voor driekamer woningen 4.80. Daar waren 36.305 éen kamer-, 53.25% tweekamer- en 10% drie kamerwoningen onvoldoende. In bloK 11 was bet gemiddeld aantal be woners voor éenkamerwoningen 3.08, voor tweekamerwoningen 4.73 en voor driekamer woningen 4.82. Onvoldoende waren hier 48.46% éenkamerwoningen, 56.02% twee kamerwoningen en 22.73 driekamerwo ningen. In blok III bedroeg het aantal bewoners gemiddeld voor éenkamerwoningen 3.32, voor tweekamerwoningen 4.38, voor driekamer- wonigen 4.93. Hier waren onvoldoende 55.56eenkamerwoningen, 44.22twee kamerwoningen en 28.57% driekamerwo ningen. Van de 1005 bewoonde huizen in de drie 34). Lassow had werkelijk aan nicmnnd medegedeeld waarheen hij ginghij was, om het zoo uit to druk ken, spoorloos uit Duitschland verdwenen. Hij wilde zich gedureuden den proeftgd, dien h(j zichzelf had opgelegd, door niemand eu niets laten storen. Na een uur klople het dienstmeisje aan zijn deur en vroeg of mijnheer Lnssow vundung in liet geheel niet meer btneden kwam. Lassow keek op zijn hor loge. .Wordt er dan nu al gegeteu 1 .Ja, wij zitten al aan tafel-" „Goed, ik kom dadelijk." Men at in de keuken. Bllingsen had zijn melk soep reeds half op, toen Lassow binnenkwam. „Tk moet u verzoekeu, u naar de regels van bethniste Hcbïkkon, daar ben ik op gesteld", bromde bij tus- schen twee lepels soep door. .Daarvoor moet ik die regels eerst kennen," luidde het koele antwoord. Er lag iota in het wezen van Ellingson, dat Lassow voortdurend tot tegenspraak prikkelde. Doortje daar- enlegou was hem zeer sympathiek. „Hoe heeft dat aardige jonge ding dien ouden brombeer kunnen trouwen," dacht hij terwgl hg een bord soep haar aannam, „U hebt zeker uw koffers uitgepakt'/" vroeg *g vriendelyk. „Ja, en u zult het mij zeker wel niet kwalijk nemen, dat ik do meubels eenigssins anders geschikt heb." „Neon, zeker niet; hebt u ook nog iets noodïg?' „Neen, dank u, alles is heel goed zoo." blokken waren 468 of 40.57% onvoldoende. De volgende vveekhuren worden betaald 1 10.50 of minder voor 16 eenk. en 3 tweek. woningen, 10.51 fl voor 57 oonk., 84 tweek. on 2 driek. woningenf 1.01 t' 1.25 voor 3 eenk., 43 tweek. en 3 driek. woningen f 1.26— f 1.50 voor 1 eenk.. 23 tweek. en 5 driek. woningen; en f 1.51 f 1.75 voor 1 tweek.woning. In II: f0.50 of minder voor 14 eenk. woningen; 10.54 fl voor 78 eenk., 75 tweek. en 5 driek. woningen f 1.01 f 1.25 voor 4 eenk., 58 tweek. en 0 driek. woningen; fl.26 -• 11.50 voor 2 eenk., 29 tweek. en 8 driek. woningen f 1.76 f2 voor l tweek. woning. In olok III. f0.50 of minder voor 42 eenk. en 17 tweek. woningen; f0.51fl voor75oenk., 75 tweek. en i driek. woningen f 1.01 11.25 voor 107 iweek. eu 8driek. woningen; f l.26 tot 1.50 voor 1 eenk., 37 tweek. en !4 driek. woningen 1 tweek. woning doet daar f 1.51 fl.75; I dito f 1.76 tot f2 en 1 dito f2.01 tot f2.50 weekhuur. In alle blokken deden 9.154% ten hoogste f 0.5U55.522 ten hoogste f 123.383% ten hoogste fl.25 en 11.941% ten hoogste f 1.50. Meehts 3 woningen waren liuoger dan f 1.51. Wordt vervolgd.) de godsdienstoefening in de Lutberscbe kerk De ziekte van II. M. de Koningin. Gisterochtend ontvingen we het volgende bulletin «De toestand van H. M. de Koningin blijft zeer bevredigend. Niet meer wordt thans uit sluitend vloeibaar voedsel, muar ook vast voedsel gebruikt. «Daar men gisteren begonnen is met het ontsmetten der ziekenkamer en aangrenzende vertrekken, is H. M. naar een ander deel van het Paleis overgebracht." L. POT, arts. Ds. J. G. Hissink, Ev. Lulhersoh predikant te Heusden, hoopt morgen vóór te gaan bij Het volgende wordt ons ter plaatsing toe gezonden Om te voorkomen, dat meisjes misleid worden en in verkeerde handen vallen, treft men in sommige groote steden van bet bui tenland op de stations by aankomst der trei nen dames aan, die de meisjes afwachten en al wie dat begeeren gaarne met goeden raad en voorlichting dienen. Zulk een «Stationswerk" is nu ook te Amsterdam begonnen. Voortaan zullen vrou wen en meisjes op hel Centrual-Station te Amsterdam altijd een of meer dames aan treffen, kenbaar aan een broche met de woorden: «Bescherming van jonge meisjes", die op een lichtblauwen band op den arm of op een roset van dezelfde kleur op de borst wordt gedragen. Deze dames aan wie ieder meisje gerust haar vertrouwen kan schenken, zijn gaarne bereid, kosteloos gevvenschte inlichtingen te verschaffen, die ieder meisje bevorderlijk kunnen zijn om gerust en veilig te Amster dam te verkeeren. Zij zyn daartoe o. a. voorzien van kaarten, vermeldende het adres van bet Tehuis «Koningin Wilhelmina", het Vrouwen-logement «Tehuis", en andere nut tige wenken. Het aantal sollicitanten voor de betrekking van leeraar in de Nat. Historie aan de in richtingen voor Hooger- en Middelbaar on derwijs hier bedraagt 5, dat voor leeruur in de Natuurwetenschappen (doctor in de Wis- en Natuurkunde) 3. De Minister van Binnenlandsche zaken heeft bepaald, dat het eind-examen van het Gymnasium mot zesjarigen cursus te Amers foort en bet examen ter verkryging van een getuigschrift van bekwaamheid tot de studie aan een Universiteit, zal worden afgenomen op 16, 17 en 18 Juni. terwijl als gecommit teerden, te wier overstaan bedoelde examens zullen worden afgenomen, zijn benoemd dr. J. C. Mattbes, hoogleeraar aan do Ge- meontelijke-univcrsiteit te Amsterdam, dr. „Dat zou ik ook uieenenvoor de andere jonge lieden is do kamer ook altijd goed genoog geweest," wierp Ellingsen hier scherp tusachen in „Eigenlijk hebt u in uw kanier ook niets te doen dan te sla pen. Overdag is u toch altijd op hot veld." „Als ik nog iets wilde hebben, zou ik het mij uit Kopenhagen laten zenden," zeido Lassow uit de ""X iioud niets van overbodige weelde." „Dat schijnt wel zoo;" dacht Lassow, die juist bij zichzelf opmerkingen maakte over de meer dan een voudige wijze, waarop de tafel was gedekt eu be kennen moest, dat hij nog nooit zulk oen grof tafel- laken had gezien. Ellingson had zijn soep op; zwijgend schoof hij zijn bord van zich af, stond op en ging uaar zijn kamor. Lassow keek hem verbaasd na. „Mijnheer Lnssow!" Doortje zag hom smookeud aan. „Hob geduld met mijn man. Hij is ziek daar om is hij zoo onvriendelijk. U is jong en gezond u weet niet wat het zegt, altijd pijn te lijden en steeds zwakker te worden." Lissow boog het hoofd. „U hebt gelijk, mij te ver manen. Ik was ongeduldig en onrechtvaardig. Wees niet boos op mg, juflrouw, maar ik moet do toe standen hier nog eerst leeren kennen." Zoo alleen met Doortje was de toestand dragelijk het krachtige boerenbrood was voor Lassow een lang ontbeerd genot; ook de boter, du worst en do kaas lieten niets te wenschen over. Zn bleven nog lang aan tafel zitten, want Lassow at uood opzijn gemak Toon bij klaar was, begon Doorlje de tafol af te ne men Lassow ging naar de huisdeur en keek naar buiten in do duisternis, totdat Doortjo kwam met een brandende lamp in de hand oiu hom naar do kamer van haar man te brengen. Toon zij bin nenkwamen, dachten beiden eorat, dut de ka- mor leeg was, maar eensklaps uitte de jonge vrouw een kroot van schrik, eu Lassow hao maar net den tgd, (lo lamp uit haar bevende banden to nemen. In een hoek van do kamer lag Elliugsi n, doodsbleek en met gesloten oogen. Zg vrouw knielde naast hem neer. „H(j is dood, lig is dood!" Lassow zette de lamp on tafel on hoog zich oyer den ouden man. „Neen zeido hij, dood is hij uiot, maar bewusteloos; haal gauw koud water." Met zijn krachtige armen nam 1..J den bowusle- looze op en logde hem op de solaweldra kwam Doortjo terug en sprenkelde hem water in het ge laat. Eindelijk kwam Ellingson eenigszins bij, maar hij bleef, gohoel uitgeput met gesloten oogon liggen. „Wy moeten don dokter laten halen, (luisterde juflrouw Elliugsen tol Lassow, ik ken deze aanval- leu, er valt niet mee te spotten. Wilt u oen van do knechts naar do stad zonden om don (loktor te ha len/ Aan den andoron kant van den hol', links, zijn de stallen en de kneohtskamers." Lassow knikte, nam de groote lantaarn die de gang verlichtto en ging over den hof. De verlichte ven sters uit de knechtskamers wezen hem don weg. Do zware schuurdeur stond aan hij trad op do don kere deul en zag door een reet van do deur oenigo knechts aan de tafel zitten. Hij wilde juist binnen gaan, toen hij plotseling een van hen hoorde zeg gen: „Michel Toortje zal ons weer hooi al'koopon er is maar woinig van het jaur, en 'l wordt goed betaald." „Maar wg mooton voorzichtig zijn, on hot zoo gauw mogolgk doen eer de nieuwe hier bekend raakt en er iets van merkt." „Hol ia te hopen, dat hot weer net zoo'n schaaps kop ia als de vorige." „Ja, dat hoop ik ookmaar hot is toch boter als wij op onze houdo zijn. De oude heeft er verloden al over geraasd, dat het vee er zoo slecht uitziet, maar van hem hebben wg niets te vreezen, hg kan haast niet meer voort." Lassow sloop eerst zacht weer naar bnit0n en kondigde toon zgn komst aan, door do deur mot gowola aohter zich dicht te trekken en met zware schreden over ile deel te gaan. Nu;; eer de knechts er op verdacht waren, stond oen hoogo, gebiedende gestalte in de deur en net licht van de lantaarn viel vol op hot ernstige gelaat met de flikkerende oogen. ,jDu heer is zoor ziek" zoide hg met luide stem, „rijd onmiddellijk naar do stad en haal don doktor," :;ehood lig een dor lieden, on toen deze niotoomid- dolgk opstond, vorvolgdo hij opscherpen toon. „Heb jc mg niet verslaan/" „Jawel, ik hen niet doof." „Nu, dan doe je wat je gelast wordt; op dat punt versta ik geen gekscheren," Zulk eon toon was in dozo omgeving in Inngon tijd niet gehoord. De knecht Imasilo zich nu wor- kolijk en als gedwongen door de unieht, die ven de donkere, vurige oogen uitging, hielpen ook de an doron mee. liorst toon do wagon ratelend wegrolde, keerde Lassow naar huis terug. Do achtergeblevenen koken elkander verbluft aan. Een „schaapskop" was de nieuwe niet, dat waa zoko .1 men zou wol zeer, zeer voorzichtig moeten zgn maar voor liet oogoDl 'ik was hij nog onbe kend en onervaren, dus zou men hem nog wel kun nen bedriegen. Do dokter zag don toestand van don zieke zeer ernstig in. „Uw man zal weken lang moeten ble ven liggen", zeido hij tot juffrouw Ellingson, „maar mot grooto zorg hoop ik hom weer op do boon to krijgen." „Dat is een slecht begin voor u, zeido Doortjo tot Lassow; u komt hier om wat te loeren ennu wordt uw loerrneester nl dadolgk ziek," „O, laat u dat geen zorg baren," antwonrddo hg, „maar boo gaat hot nu mot hot work hier op hot goed?" (Word! vsrvotpd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1902 | | pagina 1